Menu
persoonlijke informatie
Economie/burgerschap
Expressief talent
stage
sport
Keuzevak Autisme
burgerschap
B1-KI-W1
  • Hoe stel je een ondersteuningsvraag op (vanuit je observatie)?
  • Hoe observeer je en verwerk je de observatie in een plan?
  • Wat is een sociaal systeem? Wie hoort hierbij? En hoe breng je die in kaart?
  • Hoe scheid je hoofd- en bijzaken van de informatie vanuit je analyse?
  • Hoe rapporteer je?
  • Met wie werk je samen? (verschillende disciplines)
  • Hoe stem je af in het multidisciplinaire team?
B1-K1-W2
  • Wat is ondersteunen? En welke verschillende vormen van ondersteuning zijn er?
  • Wat is persoonlijke lichamelijke verzorging?
  • Hoe zorg je ervoor dat een cliënt zoveel mogelijk eigen regie behoud?
  • hoe bouw je een vertrouwensband op?
  • Hoe signaleer/observeer en interpreteer je gedragingen in relatie tot fysieke ongemakken?
  • Hoe leer je een cliënt (persoonlijke verzorging) vaardigheden aan?
  • Wat is regie op eigen leven?
  • hoe & wanneer gebruik je aangepaste materialen en ruimtes
  • Hoe ga je om met intieme situaties? Hoe maak je een intieme situatie bespreekbaar?
  • Hoe waarborg je de privacy van een client?
  • Hoe sluit je aan bij de mogelijkheden en de beleving van de cliënt?
  • Welke vaardigheden heb je nodig om te kunnen wonen en het huishouden te kunnen doen?
B1-K1-W3
  • Hoe ga je in gesprek met de cliënt?
  • Vanuit welke methodiek ga je het gesprek voeren?
  • Hoe zet je de cliënt in de eigen kracht?
  • Wat is een optimaal (huishoudelijk) leefklimaat?
  • welke mogelijkheden zijn er om een client te ondersteunen/begeleiden
  • Hoe realiseer/stimuleer je ander gedrag bij de cliënt?
  • Hoe geef je feedback?
B1-K1-W4
  • Hoe ondersteun je bij mogelijkheden, wensen en behoeften?
  • Wat is regie ten aanzien van dagbesteding?
  • Hoe begeleidt en coach je bij het voeren van eigen regie?
  • Hoe maak je een plan van aanpak gericht op dagbesteding?
  • Welke activiteiten voeg je toe aan het plan van aanpak?
  • Hoe motiveer je een cliënt?
  • Welke motivatietechnieken zijn er?
  • Hoe ondersteun je een cliënt bij het omgaan met gevoelens en veranderingen?
  • Wat zijn ontwikkelingsgerichte activiteiten?
  • Hoe begeleid je een cliënt bij ontwikkelingsgerichte activiteiten –en leersituaties?
  • Welke methodiek kun je hiervoor toepassen?
B1-K1-W5
  • Hoe signaleer ik onvoorziene-en crisissituaties als gevolg van gedragsproblemen?
  • Welke preventieve acties kan ik doen om crisissituaties en verdere escalatie te voorkomen?
  • Hoe schat ik gevaar in voor de cliënt, zichzelf en anderen zodat de veiligheid gewaarborgd wordt?
  • Hoe blijf ik tijdens een crisissituatie in contact met mijn cliënt?
  • hoe maak ik een risicoanalyse
  • hoe hanteer ik mijn grenzen en gevoelens tijdens en na een crisissituatie?
  • hoe geef ik tijdig mijn grenzen aan bij onredelijke reacties en/of ongewenst gedrag
  • hoe signaleer ik tijdig of er sprake is van gevaar voor de client , de groep , collega's
  • hoe pas ik op een respectvolle en duidelijke manier de uitgangspunten toe die er zijn
  • hoe observeer ik mijn client als er signalen zijn van dreigende agressie?
  • hoe communiceer ik- ook in onduidelijke of stressvolle situaties
  • hoe handel ik in onvoorziene- en crisissituaties snel en adequaat
  • hoe bespreek ik achteraf op een constructieve manier met de client , collega's
B1-K1-W6
  • welke overlegvormen zijn er? hoe stem ik informatie op de adequate wijze af?
  • wat is effectief communiceren?
  • hoe streef ik doelbewust naar overeenstemming tussen verschillende partijen
Economie
  • hoe voer ik tijdig een regelmatig overleg met alle betrokkenen
  • hoe sta ik open voor meningen , ideeen en feedback van anderen?
  • hoe formuleer ik duidelijke en haalbare doelen?
  • hoe hou ik rekening met de haalbaarheid van werkzaamheden in tijd en kwaliteit
  • hoe bouw ik professioneel aan de onderlinge band en optimale samenwerking
B1-K1-W7
B1-K2-W1
ik heb kennisgenomen van de protocollen procedures en wettelijke richtlijnen
ik weet wat mijn vakgebied inhoud
ik verdiep mij in de route van signalen naar melden en informeren
ik verdieop mij in de werkwijze van collega's m.b.t kwaliteitsverbetering
ik durf knelpunten aan te geven
ik ben op de hoogte van de ARBO en de daarbij behorende regels
ik kan verbeter punten overtuigend overbrengen
ik zet eigen expertise in voor het verbeteren van de werkzaamheden
persoonlijke informatie
ik breng mijn eigen kwaliteit m.b.t mijn werkzaamheden in kaart
ik maak het bespreekbaar als collega's niet werken volgens protocollen
B1-K2-W2
  • P6-K1-W1
P6-K1-W2
P6-K1-W3
P6-K1-W4
P6-K1-W5
P6-K1-W6
  • reflectie periode 3
  • B1-K1-W1 Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt 1. Hoe stel je een ondersteuningsvraag op (vanuit je observatie)? door aan familie van client te vragen welke hulp zij of hij nodig zou hebben. ook door het patroon te bekijken die de client heeft. hier op in te spelen en kijken waar de client het meest hulp bij nodig heeft. 2. Hoe observeer je en verwerk je de observatie in een plan? Als je observeert, doe je dat altijd met een doel. Je wilt graag informatie over gedrag van een deelnemer of client. Stel er is een client of deelnemer die elke middag voor of na het eten medicatie moet innemen en vergeet dit of wil het niet innemen. Dan is het jouw doel om goed te observeren en de reden hier van te weten en duidelijk te kijken waarom de client of deelnemer de medicatie niet in neemt. Als je lang en duidelijk genoeg heb weten te observeren schrijf je een plan op hoe je dit in vervolg kunt vermijden, je schrijft ook op hoe de client of deelnemer zijn of haar medicatie in neemt. Vervolgens uit je dit plan in de praktijk om te kijken of je goed hebt geobserveerd 3. Wat is een sociaal systeem? Wie hoort hierbij? En hoe breng je die in kaart? Sociale systemen zijn steeds open systemen. Voorbeelden zijn: kleine groepen, organisaties, de gehele maatschappij. De interne samenhang wordt verzekerd door de oriëntatie van de deelnemers op een gemeenschappelijkheid. 4. Hoe scheid je hoofd- en bijzaken van de informatie vanuit je analyse? Je zet de hoofdzaken op een rij en schrijft duidelijk op dat dit de hoofdzaak is. Dit is het belangrijkste dus dit komt als eerst. Bijvoorbeeld: Johan woont begeleid en heeft de afspraak om 10 uur zijn kamer op te zoeken , dan mag hij nog een half uur tv kijken en dan moet hij slapen. De hoofdzaak is dat Johan om 10 uur gewoon in zijn kamer moet zijn. dit om te voorkomen dat hij andere dingen gaat doen buiten zijn kamer die niet mogen. De bijzaak is dat hij dan nog eventjes tv mag kijken. Zo lang Johan op zijn kamer is heb je al meer een overzicht over de situatie en kun je bezig gaan met de bijzaken. 5. Hoe rapporteer je? Wat is rapporteren. rapporteren is het ondersteunen van goede zorgverlening. Je schrijft op wat je observeert of signaleert, welke zorg je met welk doel verleent, en hoe die zorg verloopt. Hierdoor weten je collega's wat er aan de hand is en wat zij moeten doen. Bij rapporteren gebruik je van een SMART methode • Specifiek - Is de doelstelling eenduidig? • Meetbaar - Onder welke (meetbare/observeerbare) voorwaarden of vorm is het doel bereikt? • Acceptabel - Zijn deze doelen acceptabel voor de doelgroep en/of het de begeleiding • Realistisch - Is het doel haalbaar? • Tijdsgebonden - Wanneer moet het doel bereikt zijn? Wat is het doel van rapporteren? Het doel van rapporteren, of met een ander woord verslaglegging, is het ondersteunen van goede zorgverlening. Je schrijft op wat je observeert of signaleert, welke zorg je met welk doel verleent, en hoe die zorg verloopt. Hierdoor weten je collega's wat er aan de hand is en wat zij moeten doen. Je waarborgt de continuïteit en kwaliteit van de zorg en je voorkomt fouten. Door goed te rapporteren kun je terugkijken hoe en waarom iets op een bepaalde manier gegaan is. Je legt op die manier ook verantwoording af voor je handelen. Ten slotte is het zorgdossier een belangrijk middel om het recht op inspraak in de zorg van de cliënt te waarborgen. In het zorgdossier schrijf je de afspraken met de cliënt op. Tips om te rapporteren. 1. Schrijf in complete zinnen. 2. Schrijf objectief. 3. Schrijf actief. 6. Met wie werk je samen? (verschillende disciplines) met wie ga je samen te werk je werkt met de client samen maar ook met de andere begeleiders oftewel je collega’s. De client is iemand die begeleid moet worden maar is ook iemand waarmee je moet samen werken. Verder zijn de andere begeleiders (collega’s) er ook om je te helpen , samen te werken en er om te communiceren over het vak. Wel is het belangrijk om te weten zoals bij veel beroepen dat je niet alles zo eventjes aan de buitenwereld kan en mag vertellen. Dit kan kwetsend en gevaarlijk zijn voor zowel de client als voor jou. 7. Hoe stem je af in het multidisciplinaire team? Om te beginnen wat is een multidisciplinaire team? Een multidisciplinaire team is een beroepsmatige samenwerking van mensen uit verschillende disciplines of vakgebieden, waarbij ieder zijn eigen expertise inbrengt. Stel je hebt een jongen van 16 en deze jongen woont begeleid. Deze jongen heeft een keer ingebroken in een huis en is hier voor opgepakt, dan is het doel om een bespreking te hebben met de politie , jeugdzorg en de persoonlijke begeleiding van de jongen. Hier in word besproken wie welk deel doet in zijn vak. Een voorbeeld is dat de politie op straat op let of de jongen ergens gesignaleerd is waar hij niet hoort te komen. Voor jeugdzorg is het belangrijk om de papieren allemaal goed op orde te hebben en duidelijk zwart op wit neer te zetten wat er besproken is. En voor de persoonlijke begeleiding is het belangrijk dat zij goed op deze jongen letten in zijn thuis omgeving en geef hem de aandacht die hij nodig heeft. Maak duidelijke afspraken en stel dit vast. Op deze manier word geprobeerd om de jongen te ondersteunen bij alles en word er voor gezorgd dat de jongen op het juiste pad blijft.
online project
hele werkprocessen uit de wiki
Communicatie
pers.prof.ontwikkeling
Examenplannen
  • Zoeken in arrangement
    bèta
  • Colofon
  • Opties
    Gebruik
    • Download als PDF
    • Alle download opties
    • Kopieer arrangement
    Weergave
    • Menu links
    • Geen menu
    • Menu onder voor digibord
  • wikiwijs-logo
    • Over Wikiwijs
    • Wikiwijs Updates
    • Disclaimer
    • Privacy
    • Cookies
    Wikiwijs is een dienst van

