Herverdeling herverdeeld
Inleiding
In Nederland dragen de gezinshuishoudens gemiddeld ruim 40 cent van elke verdiende euro af aan de overheid in de vorm van belastingen en sociale premies.
- Wat doet de overheid met dat geld?
- Is 40 cent per euro veel of juist weinig?
- Wat is het effect op inkomensverdeling van een verhoging of verlaging van de lastendruk?
De collectieve sector, en dan vooral de belastingheffing, staat centraal in deze examenopgave.
Wat ga je leren?
Deze opdracht behoort tot concept F: Samenwerken en onderhandelen.
Na het maken van de opdracht kun je:
- uitleggen wat wordt bedoeld met lastendruk en uitleggen wat het effect is van het verhogen/verlagen van de lastendruk.
- discussiëren over de effecten van belastingheffing op de inkomensverdeling van gezinshuishouden..
Kernbegrippen:
- collectieve sector/collectieve goederen
- lastendruk
- directe en indirecte belastingheffing
- (de)nivellering.
Wat ga je doen?
Herverdeling herverdeeld
|
Vooraf
|
Inhoud
|
Kennisbank
|
|
Samenwerken en onderhandelen - Collectieve sector + toets
|
|
|
Samenwerken en onderhandelen - Gevangendilemma + toets
|
Examen
|
Inhoud
|
Vragen
|
|
Hoe hoog is de lastendruk in Nederland en wat is het effect van belastingheffing op de inkomensverdeling?
|
Correctiemodel
|
|
Hoeveel punten zijn je antwoorden waard?
|
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 1,5 uur nodig.
- 1 uur voor het bestuderen/herhalen van de onderwerpen in de Kennisbank en het maken van toetsen.
- 0,5 uur voor het maken en nakijken van de examenvragen.
Vooraf
Kennisbank: Collectieve sector
Bestudeer het volgende onderwerp uit de Kennisbank.
Toets: Collectieve sector
Kennisbank: Gevangendilemma
Bestudeer het volgende onderdeel uit de Kennisbank.
Examenvragen
Herverdeling herverdeeld
In Nederland dragen de gezinshuishoudens gemiddeld ruim 40 cent van elke verdiende euro af aan de overheid in de vorm van belastingen en sociale premies. We spreken dan van een lastendruk van méér dan 40%. De opbrengst uit deze lasten wordt door de overheid ingezet voor
meerdere doeleinden:
- de productie van collectieve goederen;
- het realiseren van een evenwichtige arbeidsmarkt;
- herverdeling van de inkomens.
Bron 1 - spelmatrix bij een collectief goed
|
gezinshuishouden B
|
|
wel bijdragen
|
niet bijdragen
|
gezinshuishouden A
|
wel bijdragen
|
15
|
15
|
-20
|
50
|
|
niet bijdragen
|
50
|
-20
|
0
|
0
|
Toelichting:
- De opbrengst van het collectieve goed is 50 geldeenheden voor elk van beide gezinshuishoudens.
- De productiekosten van het collectieve goed bedragen in totaal 70 geldeenheden.
- Er is hier sprake van een modelmatige situatie met slechts twee gezinshuishoudens.
|
- Maak van onderstaande tekst een economisch juiste redenering.
Door de productie van collectieve goederen ontstaat meestal een …(1)… extern effect. Hierbij kan een gevangenendilemma ontstaan. Dat kan in een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid met een spelmatrix (zie bron 1) duidelijk worden gemaakt. Uit deze matrix blijkt dat gezinshuishouden A …(2)… zal bijdragen en dat gezinshuishouden B …(3)… zal bijdragen als gevolg van …(4)…. Er zal dus … (5)… moeten plaatsvinden voor productie van het collectieve goed.
Kies uit:
bij (1) positief / negatief
bij (2) wel / niet
bij (3) wel / niet
bij (4) meeliftgedrag / zelfbinding
bij (5) averechtse selectie / collectieve dwang
Om evenwicht op de arbeidsmarkt te realiseren kondigt de overheid een maatregel aan om de belasting op consumptie te verhogen en de belasting op arbeid te verlagen. De minister van Financiën geeft als motivering: “Dalende loonkosten in een open economie zoals de Nederlandse kunnen leiden tot extra werkgelegenheid.”
- Leg de motivering van de minister uit.
