hele werkprocessen uit de wiki

B1-K1-W1 Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt

 

  1. Hoe stel je een ondersteuningsvraag op (vanuit je observatie)?

 

door aan familie van client te vragen welke hulp zij of hij nodig zou hebben. ook door het patroon te bekijken die de client heeft. hier op in te spelen en kijken waar de client het meest hulp bij nodig heeft.

 

  1. Hoe observeer je en verwerk je de observatie in een plan?

 

Als je observeert, doe je dat altijd met een doel. Je wilt graag informatie over gedrag van een deelnemer of client. Stel er is een client of deelnemer die elke middag voor of na het eten medicatie moet innemen en vergeet dit of wil het niet innemen. Dan is het jouw doel om goed te observeren en de reden hier van te weten en duidelijk te kijken waarom de client of deelnemer de medicatie niet in neemt. Als je lang en duidelijk genoeg heb weten te observeren schrijf je een plan op hoe je dit in vervolg kunt vermijden, je schrijft ook op hoe de client of deelnemer zijn of haar medicatie in neemt. Vervolgens uit je dit plan in de praktijk om te kijken of je goed hebt geobserveerd.

 

Hoe observeer ik op mijn stage?

Op mijn stage zitten we in een ruimte dus de manier waar op word geobserveerd is zitten aan de tafel bij de client of vlakbij de client en hier naar vragen.

 

  1. Wat is een sociaal systeem? Wie hoort hierbij? En hoe breng je die in kaart?

 

Sociale systemen zijn steeds open systemen. Voorbeelden zijn: kleine groepen, organisaties, de gehele maatschappij. De interne samenhang wordt verzekerd door de oriëntatie van de deelnemers op een gemeenschappelijkheid.

 

 

  1. Hoe scheid je hoofd- en bijzaken van de informatie vanuit je analyse?

 

Je zet de hoofdzaken op een rij en schrijft duidelijk op dat dit de hoofdzaak is. Dit is het belangrijkste dus dit komt als eerst. Bijvoorbeeld: Johan woont begeleid en heeft de afspraak om 10 uur zijn kamer op te zoeken , dan mag hij nog een half uur tv kijken en dan moet hij slapen.

De hoofdzaak is dat Johan om 10 uur gewoon in zijn kamer moet zijn. dit om te voorkomen dat hij andere dingen gaat doen buiten zijn kamer die niet mogen. De bijzaak is dat hij dan nog eventjes tv mag kijken. Zo lang Johan op zijn kamer is heb je al meer een overzicht over de situatie en kun je bezig gaan met de bijzaken.

 

 

  1. Hoe rapporteer je?

 

Wat is rapporteren. rapporteren is het ondersteunen van goede zorgverlening. Je schrijft op wat je observeert of signaleert, welke zorg je met welk doel verleent, en hoe die zorg verloopt. Hierdoor weten je collega's wat er aan de hand is en wat zij moeten doen.

Bij rapporteren gebruik je van een SMART methode

• Specifiek - Is de doelstelling eenduidig?

• Meetbaar - Onder welke (meetbare/observeerbare) voorwaarden of vorm is het doel bereikt?

• Acceptabel - Zijn deze doelen acceptabel voor de doelgroep en/of het de begeleiding

• Realistisch - Is het doel haalbaar?

• Tijdsgebonden - Wanneer moet het doel bereikt zijn?

Wat is het doel van rapporteren?

Het doel van rapporteren, of met een ander woord verslaglegging, is het ondersteunen van goede zorgverlening. Je schrijft op wat je observeert of signaleert, welke zorg je met welk doel verleent, en hoe die zorg verloopt. Hierdoor weten je collega's wat er aan de hand is en wat zij moeten doen. Je waarborgt de continuïteit en kwaliteit van de zorg en je voorkomt fouten.

Door goed te rapporteren kun je terugkijken hoe en waarom iets op een bepaalde manier gegaan is. Je legt op die manier ook verantwoording af voor je handelen.

Ten slotte is het zorgdossier een belangrijk middel om het recht op inspraak in de zorg van de cliënt te waarborgen. In het zorgdossier schrijf je de afspraken met de cliënt op.

Tips om te rapporteren.

1. Schrijf in complete zinnen.

2. Schrijf objectief.

3. Schrijf actief.

 

  1. Met wie werk je samen? (verschillende disciplines)

met wie ga je samen te werk


je werkt met de client samen maar ook met de andere begeleiders oftewel je collega’s. De client is iemand die begeleid moet worden maar is ook iemand waarmee je moet samen werken. Verder zijn de andere begeleiders (collega’s) er ook om je te helpen , samen te werken en er om te communiceren over het vak. Wel is het belangrijk om te weten zoals bij veel beroepen dat je niet alles zo eventjes aan de buitenwereld kan en mag vertellen. Dit kan kwetsend en gevaarlijk zijn voor zowel de client als voor jou.

