Inleiding
Kwaliteitszorg 2 is een vervolg op het vak kwaliteitszorg uit het eerste jaar. Jullie hebben daarin onderwerpen als wet- en regelgeving, mensenrechten, protocollen behandeld. We beginnen met een herhaling van de termen en vervolgens gaan jullie onderzoeken hoe kwaliteitzorg op stage is ingevuld.
Daarnaast gaan jullie aan de slag met de oefenopdracht B1-K2-W2 werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg.
Kwaliteitszorg is een relatief begrip. Of de zorg goed wordt uitgevoerd of niet, is een mening.

Beoordeling
Tijdens deze lessen beoordelen we je op:
- Inzet
- Aanwezigheid
- Opdrachten in de lessen
- Eindopdracht: oefenopdracht B1-K2-W2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteitszorg
Planning
Lessen
|
Inhoud
|
Les 1
|
Inleiding kwaliteitszorg
|
Les 2
|
Hoe meet je kwaliteit?
Uitleg oefenopdracht B1-K1-W2
|
Les 3
|
Verbeteren van Kwaliteit
|
Les 4
|
Kwaliteitsinstrumenten
|
Les 5
|
Beroepsethiek
|
Les 6
|
Gastles Etnisch profileren van Amnesty
|
Les 7
|
Ethiek bij doelgroepen
|
Les 8
|
Werken aan oefenopdracht B1-K1-W2
|
Les 9
|
Inleveren oefenopdracht B1-K2-W2
|
Bufferweek
|
Bufferweek
|
Lessen
Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Opdracht Dilemma’s
Kies een van de onderstaande casussen uit. En ga aan de slag met de volgende 4 stappen.
Verkennen: wat is er aan de hand? Welke handelingsopties zijn er en wie zijn in deze situatie de betrokkenen?
Onderzoeken: wat is de ethische vraag of het dilemma? Welke argumenten (waarden, belangen en principes) zijn hier in het spel?
Afwegen: weeg zorgvuldig af waarom je een bepaalde keuze maakt en wat mogelijke gevolgen zijn voor wie. Wat is het gevolg van jouw handeling of het nalaten daarvan voor de cliënt?
Besluiten: zoek naar de balans tussen alle (morele) betrokkenen met het oog op goede zorg
Casus 1:
Dirks vader weet precies hoe hij de haren van zijn zoon Dirk (23) moet knippen. Dirk vindt het mooi hoe zijn vader dat doet. Hij kijkt na een knipbeurt nog heel vaak in de spiegel. De begeleider heeft Dirk zelfs een keer zijn eigen spiegelbeeld zien kussen. Lastig is dat Dirk moeilijk kan stilzitten, omdat hij snel is afgeleid. Als hij door het raam een vliegtuig door de lucht ziet gaan, springt hij plotseling op en roept hij heel hard: ‘vliegen, vliegen, vliegen!’ Dan begint hij door de kamer te rennen. Daarom bindt zijn vader hem van kinds af aan voor de zekerheid altijd aan de stoel vast, ook nu hij niet meer thuis woont.
Casus 2:
Luuk heeft een licht verstandelijke beperking en epilepsie. Binnenkort wordt hij 18 en hij praat er al weken over: als hij jarig is geweest, neemt hij rijlessen. Luuk is gek op Formule 1-sport en kijkt graag naar mooie auto’s. Deze hobby deelt hij met zijn broer Tom die ook een licht verstandelijke beperking heeft. Tom heeft vorig jaar zijn rijbewijs gehaald. Luuk is ervan overtuigd dat als zijn broer het kan, het hem ook gaat lukken. Hij kan dan zelf naar zijn werk en hoeft niet meer opgehaald te worden door de taxi. De ouders van Luuk vinden het lastig dat hij zo met de rijlessen bezig is. Ze gunnen hem zijn grote droom, maar verwachten dat autorijden vanwege de onvoorspelbaarheid van zijn epileptische insulten en leerproblemen niet haalbaar is. Ze willen hem beschermen voor een grote teleurstelling en zijn bang dat de rijlessen zijn zelfvertrouwen zullen schaden.
Casus 3:
Pedro is een vrolijke jongen van 15 met een licht verstandelijke beperking. Hij komt uit een groot, warm gezin van 6 kinderen en thuis sliep hij vaak met zijn broertje of zusje in één bed. Nu woont hij sinds een jaar op de woongroep Zonneheuvel met 5 andere bewoners.
Pedro heeft het erg naar zijn zin op de groep en heeft leuke contacten met de andere jongens en meiden. Maar ’s nachts zorgt hij voor onrust. Zodra het donker wordt en iedereen naar bed is, zoekt hij de andere bewoners op en kruipt bij een van hen in bed. ‘Even knuffelen’, zegt hij zelf. Een van de meiden bij wie hij vaak in bed kruipt heeft een vriend op een andere woongroep. Hij is hier niet van gediend.
Een aantal familieleden van de bewoners en medewerkers vinden dat dit ongewenste gedrag direct moet stoppen. Terwijl Pedro zich van geen kwaad bewust is.
Casus 4
Jurgen is dolblij als hij het robotkatje ziet. Samen met de andere bewoners van de groep geeft hij haar een naam: Mies. Jurgen knuffelt en borstelt haar elke dag en als zijn moeder op bezoek komt laat hij Mies trots zien. Ook de andere bewoners raken gehecht aan de kat.
Na een maand wordt Mies weggehaald. De robotkat wordt ingezet bij de volgende groep. Het is namelijk te duur om voor elke groep een robot aan te schaffen. Jurgen kan niet geloven dat Mies weg moet en is ontroostbaar. ‘Ik mis mijn maatje’, zegt hij steeds.
Les 6
Les 7
Les 8
Werken aan de oefenopdracht
Les 9
Eindopdracht
De eindopdracht voor het vak kwaliteitzorg 2 is de oefenopdracht B1-K2-W2 werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg.
Deze kun je vinden in de Digibib van Consortium. https://digibib.consortiumbo.nl
Alternatieve opdracht
De eindopdracht voor het vak kwaliteitzorg 2 is de oefenopdracht B1-K2-W2 werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg.
Deze kun je vinden in de Digibib van Consortium. https://digibib.consortiumbo.nl
Bronnen
De volgende bronnen zijn gebruikt in dit vak:
- Digibib van Consortium https://digibib.consortiumbo.nl
- Professioneel werken voor maatschappelijke zorg van Angerenstein welzijn
- Maatschappelijke zorg 1 van Angerenstein welzijn
- Maatschappelijke zorg 2 van Angerenstein welzijn