Bij het hoofdstuk Ecologie hoort een praktische opdracht. Je hebt geleerd dat een ecosysteem bestaat uit veel verschillende organismen en dat deze organismen elkaar beïnvloeden.
Bodemdieren zijn erg belangrijk voor het gezond houden van de bodem. Ze eten resten op van dode planten en dieren. De resten die de bodemdiertjes niet kunnen gebruiken, worden door schimmels en bacteriën afgebroken tot voedingsstoffen voor planten. Met hun gewoel en gegraaf maken regenwormen de bodem luchtig en mengen ze de aarde.
Door het gezond houden van de bodem zorgen bodemdieren er onder andere voor dat wij de grond kunnen gebruiken om voedsel op te verbouwen.
In deze wikiwijs ga je ontdekken welke bodemdiertjes er bij jou in de tuin wonen en ga je onderzoek doen naar mieren.
Kerndoelen
Je werkt met het maken van de opdrachten aan de volgende kerndoelen en vaardigheden.
Kerndoelen:
30. De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden.
31. De leerling leert onder andere door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie met omgeving en milieu
Verder werk je aan de volgende vaardigheden:
- Informatie verzamelen, ordenen, verkennen op bruikbaarheid en relevantie
( kritisch denken).
- ICT vaardigheden, werken met het programma Word.
- Onderzoekende houding.
Introductie
De bodemdiertjes in je tuin doen nuttig werk. Ze eten namelijk de resten op van dode planten en dieren. Het zijn echte afvaleters. Wormen, springstaarten en miljoenpoten peuzelen bladeren en ander afval op. De resten poepen ze uit. Die worden dan weer door kleinere beestjes, bacteriën en schimmels, verteerd. Zo verandert het afval in humus. Dat ziet eruit als aarde. Het is heel goed plantenvoedsel!
Deze opdracht bestaat uit 2 delen.
1. Bodemdiertjes
2. Onderzoek naar mieren
Lees altijd eerst goed de opdracht door voordat je aan het werk gaat. Bekijk ook het beoordelingsschema zodat je weet waar je eindproduct aan moet voldoen.
Je eindproduct wordt een verslag / werkstuk. Kijk bij Beoordeling aan welke eisen je verslag/ werkstuk moet voldoen.
Je hebt voor deze opdracht 3 weken de tijd.
Opdracht 1 bodemdiertjes
Je gaat op zoek naar kleine diertjes in je tuin of op een stukje groen in je wijk of buurt.
Geschikte zoekplekken:
* onder oude bladeren * onder of tussen stenen, tegels en oude potten * onder boomstronken en takken * tussen boomschors * op planten, blaadjes en bloemen.
Als je zeker wilt zijn dat je diertjes vindt kun je ook van te voren een “valkuil” gemaakt worden:
Graaf daarvoor één of meer potjes (bijvoorbeeld boterkuipjes) zo in, dat de bovenkant gelijk met de bodem komt. Veel bodemdiertjes zijn ‘s nachts actief en komen dan uit hun schuilplaats, op zoek naar voedsel.
* Leg een halve uitgeperste sinaasappelschil een nacht op z’n kop tussen de struiken. Wat is er ingekropen?
Bekijk het filmpje over bodemdiertjes.
Wat heb je nodig?
2 glazen potten
een schop
Telefoon om foto’s te maken van je diertjes.
Wat moet je doen?
Open het word documet stappenplan bodemdiertjes, lees eerst goed door wat je moet doen.
Noteer vervolgens alle gevonden diertjes in een tabel.
Diertjes onder stenen/hout ect
Diertjes uit bodemmateriaal
Naam diertje
aantal
Naam diertje
aantal
Opdracht 2 Mieren
De periode april tot en met september is geschikt om buiten mieren te bestuderen. Alle soorten mieren die boven de grond actief zijn, zijn geschikt. Het meest voor de hand liggend zijn de wegmier en de bosmier. Wegmieren komen bijna overal voor, vooral bij huizen, in tuinen en in parken. Bosmieren komen alleen op zandgrond voor.
Bekijk het filmpje over de mier.
Voordat je verder gaat met het onderzoeken van je mieren moet je eerst de tuinmier beter leren kennen.
Zoek op internet informatie over de tuinmier. (deze informatie komt in je verslag).
Kenmerken, leefwijze, voeding, voortplanting.
Maak een voedselketen met de mier.
Zoek uit of mieren belangrijk zijn voor de natuur?
Mieren zie je ook wel samen met bladluizen, zoek uit hoe deze 2 dieren samen leven.
Buitenopdracht Zoek een mierenlooppaadje in de zon.
Zet de doos of plank zó neer dat er schaduw over het paadje valt.
Plaats dan de spiegel en zorg dat het paadje via de spiegel weer beschenen wordt. Let goed op wat er gebeurt:
* Lopen de mieren gewoon door? Of twijfelen ze eerst en lopen ze toch door of keren ze om?
Opdracht, Mieren observeren
Bekijk de mieren die druk heen en weer lopen. Maak een foto van je mieren. Probeer een foto te maken van 1 mier zodat je die kunt natekenen. ( tip, doe een klein beetje jam met water op een lepeltje en druppel hiervan een beetje op het pad, de mieren zullen stoppen om er van te snoepen).
Open het werkblad mierenonderzoek, ga er rustig op je hurken bij zitten en vul de vragen in.
Maak een foto van je mierenkolonie, maak een foto van 1 mier ( als je een klein beetje jam op de looproute smeert stoppen de mieren om er van te snoepen en kun je makkelijker een foto maken.
De foto die je gemaakt heb komt samen met je tekening in je verslag
Maak hiervan een natuurgetrouwe tekening. Denk om de tekenregels.
Teken met potlood, rechts boven je naam , klas, datum en titel. Noteer de onderdelen van de mier aan de rechterkant ernaast.
Op de afbeelding hier onder zijn de onderdelen in het Engels aangegeven. Probeer de onderdelen in het Nederlands erbij te zetten.
Nieuwsgierig ?
Vindt je bodemdiertjes wel interessant en wil je er wel meer over weten.
Hoe kun je nu zien of een regenworm een mannetje of een vrouwtjes is? En wist je dat een slak een echte krachtpatser is/
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
het bodemdiertjes onderzoek sluit aan bij het hoofdstuk ecologie klas 2
leerlingen gaan op zoek naar bodemdiertjes, leren over het belang van bodemdiertjes
ze werken aan de kerndoelen 30 en 31 en aan onderzoek vaardigheden, kritisch redeneren, ict vaardigheden
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
4 uur en 0 minuten
Bodemdiertjes
nl
Biologie Terra Winsum
2020-05-26 08:13:34
het bodemdiertjes onderzoek sluit aan bij het hoofdstuk ecologie klas 2
leerlingen gaan op zoek naar bodemdiertjes, leren over het belang van bodemdiertjes
ze werken aan de kerndoelen 30 en 31 en aan onderzoek vaardigheden, kritisch redeneren, ict vaardigheden
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.