Een econoom die onlangs onderzoek heeft gedaan naar het effect van belastingheffing op de inkomensverdeling van gezinshuishoudens, wil de minister per brief informeren wat de mogelijke gevolgen zijn van de aangekondigde maatregel. Enkele gegevens die de econoom heeft gebruikt in zijn onderzoek staan in bron 2 en bron 3.
Bron 2: verdeling bruto- en netto-inkomen gezinshuishoudens in de uitgangssituatie
tienprocentsgroepen op
basis van bruto-inkomen
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
6
|
7
|
8
|
9
|
10
|
|
aandeel huishoudens
|
10
|
10
|
10
|
10
|
10
|
10
|
10
|
10
|
10
|
10
|
100%
|
aandeel bruto-inkomen
|
2
|
3
|
4
|
6
|
7
|
9
|
11
|
13
|
16
|
29
|
100%
|
aandeel netto-inkomen
|
3
|
4
|
6
|
7
|
8
|
9
|
11
|
13
|
15
|
24
|
100%
|
Toelichting:
bruto-inkomen = inkomen vóór aftrek belasting en sociale premies
netto-inkomen = inkomen na aftrek van directe belasting en sociale premies
|
Bron 3: lastendruk gezinshuishoudens in de uitgangssituatie
tienprocentsgroepen
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
6
|
7
|
8
|
9
|
10
|
directe belasting en
sociale premies
|
18,3
|
19,1
|
20,6
|
34,9
|
28,9
|
30,4
|
31,7
|
32,7
|
33,6
|
35,1
|
indirecte belasting
|
23,7
|
21,3
|
15,9
|
13,8
|
12,7
|
11,0
|
11,1
|
10,0
|
8,4
|
5,9
|
totale lastendruk
|
42,0
|
40,4
|
36,5
|
38,7
|
41,6
|
41,4
|
42,8
|
42,7
|
42,0
|
41,0
|
Toelichting:
lastendruk = te betalen lasten in procenten van het bruto-inkomen
|
- Zijn de netto-inkomens genivelleerd of gedenivelleerd ten opzichte van de bruto-inkomens?
Verklaar het antwoord met behulp van een berekening van de inkomensverhoudingen.
De econoom begint zijn brief als volgt:
“Excellentie, u bent van plan de directe belastingen (op arbeid) te verlagen en de indirecte belastingen (op consumptie) te verhogen. Uit mijn onderzoek blijkt dat deze belastingmaatregel gevolgen heeft voor de inkomensverdeling in Nederland. Ik zal toelichten waarom ….”
- Schrijf het vervolg van de brief aan de minister van Financiën. In de brief moeten de volgende aspecten aan de orde komen:
- de mate van nivellering door enerzijds de directe en anderzijds de indirecte belastingheffing in de uitgangssituatie;
- de mate van nivellering van de totale lastendruk in de uitgangssituatie;
- het uiteindelijke gevolg van de aangekondigde nieuwe belastingmaatregel op de inkomensverdeling in Nederland.
Gebruik ongeveer 80 woorden.
Correctiemodel
- bij (1) positief
bij (2) niet
bij (3) niet
bij (4) meeliftgedrag
bij (5) collectieve dwang
- Een voorbeeld van een juist antwoord is:
Doorberekening van de daling van de loonkosten in de verkoopprijzen kan leiden tot versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven, waardoor de productie kan stijgen (en de werkgelegenheid kan toenemen).
- genivelleerd
Een voorbeeld van een juiste verklaring is:
De inkomensverhouding tussen de laagste en hoogste tienprocentsgroepen bij het netto-inkomen ( 24 : 3 = 8) is kleiner dan bij het
bruto-inkomen (29 : 2 = 14,5).
- Een voorbeeld van een juist antwoord is:
- directe belastingheffing heeft een nivellerend effect (de hoogste inkomensgroepen betalen in verhouding meer dan de laagste inkomensgroepen) en indirecte belastingheffing heeft een denivellerend effect (de hoogste inkomensgroepen betalen in verhouding minder dan de laagste inkomensgroepen) op de inkomensverdeling
- waardoor de totale lastendruk redelijk gelijk verdeeld is over de verschillende inkomensgroepen (respectievelijk 42,0% en 40,4% voor de laagste inkomensgroepen tegen 42,0% en 41,0% voor de hoogste inkomensgroepen)
- hetgeen betekent dat een verhoging van indirecte belasting in combinatie met een verlaging van directe belasting al vlug zal leiden tot vergroting van de inkomensverschillen