Lars van der Lande portfolio

Lars van der Lande portfolio

persoonlijke informatie

ik boek 

 

 

Lars van der lande

Klas: M9VS4A

MIJN IK BOEK  

 

 

 

 

 

 

 

 

Hallo Mijn naam is Lars van der lande en ik ga vertellen over mijn levensloop , ik heb samen met mijn ouders wat vragen uitgewerkt en deze ingevoegd in mijn ik boek. Ik ben geboren in het UMCG Groningen op 13 Maart 1997.  Ik ben opgegroeid met mijn ouders en  3 broers waar van ik de jongste ben , mijn broers en ik hebben dezelfde biologische moeder alleen ik heb een andere vader als zij. Ik ben opgegroeid in een fijne omgeving met erg veel kinderen in de buurt. Ik heb een vrije opvoeding gehad met erg veel keuzes die ik heb mogen maken.

 

Mijn baby peuter & kleuter fase

Ik ben ongeveer een maand te laat geboren maar heb ik daar heb ik verder geen problemen mee gehad. Mijn baby fase verliep goed , ik huilde haast nooit en at en sliep goed. Toen ik begon te kruipen ging het allemaal erg snel , ik had het praten en lopen al erg snel onder de knie. Toen ik ongeveer anderhalf jaar was begon ik als peuter de wereld te ontdekken , ik wou overal op klimmen , ik wou alles vast pakken en uitproberen , ik begon erg actief te spelen & ik wou overal heen rennen. Toen ik voor het eerst naar de peuterschool in Paddepoel ging vond ik het maar niks , ik wou liever thuis blijven zonder al die onbekende mensen om mijn heen. Ik was bang erg bang en heel verlegen , zo verlegen dat ik in het begin met niemand ging spelen. Als mijn moeder aan het einde van de dag ook terug kwam rende ik gelijk op haar af en was ik blij dat ik naar huis mocht. Toen ik ongeveer een jaar of 4 was begon voor mij de fase van kleuter zijn. In deze fase begon ik een beetje mijn draai te vinden met mensen , ik stapte naar veel kinderen toe zonder verlegen te zijn om vriendjes te worden , ik kreeg hier door ook meer zelfvertrouwen en wou ook niet meer gelijk naar huis omdat ik gewoon veel te veel plezier had in het spelen met andere kleuters. Ik was gek op auto’s als ik ook op mijn kamer aan het spelen was lag alles onder de kleine speelgoed auto’s. toen ik als kleuter voor het eerst naar de kleuterschool ging werd ik verwelkomd in een gezellige klas met veel medekleuters waar ik meteen mee begon te spelen , ik heb hier door op de kleuterschool vriendjes gemaakt die ik vandaag de dag nog spreek. Ik kon al erg snel naar groep 2 omdat ik met best veel ding voor liep , zoals het helpen van de kleuterjuf met het speelgoed opruimen of al best wel moeilijke woordjes goed kon uit spreken. Toen ik in groep 2 kwam begon het allemaal al iets drukker te worden , er waren iets andere regeltjes dan in groep 1 en ik kon er ook erg moeilijk aan wennen dat al mijn vriendjes uit groep 1 nog steeds in groep 1 waren en dat miste ik best wel een tijdje. Ik wou terug naar groep 1 omdat ik daar kon spelen met de mensen die ik kende en niet weer opnieuw moest beginnen met vriendjes maken. Buiten school verliep de periode tussen groep 1 & 2 wel goed. Ik had nog erg veel plezier in het thuis binnen spelen met mijn speelgoed en ging zo af en toe ook naar buiten om daar lekker op het speelplein te spelen.

 

Mijn fase als jong schoolkind & ouder schoolkind

rond mijn 6de mocht ik over naar groep 3 en dit vond ik super spannend want dit was op in het andere schoolgebouw naast ons met alle grote leerlingen. Thuis was ik nog steeds erg actief en speelde ik veel buiten met vrienden van mijn leeftijd. Vaak rondjes fietsen op het plein of thuis bij vrienden spelen of zij bij mij , ik was erg sociaal en wou met iedereen een praatje maken. Rond mijn 7de begon ik erg veel op te kijken naar mijn oudere broer die een paar jaar oude als ik was. Ik begon te voetballen met hem op de veldjes achter ons huis en wou altijd bij hem op de kamer films kijken omdat ik gewoon erg naar hem op keek en het super gezellig vond om tijd met hem door te brengen. Op mijn 9de mocht ik op voetbal de club vv vinkhuizen toen de tijd , er ging een wereld voor mij open , ik vond het super leuk en kon al mijn energie er in kwijt. Elke dag ging ik ook voetballen in de voetbalkooi om de hoek en samen met de grotere jongen op het grote veld. Ik was een beetje klaar met de auto’s waar mee ik speelde en begon op tv voetbal te volgen omdat ik veel meer geïnteresseerd was in deze sport. Ik zat tegen deze tijd in groep 5 waar ik ben blijven zitten omdat ik toen erg veel moeite met rekenen begon te krijgen in de klas en de nodige hulp was ook niet super aanwezig. Mijn ouders en broers hebben mij door heen geholpen door uit te leggen en te laten zien wat nou de beste manier van het leren hier voor was , en hier door heb ik gelukkig goede cijfers gehaald en groep 5 afgerond. Hier door kwam ik in groep 6 terecht maar wel met een hele andere klas. Deze klas had gelukkig wel bekende mensen er in want het waren mijn vrienden waar ik nog altijd mee om ging uit groep 1. Toen dit jaar begon werd het allemaal een beetje anders , het was een erg luidruchtige en bijna onhandelbare klas. Iedereen schreeuwde maar van alles door elkaar heen en de juf kwam er bijna nooit boven uit. Door deze klas werd ik een beetje een onzekere kleine schooljongen omdat ik mij in zoon drukke klas niet op mijn gemak voelde. De prikkels waren op dat moment te hoog en was niks van dit gewend omdat mijn vorige klas een rustige en goed oplettende klas was. Ik kwam soms na school ook thuis en had geen zin meer om naar school toe te gaan omdat dit mij allemaal te veel werd en ik er niet goed in kon leren , hier voor heb ik een tijdje in een kleine klas met maar 8 kinderen les gehad zo dat ik ook een beetje met rust en plezier naar school kon gaan. Ik had eindelijk weer het gevoel dat er naar mij geluisterd werd door de juf en dat de druk op mijn schouders niet zo hoog was door de drukke klas. Ik ging hier door wel heel langzaam praten en de leerstof ging ook achteruit omdat ik niet alles mee kreeg waar het nou eigenlijk in de klas over ging. Toetsen en theorie uit mijn hoofd leren ging ook erg moeilijk en dit had ook impact om de thuis situatie , ik at slecht ik wou niet zo vaak meer spelen en zat maar een beetje thuis te teken of tv te kijken dit is bijna een paar jaar het zelfde geweest en mijn ouders dachten dat er iets ernstigs aan de hand was maar ik was gewoon niet echt meer me zelf , ik voelde me niet lekker , en durfde haast niks meer tegen mensen te zeggen. Toen ik in een paar jaar naar groep 8 ging begon ik te denken dat het allemaal erg snel ging. Ik moest in een musical spelen en een Cito toets maken om te kijken waar het niveau lag voor de middelbare school de exacte punten weet ik hier voor niet meer. Toen het einde van dit jaar en deze basisschool tijd naderde had ik allemaal huilende jongens en meisjes om mij heen omdat ze naar de middelbare school gingen net zo als ik. Ik was een van de weinige kinderen die zich er niet druk om maakte en het allemaal wel prima vond , ik was blij dat ik eindelijk van deze school weg kon. Geen chaotische en onplezierige tijd meer dacht ik en gewoon een nieuwe start op een nieuwe school met nieuwe klasgenoten. Toen ik die dag thuis kwam was ik blij dat ik dit achter de rug had en dat het over was die basisschooltijd , natuurlijk heb ik er ook wel mooie herinneringen aan gehad zoals vrienden waar mee ik uit eindelijk op de middelbare school nog meer om ging. Dus ik heb het wel goed af kunnen sluiten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Puberteit

