Wat zie ik?

Wat zie ik?

Voorbereiding

Vandaag ga je op onderzoek uit, je gaat iets heel merkwaardigs onderzoeken.

 

Als je gaat onderzoeken heb je enkele hulpmiddelen nodig. Zorg dat je de volgende spullen klaar hebt liggen:

  • Je logboek (een schrift waarin je alle aantekeningen opschrijft en vragen noteert)
  • Een pen
  • Potloden van verschillende kleuren
  • Een koptelefoon bij je computer/Chroomebook

In je logboek schrijf je in ieder geval de volgende dingen:

  • De datum waarop je je onderzoek uitvoert
  • Je naam ,want jij bent de onderzoeker
  • De titel van je onderzoek

Verder komt alles in je logboek te staan wat je waarneemt, dus wat je ziet, hoort, voelt, ruikt. Welke vragen je hebt, welke antwoorden je gevonden hebt. Maar ook wat je opvalt, of niet begrijpt hoe iets zit, waar je ook aan moet denken. Je mag ook tekeningen maken, grafiekjes, woordweb, mindmap en wat je zelf belangrijk vindt tijdens het onderzoeken. Zorg wel dat je goed terug kunt vinden waarom je iets maakt of opschrijft (en dat je het kunt lezen).

 

Stap 1 Confronteren

Wat zie je?
Wat zie je?

Wow, dit ziet er heel speciaal uit. Hoe zou jij dit fenomeen (= verschijnsel) noemen? Schrijf het maar op in je logboek. Dit wordt de titel van je onderzoek.

Schrijf in je logboek wat je ziet en welke vragen er bij je opkomen.

Stap 2 Verkennen

Onderzoek hoe het fenomeen genoemd wordt en bedenk wat je allemaal over dit fenomeen te weten zou willen komen. Schrijf deze vragen op in je logboek

Je kunt de volgende bronnen gebruiken:

- NEMO Science Museum

Optische illusie - Wikikids

Ontdek het zelf

Stap 3 Onderzoek opzetten en uitvoeren

Een handje helpen
Een handje helpen

 

Als onderzoeker heb je een onderzoeksvraag nodig. De onderzoeksvraag voor dit onderzoek is:

Hoe komt het dat ik iets zie wat niet echt waar is?

Schrijf deze onderzoeksvraag in je logboek. Kies ook één van je vragen uit die je bij stap 2 ‘verkennen’ hebt opgeschreven. Deze vraag mag je ook nog onderzoeken. Je kunt gebruik maken van informatie op internet. Je kunt deze informatie vinden onder de knop bronnen in het linker menu.

Als je zelf een andere bron vindt, mag je deze ook gebruiken. Schrijf dan wel in je logboek op welke bron je gebruikt hebt.

 

Stap 4 Concluderen

Nu ga je van alle informatie die je gevonden hebt een conclusie maken in je logboek. Kun je antwoord geven op de onderzoeksvraag? Schrijf ook op hoe je aan je antwoord bent gekomen. Je mag ook tekeningetjes maken bij je conclusie, als je dat prettig vindt.

 

 

 

Stap 5 Presenteren

Maak een presentatie voor je klasgenoten, waarin duidelijk wordt welke conclusie je hebt getrokken. Je mag kiezen uit 3 presentatie vormen:

  • Een muurkrant op A2 formaat of geschikt voor het digibord
  • Een filmpje van maximaal 5 minuten
  • Een powerpoint van maximaal 5 dia’s

Stap 6 Verdiepen en verbreden

We gaan naar de presentaties van elkaar kijken. Als je tijdens de presentaties vragen hebt schrijf je deze weer op in je logboek.

Als de presentaties klaar zijn, gaan we deze nieuwe vragen samen verder onderzoeken in een klassengesprek.

Bronnen

Optische illusie: een samenwerking tussen je ogen en je hersenen

Gezichtsbedrog

Het verhaal achter gezichtsbedrog

Luie hersenen?

Voor de gek houden

Optische illusies