Zenuwstelsel en zintuigen

Reageren op prikkels

Inleiding

Je reageert op prikkels H4.

In deze Wikiwijs behandelen we de onderdelen zenuwstelsel en zintuigen.

Je zenuwstelsel is het orgaanstelsel dat een grote rol speelt bij het uitvoeren van handelingen (denk aan het aansturen van je spieren) en het verwerken van prikkels die je zintuigen oppikken (denk aan het geluid dat je hoort met je oor).

Er zijn verschillende soorten prikkels.

  • Een prikkel die van buitenaf komt noemen we een uitwendige prikkel;
  • Een prikkel die van binnen komt noemen we een inwendige prikkel.

Op zo'n prikkel kun je reageren als daar motivatie voor is. Deze motivatie komt vanuit het lichaam en wordt bij dieren vooral gestuurd door hormonen, bij mensen vooral gestuurd door de wil, het bewustzijn in de grote hersenen.

De reactie die vervolgens tot stand komt noem je een respons.

De Wikiwijs bestaat uit twee delen:
Deel 1 gaat over het centrale zenuwstelsel met zijn onderdelen en functies.
Deel 2 gaat over de verschillende zintuigen.

Aan de slag met deel 1

Lees eerst de inleiding voordat je aan de slag gaat met de stappen van deel 1

 

In deel 1 van deze wikiwijs ga je aan de slag met de volgende leerdoelen:

  • Na stap 1 kun je uitleggen dat prikkels uit de omgeving door zintuigen omgezet worden in impulsen die naar het centrale zenuwstelsel geleid worden, waardoor waarneming kan plaatsvinden. Met behulp van de begrippen: drempelwaarde, adequate prikkel, gewenning, motivatie
  • Na stap 2 kun je de volgende onderdelen van het zenuwstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen, en functies en werking beschrijven; grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam, ruggenmerg.
  • Na stap 3 kun je de verschillende typen zenuwen en zenuwcellen herkennen en hun functie uitleggen. En kun je het begrip reflex uitleggen met de daarbij horende functies en kun je verschillende soorten reflexen benoemen.

Maak na alle stappen de oefenopdracht van deel 1.

Stap 1

Bekijk de video en maak daarna de sleepopdracht en de begrippenquiz. Lees de vragen goed door. Er worden in de vragen ook dingen uitgelegd.

Je kunt nu naar stap 2

Als je het nog erg moeilijk vond, open dan deze video in een nieuw tabblad.

https://www.youtube.com/watch?v=q2ExXg9wea4

Stap 2

Het centraal zenuwstelsel; de onderdelen

Het centraal zenuwstelsel bestaat uit verschillende delen.

Al deze onderdelen hebben een verschillende functie.
Op de afbeelding zie je de organen van het centraal zenuwstelsel.
De grote hersenen, de kleine hersenen, de hersenstam en het ruggenmerg.

Het ruggenmerg is een plek waar je zenuwen samenkomen en daarom heel belangrijk want zo kun je impulsen van en naar je hersenen vervoeren.

Je grote hersenen spelen een rol bij je bewustzijn. Impulsen worden hier verwerkt en aangemaakt.

Je kleine hersenen spelen een rol bij het afstemmen van bewegingen. Ook houden ze je in evenwicht.

Je hersenstam is de verbinding tussen de grote hersenen en het ruggenmerg, en speelt een rol bij de reflexen in het hoofd- en halsgebied.

 

 


Lees deze uitleg goed door (eventueel hard op) en maak dan het toetsje van deze stap. Succes!

 

Toets: Oefenen met de onderdelen en hun functie

Start

Stap 3

Zenuwen en reflexen

Je ruggenmerg is verbonden met je zenuwen die impulsen kunnen doorsturen naar je hersenen toe of van je hersenen af.

Deze zenuwen bestaan uit verschillende zenuwcellen.


Gevoelszenuwcellen zijn de zenuwcellen die een impuls naar je hersenen toe sturen, vannaf een zintuig

Bewegingszenuwcellen zijn zenuwcellen die een impuls van je hersenen naar een spier of klier toe sturen.

Gemengdezenuwcelllen kunnen zowel impulsen van je hersenen als naar je hersenen toe sturen.

 

Op de afbeelding hieronder zie je een dwarsdoorsnede van het ruggenmerg en waar de zenuwen zitten.