In mijn puberteit was ik heel lastig en opstandig kind , ik zat op het Augustinus College. Ik sprong over tafels in de klas , had een grote mond en deed niets wat mij gevraagd werd. Ik spijbelde constant van school en deed niets aan lesstof. Ik heb er toen zoon potje van gemaakt dat ik wel 3 keer naar de leerplichtambtenaar ben toe geweest. Daar beloofde ik dat ik alles zou gaan veranderen en dat ik weer mijn best zou doen op school maar daar kwam niks van te recht. Het ging namelijk nog verder omlaag. Ik begon kinderen uit mijn klas te pesten en maakte van alles kapot wat ook maar in de weg stond. Ik ben hier door in klas 2 naar rebound gestuurd een time out school voor probleem kinderen die moeilijk opvoedbaar waren of gewoonweg niet deden wat er van ze werd gevraagd. Ik ging om met verkeerde vrienden en begon te drinken , te blowen en een beetje te hangen in parkjes of bij mensen thuis. Ik voelde me door iedereen onbegrepen behalve door de ‘vrienden’ die ik die tijd had waar ik een beetje mee zat te hangen de hele dag. Dit heeft mij bijna op het compleet verkeerde pad gebracht als ik nu zie waar de mensen met hun leven zijn. Op rebound had ik de tijd om na te denken over alle fouten die ik had gemaakt toen ik nog op het Augustinus College zat. Mijn broers vertelden me dat dit gewoon niet kon en dat als ik hier mee door ging ik wel eens heel diep kon gaan zinken , ik ging dit jaar voor het eerst helemaal alleen met mijn ouders op vakantie naar Schiermonnikoog , ik kwam hier al jaren met mijn broers en ouders maar zij waren allemaal het huis uit. 2 weekjes gingen we er heen en ik kwam echt een beetje tot rust en bedacht me dat ik dit helemaal niet meer wou. Ik wou mijn diploma’s halen en gewoon een goede baan hebben later , niet ergens in een fabriek aan het werk wat elke dag het zelfde is dacht ik. Toen we terug kwamen moest ik nog een taakstraf doen van 20 uur omdat ik nooit kwam opdagen op school , mijn taakstraf was sociaal werk in een keuken met verstandelijk gehandicapte mensen. Ik had erg veel plezier in dit werk terwijl het eigenlijk een taakstraf was maar ik dacht bij me zelf ik vind het erg leuk om met mensen te werken en ik hou wel van een praatje op zijn tijd. Misschien is dit wel iets voor mij om later te doen. Toen de periode van rebound en taakstraf voor bij was mocht ik niet meer naar mijn oude school Augustinus College. Er was een nieuwe directie en die vond het niet zoon goed plan om weer terug te gaan. Ik heb hier door op mijn 17de een niveau 1 opleiding detailhandel gedaan. Ik vind de detailhandel niks aan maar ik was er al trots op dat ik niet meer op straat hing en echt bezig was met de toekomst van mijn leven. Ik heb een half jaar lang stage kunnen lopen in een winkel de Aktie sport en had hier een erg leuk team , ik begon veel met mensen te praten liep om mensen af en ging een verkoop gesprek aan. Hier door heb ik geleerd hoe ik het beste mensen kan benaderen. Ik heb persoonlijk mijn excuses aan geboden aan mensen die ik heb gepest en 1 van deze mensen uit mijn klas 2 tijd ga ik vandaag de dag mee om. Na verloop van tijd ben ik een niveau 2 opleiding detailhandel gaan doen en heb ik mijn huidige vriendin leren kennen. Nu ik terug denk aan die tijd ben ik erg blij dat ik toch aan mijn toekomst heb willen werken om uit eindelijk te zijn waar ik nu ben uiteraard heb ik de opleiding detailhandel niveau 2 ook afgemaakt en ben ik begonnen met de zorg opleiding verzorgende IG maatschappelijke zorg niveau 3 deze opleiding lag mij niet zo want ik hield niet van het persoonlijke verzorgen van mensen. Dit is de reden waarom ik de opleiding ben gaan doen die ik nu doe om zo vooruit te komen in mijn leven en uit eindelijk een persoonlijk begeleider te worden. Wat ik in de loop der jaren heb geleerd is dat ik erg sociaal ben en er van hou om mensen te helpen en bij te staan wanneer het nodig is. Ik ben erg vriendelijk maar als je mij onrechtvaardig behandeld kan ik erg fel worden. Ik ben blij met familie , de vrienden en sociale contacten die ik nu heb want met de mensen die nu in mijn cirkel zitten ben ik gekomen waar ik nu ben. De groei die ik graag nog zou willen maken is mijn doorzettingsvermogen verbeteren en het behalen van de nodige diploma’s die ik nodig heb en wil hebben. Ik ben trots op de mensen die altijd achter mij hebben gestaan ongeacht de situaties. Ook ben ik trots op me zelf dat ik nog steeds mijn best doe om te groeien in mijn leven en bezig ben met de studie waar ik gelukkig plezier in heb.

Belangrijke normen en waarden voor mij zijn mensen die elkaar met gelijke respect behandelen , dat je elkaar moet helpen wanneer het nodig is en dat je er voor elkaar kunt zijn wanneer het maar kan zijn.

Ik voel mij thuis bij de mensen met de zelfde interesses als ik , niet de druk of chaotisch maar gewoon bij mensen die lekker zich zelf zijn en die bezig zijn met dingen die boeien in het leven en niet met nutteloze ongein. . Een gebeurtenis die erg veel indruk op mij heeft gemaakt is de mogelijkheden van het behalen van een diploma en de keuzes die sommige mensen hebben gemaakt. Mijn belangrijke normen en waarden zijn dat iedereen elkaar gelijk behandeld en elkaar helpt wanneer het echt nodig is. Ik ben altijd me zelf geweest dus heb me nergens in hoeven te integreren. Als mensen een hogere functie dan ik hebben dan vind ik dat prima , ik doe normaal tegen iedereen. Ik zie niemand als een hoger iemand als de ander we zijn tenslotte allemaal mensen. Je leest veel over dit soort dingen in de media , als ik eerlijk ben doet het mij niet zo veel. Ik ben gefocust op mezelf en niet op de media.

 

Ik heb een paar dingen aan mijn ouders gevraagd hoe verliep mijn leven van kleins af aan tot nu en zijn er nog bijzondere gebeurtenissen gebeurt? , ten eerste mijn moeder. Volgens mijn moeder was ik vroeger een erg rustig kind die altijd blij en sociaal was. Ik wou deed bijna nergens moeilijk over en kon overal de lol wel van in zien. Maar toen ik in mijn puberteit kwam vond ze het moeilijk met mij om te gaan want ik veranderde in eens in een heel erg puberaal moeilijk opvoedbaar kind. Dit waren een paar jaar die als tientallen jaren duurden zei ze. Maar toen ik wat ouder werd en een jaar of 19 was werd ik weer een beetje zoals ik vroeger was rustig zorgzaam en behulpzaam. Het zijn een paar moeilijke jaren geweest maar ondanks dit allemaal is zij blij dat het allemaal over is en dat ik nu een volwassen persoon ben die denkt om zijn toekomst en het belang van gevaren in het leven in ziet.

 

Ik heb de zelfde vragen aan mijn vader gesteld. Hoe ging mijn levensloop en zijn er verder nog bijzondere gebeurtenissen gebeurt? Mijn vader had een iets ander verhaal als mijn moeder. Hij heeft nooit bij ons in huis gewoond dus hij had een beetje een ander beeld op de situatie toen de tijd. Van afstand probeerde hij dingen mee te regelen of wou hij veel dingen te weten komen over school terwijl hij toch maar voor de helft luisterde. Hij heeft mij verteld dat ik als kleine jongen een lief kind was waar geen kwaad in zat maar wel heel verlegen was , ik durfde niet alles in een keer uit te proberen maar keek eerst altijd van een afstandje. Toen ik wat later in de puberteit kwam werd ik een lastig kind. Ik sprak niet vaak met mijn vader omdat hij al op de achtergrond in mijn leven was terwijl hij maar 300 meter verderop woont. Ik heb vaak ruzies met hem gehad omdat hij mij niet begreep maar ik ook niet. Toen ik wat ouder werd kreeg ik weer wat meer contact met mijn vader en kwam ik wat vaker bij hem langs en hij ook bij ons

 

HOE GAAT HET NU?

Ik ben nu bijna 23 en het voelt als of de tijd voorbij is gevlogen is. Ik heb natuurlijk spijt van bepaalde beslissingen die ik in mijn leven heb gemaakt maar ik ben blij dat ik me zelf goed ontwikkeld heb. Ik kom op voor mensen als ze bijvoorbeeld gepest worden , ik help mensen mee als ze ergens niet uit komen , en ik luister naar dingen waar ik naar moet luisteren. In 3 jaar is er gigantisch veel voor mij veranderd , ik voel me weer lekker in mijn fel ik sport zo af en toe weer en ik heb meer vrijheid dan wat ik eerst had omdat ik volwassen genoeg ben om ruim te denken wat de opties zijn die ik kan nemen. Ik probeer van alle negatieve dingen ook het positieve in te zien want zo ga je vooruit en blijf je niet staan op de plek waar je nu bent of ga je achteruit. Ik werk erg veel en ben bezig met mijn studie. Natuurlijk kan ik wel wat beter mijn best doen voor mijn studie en er wel wat meer tijd in steken. Als ik dit allemaal blijf doen geloof ik in me zelf dat alles goed komt.

 

 

 

 

 

 

 

 

De bronafbeelding bekijken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lars van der lande

Ik heb geleerd over de levensloop van de mens

De ontwikkelingsaspecten

  • Lichamelijke ontwikkeling
  • Motorische ontwikkeling
  • Cognitieve ontwikkeling
  • Sociaal – emotionele ontwikkeling seksuele ontwikkeling

 

DE BABY 0 TOT 1 JAAR

Het eerste levensjaar van een mens ontwikkeld het zich volop , hier bij is het lichaam hard op weg om de basis ontwikkelingen te leren. De baby slaapt grotendeels van de tijd om te groeien en de hersenen te ontwikkelen. in zijn eerste levensjaar leert hij te huilen , klanken herkennen , een veilige hechting te creeren , eenkennigheid te krijgen , te brabbelen en te glimlachen.

De baby kan bijna niks op eigen kracht dus je zult hem goed moeten ondersteunen met op je arm te laten liggen en het hoofdje omhoog te houden , de deken over hem heen doen etc. de hersenen van de baby ontwikkelen zich heel snel er komen elke dag honderden nieuwe neuroverbindingen bij , de baby gaat hierdoor de wereld om zich heen steeds beter begrijpen hij leert via de zintuigen voelen , spelen , proeven , ruiken. Door als vader of moeder vaak aanwezig te zijn en de baby in een vertrouwde ruimte laten opgroeien creeert de baby zich aan een hechting bij de primaire verzorgers als dus de ouders.

Als de baby buiten de ouders om niet of nauwelijks in contact komt met andere personen krijgt de baby heel snel last van de eenkennigheidsfase , dit is als de baby alleen contact wil met de ouders , of de persoon die het meest dichtbij staat. De baby ervaart genot en lustgevoelens door de mond (bijv. flesje pap) dit noem je de orale fase.

 

DE DREUMES 1 TOT 2 JAAR

Tijdens deze periode ga je van een hulpeloze baby naar een volwaardig gezinslid met een eigen wil. Je zintuigen ontwikkelen zich heel snel en de lengte groeit met een rap tempo je laat deze dingen stimuleren door het kind te laten spelen met bijvoorbeeld zand , water , harde & zachte voorwerpen en licht en geluid. De dreumes heeft veel slaap nodig want net zo als ieder mens in de groei is het geen slaap geen groei. Went het kind aan rustmomenten. De dreumes leert vooral door te doen dus door dingen uit te proberen leert de dreumes zich zelf en zijn omgeving kennen. Het leren onderscheiden tussen zich zelf en de wereld noem je de sensomotorische ontwikkeling. Het kind leert dagelijks ook nieuwe woorden , dus je moet er rekening mee houden dat hij dat niet altijd kan laten zien of onder woorden kan brengen. Dit kan de dreumes erg frustreren. De dreumes doet alles na wat die van jou ziet dus neemt hij dit over je leert hem onbewust hoe de wereld werkt en doet alles na. De dreumes zal zijn eigen geslacht ook ontdekken en dit dus onderzoeken , dit is normaal gedrag maar je moet hem uitleggen dat die een prive terrein is en dat hij dit moet respecteren.

