Examentraining VMBO GL/TL Duits

Examentraining VMBO GL/TL Duits

Intro: Examentraining

Beste leerling,

via deze module ga jij, je voorbereiden op het eindexamen voor Duits. Je vindt hier tips, oefeningen en uitlegfilmpjes. Succes met de voorbereidingen op jouw eindexamen. 

 

Zet hem op!

Leesstrategieën

Voorspellen

 

Door goed te kijken naar de titel, plaatjes, opvallende woorden en bijschriften kun jij bij bepaalde teksten al voorspellen waarover de tekst gaat. Hierdoor zou je sommige antwoorden al kunnen wegstrepen en/of het zorgt ervoor dat je de tekst makkelijker begrijpt.

 

Skimmen

 

De tekst skimmen betekent de tekst snel en globaal doorlezen om zo een idee te krijgen waarover de tekst gaat. Bij langere teksten kijk je naar de titel, plaatsjes en bijschriften, lees je de inleiding en lees je de eerste en laatste zinnen van elke alinea. Blijf niet te lang staan bij worden die je niet kent en kijk vooral naar werkwoorden en zelfstanding naamwoorden die je wel kent.

 

Voorkennis gebruiken

 

Doordat je gebruik maakt van je voorkennis van het onderwerp van de tekst, kun je eventueel gebrek aan woordkennis compenseren. Dat betekent dat je niet alle (moeilijke) woorden hoeft te kennen of op te zoeken om toch te weten waar de tekst over gaat.

 

Structuur van de tekst ontdekken en gebruiken

 

Er wordt van je verwacht dat je verbanden tussen delen van een tekst kunt herkennen en aangeven. Denk hierbij aan verwijzingen, voorbeelden, argumenten, conclusies of herhalingen. Signaalwoorden kunnen je hierbij helpen. Hier krijg je ook diverse vragen over op je examen. Belangrijk is dus dat je inzicht hebt in de structuur/opbouw van de tekst.

 

Scannen: selectief lezen

 

Je leest de tekst selectief om bepaalde informatie in de tekst te vinden. Bij een aantal vragen tijdens je examen is het de bedoeling dat je 1 bepaald gegeven in een lange tekst vindt. Je hoeft dan niet de hele tekst te lezen, maar scant de tekst naar die specifieke informatie. Daarbij let je op bepaalde tref- en kernwoorden.

 

 

Gedetailleerd lezen

 

Soms is het nodig om een (korte) tekst of een deel van een tekst intensief te lezen om de vraag te kunnen beantwoorden. Je moet dan een gedeelte van de tekst of de gehele tekst grondig doorlezen en uitpluizen en verbanden ontdekken of leggen.

 

Woordbetekenissen afleiden of raden

 

Deze strategie kan je tijd opleveren, omdat je de betekenis kunt afleiden of raden zonder het te hoeven opzoeken. Ook vind je niet alle woorden letterlijk in het woordenboek. Als je echter het woord wel nodig hebt om de tekst te begrijpen kun je proberen te kijken naar de zinsverband en de context(zin ervoor of erna)of je kunt proberen het woord in stukken te hakken, waardoor je misschien een gedeelte van het woord wel begrijpt.

Signaalwoorden

Signaalwoorden

Via deze quizlet kun je veelvoorkomende signaalwoorden oefenen.

Tip: kijk ook eens naar deze uitlegvideo!

Hieronder een overzicht van een aantal signaalwoorden:

Signaalwoordenlijst Duits

Beperking

 

nur

slechts, alleen (maar

jedenfalls

in elk geval

Gevolg/conclusie

 

also

dus

daher

vandaar

damit

zodat, om te bereiken dat

deshalb

derhalve, daarom

demnach

dus, daarom

deswegen

daarom, vandaar

je…desto

hoe (bv. groter)… hoe (bv. zwaarder)

so*

dus, daarom

so….dass

zo (bv. eerlijk)… dat… (bv. kwetsend)

Reden/oorzaak

 

denn

want

weil

omdat

schließlich

per slot van rekening

nämlich

namelijk

Indem

doordat

Tegenstelling

 

aber

maar (kan ook op de 2e of 3e plaats van een zin staan)

doch

toch, maar

jedoch

echter

dennoch

desalniettemin

allerdings

echter

nicht… sondern

niet…. maar

obwohl

hoewel

trotz(dem)

(des)ondanks

während

terwijl

zwar…aber

weliswaar…. maar

dagegen, hingegen

daarentegen

einerseits… andererseits

enerzijds… anderzijds

eigentlich

eigenlijk

immerhin/ohnehin

in ieder geval, toch

stattdessen

in plaats daarvan

Uitbreiding/opsomming

 

auch*

ook

ebenfalls

eveneens, ook

außerdem, zudem, zusätzlich

bovendien

nicht nur… sondern auch….