Wanneer een impuls via de gevoelszenuw in het ruggenmerg is aangekomen gaat het impuls via je ruggenmerg naar je hersenen.

Als een impuls van je gevoelszenuw naar een schakelzenuwcel direct naar een bewegingszenuwcel gaat spreken we over een reflex.

Verschillende soorten reflexen

De functies van een reflex zijn:

  1. Het onbewust regelen van de motoriek, en
  2. Het snel reageren bij kans op onverwachte beschadiging van het lichaam.

 

Er zijn verschillende soorten specifieke reflexen die je moet weten.

  • terugtrekreflex
  • strekreflex
  • kniepeesreflex
  • pupilreflex

De pupil-reflex word nog meer uitgelegd in de video hieronder.

Oefenopdracht deel 1 afronding

Als het goed is heb je nu stap 1,2 en 3 doorlopen.

Om naar deel 2 te gaan van de wikiwijs is het handig nu eerst te testen in hoeverre je deel 1 al onder de knie hebt. 

Ga daarna door naar deel 2

Test: Oefenopdracht deel 1

Start

Aan de slag met deel 2

In deel 2 van deze wikiwijs ga je aan de slag met de volgende leerdoelen:

  • Na stap 1  kun je de onderdelen van het oor benoemen met de daarbij horende functies.
  • Na stap 2 kun je de onderdelen van het oog benoemen met de daarbij horende functies.
  • Na stap 3 kun je de onderdelen van de huid benoemen met de daarbij horende functies.
  • Na stap 4 kun je de onderdelen van de neus en de tong benoemen met de daarbij horende functies

Maak na alle stappen de oefenopdracht van deel 2.

Stap 1

Het oor

Het oor is een belangrijk zintuig. De adequateprikkel van het oor is geluid.

Bekijk de video en maak de vragen die daarin gesteld worden.

Doet de video het niet, kopieer dan deze link in een nieuw tabblad https://edpuzzle.com/media/5e6f9cbf8a13693e5ae0961e

 

 

Stap 2

Het oog

De adequate prikkel voor het oog is licht. Wanneer het licht je oog binnenkomt kunnen deze lichtstralen worden omgezet in impulsen zodat je de kleuren of het beeld dat je ziet kunt waarnemen in je hersenen.

Dit omzetten in impulsen gebeurt door de kegeltjes en staafjes. Dit zijn speciale cellen in je ogen. 

De kegeltjes nemen kleur waar.

Ezelsbruggetje: K van kleur en K van kegeltjes

En de staafjes nemen licht en donker waar.

 

Nadat je de video gekeken hebt kun je oefenen met de funties van de onderdelen.

Klik hier om de onderdelen van het oog te oefenen

Stap 3

De huid

De huid heeft verschillende lagen en onderdelen met verschillende functies.

Kijk de video en beantwoord de vragen die in de video gesteld worden.


Als de video het niet doet, kopieer deze link dan in een nieuw tabblad:
https://edpuzzle.com/media/5e720d0ad35c633eb1e263b3

 

 

Stap 4

De neus en de tong

Kun jij met je tong je neus aanraken?

Nou, dan ben je een van de weinigen.
Maar 10% van de mensen kunnen dit.

De neus en tong, ofwel je reukzintuig en smaakzintuig, spelen vaak samen.

Als je je neus dichthoudt kun je bijvoorbeeld minder goed je eten proeven.

 

 

De neus

In je neusholte zit slijmvlies waarin allemaal reukzintuigcellen zitten.

De uiteindes van de reukzintuigcecllen -> De uiteinden van de reukzintuigcellen

Deze zijn niet je neusharen maar veel kleiner. En wat deze doen is eigenlijk geurstofjes, ook wel de adequate prikkel voor de neus, opvangen om impulsen aan te maken.
En dan legt deze impuls weer de zelfde route af als bij de andere zintuigen.

In je tong zitten allemaal smaakknopjes. Deze zitten in kleine groefjes van je tong.

De tong

In je tong zitten allemaal smaakknopjes deze zitten in kleine groefjes van je tong.

Wanneer er smaakstofjes in je mond op je tong komen nemen de cellen van de smaakknopjes dit waar, en kunnen zij hier een impuls van maken.

De smaakstofjes zijn voor je smaakzintuig dan ook de adequate prikkel.

Je kunt in totaal 5 smaken proeven.