 

DE PEUTER 2 TOT 4

De peuterfase is een zeer intensieve fase voor opvoeders. De grove motoriek speelt een belangrijke rol in deze fase. De peuter is erg bewegelijk en heeft voldoende ruimte nodig de peuter leert woorden te kennen en leert met taal en gevoelens duidelijk te maken met woorden zinnen vormen en vragen beantwoorden dit hele proces noem je de differentiatiefase. De peuter kan nog steeds geen onderscheid maken tussen werkelijkheid en fantasie , die noem je magisch denken hij beleeft de werkelijkheid door zijn eigen ogen en denkt dat alle mensen het zelfde zien en denken.de peuter door gaat de koppigheidsfase

de anale fase het kind leert het gevoel van onlust van het moeten ophouden van de ontlasting en de lust van het kunnen laten gaan.  De zindelijkheidstraining. Leren naar de wc gaan.

 

HET JONGE SCHOOLKIND 4 TOT 8

In deze fase beginnen vooral de spieren en het gewicht te groeien/ zich te ontwikkelen. Deze periode is gevoelig voor kinderen met aanleg tot obesitas , wanneer het kind in de vorige fase een verkeerd eetpatroon aan heeft geleerd is de kans hier voor zeer aanwezig. Het melkgebit word is aan het wisselen en maakt plaats voor het definitieve gebit.

Het jonge schoolkind heeft van nature veel energie , het rent , klimt , kruipt , stoeit etc. langzaam verbetert de coordinatie en kan het kind zich beter concentreren op school.

Het jonge schoolkind kan al beter handelen in bepaalde situaties en kan zich beter verwoorden waarom het iets doet en wat het doet. Het is verder nog wel egocentrisch zijn eigen denken staat centraal.

 

HET OUDERE SCHOOLKIND

Het kind leert zelfstandig denken en vriendschappen worden belangrijk voor hem/haar.

In deze fase begint de prepuberteit , de meisjes maken oestrogeen aan en de jongens testosteron. De gevoelens worden beinvloed  dus het lichaam ervaart zeer wisselende emoties waarmee het slecht raad weet. Het kind gaat van concreet naar abstract denken , hij kan analyseren reflecteren en dus ook nadenken over zijn gevolgen van zijn handelingen, dit is de CONCREET – OPERATIONELE FASE.

 

DE PUBER 12 TOT 17 JAAR

In deze fase groeit het kind naar volwassenheid , er veranderen veel dingen in deze fase jongens krijgen een groeispurt ,  krijgen de baard in de keel ,  meisjes gaan menstrueren.  De hersenontwikkeling is in volle gang en het aantal neurologische verbindingen neemt enorm toe. Veel pubers krijgen een verschoven slaappatroon , laat opblijven , lang uitslapen , niet willen slapen. Pubers hebben snel de neiging om ook ergens bij te horen ze willen zich bewijzen en dat leidt soms naar ongewenst gedrag.

 

DE ADOLESCENT 17 TOT 23 JAAR.

Het lichaam is volgroeit en is volwassen de spierkracht en het uithoudingsvermorgen zijn maximaal. Hersencellen die niet meer nodig zijn sterven af en ze maken ruimte voor nieuwe verbindingen , wat een veel beter inzicht geeft de puber kon nog volop experimenteren en onderzoeken , maar de van de adolscent word verwacht dat hij zelfstandelijk en onafhandelijk is.

 

DE VOLWASSENE: 23 TOT 50 JAAR

De volwassene kan zelfstandig beslissingen nemen en is oud genoeg om zijn eigen schema in te vullen met zijn bezigheden in het leven. De kracht van een volwassene is maximaal , krachtig , energiek , en fit. Mannen kunnen rond hun 30se dunner haar krijg en grijs haar duikt op. Dit is het stadium van FORMEEL – OPERATIONEEL DENKEN. Dit betekent dat de volwassene abstract , flexibel en complex over ideeen en problemen nadenkt. Het is het spitsuur van het leven , carriere maken , kinderen krijgen , het sociale netwerk en persoonlijke ontwikkeling.

 

DE JONGERE OUDERE

Het lichaam gaat achteruit , de eerste gezonheidsproblemen komen op , de reactie snelheid neemt af en het gezichtsvermogen word minder. Het lichaam krijgt slijtage , deze aandoening heet ACRTOSE. De hormoonproductie neemt af. Waardoor de OVERGANG begint. Bij de vrouw stopt de menstruatie. Dit heet de MEMOPAUZE . bij de man neemt het testosteron gehalte af. Ze vragen zich af of ze heen leven goed hebben geleeft en denken nog eens na over de zin van het leven. Rond hun 67ste gaan ze met pensioen wat vaak lastig voor ze kan zijn omdat ze nog langer willen door werken vanwege hun routine.

 

DE OUDERE

De spieren van de oudere verslapt steeds meer . het lijf word stijver , de botter brozer. Het is goed om gezond en zelfstandig te blijven samen met anderen , dit geeft meer kwaliteit op het leven.

Het opnemen van informatie en het verwerken van dingen gaat langzamer.

 

 

 

 

 

 

 

De bronafbeelding bekijken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lars van der lande

Ik heb geleerd over de levensloop van de mens

De ontwikkelingsaspecten

  • Lichamelijke ontwikkeling
  • Motorische ontwikkeling
  • Cognitieve ontwikkeling
  • Sociaal – emotionele ontwikkeling seksuele ontwikkeling

 

DE BABY 0 TOT 1 JAAR

Het eerste levensjaar van een mens ontwikkeld het zich volop , hier bij is het lichaam hard op weg om de basis ontwikkelingen te leren. De baby slaapt grotendeels van de tijd om te groeien en de hersenen te ontwikkelen. in zijn eerste levensjaar leert hij te huilen , klanken herkennen , een veilige hechting te creeren , eenkennigheid te krijgen , te brabbelen en te glimlachen.

De baby kan bijna niks op eigen kracht dus je zult hem goed moeten ondersteunen met op je arm te laten liggen en het hoofdje omhoog te houden , de deken over hem heen doen etc. de hersenen van de baby ontwikkelen zich heel snel er komen elke dag honderden nieuwe neuroverbindingen bij , de baby gaat hierdoor de wereld om zich heen steeds beter begrijpen hij leert via de zintuigen voelen , spelen , proeven , ruiken. Door als vader of moeder vaak aanwezig te zijn en de baby in een vertrouwde ruimte laten opgroeien creeert de baby zich aan een hechting bij de primaire verzorgers als dus de ouders.

Als de baby buiten de ouders om niet of nauwelijks in contact komt met andere personen krijgt de baby heel snel last van de eenkennigheidsfase , dit is als de baby alleen contact wil met de ouders , of de persoon die het meest dichtbij staat. De baby ervaart genot en lustgevoelens door de mond (bijv. flesje pap) dit noem je de orale fase.

 

DE DREUMES 1 TOT 2 JAAR

Tijdens deze periode ga je van een hulpeloze baby naar een volwaardig gezinslid met een eigen wil. Je zintuigen ontwikkelen zich heel snel en de lengte groeit met een rap tempo je laat deze dingen stimuleren door het kind te laten spelen met bijvoorbeeld zand , water , harde & zachte voorwerpen en licht en geluid. De dreumes heeft veel slaap nodig want net zo als ieder mens in de groei is het geen slaap geen groei. Went het kind aan rustmomenten. De dreumes leert vooral door te doen dus door dingen uit te proberen leert de dreumes zich zelf en zijn omgeving kennen. Het leren onderscheiden tussen zich zelf en de wereld noem je de sensomotorische ontwikkeling. Het kind leert dagelijks ook nieuwe woorden , dus je moet er rekening mee houden dat hij dat niet altijd kan laten zien of onder woorden kan brengen. Dit kan de dreumes erg frustreren. De dreumes doet alles na wat die van jou ziet dus neemt hij dit over je leert hem onbewust hoe de wereld werkt en doet alles na. De dreumes zal zijn eigen geslacht ook ontdekken en dit dus onderzoeken , dit is normaal gedrag maar je moet hem uitleggen dat die een prive terrein is en dat hij dit moet respecteren.

 

DE PEUTER 2 TOT 4

De peuterfase is een zeer intensieve fase voor opvoeders. De grove motoriek speelt een belangrijke rol in deze fase. De peuter is erg bewegelijk en heeft voldoende ruimte nodig de peuter leert woorden te kennen en leert met taal en gevoelens duidelijk te maken met woorden zinnen vormen en vragen beantwoorden dit hele proces noem je de differentiatiefase. De peuter kan nog steeds geen onderscheid maken tussen werkelijkheid en fantasie , die noem je magisch denken hij beleeft de werkelijkheid door zijn eigen ogen en denkt dat alle mensen het zelfde zien en denken.de peuter door gaat de koppigheidsfase

de anale fase het kind leert het gevoel van onlust van het moeten ophouden van de ontlasting en de lust van het kunnen laten gaan.  De zindelijkheidstraining. Leren naar de wc gaan.

 

HET JONGE SCHOOLKIND 4 TOT 8

In deze fase beginnen vooral de spieren en het gewicht te groeien/ zich te ontwikkelen. Deze periode is gevoelig voor kinderen met aanleg tot obesitas , wanneer het kind in de vorige fase een verkeerd eetpatroon aan heeft geleerd is de kans hier voor zeer aanwezig. Het melkgebit word is aan het wisselen en maakt plaats voor het definitieve gebit.

Het jonge schoolkind heeft van nature veel energie , het rent , klimt , kruipt , stoeit etc. langzaam verbetert de coordinatie en kan het kind zich beter concentreren op school.

Het jonge schoolkind kan al beter handelen in bepaalde situaties en kan zich beter verwoorden waarom het iets doet en wat het doet. Het is verder nog wel egocentrisch zijn eigen denken staat centraal.

 

HET OUDERE SCHOOLKIND

Het kind leert zelfstandig denken en vriendschappen worden belangrijk voor hem/haar.

