Groen praktijk klas 1

Groen praktijk klas 1

Inleiding

Hier vindt je de lesinhoud die per Groenvak wordt aangeboden. Kies in het menu de les die je gaat maken.

Voor iedereen geldt dat je elke les:

  • De theorie en de instructies leest en bekijkt (soms is het een filmpje)
  • Aan de slag gaat met de opdracht
  • Deze opdracht aan het eind van de les inlevert via Elo-opdrachten. (Daar staat een opdracht open met de naam: ('Praktijk klas 1 / inleveren')

 

 

 

 

Dier

Groen

Introductie

Welkom bij oriëntatie groen!

 

Tijdens de lessen van oriëntatie groen maak je kennis met lessen plantenteelt (PT) en groenvoorziening (GV). Er worden verschillende onderwerpen behandeld waar jij kennis mee gaat maken. Bijvoorbeeld het stekken van een plant tot hoe je een tuin kan ontwerpen.  

Je krijg een aantal lessen plantenteelt (PT) en een aantal lessen groenvoorziening (GV). In klas twee worden dit twee aparte praktijkvakken.

Bij elk onderwerp staat of de les uit PT komt of uit GV.

 

In de introductieles ga je op ontdekkingstocht door de schooltuin en de kas. Op deze locaties heb je les. Dit betekent wel dat je altijd je fiets bij je hebt en dat je vooraf het weer even checkt voor de juiste kleding. Stevige schoenen die vies mogen worden zijn ook handig!

 

Heel veel plezier bij de lessen oriëntatie groen klas 1!

 

Tuin
Tuin

Introductie les oriëntatie groen klas 1

Tijdens de introductieles maak je kennis met de verschillende plekken waar je groenlessen krijgt en krijg je alvast een voorproefje van gereedschappen die je kunt gebruiken tijdens de lessen.

Je gaat eerst een woordweb maken. Vervolgens ga je de kassen ontdekken. Als je dit gedaan hebt gaan je door naar de schooltuin. De schooltuin ontdek je met een plattegrond.

Hieronder vind je het opdrachtenboekje.

Veel plezier!

1. Planten vermeerderen: Stekken

Top- en tussenstek plant
Top- en tussenstek plant

Planten kun je vermeerderen. Sommige planten kan je alleen geslachtelijk vermeerderen1 en sommige kun je ongeslachtelijk vermeerderen2. In dit hoofdstuk leer je meer over ongeslachtelijk vermeerderen.

 

1. Geslachtelijk vermeerderen: een plant vermeerderen met zaden, door middel van bestuiving.

2. Ongeslachtelijk vermeerderen: een plant vermeerderen zonder zaden te gebruiken. Je kloont de plant.

 

Met ongeslachtelijk vermeerderen maak je nieuwe planten die precies hetzelfde zijn als de moederplant. Om de moederplant ‘na te maken’ kun je bijvoorbeeld de plant stekken3. Er zijn nog meer manieren om een plant ongeslachtelijk te vermeerderen. Dit leer je bij het vak plant in klas 2!

 

3. Stekken: bij stekken snij je een stukje van een plant af. Dit kunnen verschillende stukjes zijn. Een voorbeeld is een topstek of tussenstek (zie het plaatje voor een duidelijker beeld over de soorten stekken).

 

Hoe stek je een Tradescantia? (6:12 min)

Praktijkopdracht stekken

Tijdens de praktijkopdracht leer je hoe je een stekbakje klaar maakt voor stekken. Je leert hoe je stekken van de moederplant af haalt en hoe je de stekken in je stekbakje verdeelt.

 

In de praktijkopdracht die onder de beoordeling staat, wordt stap voor stap beschreven hoe je moet stekken.

 

Je wordt op de volgende punten beoordeeld:

Stekbakje

Klontjes onderin, gezeefde grond bovenop, grond licht aangedrukt, tot 1 cm onder de bovenrand

Stekken goed verdeeld over het bakje

stekken zijn uniform

Topstekken zijn onder een knoop afgesneden

De onderste bladeren van de topstek zijn verwijderd

Stekken staan stevig

Er is veilig gewerkt

Alle stekken zijn geworteld

2. Planten vermeerderen: Zaaien

Zoals we in onderwerp 1. PT - Planten vermeerderen: stekken al hebben besproken, kun je planten vermeerderen. In dit onderwerp leer je hoe je planten geslachtelijk vermeerdert1.

 

1 Geslachtelijk vermeerderen: een plant vermeerderen met zaden, die ontstaan door middel van bestuiving en bevruchting.

 

Bij het geslachtelijk vermeerderen van planten is er bestuiving en bevruchting nodig. Dat vindt plaats in de bloem van een plant. Stuifmeelkorrels die op de meeldraden (mannelijke voortplantingsorgaan) van een bloem zitten gaan via bijen of de wind naar een andere bloem. De stuifmeelkorrels komen terecht op de stamper (vrouwelijke voortplantingsorgaan) van de andere bloem. Dit proces heet bestuiving2.

