Een debat is een argumentatiewedstrijd tussen twee leerlingen of twee groepen van leerlingen. De ene partij zal een stelling verdedigen en de andere partij zal die aanvallen. Degene(n) met de beste argumenten zal het debat winnen.
In een debat probeer je door middel van argumenten een jury (en indirect ook het publiek) te overtuigen. Het belangrijkste is dat je de jury overtuigt en niet je tegenstanders.
Het onderwerp van het debat moet actueel en controversieel zijn (er moet een duidelijk verschil van mening over zijn). Een debatstelling moet voor de deelnemers interessant zijn en er moet genoeg informatie over aanwezig zijn. De stelling moet goed geformuleerd worden en vraagt vaak om een verandering van regels (bijvoorbeeld op school) of verandering van beleid van bijvoorbeeld een sportbond of de regering.
Een debat (in de klas of op school) gaat volgens vooraf afgesproken regels.
Bijvoorbeeld:
Belangrijk tijdens een debat is dat je:
Na afloop bespreekt de jury het debat en let daarbij op de kwaliteit van de argumenten en de presentatie.
De voorzitter geeft daarna commentaar en wijst een winnaar aan.
Tijdens het debat staat er tussen de partijen een schaakklok. Stel die klok zo in dat iedere partij evenveel spreektijd (3 รก 4 minuten) heeft. Een spreker mag alleen praten als zijn tijd loopt. Dus als de andere spreker op de schaakklok drukt, moet jij je mond houden.
Deze vorm is erg spannend en laat goed zien hoe belangrijk timing in een debat kan zijn. Je mag de ander wegdrukken, maar je kunt ook de beurt over geven als je denkt dat je een sterk punt hebt gemaakt. De tegenpartij moet dan reageren!
Op de websites Schooldebatteren en het Debatbureau vind je heel veel informatie over debatteren.