Cliënt en welzijn

Cliënt en welzijn

Inleiding

In Nederland is een kwetsbare groep die niet zelfstandig kan deelnemen aan de maatschappij. Denk bijvoorbeeld aan mensen met een psychiatrische ziekte, verstandelijk beperkten, mensen met verslavingsproblematiek maar ook jeugdigen kunnen hieronder vallen.

Deze mensen hebben hulp nodig bij het bevorderen van de persoonlijke ontwikkeling, bij hun zelfredzaamheid of de sociale kwaliteit om zo goed mogelijk (weer) mee te kunnen doen in de samenleving.

Welzijnswerkers ondersteunen deze groep mensen door bieden allerlei voorzieningen en activiteiten aan om mensen waar nodig te ondersteunen bij het realiseren van dit doel. Het welzijnswerk kan zich richten op één cliënt, maar ook op een groep, een buurt of een hele stad.

Een voorbeeld van welzijnswerk

Werkveld welzijnswerk

Binnen de welzijnssector verschillende werkvelden onderscheiden, zoals de gehandicaptenzorg, psychiatrie, verslavingszorg, opvang van asielzoekers, daklozenopvang en jeugdzorg. Welzijnswerkers zijn daarbij bijvoorbeeld werkzaam als begeleider gehandicaptenzorg, thuisbegeleider of agogisch begeleider.

Alle zorgverleners in het welzijnswerk richen zich op een gemeenschappelijk doel: zorgen dat mensen die dit niet zelfstandig kunnen, zoveel mogelijk mee kunnen doen in de maatschappij.

 

Een begeleider gehandicaptenzorg richt zich op de begeleiding en verzorging van cliënten met een verstandelijke, lichamelijke, zintuigelijke of meervoudige beperking. Binnen de gehandicaptenzorg zijn er verschillende functies en beroepen. Een beroepskracht richt zich veelal op de ondersteuning bij het leven met een beperking, het behouden en vergroten van de eigen regie, het bevorderen van de kwaliteit van leven en het voorkomen van ongemakken. De begeleiding kan plaatsvinden in een instelling, woongroep, school, dagbesteding of werkplaats van de cliënt.

Thuisbegeleiders bieden hulp aan volwassenen met psychosociale of psychiatrische problemen, of aan gezinnen met meervoudige problemen. Er vallen veel verschillende doelgroepen onder deze begeleiding. De thuisbegeleider komt bij cliënten thuis en begeleidt hen door structuur aan te brengen in dagelijkse bezigheden en te ondersteunen bij de opvoeding van eventueel aanwezige kinderen.

Agogisch medewerkers bieden begeleiding aan cliënten met psychische of psychiatrische
ziektebeelden of stoornissen, zoals asielzoekers, drugsverslaafden en moeilijk opvoedbare kinderen. Vaak hebben cliënten problemen op meerdere levensgebieden. Door middel van ondersteuning bij het herstelproces en het vergroten van de zelfredzaamheid en zelfstandigheid probeert een agogisch medewerker zijn cliënt deel te laten nemen aan de maatschappij. Dit vraagt om samenwerking met en ondersteuning van de omgeving. De begeleiding vindt dan ook zo veel mogelijk in de eigen omgeving van de cliënt plaats. Alleen als de cliënten een gevaar voor zichzelf of anderen vormen, kan opname in een instelling of begeleide woonvorm niet voorkomen worden. Dit gebeurt niet altijd vrijwillig.

Opdracht

1. Lees Hoofdstuk 1.1 (Module 11, theorieboek). In de bijlage zie je ook een powerpoint met de belangrijkste onderwerpen van H1.

2. Maak leeropdracht A: uitvoeren van welzijnswerk (Module 11, opdrachtenboek)

 

Dilemma's

Welzijnswerkers worden regelmatig geconfronteerd met dilemma’s. Een dilemma is het knooppunt waarin twee mogelijkheden klem komen te zitten. Dat is lastig. Een dilemma heeft twee mogelijkheden die beide negatieve consequenties hebben en je voelt je gedwongen om een keuze te maken. Dilemma’s geven echter ook de mogelijkheid om een pas op de plaats te maken en je af te vragen of je nog de juiste dingen op de juiste wijze doet.

Een veel voorkomend dilemma voor begeleiders gehandicaptenzorg is het vinden van balans tussen goede zorg en respect voor de autonomie van cliënten.

Thuisbegeleiders kunnen bijvoorbeeld te maken krijgen met conflicterende opvoedwaarden in de (sub)cultuur. Een cliënt denkt anders over een goede opvoeding dan gangbaar is in de Nederlandse samenleving.

Ook bij agogisch medewerkers komen morele dilemma’s nogal eens voor. Daarbij staat de vraag centraal wat goed gedrag is. Dit is een lastige vraag, omdat de probleemsituaties veelal complex zijn. Meerdere belangen spelen een rol, resultaten zijn niet met zekerheid vast te stellen en regels kunnen leiden tot conflicten. Per situatie moet de zorgverlener een keuze maken. Een voorbeeld kan zijn: moet een jongerenwerker een lichte overtreding van een jongere wel of niet bij de politie melden.

Opdracht

Maak leeropdracht B: Dilemma's (Module 11, opdrachtenboek)

Methodisch werken bij het oplossen van problemen

Als je methodisch werkt, wordt de kans op het maken van fouten in het werk kleiner. Ook is het dan duidelijker wat er verwacht wordt, wie welke verantwoordelijkheden heeft, en geeft de mogelijkheid je handelen te verantwoorden.

Kenmerken van methodisch handelen zijn:

  • het is doelgericht
  • het is systematisch
  • het is procesmatig
  • het is bewust

Bij methodisch werken doorloop je de volgende stappen:

  1. Beginsituatie bepalen
  2. Doel formuleren
  3. Plan van aanpak maken
  4. Plan van aanpak uitvoeren
  5. Evalueren en bijstellen

Opdracht

  1. Lees H1.2 - Methodisch werken (Module 11 Theorieboek)
  2. Maak leeropdracht C - Methodisch werken (Module 11, opdrachtenboek)

Oefentoetsje

Toets: Oefentoetsje H1

Start

  • Het arrangement Cliënt en welzijn is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Dianne Derks
    Laatst gewijzigd
    2020-03-27 11:36:58
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Na deze les kun je de verschillende werkvelden binnen de welzijnssector benoemen. Je krijgt inzicht in de mogelijke dilemma's binnen dit werkveld en hoe je hiermee om zou kunnen gaan. Ook leer je problemen methodisch op te lossen.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    Een voorbeeld van welzijnswerk
    https://www.youtube.com/watch?v=N0rCE0Ot8Os
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Oefentoetsje H1

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.