niet alleen…., maar ook…

Erstens/Zweitens/Drittens

ten eerste/tweede/derde

sowie

evenals, alsook

Vergelijking

 

auch*

ook

(eben/genau) so… wie

(net/precies) zo…. als

weder… noch

noch… noch (geen van beiden)

Versterking

 

erst recht

pas echt

gar

al helemaal

nicht nur… sondern auch*

niet alleen… maar zelfs

sogar

zelfs

tatsächlich/in der Tat

inderdaad

zumal

vooral

Voorbeeld geven/concreet maken

 

zum Beispiel

bijvoorbeeld

etwa

bijvoorbeeld

Extra informatie

 

übrigens

overigens, ‘by the way’

zusätzlich

daar komt bij, daarnaast

 

Oefenen

Oefening:Signaalwoorden oefening

Oefening:Vraag 2

Stappenplan

Stappenplan lezen

Een stappenplan kan je helpen sneller het juiste antwoord te vinden.

 

Stap 1: oriënteren

•Kijk altijd eerst naar de titel, plaatsjes, opvallende woorden, bijschriften…

•Bepaal zo het thema van de tekst. Dit kan je helpen om makkelijker te begrijpen waar de tekst over gaat.

•Activeer je voorkennis. Hierdoor hoef je niet altijd alle moeilijke woorden te begrijpen om de tekst toch te begrijpen of begrijp je moeilijke woorden eerder.

 

Stap 2: lees de vraag (+antwoorden)

•Lees altijd eerst de vraag en vaak ook de antwoorden, om zo te zien wat er van je verwacht wordt en waar je moet zoeken.

•Welk soort vraag is het? Meerkeuze/open vragen…

•Begrijp je de vraag?

•Begrijp je de antwoorden?

•Waar moet je zoeken?

 

Stap 3: lees de tekst of een stukje

•Lees de tekst of het stukje tekst en markeer meteen signaalwoorden en delen van de zin of zinnen die jij denkt dat belangrijk zijn.

•Woorden waarvan je denkt de betekenis nodig te hebben zoek je op. Schrijf deze erbij!!! Misschien ben je hem later nog nodig

 

Stap 4: Beantwoord de vraag

•Kijk of je foute antwoorden kunt wegstrepen

•Lees waar nodig het stukje nog een keer

•Geef altijd een antwoord

•Geef altijd het antwoord in het Nederlands behalve als het anders staat vermeld.

•Geef antwoord op dat wat er wordt gevraagd en geef een duidelijk antwoord.

Vraagsoorten

Verschillende vraagsoorten

1. Formuleringsvraag: in dit type vraag moet je de impliciete of expliciete betekenis van een tekstgedeelte opsporen. “Wat betekent dat hier?” of “Waar gaat het hier precies om?”, door goed de vraag en de passage erbij te lezen, de betekenis in je hoofd te verwoorden en zo beknopt en precies mogelijk weer te geven wat je uit de tekst kunt halen.

 2. Samenvattingsvraag: een samenvattingsvraag verlangt van je om de belangrijkste informatie uit het betreffende tekstdeel te halen en (in eigen woorden) te kunnen omschrijven. Dit omschrijven is met name bij open vragen van belang. Zorg dat je bij de beantwoording beperkt tot de aangegeven alinea’s of regels.

3. Kernvraag: hier wordt gevraagd naar de hoofdgedachte of de kern van een tekst(deel).”Wat is de kern van dit artikel?” of “Welk doel had de auteur bij het schrijven van deze tekst?” Als dit de enige vraag is bij de tekst moet je skimmen*; als er meerdere vragen bij de tekst staan, moet je nauwkeuriger lezen en citaten, voorbeelden e.d. wegstrepen, totdat je echt de kern te pakken hebt. Geef dan zo beknopt en precies mogelijk die kern weer.

4. Functievraag: in dit type vraag wordt gevraagd verbanden weer te geven tussen gedeeltes van de tekst, zoals: “Hoe verhoudt deze alinea zich tot de vorige?’ of “Waar dient deze alinea voor?” Hier gaat het om oorzaak, gevolg, een illustratie, een tegenstelling, een versterking, enz.. Vaak komen bij deze vragen als antwoordopties signaalwoorden of kernwoorden (zie overzicht Kernwoorden vraagstelling Centraal Examen) voor.

5. Conclusievraag: bij conclusievragen moet jij zelf een conclusie trekken uit de passage waar de vraag naar verwijst. Dit vereist nauwkeurig lezen, zonder je eigen interpretatie. Gebruik dus alleen de context en je (voor)kennis.