In deze fase begint de prepuberteit , de meisjes maken oestrogeen aan en de jongens testosteron. De gevoelens worden beinvloed  dus het lichaam ervaart zeer wisselende emoties waarmee het slecht raad weet. Het kind gaat van concreet naar abstract denken , hij kan analyseren reflecteren en dus ook nadenken over zijn gevolgen van zijn handelingen, dit is de CONCREET – OPERATIONELE FASE.

 

DE PUBER 12 TOT 17 JAAR

In deze fase groeit het kind naar volwassenheid , er veranderen veel dingen in deze fase jongens krijgen een groeispurt ,  krijgen de baard in de keel ,  meisjes gaan menstrueren.  De hersenontwikkeling is in volle gang en het aantal neurologische verbindingen neemt enorm toe. Veel pubers krijgen een verschoven slaappatroon , laat opblijven , lang uitslapen , niet willen slapen. Pubers hebben snel de neiging om ook ergens bij te horen ze willen zich bewijzen en dat leidt soms naar ongewenst gedrag.

 

DE ADOLESCENT 17 TOT 23 JAAR.

Het lichaam is volgroeit en is volwassen de spierkracht en het uithoudingsvermorgen zijn maximaal. Hersencellen die niet meer nodig zijn sterven af en ze maken ruimte voor nieuwe verbindingen , wat een veel beter inzicht geeft de puber kon nog volop experimenteren en onderzoeken , maar de van de adolscent word verwacht dat hij zelfstandelijk en onafhandelijk is.

 

DE VOLWASSENE: 23 TOT 50 JAAR

De volwassene kan zelfstandig beslissingen nemen en is oud genoeg om zijn eigen schema in te vullen met zijn bezigheden in het leven. De kracht van een volwassene is maximaal , krachtig , energiek , en fit. Mannen kunnen rond hun 30se dunner haar krijg en grijs haar duikt op. Dit is het stadium van FORMEEL – OPERATIONEEL DENKEN. Dit betekent dat de volwassene abstract , flexibel en complex over ideeen en problemen nadenkt. Het is het spitsuur van het leven , carriere maken , kinderen krijgen , het sociale netwerk en persoonlijke ontwikkeling.

 

DE JONGERE OUDERE

Het lichaam gaat achteruit , de eerste gezonheidsproblemen komen op , de reactie snelheid neemt af en het gezichtsvermogen word minder. Het lichaam krijgt slijtage , deze aandoening heet ACRTOSE. De hormoonproductie neemt af. Waardoor de OVERGANG begint. Bij de vrouw stopt de menstruatie. Dit heet de MEMOPAUZE . bij de man neemt het testosteron gehalte af. Ze vragen zich af of ze heen leven goed hebben geleeft en denken nog eens na over de zin van het leven. Rond hun 67ste gaan ze met pensioen wat vaak lastig voor ze kan zijn omdat ze nog langer willen door werken vanwege hun routine.

 

DE OUDERE

De spieren van de oudere verslapt steeds meer . het lijf word stijver , de botter brozer. Het is goed om gezond en zelfstandig te blijven samen met anderen , dit geeft meer kwaliteit op het leven.

Het opnemen van informatie en het verwerken van dingen gaat langzamer.

 

 
  De bronafbeelding bekijken


Orientatieverslag stage

Lars van der lande

Klas: MZ1A

Ik loop stage bij Cosis eenrumermaar 1

werkbegeleider Juul Postema

· Werksoort clienten begeleiden op de werkvloer , helpen met printen , snijden , etc.

Grootte instelling , 1 groot pand met aan de ene kant mensen van de administratie en aan de dagbesteding kant , de kant waar ik sta 6 begeleiders inclusief ik zelf als stagiare

 

Suzan(begeleider(B

Marieke (groepsleider)

Juul (persoonlijk begeleider /stage begeleider

Ellen (persoonlijkbegeleider

Lars (stagaire)

Martin (ICT)

           
  Tekstvak: Suzan(begeleider(B     Tekstvak: Martin (ICT)


Personeel en functies: organogram

 

Doelstelling instelling: een leuke dagactiviteit voor clienten die dit soort werk al altijd hebben willen doen en die plezier hebben in het werk dat ze doen om zo hun dag op te vullen.

hun en mij een stuk aangenamer word zo dat ze niet denken dat ze met iemand aan het werk zijn de ze nooit zien.

DE AFSPRAKEN DIE HIER GELDEN

Er zijn vrij standaard afspraken bij de dagbesteding. Clienten nemen zelf hun medicatie in , maar de begeleiders letten op afstand wel op. Ook zijn er clienten die roken voor deze gelden de regels dat bij ons op kantoor in de kluis sigaretten liggen dan dat er mag worden gerookt in de pauze en dat is 1 sigaret per pauze. Verder zijn hier nog een aantal huis regels dat zijn:

 

· Goed naar elkaar luisteren , elkaar laten uitpraten

· Van elkaar afblijven

· Respectvol met elkaar omgaan

· Aan de pauzetijden houden

· Op tijd op je werk

· Je eigen plek schoonhouden

· Handen wassen na toiletgang

 

BENOEM VOLGENS WELKE PROCEDURE DE CLIENTEN IN DE STAGE INSTELLING KOMEN

Er komen bij ons eerst clienten stage lopen , dit is een periode van ongeveer een maand. In deze maand word bekeken of de client het naar zijn/haar zin heeft en word er ook naar gekeken of het werk past bij de client. Als de client na ongeveer een maand stage lopen nog steeds plezier heeft in het werk dat zij of hij doet dan word er definitief besloten dat de client als werknemer word aangenomen. Dit betekent dat de client niet meer 1 of 2 dagen stage loopt maar over gaat naar 3 of 4 dagen per week. Er ziet verder niet veel verschil tussen de werkzaamheden als stagaire of werknemer als je een client bent je mag alleen wat sneller met de printer werken omdat je er dan als vaste werknemer bent. De clienten kunnen ook een switch maken naar een andere soort dagbesteding, maar dan blijven ze vaak nog wel 1 dag in de week bij ons aan het werk omdat de persoonlijke begeleiders toch het blijven ook al werk je een dag op een andere locatie als client. Dit is puur om te kunnen peilen waar de client nou echt plezier in heeft en om te peilen waar hij/zij echt goed in is.

 

BENOEM DE BRONNEN DIE JE HEBT GEBRUIKT OM AAN DEZE INFORMATIE TE KOMEN

Ik heb het er eerst met mijn stagebegeleider over gehad (Juul) zij heeft me verteld hoe clienten bij ons terecht komen , dit is vaak als ze klaar zijn met school en door een gesprek te hebben met de thuis begeleider welk werk ze graag willen doen. Verder vertellen clienten mij uit zich zelf hoe leuk ze dit werk vinden en dan vraag ik waarom ze dit leuk vinden. En ik heb aan een paar andere collega’s waar mee ik op de groep werk gevraagd welke procedure er is hoe ze hier terecht komen.

 

 

 

 

BESCHRIJF DE DOELGROEP WAARMEE JE WERKT.

De doelgroep waarmee ik werk is tussen de 18 en 62 jaar. We hebben 2 kleine ruimtes tussen de dagbestedingen vaak zijn bij de rustige ruimte de wat oudere clienten aan het werk of de clienten die niet te veel prikkels kunnen opnemen ,  en bij de drukkere sfeer de jongere clienten. De clienten die er bij ons werken hebben een verstandelijke beperking (denkvermogen van een 10 jarige)  de soorten clienten verschillen wel van elkaar , we hebben 4 met syndroom van down , 3 met autisme 4 met pededenos , deze mensen kunnen allemaal normaal met elkaar overweg en hebben per persoon vaak een vast klusje waar ze mee bezig zijn.

 

BESCHRIJF EEN VOORKOMEND ZIEKTEBEELD UIT (UITLEGGEN ,TOELICHTEN) EN BENOEM HIERVAN SPECIFIEKE HULPVRAAG EN AANPAK(BEGELEIDING)

We hebben twee clienten met autisme en de ene verteld altijd al de geheimen door terwijl de andere hier totaal niet tegen kan hier door botsen de twee regelmatig met elkaar en willen ze soms zelf met elkaar op de vuist gaan. Wij als leidinggevende proberen dit altijd te voorkomen dus zetten we de 2 clienten beide in een andere ruimte aan het werk. Er zijn soms wel andere clienten die de boel dan een beetje opstoken , als een van de 2 clienten dan agressief gedrag vertoond of naar de andere client toe wil lopen stappen er gelijk 2 begeleiders tussen en nemen de 2 clienten apart mee naar een rustige ruimte om hier over te praten en wat hier nou de aanleiding van was. Er word altijd wel door minimaal 1 leidinggevende op deze 2 clienten gelet om het liefst de ruzie tussen de 2 clienten te voorkomen.

 

BESCHRIJF DE DAG INDELING

Ik zelf ben al om 08:45 aanwezig maar de dagindeling voor de clienten is om half 10 beginnen dan hebben we de dagbespreking , op maandag is dat de weekend bespreking dan kunnen alle clienten vertellen over de activiteiten die ze hebben gedaan in het weekend dan beginnen we rustig met het werk voorbereiden en te werken. Om 10:30 is het dan eerst weer een kwartiet thee/koffie pauze. Na deze pauze gaan de clienten weer aan de gang op de werkvloer , dan krijgen ze de opdrachten die er dan voor hun word uitgeprint , of bijvoorbeeld een doos sieraden die ze mogen sorteren. Als ze hier dan mee bezig zijn en het is 12:00 dan is het tijd voor de grote pauze , deze pauze is een half uur in dit half uur kunnen ze rustig eten en drinken en eventjes bijkomen. Na de grote pauze gaan sommige clienten hun ronde in het gebouw doen de een vult papier in de printer bij en de ander ruimt te kopjes op in de kantine. De overige clienten gaan dan eerst terug naar de werkvloer om verder te gaan met het werk waar ze al mee bezig zijn. Als clienten van dit werk af zien zijn er altijd nog andere opdrachten die ze kunnen doen of ze kunnen eventjes gaan tekenen of iets. Als het dan 14:15 is is de laatste pauze. De laatste pauze is weer een thee of koffie pauze waar de clienten dan eventjes met elkaar kunnen kletsen over hoe de dag is gegaan en of ze nog ergens tegen aan zijn gelopen. Na deze pauze van een kwartier gaan alle client weer naar de werkvloer net als de begeleiders om hun werk weer voort te zetten. Als het dan 15:30 is zit de dag er voor de clienten op en gaan sommige met het openbaar vervoer naar huis en een paar anderen worden opgehaald met de taxi.