 

  1. Hoe stem je af in het multidisciplinaire team?

Om te beginnen wat is een multidisciplinaire team? Een multidisciplinaire team is een beroepsmatige samenwerking van mensen uit verschillende disciplines of vakgebieden, waarbij ieder zijn eigen expertise inbrengt.

Stel je hebt een jongen van 16 en deze jongen woont begeleid. Deze jongen heeft een keer ingebroken in een huis en is hier voor opgepakt, dan is het doel om een bespreking te hebben met de politie , jeugdzorg en de persoonlijke begeleiding van de jongen. Hier in word besproken wie welk deel doet in zijn vak. Een voorbeeld is dat de politie op straat op let of de jongen ergens gesignaleerd is waar hij niet hoort te komen. Voor jeugdzorg is het belangrijk om de papieren allemaal goed op orde te hebben en duidelijk zwart op wit neer te zetten wat er besproken is. En voor de persoonlijke begeleiding is het belangrijk dat zij goed op deze jongen letten in zijn thuis omgeving en geef hem de aandacht die hij nodig heeft. Maak duidelijke afspraken en stel dit vast. Op deze manier word geprobeerd om de jongen te ondersteunen bij alles en word er voor gezorgd dat de jongen op het juiste pad blijft.

 

 

 

 

 

B1-K1-W2 Ondersteunt de cliënt bij persoonlijke verzorging

 

  1. Wat is ondersteunen?  En welke verschillende vormen van ondersteuning zijn er?

 

ondersteuning is de hulp bieden aan mensen die het nodig hebben en vaak niet meer alleen kunnen of er iemand bij nodig hebben om ze hier bij te helpen. Bijvoorbeeld bij mij op stage op de dagbesteding iemand helpen te tillen in zijn of haar rolstoel.

Er zijn veel verschillende soorten van ondersteuning. Bijvoorbeeld sociale ondersteuning, denk hier bij aan een persoon die bij je op bezoek komt voor de koffie of thee of een begeleider die een spelletje met je gaat spelen om zo jou sociale vaardigheden te onderhouden.

Er is ook ondersteuning in thuis hulp deze ondersteuning helpt je bij het schoonmaken van je huis of  het helpen met boodschappen doen als je zelf geen boodschappen meer zou kunnen doen.

Er kan ook een ondersteuning worden van een maatje. Dit is vaak bij jongeren zo, een begeleider haalt je dan bijvoorbeeld op van huis om iets leuks te doen, bijvoorbeeld naar een pretpark of naar een voetbalwedstrijd.

Er zijn zo nog meer vormen van ondersteuningen maar dit zijn een aantal belangrijke ondersteuningsfactoren die in het dagelijks leven veel word gebruikt.

 

2. Wat is persoonlijke lichamelijke verzorging?

 

Bij persoonlijke verzorging gaat het om het ondersteunen of overnemen van zelfzorg bij mensen met een aandoening of beperking.

Persoonlijke verzorging is gericht op het opheffen van het tekort aan zelfredzaamheid van de cliënt. Hier bij kleed je de client bijvoorbeeld zelf aan, douch je de client of maak je zijn of haar bed op omdat hij of zij dat zelf niet meer zou kunnen.

 

3. Hoe zorg je ervoor dat een cliënt zoveel mogelijk eigen regie behoud?

 

Bijvoorbeeld Pieter staat elke ochtend om 7 uur op en om 12 uur moet hij op voetbal training zijn. maak een schema aan voor elke dag van de week zo dat Pieter precies weet wat hoe laat en wanneer hij iets moet doen of ergens moet zij. Gebruik hier bij elke dag kleurtjes in het schema zo dat het niet saai word voor Pieter en blijf dit op afstand controleren, op deze manier weet je of het effectief is

 

4. Hoe bouw je een vertrouwensband op?

 

Als begeleider kun je vertrouwen creëren door positief en geïnteresseerd te zijn.

Neem de client serieus en vraag ook over de stellingen door.

Blijf wel op een sociale afstand en kom niet te dicht bij de client maar ga er ook niet te ver van af staan.

De client voelt hier door een soort positieve vibe waar door hij of zij je sneller gaat vertrouwen.

Een voorbeeld: je hebt Jonathan,  Jonathan is  14 en is een client met Autisme die moeite heeft met sociale contacten te verleggen en speelt liever alleen dan met vrienden, hier door zit hij een beetje in zijn eigen wereld.

door als begeleider hier zorgvuldig en rustig meer om te gaan kun je Jonathan toch wat meet sociale contacten laten verleggen.

Praat met Jonathan op een rustige en duidelijke manier en doe niks overhaast, Leg hem duidelijk uit wat de bedoeling is en geef hem tijd om activiteiten uit te voren zonder een hoge druk.