Het onderste deel van de stamper is het vruchtbeginsel3 . In het vruchtbeginsel liggen eicellen. Als de kernen van de stuifmeelkorrel en de eicel versmelten, noem je dat bevruchting4. Bevruchte eicellen groeien uit tot zaden. Het vruchtbeginsel kan, om de zaden heen, uitgroeien tot een vrucht. Er zijn heel veel verschillende soorten vruchten, denk aan appels of tomaten! De zaden in deze vruchten kunnen weer voor nieuwe planten zorgen.

 

2 Bestuiving: er vindt bestuiving plaats als de stuifmeelkorrel van een bloem op de stamper van een andere bloem terecht komt.

3 Vruchtbeginsel: het vruchtbeginsel zit onderaan de stamper van de plant. Hierin zitten de eicellen van de plant. Als de bloem bevrucht is, groeien de eicellen uit tot zaadjes. Het vruchtbeginsel kan daarna uitgroeien tot een vrucht. Eigenlijk zegt het woord: ‘vruchtbeginsel’ het al. Het begin van de vrucht!

4Bevruchting: de kern van de stuifmeelkorrel versmelt met de kern van de eicel in het vruchtbeginsel.

 

In het filmpje hieronder wordt uitgelegd hoe bevruchting van een plant werkt.

Bevruchting plant

Praktijkopdracht zaaien

Tijdens de praktijkopdracht leer je hoe je op verschillende manieren kunt zaaien. Je leert hoe je zaad over een zaaibakje verdeeld en hoe diep de zaadjes in de aarde horen.

 

In de praktijkopdracht die onder de beoordeling staat, wordt stap voor stap beschreven hoe je moet zaaien. De docent zorgt voor zaden.

 

Je wordt op de volgende punten beoordeeld:

Zaaibakje;

Grove grond onderin, gezeefde grond bovenop. Ongeveer 1 cm onder de bovenrand

Zaad is dun en breedwerpig verdeeld over het zaaibakje

Laagje gezeefde grond over de zaden heen. Zaden zijn niet meer te zien

Zaaibakje is onder plastic gezet met steeketiket en heeft water gehad op de juiste manier

Er is veilig gewerkt

Werkplek is opgeruimd

 

3. Tuin tekenen

Een mooie tuin aanleggen is best wel even een klusje. Dat doe je niet zomaar. Voordat je een tuin kunt aanleggen is het makkelijk om een tekening te maken van hoe je wilt dat de tuin er uit ziet. Voordat je gaat tekenen is het goed om te bedenken wat je wensen zijn. Wil ik een moderne strakke tuin of wil ik een tuin om in te chillen? Wil ik veel groen of wil ik veel stenen?  Als je weet wat je wilt kun je eerst eens beginnen met een schets te maken van je tuin. Dit is een eenvoudige tekening van je wensen.

Als je tevreden ben met deze schets kun je de tekening in het net gaan maken. Maar hoe zet ik nou een levensgrote tuin op een A-viertje? Juist.. we gaan jouw echte tuin verkleinen totdat de tuin op het papier past. Dit heet tekenen op schaal. Je gaat de werkelijke tuin dan bijvoorbeeld 100 of 50 keer kleiner maken dan in het echt. Dit betekent dat 1cm op je tekening 100 cm of 50 cm in het echt is.  

Als je schaal kunt berekenen kun je dus je tekening in het net maken. Dit heet een ontwerptekening. Een ontwerptekening is een hele nette, op schaal getekende plattegrond van je tuin. De tekening is zo gemaakt alsof je de tuin ziet vanuit een helikopter. In de tekening staan allemaal symbolen. Dit zijn plaatjes van alle onderdelen die je in jouw tuin aantreft. Bijvoorbeeld een vijver, een boom enz. Alle symbolen op een rij noem je de legenda.

Je gaat nu aan de slag met de voorbereidingen voor een tuinontwerp.

Praktijkopdracht tuin tekenen

Tijdens de praktijkopdracht leer je hoe je een tuintekening maakt met symbolen en kleuren. Je maakt een legenda bij de tekening en werkt netjes. Hieronder vind je een voorbeeld van een legenda.

 

Je wordt beoordeeld op de volgende controlepunten:

Je werkt met potloden en liniaal

Je kunt verschillende symbolen in je tekening op een goede plek plaatsen. Niets zit elkaar in de weg.