  • Zoet
  • Zout
  • Zuur
  • Bitter
  • Umami (hartig)

 

Oefenopdracht deel 2 afronding

Oefenopdracht deel 2

 

 

 

Wanneer je zowel van deel 1 als deel 2 de oefenopdrachten hebt gemaakt, kun je bij de afronding aan examenvragen van dit hoofdstuk beginnen.

Succes!

Afronding

Examenopgaven

Beantwoord ter afsluiting van dit onderdeel de volgende examenvragen.

 

 

Toets: Examenvragen oefenen

Start

Begrippenlijst

Deel 1

Prikkel
inwendige of uitwendige informatie. Uitwendig is bijvoorbeeld de geur van eten. Inwendig is bijvoorbeeld honger

Adequate prikkel
De bepaalde prikkel waar een bepaald zintuig gevoelig voor is noem je de adequate prikkel.

Zintuigcellen
Zintuigen bestaan uit zintuigcellen. In deze cellen worden prikkels omgezet in impulsen.

Impulsen
Elektrische stroompjes die door zintuigcellen worden doorgegeven aan zenuwcellen.

Drempelwaarde
De waarde van een prikkel die nog net omgezet wordt in een impuls en dus waargenomen wordt.

Gewenning
Je merkt een bepaalde prikkel niet meer omdat deze constant aanwezig is.

Respons reactie

 

Centrale zenuwstelsel
Bestaat uit de hersenen( grote hersenen, kleine hersenen en het ruggenmerg.

Je grote hersenen spelen een rol bij je bewustzijn, impulsen worden hierverwerkt en aangemaakt

Je kleine hersenen spelen een rol bij het afstemmen van bewegingen, houdt je in evenwicht.

Je hersenstam is deverbinding tussen de grote hersenen en het ruggenmerg, en speelt een
rol bij reflexen in hoofd- en halsgebied.

Perifere zenuwstelsel
Bestaat uit alle zenuwen

Zenuwcellen
Specifieke cellen van het zenuwstelsel, die bestaan uit een cellichaam en heel lange uitlopers. Ze ontvangen signalen en informatie en geven die door.

Ruggenmerg
Deel van het zenuwstelsel dat binnen in de wervelkolom ligt, geeft signalen aan hersenen door, speelt een rol bij reflexen.

Gevoelszenuwcellen
Zenuwcellen die impulsen van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel brengen.

Schakelcellen
Zenuwcellen die impulsen van de ene naar de andere zenuwcel brengen.

Bewegingszenuwcellen
Zenuwcellen die impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren en/of klieren brengen.

Zenuwen
Een verzameling van veel uitlopers van zenuwcellen bij elkaar. Er zijn drie soorten zenuwen

Gevoelszenuwen: een bundel met alleen uitlopers van gevoelszenuwcellen

Bewegingszenuwcellen: een bundel met alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen

Gemengde zenuw: een bundel met uitlopers van gevoels- en bewegingszenuwcellen

Reflex
een automatische/ onbewuste beweging, waarbij een impuls niet eerst langs je hersenen gaat

 

Deel 2

oorschelp

vangt trillingen op

Gehoorgang    

holte voor het trommelvlies

Oorsmeerkliertjes

maken oorsmeer om trommelvlies soepel te houden

Trommelvlies  

vangt trillingen op en geeft ze door aan de gehoorbeentjes

Trommelholte

holte achter het trommelvlies waar de gehoorbeentjes liggen

Gehoorbeentjes

trillingen gaan achtereenvolgens via hamer – aambeeld – stijgbeugel

Venster              

vlies in slakkenhuis waar stijgbeugel tegen aan trilt

Slakkenhuis      

bevat de zintuigcellen die trillingen omzetten in impulsen, doordat  vloeistof in slakkenhuis is gaan bewegen door de trillingen

Gehoorzenuw

geven de impulsen van het slakkenhuis door aan de hersenen

Buis van Eustachius

  • loopt tussen trommelholte en keelholte
  • regelt de luchtdruk in je trommelholte (en de druk op het trommelvlies)

Gehoorbeschadiging

haartjes van zintuigcellen in slakkenhuis raken beschadigd

 