6. Beoordelingsvraag: bij dit type vragen vraagt men naar de toon van een tekstdeel. “Wat is de toon van dit artikel?””Hoe denkt de auteur over deze kwestie?” e.d. Hierbij moet je de vraag lezen, de passage waarover de vraag gaat, vaststellen wat die passage in het Nederlands precies betekent en of de toon bijv. ironisch, enthousiast, onverschillig, neutraal is.

7. Verwijsvraag: “Waarnaar verwijst … in deze zin?”of “Waar heeft het woord … betrekking op? Hiervoor moet je teruglezen in het voorgaande tekstdeel en moet je een woord kunnen vervangen door het verwijswoord uit de vraag.

8. Invulvraag: invulvragen komen bij gatenteksten voor of heeft tot doel jou een ontbrekend woord te laten vinden dat in de tekst had kunnen staan. “Welk woord past het beste op deze plaats?’ of “Met welk woord had deze zin kunnen beginnen?’ In dit geval moet je altijd het deel voor en na het in te vullen woord goed begrijpen, goed bepalen wat voor functie dit woord heeft en tot welke woordsoort het behoort. Dan bepaal je wat het verband is tussen het deel voor en na het in te vullen woord. Vervolgens bedenk je voor jezelf in je hoofd het woord dat zou passen en kijk je daarna pas uit welke woorden je kunt kiezen.

Vraagsoorten deel 1

Vraagsoorten deel 2

De laatste tips!

Examen Duits: handleiding beantwoorden vragen.

Opmerkingen vooraf:

  • Het Duits examen bestaat uit korte, middellange en lange leesteksten.
  • Vragen worden bij de middellange en lange leesteksten meestal over 1 alinea gevraagd.
  • Gemiddeld heb je 14 teksten en 40 tot 45 vragen.
  • Een woord opzoeken kost al snel een aantal minuten. Woordenschat is van groot belang!!!!

 

  1. Aanpak korte teksten:
  • Lees meteen de vraag en de antwoorden, dan pas de tekst lezen.

 

  1. Goed fout/vragen-> de meeste punten waard
  • Kun je de bewering in de tekst niet vinden, dan is het antwoord fout!!!!!
  • Markeer voor jezelf waar je een goed antwoord hebt gevonden.

 

  1. Meerkeuzevragen die in het Duits gesteld worden (90% van de examenvragen)
  • Vertaal voor jezelf de vraag en de antwoorden.
  • Of: Kom eerst met een eigen antwoord en kijk of het erbij staat.
  • Snap je de alinea niet?: Gebruik de antwoorden om meer info te krijgen, maar weet dat er altijd 2 onzinantwoorden bij zitten.
  • Alineavraag: Wat is kern van de alinea?: Antwoorden vaak aan begin of eind.

 

  1. Nederlandse meerkeuzevragen en antwoorden dus ook
  • Lees alleen de vraag.
  • Zoek het juiste antwoord in de alinea.
  • Kies dan het juiste antwoord.

 

  1. Puntenpakker sinds 2012: Nieuwe vraagsoort: Omschrijving zoeken bij een product.

 

  • Hierbij is het woordenboek belangrijk en je moet hier net zoveel tijd aan besteden als jij nodig hebt!

 

  1. Open vragen:

 

Beantwoord deze altijd in het Nederlands, tenzij anders aangegeven.

  • Verwerk altijd de vraag (of deel ervan) in het antwoord, dus wees volledig.

 

Algemeen: Na een leesteken, met name een dubbele punt of aanhalingstekens heb je een grote kans op een antwoord!

 

  • Het arrangement Examentraining VMBO GL/TL Duits is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Saskia Ebbers Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2021-03-04 19:02:45
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Via deze training ga je aan de slag met leesstrategieën, tips en signaalwoorden om beter te lezen en zo ook de Duitse leesteksten beter en sneller te begrijpen.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    https://www.youtube.com/watch?v=Jlbj-l11rmE
    https://www.youtube.com/watch?v=Jlbj-l11rmE
    Video
    Signaalwoorden
    https://www.youtube.com/watch?v=lc0kTQ1MiEY&t=3s
    Video
    Stappenplan lezen
    https://www.youtube.com/watch?v=thiIFeTtRDg&t=5s
    Video
    Vraagsoorten deel 1
    https://www.youtube.com/watch?v=X6cZdWqsJiQ
    Video
    Vraagsoorten deel 2
    https://www.youtube.com/watch?v=Wh9vYiK-0pM&t=9s
    Video
    https://www.youtube.com/watch?v=j8U4O66uwM4&t=178s
    https://www.youtube.com/watch?v=j8U4O66uwM4&t=178s
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Signaalwoorden oefening

    Vraag 2

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.