WAT ZIJN DE TAKEN/VERANTWOORDELIJKHEDEN DIE HOREN BIJ HET TEAM

 

De taken van het team zijn , samen met de clienten pauze nemen en ook samen weer terug. Dit is om de clienten te stimuleren om weer lekker aan het werk te gaan. Het team gaat ook tussen te clienten zitten en let er ook op als er iemand alleen zit of zijn of haar eten niet op eet. Ook kijken we naar de medicatie die er word genomen en op clienten die zomaar door het gebouw heen zwerven terwijl ze in de kantine bij ons horen te zitten om pauze te nemen. Verder zijn de taken en verantwoordelijkheden op de werkvloer om iedereen zijn eigen werk te laten doen op zijn/haar eigen tempo. En niet iemand het werk van een ander te geven. We maken notities van vreemde gedragingen en praten regelmatig eventjes bij met een client 1 op 1 zo dat de client zich dan niet buitengesloten of genegeerd voelt.

 

INTERVIEW EEN COLLEGA MEDEWERKER OVER ZIJN OF HAAR WERK, TAKEN, VERANTWOORDELIJKHEDEN EN WELKE.

 

De collega die ik heb geinterviewd heeft mij verteld dat de taken die ze doet zijn de aanwezigheid controleren van de clienten en op huisbezoeken gaat bij de woongroepen van de clienten en dat zij goed in de gaten moet houden over de regels die thuis gelden voor de client. De verantwoordelijkheden die ze heeft is bij de thuisbegeleiding hoeveel medicatie er nodig is en wat de activiteiten zijn die de client thuis doet. Verder zegt ze dat je zorgvuldig en geduldig te werk moet gaan en goed moet kunnen luisteren wat nou eigenlijk de bedoeling is van de client waar op die iets verwoord.

Mijn taken en verantwoordelijkheden op stage zijn de clienten hulp bieden waar hulp nodig is en mee kijken naar het werk dat ze krijgen. Ik observeer clienten en noteer het als ik iets nieuws mee maak of als er een probleem is die opgelost moet worden. Ik kijk op afstand mee hoe begeleiders te werk gaan met problemen van clienten zo dat ik er zelf van leer en het kan uit voeren.

 

LEERDOELEN VOLGENS SMART

Specifiek: meer met de groep clienten samen zijn en niet alleen naast 1 client zitten

Meetbaar: in de pauze op de drukste plek bij clienten gaan zitten

Acceptabel: ik wil heel graag met meerdere clienten tegelijk aan het werk zijn , want ik ben nu nog te veel bezig met elke client individueel

Realistisch: mijn collega’s op stage moeten mij er soms aan herinneren om meer met de groep bezig zijn.

 

360 GRADEN FEEDBACKFORMULIER

Mijn stage begeleider heeft me gezegd dat ik goed op weg ben. In het begin ging het allemaal nog wat moeilijk met het contact leggen met de clienten maar naar verloop van tijd is dit allemaal verbeterd. Ik moet nog wel goed letten op de manier waar op ik clienten benader en van welke kant. Soms sta ik achter een bepaalde client en stel ik een vraag of zeg ik iets en dan schrikt de client gelijk en schiet dan helemaal in de stress en durft niks meer te zeggen. Ook als sommige clienten niet luisteren begin ik op een duur best geirriteerd te raken en spreek ik de clienten met een strenge toon daar op aan , ook hier heeft mijn begeleider aangegeven de clienten rustiger te benaderen. Hier ben ik de laatste tijd druk mee bezig geweest en heb er mijn best voor gedaan om de clienten goed te begrijpen en rustig te benaderen. Clienten die eerst heel erg in de stress schoten of bang werden lopen nu uit zich zelf naar mij toe en leggen bijvoorbeeld hun hand op mijn schouder om een gesprek te starten. Ik ben een paar keer met mijn stage begeleider mee gegaan op besprekingen voor de clienten hier heb ik erg veel van geleerd en kunnen uit voeren op de werkvloer bij de client waar we de bespreking over hebben gehad.

 

WELKE AFSPRAKEN HEB JE GEMAAKT MET JOU WERKBEGELEIDER VOOR DE AANKOMENDE PERIODE

Voor de volgende periode heb ik afgesproken mezelf meer bij de groep clienten te betrekken en meer bezig zijn met het rustig uitleggen van opdrachten zo dat het niet overhaastig over komt of in hun ogen agressief. Als dit word uitgevoerd dan verloopt alles prima en kan ik begeleiden zonder eventuele problemen.

Lars van der lande

Klas: M9VS4A

MIJN IK BOEK  

 

 

 

 

 

 

 

 

Hallo Mijn naam is Lars van der lande en ik ga vertellen over mijn levensloop , ik heb samen met mijn ouders wat vragen uitgewerkt en deze ingevoegd in mijn ik boek. Ik ben geboren in het UMCG Groningen op 13 Maart 1997.  Ik ben opgegroeid met mijn ouders en  3 broers waar van ik de jongste ben , mijn broers en ik hebben dezelfde biologische moeder alleen ik heb een andere vader als zij. Ik ben opgegroeid in een fijne omgeving met erg veel kinderen in de buurt. Ik heb een vrije opvoeding gehad met erg veel keuzes die ik heb mogen maken.

 

Mijn baby peuter & kleuter fase

Ik ben ongeveer een maand te laat geboren maar heb ik daar heb ik verder geen problemen mee gehad. Mijn baby fase verliep goed , ik huilde haast nooit en at en sliep goed. Toen ik begon te kruipen ging het allemaal erg snel , ik had het praten en lopen al erg snel onder de knie. Toen ik ongeveer anderhalf jaar was begon ik als peuter de wereld te ontdekken , ik wou overal op klimmen , ik wou alles vast pakken en uitproberen , ik begon erg actief te spelen & ik wou overal heen rennen. Toen ik voor het eerst naar de peuterschool in Paddepoel ging vond ik het maar niks , ik wou liever thuis blijven zonder al die onbekende mensen om mijn heen. Ik was bang erg bang en heel verlegen , zo verlegen dat ik in het begin met niemand ging spelen. Als mijn moeder aan het einde van de dag ook terug kwam rende ik gelijk op haar af en was ik blij dat ik naar huis mocht. Toen ik ongeveer een jaar of 4 was begon voor mij de fase van kleuter zijn. In deze fase begon ik een beetje mijn draai te vinden met mensen , ik stapte naar veel kinderen toe zonder verlegen te zijn om vriendjes te worden , ik kreeg hier door ook meer zelfvertrouwen en wou ook niet meer gelijk naar huis omdat ik gewoon veel te veel plezier had in het spelen met andere kleuters. Ik was gek op auto’s als ik ook op mijn kamer aan het spelen was lag alles onder de kleine speelgoed auto’s. toen ik als kleuter voor het eerst naar de kleuterschool ging werd ik verwelkomd in een gezellige klas met veel medekleuters waar ik meteen mee begon te spelen , ik heb hier door op de kleuterschool vriendjes gemaakt die ik vandaag de dag nog spreek. Ik kon al erg snel naar groep 2 omdat ik met best veel ding voor liep , zoals het helpen van de kleuterjuf met het speelgoed opruimen of al best wel moeilijke woordjes goed kon uit spreken. Toen ik in groep 2 kwam begon het allemaal al iets drukker te worden , er waren iets andere regeltjes dan in groep 1 en ik kon er ook erg moeilijk aan wennen dat al mijn vriendjes uit groep 1 nog steeds in groep 1 waren en dat miste ik best wel een tijdje. Ik wou terug naar groep 1 omdat ik daar kon spelen met de mensen die ik kende en niet weer opnieuw moest beginnen met vriendjes maken. Buiten school verliep de periode tussen groep 1 & 2 wel goed. Ik had nog erg veel plezier in het thuis binnen spelen met mijn speelgoed en ging zo af en toe ook naar buiten om daar lekker op het speelplein te spelen.

 

Mijn fase als jong schoolkind & ouder schoolkind

rond mijn 6de mocht ik over naar groep 3 en dit vond ik super spannend want dit was op in het andere schoolgebouw naast ons met alle grote leerlingen. Thuis was ik nog steeds erg actief en speelde ik veel buiten met vrienden van mijn leeftijd. Vaak rondjes fietsen op het plein of thuis bij vrienden spelen of zij bij mij , ik was erg sociaal en wou met iedereen een praatje maken. Rond mijn 7de begon ik erg veel op te kijken naar mijn oudere broer die een paar jaar oude als ik was. Ik begon te voetballen met hem op de veldjes achter ons huis en wou altijd bij hem op de kamer films kijken omdat ik gewoon erg naar hem op keek en het super gezellig vond om tijd met hem door te brengen. Op mijn 9de mocht ik op voetbal de club vv vinkhuizen toen de tijd , er ging een wereld voor mij open , ik vond het super leuk en kon al mijn energie er in kwijt. Elke dag ging ik ook voetballen in de voetbalkooi om de hoek en samen met de grotere jongen op het grote veld. Ik was een beetje klaar met de auto’s waar mee ik speelde en begon op tv voetbal te volgen omdat ik veel meer geïnteresseerd was in deze sport. Ik zat tegen deze tijd in groep 5 waar ik ben blijven zitten omdat ik toen erg veel moeite met rekenen begon te krijgen in de klas en de nodige hulp was ook niet super aanwezig. Mijn ouders en broers hebben mij door heen geholpen door uit te leggen en te laten zien wat nou de beste manier van het leren hier voor was , en hier door heb ik gelukkig goede cijfers gehaald en groep 5 afgerond. Hier door kwam ik in groep 6 terecht maar wel met een hele andere klas. Deze klas had gelukkig wel bekende mensen er in want het waren mijn vrienden waar ik nog altijd mee om ging uit groep 1. Toen dit jaar begon werd het allemaal een beetje anders , het was een erg luidruchtige en bijna onhandelbare klas. Iedereen schreeuwde maar van alles door elkaar heen en de juf kwam er bijna nooit boven uit. Door deze klas werd ik een beetje een onzekere kleine schooljongen omdat ik mij in zoon drukke klas niet op mijn gemak voelde. De prikkels waren op dat moment te hoog en was niks van dit gewend omdat mijn vorige klas een rustige en goed oplettende klas was. Ik kwam soms na school ook thuis en had geen zin meer om naar school toe te gaan omdat dit mij allemaal te veel werd en ik er niet goed in kon leren , hier voor heb ik een tijdje in een kleine klas met maar 8 kinderen les gehad zo dat ik ook een beetje met rust en plezier naar school kon gaan. Ik had eindelijk weer het gevoel dat er naar mij geluisterd werd door de juf en dat de druk op mijn schouders niet zo hoog was door de drukke klas. Ik ging hier door wel heel langzaam praten en de leerstof ging ook achteruit omdat ik niet alles mee kreeg waar het nou eigenlijk in de klas over ging. Toetsen en theorie uit mijn hoofd leren ging ook erg moeilijk en dit had ook impact om de thuis situatie , ik at slecht ik wou niet zo vaak meer spelen en zat maar een beetje thuis te teken of tv te kijken dit is bijna een paar jaar het zelfde geweest en mijn ouders dachten dat er iets ernstigs aan de hand was maar ik was gewoon niet echt meer me zelf , ik voelde me niet lekker , en durfde haast niks meer tegen mensen te zeggen. Toen ik in een paar jaar naar groep 8 ging begon ik te denken dat het allemaal erg snel ging. Ik moest in een musical spelen en een Cito toets maken om te kijken waar het niveau lag voor de middelbare school de exacte punten weet ik hier voor niet meer. Toen het einde van dit jaar en deze basisschool tijd naderde had ik allemaal huilende jongens en meisjes om mij heen omdat ze naar de middelbare school gingen net zo als ik. Ik was een van de weinige kinderen die zich er niet druk om maakte en het allemaal wel prima vond , ik was blij dat ik eindelijk van deze school weg kon. Geen chaotische en onplezierige tijd meer dacht ik en gewoon een nieuwe start op een nieuwe school met nieuwe klasgenoten. Toen ik die dag thuis kwam was ik blij dat ik dit achter de rug had en dat het over was die basisschooltijd , natuurlijk heb ik er ook wel mooie herinneringen aan gehad zoals vrienden waar mee ik uit eindelijk op de middelbare school nog meer om ging. Dus ik heb het wel goed af kunnen sluiten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Puberteit