Als je dit nauwkeurig herhaalt zal de Jonathan je op een gegeven moment meer vertrouwen omdat er een patroon is in het werk dat je verricht en omdat je het op een hele rustig manier uitlegt.

 

5. Hoe signaleer/observeer en interpreteer je gedragingen in relatie tot fysieke ongemakken?

MOET NOG WORDEN INGEVULD

 

 

6. Hoe leer je een cliënt (persoonlijke verzorging) vaardigheden aan?

De basisvaardigheden die men moet hebben om zelfstandig te kunnen wonen zijn

huishouden, maaltijden, boodschappen doen, persoonlijke verzorging, omgaan met tijd, dagbesteding, vrijetijdsbesteding, sociale vaardigheden en communicatie, lichamelijke en geestelijke gezondheid, regels dit leert de client door van jongs af aan al dit te hebben geleerd. als die client dit nog niet hebt geleerd kun je dit hem bij breng aan de hand van bijvoorbeeld een schema met plaatjes en het voor doen

 

7. Wat is regie op eigen leven?

 

Vermogen van een persoon om zelf te bepalen op welke wijze hij het eigen leven inricht (wonen, werken, sociale contacten) en hoe de zorg en-of begeleiding bij eventuele ziekte daarbij wordt ingevuld.

Eigen regie gaat om het zelf beslissen over je leven en zorg en ondersteuning daarbij. Centraal staat: wat wil ik? Eigen regie is: het vermogen om je eigen leven en noodzakelijke ondersteuning te regelen en het praktische vermogen om jezelf te redden in lichamelijk, sociaal en psychisch opzicht.

Eigen regie betekent dat een persoon, eventueel bijgestaan door naasten, zélf vorm geeft aan zijn leven en bepaalt wie welke hulp verleent of ondersteuning biedt en op welke manier dit gebeurt. Hoe ondersteun je eigen regie?

stimuleren van de eigen regie van de cliënt. Iedereen voert in principe eigen regie over zijn leven. Eigen regie betekent dat een persoon, eventueel bijgestaan door naasten, zelf vorm geeft aan zijn leven met een ziekte of beperking en bepaalt wie welke hulp verleent of ondersteuning biedt en op welke manier dit gebeurt.

 

8. Hoe – en wanneer gebruik je aangepaste materialen en ruimtes?

 

Bij mij op stage hebben we bijvoorbeeld een invaliden toilet voor mensen die moeilijk te been zijn. we hebben een extra rollator om er naar toe te lopen. Meerdere aangepaste materialen die er zijn is bijvoorbeeld een bed lift of een draai stoel waar mee je makkelijker kunt draaien. Aangepaste ruimtes zijn bijvoorbeeld een verbreedde douch waar een rolstoel in kan of een grotere gang voor ook een rolstoel of iets.

 

9. Hoe ga je om met intieme situaties?

 

 

Als een client een andere client bijvoorbeeld aanraakt op een intieme manier kun je niet gelijk naar iemand toe grijpen en ze uit elkaar halen. Wat je het beste kunt doen is de clienten bij elkaar vandaan halen en per persoon met elkaar in gesprek gaan vraag of de client die is betast hulp of zorg nodig heeft en kalmeer deze persoon. Zet de persoon die iemand betast eerst alleen met een begeleider er bij of in de buurt. Zo zorg je er voor dat er niks mee gebeurt. Het kan zijn dat deze client boos is of fel reageert omdat hij of zij is weg gehaald bij de persoon die net is betast dus pak het rustig aan en begin hier over rustig te praten met de persoon in kwestie en vraag waarom dit is gebeurt en hoe dit zo ver is gekomen.

 

10. Hoe maak je een intieme situatie bespreekbaar?

 

Begin met beide clienten gescheiden van elkaar een gesprek. Rustig en op een normale manier vraag waarom dit is gebeurt en of hier een reden achter zit.

 

11. Hoe waarborg je de privacy van een client?

 

Zet alles in een beveiligd systeem. Je mag privacy van een client niet delen met de buiten wereld. Schrijf het op en doe het desnoods in een kluisje. Neem een boekje en schrijf hier de uitzonderlijke dingen in. Neem ook een ander boekje om hier de bijzaken in te zetten. Zo heb je een goed overzicht over welke privacy het belangrijkste is en welke niet.

 

12. Hoe sluit je aan bij de mogelijkheden en de beleving van de cliënt?

 

Bij belevingsgerichte mogelijkheden staat vooral de beleving van de cliënt centraal. De zorg houdt in dat geval rekening met de individuele behoefte, waarbij een negatieve ervaring, bijvoorbeeld tijdens een ADL zorg moment dat stress geeft, zoveel mogelijk omgezet wordt in een positieve beleving