van een stelling aangeven of deze wel of niet geschikt is voor het houden van een debat;
argumenten voor en argumenten tegen een stelling bedenken;
aangeven waar je op moet letten als je deelneemt aan een debat;
deelnemen aan een (school)debat.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Discussie en debat
Lees over de regels, het doel en de vooraf afgesproken regels van een debat. Zoek op websites naar informatie en tips over debatteren.
★ Aan de slag 1
Kies samen vijf stellingen van een website, bedenk argumenten voor en tegen en bepaal welke stelling geschikt is voor een debat.
★ Aan de slag 2
Bekijk een video over een debat en beantwoord er vragen over.
★ Aan de slag 3
Bedenk een stelling bij een citaat uit het eindexamenreglement en houdt een debat in de klas.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht
Jullie houden een debat in de klas volgens vooraf afgesproken regels over Sociale media.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht staat ongeveer 4 SLU.
Aan de slag
Discussie en debat
Een debat is een argumentatiewedstrijd tussen twee leerlingen of twee groepen van leerlingen. De ene partij zal een stelling verdedigen en de andere partij zal die aanvallen. Degene(n) met de beste argumenten zal het debat winnen.
Het doel
In een debat probeer je door middel van argumenten een jury (en indirect ook het publiek) te overtuigen. Het belangrijkste is dat je de jury overtuigt en niet je tegenstanders.
De debatstelling
Het onderwerp van het debat moet actueel en controversieel zijn (er moet een duidelijk verschil van mening over zijn). Een debatstelling moet voor de deelnemers interessant zijn en er moet genoeg informatie over aanwezig zijn. De stelling moet goed geformuleerd worden en vraagt vaak om een verandering van regels (bijvoorbeeld op school) of verandering van beleid van bijvoorbeeld een sportbond of de regering.
Regels
Een debat (in de klas of op school) gaat volgens vooraf afgesproken regels.
Bijvoorbeeld:
Twee partijen van twee of drie leerlingen en een jury (drie tot vijf leerlingen).
Bepaal welke groep de stelling verdedigt, welke groep aanvalt en wie er in de jury gaan zitten.
Hoe je werkelijk over de stelling denkt, speelt geen rol in het debat.
Kies een gespreksleider en bepaal vooraf hoeveel rondes en hoelang het debat gaat duren. De gespreksleider ziet hierop toe.
Als je het eens bent over de stelling, verzamelen de partijen en de jury documentatie over de stelling.
Bepaal onderling wie welke argumenten gaat gebruiken en wie het debat opent met een speech waarin de stelling wordt verdedigd.
De teams doen vervolgens hun uiterste best de tegenpartij te overtuigen van hun gelijk. De partij die daar het best in slaagt, is de winnaar.
Belangrijk tijdens een debat is dat je:
je standpunt goed verdedigt.
de argumenten van de andere partij aanvalt en aantoont dat bepaalde argumenten niet juist zijn.
drogredenen aantoont.
snel en doeltreffend reageert.
Na afloop bespreekt de jury het debat en let daarbij op de kwaliteit van de argumenten en de presentatie.
De voorzitter geeft daarna commentaar en wijst een winnaar aan.
Variatiemogelijkheid: Het Schaakklokdebat
Tijdens het debat staat er tussen de partijen een schaakklok. Stel die klok zo in dat iedere partij evenveel spreektijd (3 á 4 minuten) heeft. Een spreker mag alleen praten als zijn tijd loopt. Dus als de andere spreker op de schaakklok drukt, moet jij je mond houden.
Deze vorm is erg spannend en laat goed zien hoe belangrijk timing in een debat kan zijn. Je mag de ander wegdrukken, maar je kunt ook de beurt over geven als je denkt dat je een sterk punt hebt gemaakt. De tegenpartij moet dan reageren!
Bij elke stelling bedenken jullie twee argumenten voor en twee argumenten tegen.
Bepaal wat jullie de beste en slechtste stelling vinden en bedenk een toelichting.
Doe verslag aan de klas.
★ Aan de slag 2
Debat
Bekijk de aflevering van Het Lagerhuis over 'Het recht op spijbelen' en maak aantekeningen.
Wat is de stelling?
Welke argumenten worden aangevoerd?
Wie is volgens jou de beste debater?
Denkt iedereen daar hetzelfde over?