Traanklier

maakt traanvocht aan tegen uitdroging en vuildeeltjes

Traanbuis

voert vocht en vuil af naar je neusholte

Iris

gekleurde gedeelte van oog; bevat spiertjes waarmee het regelt hoeveel ligt er door de pupil valt,

kringspieren maken de pupil kleiner en lengtespieren maken de pupil groter

Pupil

opening in je iris waar het licht door gaat

Harde oogvlies

buitenste beschermlaag van je oog (oogwit)

Hoornvlies

voorste gedeelte van harde oogvlies; doorzichtige gedeelte voor de iris

Vaatvlies

laag met bloedvaatjes (voeren zuurstof en voedingsstoffen aan)

Netvlies

laag met lichtgevoelige zintuigcellen die de lichtprikkels opvangt. Prikkels worden hier omgezet in impulsen.  Bevat kegeltjes (kleur) en staafjes (licht-donker)

Oogzenuw

vervoert impulsen van het netvlies naar de hersenen

Gele vlek

plaats op het netvlies recht achter de pupil, waarmee je het beste kunt zien

Blinde vlek

plaats waar de oogzenuw aan de oogbol vastzit. Op deze plek ontbreekt een stuk netvlies

Lens

Zorgt door lichtbreking voor een scherp beeld op het netvlies, accommoderen

Straalvormig lichaam

spieren rond de lens, zodat je scherp kunt zien doordat deze spieren de lens boller kunnen maken

Glasachtig lichaam

Doorzichtige gel waarmee de oogbol gevuld is

Oogspieren

zes spieren per oog om de oogbol te bewegen

 

Opperhuid

  • Hoornlaag = dode, verhoornde cellen  > beschermt tegen beschadiging, uitdroging en ziektes
  • Kiemlaag = delende laag cellen om huid te vernieuwen

Cellen bevatten pigment (beschermt tegen UV-straling/zon)

Lederhuid

  • Liggen de warmte, koude, druk en tastzintuigen in
  • Bevat haarzakjes met haar en talgklier( maakt talg voor het soepel houden van de huid), haarspiertjes, zweetklieren en bloedvaatjes

onderhuids bindweefsel :

  • Vet opgeslagen als reservevoedsel in vetcellen
  • Isolerende laag tegen warmteverlies

Bij kou:

  • Bloedvaten in huid vernauwen (huid wordt bleker)
  • Minder zweetproductie
  • Rillen (levert extra warmte op door verbranding)
  • Haarspiertjes zetten haartjes overeind > dikker isolerend luchtlaagje (kippenvel)

 

Bij warmte

  • Zweten
  • Vergroten doorbloeding van bloedvaten in de huid (verwijden bloedvaten)

 

 

 

Neusholte

Hierin zitten reukharen, neusharen en slijmvlies

Reukharen

De zintuigcellen van de neus, reukzintuig

Tong

Bevat groeven met smaakknopjes met smaakzintuigcellen.
5 smaken

  • Zoet
  • Zout
  • Hartig (umami)
  • Zuur
  • Bitter

Proeven

Samenwerking tussen tong en neus

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van beide delen van dit hoofdstuk nog eens door.  
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Heb je het idee dat je vlot genoeg op het antwoord op de vraag kon komen?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Examenopgaven
    Heb je de examenopgaven gemaakt? Ging het goed?
  • Het arrangement Zenuwstelsel en zintuigen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Marleen Serdijn
    Laatst gewijzigd
    2020-04-08 10:15:52
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding en ontwikkeling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, leerlijn, rearrangeerbare

    Bronnen

    Bron Type
    https://youtu.be/6ZRK9lH9paE
    https://youtu.be/6ZRK9lH9paE
    Video
    https://www.youtube.com/watch?v=O9U86XI9134
    https://www.youtube.com/watch?v=O9U86XI9134
    Video
    https://www.youtube.com/watch?v=iv43ruaNmto
    https://www.youtube.com/watch?v=iv43ruaNmto
    Video
    Klik hier om de onderdelen van het oog te oefenen
    https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Oog/oogfuncties.htm
    Link
    https://www.youtube.com/watch?v=kBA7n2bhqj8
    https://www.youtube.com/watch?v=kBA7n2bhqj8
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    de Winter, Karin. (2019).

    Prikkels en impulsen

    https://maken.wikiwijs.nl/152120/Prikkels_en_impulsen

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Oefenen met de onderdelen en hun functie

    Oefenopdracht deel 1

    Examenvragen oefenen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.