Rijksbegroting
Vooraf

Op de derde dinsdag van september, Prinsjesdag, komt de koning naar het Binnenhof in Den Haag om de troonrede voor te lezen. De troonrede wordt rechtstreeks uitgezonden op radio en televisie.
De troonrede is geschreven door de minister-president in overleg met de andere ministers.
In de troonrede staan de plannen van de regering voor het komende jaar.
Omdat het uitvoeren van die plannen geld kost, staat de minister van Financiën die dag speciaal in de belangstelling. Het financiële verhaal bij de plannen draagt hij bij zich in het 'koffertje'.
Het koffertje bevat de rijksbegroting: een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven voor het volgende jaar.
Wat denk jij?
Waarom gaat het om verwachte inkomsten en uitgaven?
Bedenk een uitgavepost waarvan het lastig is om van te voren vast te stellen hoeveel geld daar naar toe moet.
Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- de definities van de begrippen rijksbegroting en Miljoenennota geven.
- uitleggen wat bedoeld wordt met een begrotingstekort en wat de relatie van een begrotingstekort met de staatsschuld is.
Activiteiten
Stap |
Groepsgrootte |
Activiteit |
Stap 1 |
Alleen |
Informatie lezen en vragen beantwoorden over de rijksbegroting. |
Stap 2 |
Alleen |
Video bekijken en vragen beantwoorden over de overheidsfinanciën. |
Stap 3 |
Alleen |
Vragen over leningen van de overheid beantwoorden. |
Stap 4 |
Alleen + samen |
Vragen over een staatsschuld beantwoorden en bespreken met klasgenoot. |
Stap 5 |
Alleen |
Krantenartikel lezen en vraag beantwoorden met behulp van dit artikel. |
Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1: Rijksbegroting
Ga naar de Kennisbank economie en bestudeer de pagina's van het onderdeel:
KB: Rijksbegroting
1
Gebruik de informatie uit de Kennisbank om de volgende vragen te beantwoorden.
- Wat staat er in de rijksbegroting?
- Hoe is de rijksbegroting opgebouwd?
- Tegenwoordig wordt de Miljoenennota ook wel miljardennota genoemd.
Leg uit waarom.
- Wanneer spreek je van een begrotingstekort?
Wat gebeurt er als de overheid een aantal jaar achter elkaar een tekort heeft?
2
De volgende gegevens komen uit de begroting van 2015.
Inkomsten overheid |
€ 246,8 miljard |
Uitgaven overheid |
€ 259,6 miljard |
Overheidsschuld |
€ 467 miljard |
Rentelasten |
€ 8,4 miljard |
Ga er bij het beantwoorden van de volgende vragen uit dat er 16,6 miljoen Nederlanders zijn.
- Hoeveel bedroeg het begrotingstekort over 2015?
- Bereken het begrotingstekort per dag.
Bereken ook het begrotingstekort per Nederlander.
- Bereken de overheidsschuld per Nederlander.
- Bereken hoeveel rente de overheid gemiddeld over de overheidsschuld betaalt.
Stap 2: Gezonde overheidsfinanciën
Als de overheid jaar na jaar meer uitgeeft dan ze binnenkrijgt, kan dat tot problemen leiden.
Bekijk onderstaand filmpje maar eens.
Beantwoord de volgende vragen.
- Wat wordt genoemd als de oorzaak van het tekort op de begroting?
- Waardoor wordt dit tekort de komende jaren eerder groter dan kleiner als de overheid niets doet?
- Wat is het probleem als de staatsschuld steeds hoger wordt?
- Noem twee maatregelen die het kabinet in 2010 heeft genomen?
- Leg uit waarom de verhoging van de pensioenleeftijd kan leiden tot meer inkomsten en minder uitgaven voor de overheid.
Stap 3: Staatsschuld: ja of nee?
Ramona Kamps vindt het vreemd dat de schuld van de overheid zo hoog is opgelopen. Zij vindt dat je nooit meer uit mag geven dan dat je binnenkrijgt. Dat geldt voor een gezin en dus ook voor de overheid.
Jack van Wieringen is het niet met Ramona eens. Hij vindt dat de overheid, net als een gezin, in sommige gevallen best geld mag lenen. Hij zegt: 'Voor het aanleggen van wegen of het bouwen van een school mag de overheid best geld lenen.'
Wat vind jij?
Ben je het eens met Ramona of ben je het eens met Jack?
Vergelijk jouw mening met de mening van enkele klasgenoten.
Probeer klasgenoten die een andere mening hebben met argumenten te overtuigen van jouw mening.
Stap 4: Aflossen staatsschuld

Lees het volgende krantenartikel.

Kies het juiste antwoord.
Welke redenering volgt de minster van Financiën als hij voorstelt het begrotingsoverschot te gebruiken voor de aflossing van de staatsschuld?
- Meer aflossen > kleinere staatsschuld > meer rente betalen > meer geld over.
- Meer aflossen > groter staatsschuld > meer rente betalen > minder geld over.
- Meer aflossen > kleinere staatsschuld > minder rente betalen > meer geld over.
- Meer aflossen > kleinere staatsschuld > minder rente betalen > minder geld over.