Je kunt een passende legenda maken

Je hebt netjes gewerkt en alles opgeruimd

4. Tuin uitzetten

Als hovenier ontwerp je onder andere veel verschillende tuinen. Alle tuinen zijn weer anders van vorm en alle klanten hebben hun eigen wensen. Jij gaat later misschien een huis kopen met een tuin. Je kunt dan zelf een tuinontwerp maken of je huurt een hovenier/ tuinarchitect in. Hoe je zelf een tuinontwerp maakt leer je in de les tuintekenen. Je gaat hier ook nog in de 2e en 3e klas mee aan de slag.

Als je tuinontwerp klaar is en je weet waar alles komt in je tuin, kun je gaan uitzetten. Met een meetlint ga je dan opmeten waar alles komt. Je kunt bijvoorbeeld de omtrek van het terras, het grasveld of de hele tuin uitzetten. Dit doe je met houten piketten, een uitzetlijn (pootlijn) en een rubber hamer.  

Deze les leer je om een vierkant tuintje uit te zetten. Je leert hierbij ook hoe je de hoeken mooi 90o kunt maken. Dit doe je met de haakse hoek. Het is belangrijk dat je bij het uitzetten heel zorgvuldig werkt. Want er is een uitspraak die zegt: METEN IS WETEN!

Als we tijd over hebben gaan we ons tuintje plantklaar maken. Dat betekent we de grond in ons tuintje gaan omspitten. In omgespitte grond kunnen we makkelijker plantjes planten. Eerst maar eens aan de slag met opmeten en uitzetten!

Praktijkopdracht tuin uitzetten

 

Tijdens de praktijkopdracht tuintje uitzetten leer je hoe je met pootlijnen en piketten een vierkante tuin uit zet.

 

Er wordt tijdens de praktijkopdracht gelet op de volgende controlepunten:

Juiste gereedschappen zijn gebruikt

Tuintje is vierkant en pootlijn staat strak gespannen

Piketten zijn minimaal 1/3e in de grond geslagen

Pootlijn is op de juiste manier om de piketten gedraaid

Tuintje is opgemeten en alle zijde zijn even lang

Je hebt je gereedschappen schoongemaakt en opgeruimd

Je hebt veilig gewerkt

Je hebt goed samengewerkt

5. Straten

Vandaag ga je leren hoe je een stukje bestrating legt. Best wel handig als je later nog eens in je eigen tuin een stukje wilt bestraten. Misschien een paadje of een terras. De stenen of tegels zorgen er in ieder geval voor dat je droge voeten houdt en geen blubber onder je schoenen krijgt. Bovendien kun je je tafel en stoelen mooi op het terras zetten als je wilt barbecueën. Veel mensen vinden een terras met tegels of een klinkerpad veel sierwaarde hebben. Ze vinden het er netjes uit zien. Daarom noem je het ook wel sierbestrating.

Een ander woord voor bestrating is verharding. Met asfalt, tegels en klinkers verhard je het grondoppervlak, zodat je er overheen kunt lopen of rijden met de auto.

Het is niet prettig als je op straat loopt en je struikelt over een tegel of steen. Daarom moet het straatje ook mooi recht en vlak liggen. De stenen en tegels moet niet gaan verzakken. Je voorbereiding bij het leggen van een straatje is dan ook het allerbelangrijkste. Je moet het zand waar je de stenen oplegt stevig aanstampen, zodat het niet kan verzakken.

Vandaag leer je wat er voor nodig is om een straatje stevig en vlak te leggen. Je leert bovendien hoe je hierbij de waterpas kunt gebruiken.

Praktijkopdracht straten

Tijdens de praktijkopdracht bestraten ga je leren hoe je een straatje kunt leggen tegen een opsluitbandje aan. In klas 2 en 3 ga je hier steeds meer over leren en wordt je straatje ook steeds groter! In deze les leer je het begin van de bestrating.

 

Er wordt tijdens de les gelet op de volgende controlepunten:

Opsluitbandje staat 1/4 boven de grond

Opsluitbandje staat waterpas

Grond is gevlakt en aangestampt

Er is een blokverband aangelegd

Tegels liggen op gelijke hoogte

Er is veilig gewerkt

Er is goed samengewerkt

Gereedschappen zijn schoongemaakt en opgeruimd

6. Basis tuinonderhoud

Net als je fiets, een auto en een huis heeft ook je tuin onderhoud nodig. Als je je tuin goed onderhoudt kun je er optimaal van genieten en gebruik van maken.  Alles wat je doet om je tuin mooi en levend te houden noemen we tuinonderhoud.

De meeste mensen weten wel hoe ze hun terras moet aanvegen en hoe ze onkruid tussen de tegels weg moeten halen. Maar hoe onderhoud ik mijn planten, gras, bomen en struiken? Daarvoor moet ik kennis hebben van mijn planten. Hoe groot wordt een plant? Houdt de plant van zon of van schaduw? Wil de plant veel water of weinig water? Allemaal vragen die belangrijk zijn bij het goed onderhouden van je tuin.