In mijn puberteit was ik heel lastig en opstandig kind , ik zat op het Augustinus College. Ik sprong over tafels in de klas , had een grote mond en deed niets wat mij gevraagd werd. Ik spijbelde constant van school en deed niets aan lesstof. Ik heb er toen zoon potje van gemaakt dat ik wel 3 keer naar de leerplichtambtenaar ben toe geweest. Daar beloofde ik dat ik alles zou gaan veranderen en dat ik weer mijn best zou doen op school maar daar kwam niks van te recht. Het ging namelijk nog verder omlaag. Ik begon kinderen uit mijn klas te pesten en maakte van alles kapot wat ook maar in de weg stond. Ik ben hier door in klas 2 naar rebound gestuurd een time out school voor probleem kinderen die moeilijk opvoedbaar waren of gewoonweg niet deden wat er van ze werd gevraagd. Ik ging om met verkeerde vrienden en begon te drinken , te blowen en een beetje te hangen in parkjes of bij mensen thuis. Ik voelde me door iedereen onbegrepen behalve door de ‘vrienden’ die ik die tijd had waar ik een beetje mee zat te hangen de hele dag. Dit heeft mij bijna op het compleet verkeerde pad gebracht als ik nu zie waar de mensen met hun leven zijn. Op rebound had ik de tijd om na te denken over alle fouten die ik had gemaakt toen ik nog op het Augustinus College zat. Mijn broers vertelden me dat dit gewoon niet kon en dat als ik hier mee door ging ik wel eens heel diep kon gaan zinken , ik ging dit jaar voor het eerst helemaal alleen met mijn ouders op vakantie naar Schiermonnikoog , ik kwam hier al jaren met mijn broers en ouders maar zij waren allemaal het huis uit. 2 weekjes gingen we er heen en ik kwam echt een beetje tot rust en bedacht me dat ik dit helemaal niet meer wou. Ik wou mijn diploma’s halen en gewoon een goede baan hebben later , niet ergens in een fabriek aan het werk wat elke dag het zelfde is dacht ik. Toen we terug kwamen moest ik nog een taakstraf doen van 20 uur omdat ik nooit kwam opdagen op school , mijn taakstraf was sociaal werk in een keuken met verstandelijk gehandicapte mensen. Ik had erg veel plezier in dit werk terwijl het eigenlijk een taakstraf was maar ik dacht bij me zelf ik vind het erg leuk om met mensen te werken en ik hou wel van een praatje op zijn tijd. Misschien is dit wel iets voor mij om later te doen. Toen de periode van rebound en taakstraf voor bij was mocht ik niet meer naar mijn oude school Augustinus College. Er was een nieuwe directie en die vond het niet zoon goed plan om weer terug te gaan. Ik heb hier door op mijn 17de een niveau 1 opleiding detailhandel gedaan. Ik vind de detailhandel niks aan maar ik was er al trots op dat ik niet meer op straat hing en echt bezig was met de toekomst van mijn leven. Ik heb een half jaar lang stage kunnen lopen in een winkel de Aktie sport en had hier een erg leuk team , ik begon veel met mensen te praten liep om mensen af en ging een verkoop gesprek aan. Hier door heb ik geleerd hoe ik het beste mensen kan benaderen. Ik heb persoonlijk mijn excuses aan geboden aan mensen die ik heb gepest en 1 van deze mensen uit mijn klas 2 tijd ga ik vandaag de dag mee om. Na verloop van tijd ben ik een niveau 2 opleiding detailhandel gaan doen en heb ik mijn huidige vriendin leren kennen. Nu ik terug denk aan die tijd ben ik erg blij dat ik toch aan mijn toekomst heb willen werken om uit eindelijk te zijn waar ik nu ben uiteraard heb ik de opleiding detailhandel niveau 2 ook afgemaakt en ben ik begonnen met de zorg opleiding verzorgende IG maatschappelijke zorg niveau 3 deze opleiding lag mij niet zo want ik hield niet van het persoonlijke verzorgen van mensen. Dit is de reden waarom ik de opleiding ben gaan doen die ik nu doe om zo vooruit te komen in mijn leven en uit eindelijk een persoonlijk begeleider te worden. Wat ik in de loop der jaren heb geleerd is dat ik erg sociaal ben en er van hou om mensen te helpen en bij te staan wanneer het nodig is. Ik ben erg vriendelijk maar als je mij onrechtvaardig behandeld kan ik erg fel worden. Ik ben blij met familie , de vrienden en sociale contacten die ik nu heb want met de mensen die nu in mijn cirkel zitten ben ik gekomen waar ik nu ben. De groei die ik graag nog zou willen maken is mijn doorzettingsvermogen verbeteren en het behalen van de nodige diploma’s die ik nodig heb en wil hebben. Ik ben trots op de mensen die altijd achter mij hebben gestaan ongeacht de situaties. Ook ben ik trots op me zelf dat ik nog steeds mijn best doe om te groeien in mijn leven en bezig ben met de studie waar ik gelukkig plezier in heb.

Belangrijke normen en waarden voor mij zijn mensen die elkaar met gelijke respect behandelen , dat je elkaar moet helpen wanneer het nodig is en dat je er voor elkaar kunt zijn wanneer het maar kan zijn.

Ik voel mij thuis bij de mensen met de zelfde interesses als ik , niet de druk of chaotisch maar gewoon bij mensen die lekker zich zelf zijn en die bezig zijn met dingen die boeien in het leven en niet met nutteloze ongein. . Een gebeurtenis die erg veel indruk op mij heeft gemaakt is de mogelijkheden van het behalen van een diploma en de keuzes die sommige mensen hebben gemaakt. Mijn belangrijke normen en waarden zijn dat iedereen elkaar gelijk behandeld en elkaar helpt wanneer het echt nodig is. Ik ben altijd me zelf geweest dus heb me nergens in hoeven te integreren. Als mensen een hogere functie dan ik hebben dan vind ik dat prima , ik doe normaal tegen iedereen. Ik zie niemand als een hoger iemand als de ander we zijn tenslotte allemaal mensen. Je leest veel over dit soort dingen in de media , als ik eerlijk ben doet het mij niet zo veel. Ik ben gefocust op mezelf en niet op de media.

 

Ik heb een paar dingen aan mijn ouders gevraagd hoe verliep mijn leven van kleins af aan tot nu en zijn er nog bijzondere gebeurtenissen gebeurt? , ten eerste mijn moeder. Volgens mijn moeder was ik vroeger een erg rustig kind die altijd blij en sociaal was. Ik wou deed bijna nergens moeilijk over en kon overal de lol wel van in zien. Maar toen ik in mijn puberteit kwam vond ze het moeilijk met mij om te gaan want ik veranderde in eens in een heel erg puberaal moeilijk opvoedbaar kind. Dit waren een paar jaar die als tientallen jaren duurden zei ze. Maar toen ik wat ouder werd en een jaar of 19 was werd ik weer een beetje zoals ik vroeger was rustig zorgzaam en behulpzaam. Het zijn een paar moeilijke jaren geweest maar ondanks dit allemaal is zij blij dat het allemaal over is en dat ik nu een volwassen persoon ben die denkt om zijn toekomst en het belang van gevaren in het leven in ziet.

 

Ik heb de zelfde vragen aan mijn vader gesteld. Hoe ging mijn levensloop en zijn er verder nog bijzondere gebeurtenissen gebeurt? Mijn vader had een iets ander verhaal als mijn moeder. Hij heeft nooit bij ons in huis gewoond dus hij had een beetje een ander beeld op de situatie toen de tijd. Van afstand probeerde hij dingen mee te regelen of wou hij veel dingen te weten komen over school terwijl hij toch maar voor de helft luisterde. Hij heeft mij verteld dat ik als kleine jongen een lief kind was waar geen kwaad in zat maar wel heel verlegen was , ik durfde niet alles in een keer uit te proberen maar keek eerst altijd van een afstandje. Toen ik wat later in de puberteit kwam werd ik een lastig kind. Ik sprak niet vaak met mijn vader omdat hij al op de achtergrond in mijn leven was terwijl hij maar 300 meter verderop woont. Ik heb vaak ruzies met hem gehad omdat hij mij niet begreep maar ik ook niet. Toen ik wat ouder werd kreeg ik weer wat meer contact met mijn vader en kwam ik wat vaker bij hem langs en hij ook bij ons

 

HOE GAAT HET NU?

Ik ben nu bijna 23 en het voelt als of de tijd voorbij is gevlogen is. Ik heb natuurlijk spijt van bepaalde beslissingen die ik in mijn leven heb gemaakt maar ik ben blij dat ik me zelf goed ontwikkeld heb. Ik kom op voor mensen als ze bijvoorbeeld gepest worden , ik help mensen mee als ze ergens niet uit komen , en ik luister naar dingen waar ik naar moet luisteren. In 3 jaar is er gigantisch veel voor mij veranderd , ik voel me weer lekker in mijn fel ik sport zo af en toe weer en ik heb meer vrijheid dan wat ik eerst had omdat ik volwassen genoeg ben om ruim te denken wat de opties zijn die ik kan nemen. Ik probeer van alle negatieve dingen ook het positieve in te zien want zo ga je vooruit en blijf je niet staan op de plek waar je nu bent of ga je achteruit. Ik werk erg veel en ben bezig met mijn studie. Natuurlijk kan ik wel wat beter mijn best doen voor mijn studie en er wel wat meer tijd in steken. Als ik dit allemaal blijf doen geloof ik in me zelf dat alles goed komt.

