Opdracht: Deutschlandurlaub - vmbo-b34

Opdracht: Deutschlandurlaub - vmbo-b34

Deutschlandurlaub

Inleiding

Deel 3 bestaat uit 4 stappen. Werk ze één voor één door.

Stap

Activiteit

Leerdoel

Stap 1

Grammatica

Je leert de keuzevoorzetsels.

Stap 2

en

Luisteren / Kennis van land en volk

Je kijkt naar een video over een Duitse vakantieregio.

Stap 3

Woordjes

Je gaat aan de slag met een woordenlijst.

Stap 4

Spreken

Je vertelt over een Duitse vakantieregio.

Stap 1 - Grammatica 1

Präpositionen – Wiederholung

Je hebt al geleerd dat voorzetsels een bepaalde naamval eisen en dat de vorm van het woord na het voorzetsel verandert.

Voorbeeld:

  • Das ist sein Bruder.
    (onderwerp/1e naamval)
  • Er fährt zu seinem Bruder.
    (meewerkend voorwerp/3e naamval na het voorzetsel zu)
  • Er kauft ein Eis für seinen Bruder.
    (lijdend voorwerp/4e naamval na het voorzetsel für)

Herhaal eventueel eerst nog eens de voorzetsels met de 3e naamval,
de voorzetsels met de 4e naamval en de bijbehorende uitgangen.

Voorzetsels

Derde naamval

Stap 1 - Grammatica 2

Wechselpräpositionen l

Naast de voorzetsels die je al kent is er nog een andere groep voorzetsels:
de keuzevoorzetsels.

Dat zijn de volgende negen voorzetsels:

  1. an (aan, op)
  2. auf (op)
  3. hinter (achter)
  4. in (in, naar)
  5. neben (naast)
  6. über (over, boven)
  7. unter (onder)
  8. vor (voor)
  9. zwischen (tussen)

Leer de voorzetsels en hun betekenis.

3. oder 4. Fall?
Er zijn natuurlijk regels voor wanneer je de keuzevoorzetsels bij de 3e of bij de 4e naamval gebruikt.
Lees nogmaals deze regels.

Voorzetsels

Vergelijk:

3e naamval

4e naamval

Sie ist in der Schule.
(Waar is zij?)

Sie geht in die Schule.
(Waar gaat zij heen?)

Das Auto steht auf dem Parkplatz.
(De auto staat er/is er.)

Das Auto fährt auf den Parkplatz.
(De auto beweegt/verandert van plek want hij gaat de parkeerplaats op.)

Das Poster hängt über dem Bett.
(De poster hangt er/is er.)

Ich hänge das Poster über das Bett.
(Ik hang de poster op, dus de poster verandert van plek.)

Stap 1 - Grammatica 3

Wechselpräpositionen ll

Besondere Verben

Bij sommige werkwoorden moet je extra goed opletten:

  • sitzen (zitten) – sich setzen (gaan zitten)
  • liegen (liggen) – sich legen (gaan liggen)
  • stehen (staan) – sich stellen (gaan staan)

Ook hier helpen de drie vragen (Wanneer? Waar? Waarheen?):

  • Sitzen, liegen en stehen geven aan waar iets/iemand is, dus 3e naamval.
  • Sich setzen, sich legen en sich stellen geven aan dat iemand/iets verplaatst (wordt)/verandert van plek (waarheen), dus 4e naamval.

Het verschil tussen 3e en 4e naamval is hieronder in het tekstblokje schematisch weergegeven.

Vergelijk:

3e naamval

4e naamval

Ich sitze am (an dem) Tisch.
(Ik zit aan tafel. ➜ Waar?)

Ich setze mich an den Tisch
(Ik ga aan tafel zitten. ➜ beweging)

Ich stehe vor dem Haus.
(Ik sta voor het huis. ➜ Waar?)

Ich stelle mich vor das Haus.
(Ik ga voor het huis staan. ➜ beweging)

Er liegt im (in dem) Bett.
(Hij ligt in het bed. ➜ Waar?)

Er legt sich ins (in das) Bett.
(Hij gaat in het bed liggen ➜ beweging.)


Kijk voor een grappige uitleg naar het filmpje.

Wat is het keuzevoorstelsel? Op welke woorden heeft het keuzevoorzetsel invloed?
En gaat het om de 3e of 4e naamval?

Bekijk het volgende voorbeelden.

Zin: Wir wollen eine Reise in die USA machen.

in die USA : waarheen? = beweging/verandering van plek 4e naamval

Zin: Das liegt in der Umgebung von Rom.

in der Umgebung : waar? = er zijn 3e naamval

Schritt für Schritt

Wen aan het volgende stappenplan:

  1. Zoek in de zin het voorzetsel.
  2. Bepaal de naamval.
  3. Bepaal of het zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud is.
  4. Bepaal de uitgang.

Voorbeeld:
Morgen fahren wir in den Urlaub.

  1. voorzetsel = in
  2. keuzevoorzetsel ➜ vragen stellen ➜ waarheen? (verandering van plek) ➜ 4e naamval
  3. Urlaub = mannelijk
  4. mannelijk + 4e naamval = den

Als je genoeg geoefend hebt, kun je de stappen in je hoofd uitvoeren en hoef je niet alles op te schrijven.

Stap 1 - Grammatica 4

Wechselpräpositionen lll

Mehr Übungen

Maak ook de volgende oefeningen.

Stap 2 - Luisteren

Duitsland is voor veel Nederlanders een populair vakantieland.
Jaarlijks gaan miljoenen Nederlanders naar Duitsland om te skiën, te wandelen,
naar een pretpark, een stedentrip of andere soorten vakanties.

