Praktijkopdracht planten

Met de praktijkopdracht 'planten' ga je leren hoe je een plantje op kunt potten. Hierbij moet je rekening houden met verschillende factoren. Denk aan de grootte van het plantje en de pot. En ook de juiste potgrond is belangrijk.

 

Tijdens de les wordt er gelet op de volgende controlepunten:

Er is potgrond gebruikt

Het juiste formaat potje is gebruikt

Er is vooraf een gaatje gemaakt in de aarde

De wortelkluit zit net onder de grond

Het plantje staat stevig in de grond

Er is veilig gewerkt

Er is (eventueel) samengewerkt

Werkplek is opgeruimd en schoongemaakt

Praktijkopdracht Planten