 MOTTO 2020

 

 Learn from yesterday, live for today, hope for tomorrow

Afgelopen jaar heb ik niet voor alles 100% gegeven en daar heb ik spijt van. Dit jaar ben ik van plan alles goed te plannen en goed vooruit te denken en niet met gisteren bezig te zijn. dit allemaal zo dat ik deze opleiding zo snel en zo goed mogelijk af kan ronden en een positief inzicht krijg op de toekomst.

methodieke Dementie

Lars Van der Lande

Klas: M0VS4A

26-10-2021

 

EINDOPDRACHT METHODIEKEN P5

 

Dit verslag gaat over Peter , peter heeft last van dementie en heeft hier naast suikerziekte, dementie is een ernstige neurocognitieve stoornis. Bij een neurocognitieve stoornis bevind zich verandering in de hersenen plaats. Het denkvermogen gaat achteruit en het gedrag van een persoon takelt met de tijd flink af.

Dementie wordt in de DSM-5 gerekend onder de "neurocognitieve stoornissen". Bij deze DSM-5-classificatie is sprake van verminderd cognitief functioneren door hersenafwijkingen die op latere leeftijd ontstaan.

Ik let vaak op het gedrag van Peter en ik zie dat het de ene dag iets beter gaat als de andere maar op lange termijn takelt het toch echt af. Een paar maand geleden kon Peter nog zelf zijn medicatie in nemen voor zijn suikerziekte en zijn jas op hangen. Nu is het als hij binnen komt bij ons op de dagbesteding dat hij zijn jas aan houd als wij niet zeggen dat hij de jas wel eventjes uit kan doen. Wanneer wij dit voorleggen kijkt hij verward naar zijn jas bied zijn excuses aan en loopt vervolgens naar de kapstok om zijn jas op te hangen. Dit zelfde geld voor de medicatie voor zijn suikerziekte. Hier heeft hij ook ondersteuning bij nodig anders kan het verkeerd aflopen als hij geen medicatie in neemt. wij schrijven nu ook extra voor hem op dat na het middag eten de medicatie moet worden ingenomen en geven dit aan hem. Er loopt tegenwoordig altijd iemand mee om te op te letten of het allemaal goed gaat en om te kijken of hij ze echt in neemt en ze niet weer vergeet of iets. Buiten dit om moeten we er ook goed op letten dat peter niet te veel suiker in neemt als we thee of koffie gaan drinken. Dit kan ook ernstige gevolgen hebben voor zijn gezondheid.

De laatste weken maken we duidelijke schema’s wat deelnemers wel of niet mogen, dit doen we allemaal voor de extra veiligheid ook Peter staat in dit schema. In de ochtend als hij binnenkomt letten we al op het gedrag of hij goed gehumeurd is of minder goed gehumeurd is. Dit heeft vaak impact op de dag. Wanneer Peter goed gehumeurd is gaat spelletjes doen of een boek lezen en wanneer hij minder goed gehumeurd is gaat hij op de stoel zitten en voor zich uit staren als niemand tegen hem praat. Wij zorgen er tegenwoordig altijd voor dat er een begeleider/stagiaire aanwezig is om met hem te kunnen praten of een spelletje of iets te doen. Zo blijft Peter lekker bezig en is hij bezig met het zogenoemde hersengymnastiek , op deze manier laat blijven de hersenen prikkels binnen krijgen en val je niet stil waar door iemand met dementie nog sneller af kan takelen dan wanneer iemand iets te doen heeft. Op deze manier gaan wij met meer deelnemers te werk.

 

wat betekent dit voor de ondersteuningsvraag van de client?

De hoofd ondersteuningsvraag bij ons voor de client is ‘hoe kunnen jullie mijn dag laten opvullen zonder dat ik stil kom te staan in wat ik wil doen overdag’ wat ik als begeleider kan bieden aan de client is het opvullen van de dag om met een voldaan en goed gevoel naar huis te gaan.

Ik ondersteun de client bij een idee te krijgen wat hij of zij deze dag kan doen. Dan kom ik met het idee om misschien samen te gaan tekenen , een film te kijken , een boek te lezen of een stukje te gaan wandelen om samen een idee op te wekken wat we kunnen doen. Dit doe ik allemaal om uiteindelijk de client bezig te blijven met hersengymnastiek en om de client een leuke dag te kunnen bieden zonder dat hij of zij de hele tijd na gaat denken over de nare ziekte ‘’stoornis’ die ze hebben en hier aan onder door gaat. Op deze manier kunnen wij deze mensen die vaak in hun laatste levensfase zijn helpen met nog een mooie tijd te hebben voor dat deze kans niet meer aanwezig is.

We halen ook een stukje zorg uit de handen van familie of voogden als deze mensen nog niet begeleid wonen. Zo hebben zij wat meer tijd om met hun leven bezig te zijn en hebben wij tijd om de client een mooie of creatieve dag te geven.

 

TOT SLOT , WELKE METHODIEKEN GEBRUIKEN WIJ OP MIJN STAGE ADRES

Wat is de eigen kracht methode en welke hulp bied dit?

De Eigen Kracht Methode is ontwikkeld als antwoord op het toenemende ziektebeelden/stoornissen binnen de reguliere hulpinstellingen. Hulpverleners in de zorg ontdekte dat teveel aandacht voor problemen de problemen niet oplossen.

Men zocht naar alternatieven en er werd ontdekt dat mensen goed in staat zijn zelf hun problemen op te lossen, wanneer ze hun eigen kracht kunnen inzetten. Het zelfhelend vermogen is veel groter dan lange tijd gedacht werd. Eigen Kracht is een integratie van interne krachtbronnen en externe hulpbronnen.

De kern van de Eigen Kracht Methode is dat de persoon onderscheiden wordt van zijn/haar psychische klachten: je hebt ergens last van, maar je bent niet dat waar je last van hebt. Door je focus op je krachtbronnen te leggen, verstevig je je draagkracht. Je kunt daardoor je problemen beter hanteren en er zelf oplossingen voor vinden.

Wij gebruiken deze methode omdat de deelnemers die bij ons komen bijna altijd in de begin fase van dementie zitten. Ze zijn er dan nog wel van bewust welke stoornis/ziekte zij hebben en daarom werken wij met de eigen kracht methode. We laten mensen zelf de keuze nemen wat ze willen doen en laten ervaren om te zien of ze dit nog kunnen doen. Bij ons is niks verplicht en alles is vrijwillig.

 

 

Lars van der lande

Klas: M9vs4a

 

BETOOG

 

In Australië zijn de laatste tijd heftige bos branden in het land de brandweer in het land , de brandweer blijft bezig met het blussen van de branden en de dieren verliezen bijna allemaal hun leef gebied en hebben allemaal noodzakelijke hulp nodig omdat het hele land anders gaat af branden.

 

De reden dat ik dit onderwerk heb gekozen is omdat ik het erg interessant maar ook erg mee levend ben met dit hart brekende verhaal , er is  namelijk al zo veel kapot aan het gaan in de wereld. Op het nieuws zie je er wel een paar argumenten van op tv , maar blijkbaar zijn artiesten die uit elkaar gaan belangrijker dan een heftige brand in zoon gigantisch land met een groot natuur gebied.

 

Er zijn veel hulplijnen en pagina’s op Facebook voor de nood in Australië , zo kun je geld doneren via sms en sociale media. De artiest pink heeft bijvoorbeeld een half miljoen euro gedoneerd om zo meer water en onderdak voor de beestjes en mensen de creëren. Gelukkig zijn er meer artiesten/filmsterren die dit hebben gedaan zoals bijvoorbeeld Leonardo di Caprio en Kaylee Jenner

 

Ik zit zelf ook te denken om een beetje geld er heen te sturen als ik weet dat het echt daar terecht komt , ik vind het namelijk super belangrijk dat zoon mooi land als Australië zo veel natuur , dieren , en mensen hun onderkomen verliezen door de verwoestingen.  Er zijn ook al ruim een paar honderd pyromanen opgepakt die zo eventjes sigaretten die nog branden op een droog veld of een droog bos gooiden. Er is te weinig brandweer om alle branden te blussen. Er is namelijk al een deel opgebrand zo groot als de oppervlakte van Nederland.

 

Ik denk dat het belangrijk is als meer mensen in blus apparatuur gaan investeren , op deze manier zo red je en alleen maar meer leef gebied en overleven de dieren en de mensen het ook sneller en vallen er minder doden. Veel mensen denken te makkelijk hier over en zien het nut niet van doneren aan zoon belangrijk onderwerp in de wereld. Er zijn genoeg mensen die denken dat anderen mensen wel gaan doneren en daar gaat het al fout. Dus stel dat iedereen in Europa alleen al eenmalig een euro gaan doneren voor de mensen die dit dan ook wel echt kunnen heb je al rond de 517 miljoen euro die je hebt gedoneerd aan deze natuurramp.

 

Ik ben het oneens met deze stelling dat er in Nederland ook vaak problemen zijn met onze eigen bevolking waar bijna nooit naar word om gekeken. Daar mag eerst ook wel veel in mogen geïnvesteerd. Maar voor zoon grote natuurramp als dit zou ik zeker wel een uitzondering maken. Ook vind ik dat het niet duidelijk word gemaakt op de tv. Het enige waar mensen er echt naar om kijken en het delen met de bevolking is op Facebook.

 

Ik hoop met dit betoog duidelijk is , ik vind het namelijk erg boeiend wat hier speelt en hoop dat deze heftige ramp snel word opgelost.

 

Ik heb dit betoog van:

https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/bundel/2316081/bosbranden-australie

Colofon

Het arrangement Lars van der Lande portfolio is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Auteur
lars van der lande
Laatst gewijzigd
2022-04-19 14:22:14
Licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

  • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
  • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
  • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
4 uur 0 minuten
Lars van der Lande portfolio
nl
lars van der lande
lars van der lande
2022-04-19 14:22:14
leerling/student
PT4H

Downloaden

Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

  • pdf
  • json
  • IMSCP package

Metadata

  • Metadata overzicht (Excel)

LTI

Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

Arrangement

IMSCC package

Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

  • IMSCC package

Voor developers

Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.

Sluiten