★ Aan de slag 3
Debat
Lees onderstaand citaat uit het eindexamenreglement Nederlands taal havo.
De kandidaat kan beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn leeservaringen met een aantal door hem geselecteerde literaire werken.
Minimum aantal havo: 8
De werken zijn oorspronkelijk geschreven in de Nederlandse taal.
Bedenk een stelling over deze eisen.
Om je op weg te helpen:
Vind je acht boeken te veel/ te weinig?
Waarom geen vertaalde boeken?
Wie kan jou vertellen wat een literair werk is?
Ga verder als volgt te werk:
Vorm twee partijen van twee of drie leerlingen en een jury (drie tot vijf leerlingen).
Bepaal welke groep de stelling verdedigt, welke groep aanvalt en wie er in de jury gaan zitten. Hoe je werkelijk over de stelling denkt, speelt geen rol in het debat.
Kies een gespreksleider en bepaal vooraf hoeveel rondes en hoelang het debat gaat duren. De gespreksleider ziet hierop toe.
Als jullie het eens zijn over de stelling, verzamelen de partijen en de jury documentatie over de stelling.
Bepaal onderling wie welke argumenten gaat gebruiken en wie het debat opent met een speech waarin de stelling wordt verdedigd.
De teams doen vervolgens hun uiterste best de tegenpartij te overtuigen van hun gelijk. De partij die daar het best in slaagt, is de winnaar.
Na afloop bespreekt de jury het debat en let daarbij op de kwaliteit van de argumenten en presentatie.
De voorzitter geeft daarna commentaar en wijst een winnaar aan.
Afronding
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Een debat in de klas of op school gaat volgens vooraf afgesproken regels.
Je docent of iemand uit klas komt met een onderwerp en de klas bedenkt daarbij een stelling.
Onderwerp: Sociale media
Stelling: Sociale media hebben een slechte invloed op jongeren.
Video:
Ga verder als volgt te werk:
Vorm twee partijen van twee of drie leerlingen en een jury (drie tot vijf leerlingen).
Bepaal welke groep de stelling verdedigt, welke groep aanvalt en wie er in de jury gaan zitten. Hoe je werkelijk over de stelling denkt speelt geen rol in het debat.
Kies een gespreksleider en bepaal van tevoren hoeveel rondes en hoelang het debat gaat duren. De gespreksleider ziet hierop toe.
Als je het eens bent over de stelling, verzamelen de partijen en de jury documentatie over de stelling.
Bepaal onderling wie welke argumenten gaat gebruiken en wie het debat opent met een speech waarin de stelling wordt verdedigd.
De teams doen vervolgens hun uiterste best de tegenpartij te overtuigen van hun gelijk. De partij die daar het best in slaagt, is de winnaar.
Na afloop bespreekt de jury het debat en let daarbij op de kwaliteit van de argumenten en presentatie.
De voorzitter geeft daarna commentaar en wijst een winnaar aan.
Bij een debat hebben twee of meer mensen een verschillende mening over een onderwerp. Deze standpunten worden helder in beeld gebracht door argumenten voor het eigen standpunt te geven, of door de argumenten van de ander met tegenargumenten te bestrijden.
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je argumenten voor en tegen bedenken bij een stelling voor een debat?
Hoe ging het?
Inhoud
Welke rol zou jij willen innemen in een debat: die van jurylid of van gespreksleider? Kun je uitleggen waarom?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Hebben jullie een goed debat gehouden in de klas?
Verliep alles volgens de regels?
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij de module 'Spreken', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv45. Je begint deze opdracht met het inlezen over de regels van een debat. Daarna zoek je op websites naar informatie en tips over debatteren. Vervolgens kies je een stelling en bereid je het debat voor. Uiteindelijk houd je in je klas een klassikaal debat over sociale media.
Leerniveau
HAVO 4;
HAVO 5;
Leerinhoud en doelen
Nederlands;
Begrijpen;
Interpreteren;
Literatuur;
Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands);
Tekstkenmerken;
Deze opdracht hoort bij de module 'Spreken', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv45. Je begint deze opdracht met het inlezen over de regels van een debat. Daarna zoek je op websites naar informatie en tips over debatteren. Vervolgens kies je een stelling en bereid je het debat voor. Uiteindelijk houd je in je klas een klassikaal debat over sociale media.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.