Herverdeling herverdeeld

In Nederland dragen de gezinshuishoudens gemiddeld ruim 40 cent van elke verdiende euro af aan de overheid in de vorm van belastingen en sociale premies. We spreken dan van een lastendruk van méér dan 40%. De opbrengst uit deze lasten wordt door de overheid ingezet voor
meerdere doeleinden:

Bron 1 - spelmatrix bij een collectief goed

 

gezinshuishouden B

 

wel bijdragen

niet bijdragen

gezinshuishouden A

wel bijdragen

15

15

-20

50

 

niet bijdragen

50

-20

0

0


Toelichting:

  • De opbrengst van het collectieve goed is 50 geldeenheden voor elk van beide gezinshuishoudens.
  • De productiekosten van het collectieve goed bedragen in totaal 70 geldeenheden.
  • Er is hier sprake van een modelmatige situatie met slechts twee gezinshuishoudens.

 

  1. Maak van onderstaande tekst een economisch juiste redenering.
    Door de productie van collectieve goederen ontstaat meestal een …(1)… extern effect. Hierbij kan een gevangenendilemma ontstaan. Dat kan in een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid met een spelmatrix (zie bron 1) duidelijk worden gemaakt. Uit deze matrix blijkt dat gezinshuishouden A …(2)… zal bijdragen en dat gezinshuishouden B …(3)… zal bijdragen als gevolg van …(4)…. Er zal dus … (5)… moeten plaatsvinden voor productie van het collectieve goed.

    Kies uit:
    bij (1) positief / negatief
    bij (2) wel / niet
    bij (3) wel / niet
    bij (4) meeliftgedrag / zelfbinding
    bij (5) averechtse selectie / collectieve dwang

Om evenwicht op de arbeidsmarkt te realiseren kondigt de overheid een maatregel aan om de belasting op consumptie te verhogen en de belasting op arbeid te verlagen. De minister van Financiën geeft als motivering: “Dalende loonkosten in een open economie zoals de Nederlandse kunnen leiden tot extra werkgelegenheid.”

  1. Leg de motivering van de minister uit.

Een econoom die onlangs onderzoek heeft gedaan naar het effect van belastingheffing op de inkomensverdeling van gezinshuishoudens, wil de minister per brief informeren wat de mogelijke gevolgen zijn van de aangekondigde maatregel. Enkele gegevens die de econoom heeft gebruikt in zijn onderzoek staan in bron 2 en bron 3.

Bron 2: verdeling bruto- en netto-inkomen gezinshuishoudens in de uitgangssituatie

tienprocentsgroepen op
basis van bruto-inkomen

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

 

aandeel huishoudens

10

10

10

10

10

10

10

10

10

10

100%

aandeel bruto-inkomen

2

3

4

6

7

9

11

13

16

29

100%

aandeel netto-inkomen

3

4

6

7

8

9

11

13

15

24

100%


Toelichting:
bruto-inkomen = inkomen vóór aftrek belasting en sociale premies
netto-inkomen = inkomen na aftrek van directe belasting en sociale premies

 

Bron 3: lastendruk gezinshuishoudens in de uitgangssituatie

tienprocentsgroepen

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

directe belasting en
sociale premies

18,3

19,1

20,6

34,9

28,9

30,4

31,7

32,7

33,6

35,1

indirecte belasting

23,7

21,3

15,9

13,8

12,7

11,0

11,1

10,0

8,4

5,9

totale lastendruk

42,0

40,4

36,5

38,7

41,6

41,4

42,8

42,7

42,0

41,0


Toelichting:
lastendruk = te betalen lasten in procenten van het bruto-inkomen

 

  1. Zijn de netto-inkomens genivelleerd of gedenivelleerd ten opzichte van de bruto-inkomens?
    Verklaar het antwoord met behulp van een berekening van de inkomensverhoudingen.

De econoom begint zijn brief als volgt:
“Excellentie, u bent van plan de directe belastingen (op arbeid) te verlagen en de indirecte belastingen (op consumptie) te verhogen. Uit mijn onderzoek blijkt dat deze belastingmaatregel gevolgen heeft voor de inkomensverdeling in Nederland. Ik zal toelichten waarom ….”

  1. Schrijf het vervolg van de brief aan de minister van Financiën. In de brief moeten de volgende aspecten aan de orde komen:

Gebruik ongeveer 80 woorden.