Het zou helemaal mooi zijn als je bij het onderhouden van je tuin ook rekening houdt met wat er allemaal leeft in je tuin. Je kunt bijvoorbeeld een nestkastje voor vogels ophangen en onderhouden. Of een echt bijenhotel plaatsen. Want de bijen zorgen weer voor honing en bestuiving van de plantjes. Maar de bijen houden niet van chemische middelen die mensen wel eens gebruiken om onkruid te verwijderen. Daarom kun je beter onkruid verwijderen met de hand (wieden) of met een schoffel.  

Praktijkopdracht tuinonderhoud

Tijdens de praktijk leer je omgaan met een schoffel, kromtandhark en mestvork. Je gaat onkruid losmaken op een stuk grond en op een hoop harken. Het onkruid schep je met de mestvork op in je kruiwagen en deze leeg je als dit vol is op de composthoop.

Uiteindelijk heb je zelf een stuk grond geschoffeld en al het onkruid verwijderd.

 

De punten waar op gelet wordt tijdens de les zijn als volgt:

Je weet waarom tuinonderhoud noodzakelijk is voor je tuin

Je weet hoe je een schoffel gebruikt

Je kunt een mestvork op de juiste manier gebruiken

Je kunt met het opscheppen van onkruid zo min mogelijk zand meenemen

7. Planten

Misschien heb je thuis verschillende planten in verschillende groottes. Deze planten staan vaak in potten. Als je je planten goed verzorgt zullen zij groeien. Soms zul je je plant dan in nieuwe pot moeten doen, omdat de pot te klein wordt. Je gaat je plant dan oppotten. Oppotten is eigenlijk een plantje op de juiste manier in een pot plaatsen. Dit kan van een kleinere pot naar een grotere pot, of een plantje die nog helemaal niet in een pot zit, in een potje zetten..  

 

In deze les leer je hoe je het beste een plantje kan oppotten. Je houdt rekening met de grootte van je plant en je pot, het soort potgrond en hoe je het plantje goed in de pot plaatst.

Oppotten

Praktijkopdracht planten

Met de praktijkopdracht 'planten' ga je leren hoe je een plantje op kunt potten. Hierbij moet je rekening houden met verschillende factoren. Denk aan de grootte van het plantje en de pot. En ook de juiste potgrond is belangrijk.

 

Tijdens de les wordt er gelet op de volgende controlepunten:

Er is potgrond gebruikt

Het juiste formaat potje is gebruikt

Er is vooraf een gaatje gemaakt in de aarde

De wortelkluit zit net onder de grond

Het plantje staat stevig in de grond

Er is veilig gewerkt

Er is (eventueel) samengewerkt

Werkplek is opgeruimd en schoongemaakt

8. Gereedschappen

Gereedschappen
Gereedschappen

Bij elke groen/plant les maak je gebruik van verschillende gereedschappen. Het is belangrijk dat je weet welk gereedschap je gebruiken moet als je bijvoorbeeld een tuintje gaat onderhouden. Ook het onderhoud van gereedschappen hoort erbij. Je leert elke les weer nieuwe gereedschappen en aan het einde van alle lessen krijg je hier een theorietoets over.

Voor de docent

Les en opdracht volgt

9. Opdracht 'Het is lente'

De bloemen van bomen, en dan vooral van fruitbomen, worden bloesem genoemd. Er zijn diverse soorten fruitbomen die bloesem hebben, zoals appelbomen, perenbomen en pruimenbomen. Niet alle soorten bomen bloeien tegelijk, maar de meeste bloesem bloeit in de maanden april en mei.

Maak de opdracht

Techniek

  • Het arrangement Groen praktijk klas 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2021-04-20 10:56:22
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    In dit arrangement kun je de nieuwe lessen vinden van Groen klas 1. Voor ieder Groenvak staan er theorie en opdrachten klaar. Deze opdrachten kun je aan het eind van de les inleveren in de Elo-opdrachten. Daar staat dan een opdracht open.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    Hoe stek je een Tradescantia? (6:12 min)
    https://www.youtube.com/watch?v=YPpRQDZA9ZI&t=253s
    Video
    Bevruchting plant
    https://www.youtube.com/watch?v=BUdLMHMm8Z8
    Video
    Oppotten
    https://www.youtube.com/watch?v=pHxh2Wvhh6o
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Paktijkvakken Groen Terra VO Meppel. (2020).

    Groen praktijk klas 2

    https://maken.wikiwijs.nl/159866/Groen_praktijk_klas_2

    Profiel groen Castricum. (z.d.).

    Oriëntatie Groen klas 1

    https://maken.wikiwijs.nl/157718/Ori_ntatie_Groen_klas_1

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.