Ben jij weleens op vakantie in Duitsland geweest?
Waar was dat? Met wie? Wat heb je gedaan en beleefd?
Ken jij mensen die (regelmatig) naar Duitsland op vakantie gaan?
Wie? Waar gaan die mensen heen?

Spreek kort in de klas over deze vragen en jullie ervaringen.

Reisebüro

Op deze pagina vinden jullie verschillende video’s over Duitse vakantieregio’s.
Ieder van jullie gaat kijken naar één video en maakt daar aantekeningen bij
Bespreek de aantekeingen in een kleine groep van leerlingen die allemaal dezelfde video hebben gezien.
Presenteer per groepje de resultaten in de klas.

Taakverdeling

Verdeel de video's gelijkmatig over de klas zodat drie of vier leerlingen dezelfde video te zien krijgen.
Jullie kunnen de verdeling zelf maken, lootjes trekken of het aan jullie leraar overlaten.

Aantekeningen

Elke leerling bekijkt zijn filmpje in zijn eentje en maakt daar aantekeningen in het Duits bij.
Let op: Het kan zijn dat je niet in elk filmpje informatie over alle punten vindt.
Het gaat om een overzicht van de stad/regio! Dus niet te veel details opschrijven!

  • Om welke stad/regio gaat het? (Es geht um die Stadt/die Region …)
  • Wat is het bijzondere aan deze stad/regio? (Das Besondere an der Stadt/Region ist …)
  • Wat kun je daar allemaal doen? (Man kann dort …)
  • Welke bezienswaardigheden zijn er in die stad/regio? (Es gibt dort folgende Sehenswürdigkeiten: …)
  • Welke uitstapjes zijn mogelijk? (Man kann dort folgende Ausflüge machen: …)
  • Wat eten ze daar graag? Welke specialiteiten hebben ze daar? (Es gibt dort folgende Spezialitäten: …)

Stap 3 - Woordjes

Oefen en leer woordenlijst C.

Woordenlijst C


Tip oefenen woordenlijsten
Wanneer je in de woordenlijst klikt op de rode pijl, kun je een andere manier van leren kiezen. Wanneer je kiest voor bijvoorbeeld 'opschrijven', hoor je ook hoe de zinnen moeten worden uitgesproken.

Al deze woordenlijsten staan in www.studiowozzol.nl.
Wanneer je hiervoor een gratis account maakt, kun je met alle woordenlijsten uit de Stercollecties aan de slag!

 

Übung 2: Reaktionen

Schrijf een passende reactie op.
Let op: bij elke zin een andere reactie opschrijven!

  1. Kommst du heute Abend mit ins Kino?
  2. Im Sommer machen wir eine Rundreise durch Kanada.
  3. Was hältst du von einem Urlaub auf dem Bauernhof?
  4. Möchtest du lieber nach Italien oder nach Dänemark?
  5. Wir haben eine Städtereise nach Wien gebucht.
  6. Was wollen wir in den Winterferien machen?
  7. Ich möchte auf keinen Fall wieder nach Frankreich.
  8. Dick und Ine sind mit dem Wohnwagen unterwegs.

Bespreek jouw reacties met een klasgenoot of in de klas.

Stap 4 - Spreken

Voorwerk!

Bij Stap 2 - Luisteren heb je een video over een Duitse vakantieregio bekeken en daar aantekeningen bij gemaakt. Je werkt nu verder aan deze opdracht.
Daar heb je je aantekeningen voor nodig!

Groepswerk

De leerlingen die bij Stap 2 - Luisteren hetzelfde filmpje hebben bekeken, vormen één groep.

  • Bespreek de aantekeningen die jullie gemaakt hebben.
  • Vul belangrijke informatie aan.
  • Haal overbodige informatie weg.
  • Zoek de stad/regio op een kaart.

Presentatie

Alle groepjes presenteren hun resultaten in het Duits in de klas.
Gebruik de volgende formuleringen: Iedereen in het groepje moet tijdens de presentatie iets zeggen.
Prijs jullie stad/regio zodanig aan dat de andere leerlingen zin krijgen daar naartoe te gaan.
Laat de stad/regio ook op een kaart zien.

  • Es geht um die Stadt/die Region ...
  • Das Besondere an der Stadt/Region ist ...
  • Man kann dort ...
  • Es gibt dort folgende Sehenswürdigkeiten: ...
  • Man kann dort folgende Ausflüge machen: ...
  • Es gibt dort folgende Spezialitäten: ...

Stemmen

Hebben jullie de presentaties bekeken?
Kunnen jullie samen deze vragen beantwoorden:

  • Waar zouden jullie het liefst naartoe gaan?
  • Waarom?

 

  • Het arrangement Opdracht: Deutschlandurlaub - vmbo-b34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2024-07-09 16:17:31
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Urlaub', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor vmbo-b34. In deze opdracht oefen je met nieuwe woorden en maakt hier opdrachten bij. Bij de grammatica leer je keuzevoorzetsels. Ook kijk je naar een video over een Duitse vakantieregio. En je gaat aan de slag met een woordenlijst. Als afsluiter vertel je over een Duitse vakantieregio.
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Spreken; Schrijven; Gesprekken voeren; Duits; Luisteren en kijken; Lezen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, deutschlandurlaub, duits, keuzevoorzetsels, luisteren, nieuwe woorden, stercollectie, urlaub, vakantieregio, vmbo-b34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Duits. (2019).

    Opdracht: Deutschlandurlaub - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/150873/Opdracht__Deutschlandurlaub___vmbo_kgt34

    VO-content Duits. (2021).

    Probleme - b34

    https://maken.wikiwijs.nl/159489/Probleme___b34