Welcome back!
You are about to start theme: 'Television'.
In het thema vind je verschillende onderdelen om te kijken, luisteren lezen en natuurlijk om te doen. Er zijn video's, audiofragmenten, afbeeldingen, foto's en oefeningen. Er zijn verschillende soorten oefeningen. Sommige oefeningen doe je alleen, andere oefeningen doe je in een groep.
Aan het eind van deze oefeningen die je in een groep doet, bespreek je de antwoorden in je groep.
Sommige oefeningen worden nagekeken door de computer.
Aan het eind van het thema heb je::
geluisterd naar mensen die praten over televisie(programma's).
teksten gelezen over jongeren en televisie.
gesproken over reality tv.
een e-mail geschreven over televisie.
grammatica geoefend en veel nieuwe woorden geleerd.
een oefenexamen gemaakt.
Maak, voordat je met dit alles aan de slag gaat, de volgende introductieoefening.
Need to know
What do you need to know?
Voordat je met dit thema begint, ga je met elkaar over televisie praten.
Kies vier of vijf vragen uit en bespreek die vragen in je groepje.
Kijk je veel naar de televisie?
Wanneer kijk je televisie?
Heb je een eigen televisie?
Naar welk zender kijk je het liefst?
Wat is je favoriete televisieprogramma?
Wat vind je van reclame op televisie?
Kan het kijken naar de televisie je gedrag beïnvloeden?
Wat vind je van geweld op televisie?
Wat zijn de voordelen van televisie kijken?
Wat zijn de nadelen van televisie kijken?
Can do
In dit thema zul je je richten op de volgende 'leerdoelen' ('can do'-statements).
Luisteren
Je kunt eenvoudige geluidsfragmenten begrijpen als ze over televisie gaan.
Je begrijpt de fragmenten als de mensen langzaam en duidelijk spreken.
Je kunt van discussies over televisieprogramma'sde hoofdlijnen volgen.
Lezen
Je kunt een eenvoudig verhaal over televisie kijken volgen als de woorden worden gebruikt die je in dit thema hebt geleerd.
Je kunt de beschrijving van gebeurtenissen in een televisieprogramma begrijpen.
Gesprekken voeren
Je kunt deelnemen aan een gesprekje over televisie kijken.
Je gesprekspartner spreekt vrij langzaam. Soms wordt je geholpen bij het zoeken naar de juist woorden.
Je kunt eenvoudige vragen stellen en beantwoorden. Je maakt gebruik van de woorden die je in dit thema geleerd hebt.
Spreken
Je kunt een eenvoudig verhaal vertellen met zinnen uit het thema Television.
Je kunt in korte zinnen vertellen over een televisieprogramma.
Schrijven
Je kunt een e-mail schrijven over een programma dat je hebt gezien op de televisie.
Je gebruikt de woorden die je in dit thema hebt geleerd.
Lessons
Hieronder vind je de drie blokken die horen bij dit thema.
Maak je keuze.
Hieronder vind je woordenlijsten en lijsten met zinnen die horen bij dit thema.
Deze komen ook terug in de diagnostische toets. Overleg met je docent wanneer je deze lijsten gaat leren.
There are many ways to study vocabulary. You can read the words aloud or copy them.
Click in StudioWozzol on the red arrow for the options.
Finishing touch - projects
Je hebt de blokken van het thema 'Television' doorgewerkt.
Tijd voor de Finishing touch.
Je vindt hier een extra lees- en luisteropdracht (projects).
Maak je keuze in overleg met je docent.
Succes!
Project A: Reading
Project A Reading: Reality Television
This is a difficult text. Are you able to read it? Give it a try! Dit is een moeilijke tekst. Kun je het lezen? Probeer het eens!
Read the text.
Do the exercise.
Reality TV
Reality television is a genre of television programming which, it is claimed, presents unscripted dramatic or humorous situations, documents actual events, and features ordinary people rather than professional actors. It could be described as a form of artificial or "heightened" documentary. Although the genre has existed in some form or another since the early years of television, the current explosion of popularity dates from around 2000.
Reality television covers a wide range of television programming formats, from game or quiz shows which resemble the frantic, often demeaning programmes produced in Japan in the 1980s and 1990s (a modern example is Gaki no tsukai), to surveillance- or voyeurism- focused productions such as Big Brother.
Critics say that the term "reality television" is somewhat of a misnomer and that such shows frequently portray a modified and highly influenced form of reality, with participants put in exotic locations or abnormal situations, sometimes coached to act in certain ways by off-screen handlers, and with events on screen manipulated through editing and other post-production techniques.
Part of reality television's appeal is due to its ability to place ordinary people in extraordinary situations. For example, on the ABC show, The Bachelor, an eligible male dates a dozen women simultaneously, travelling on extraordinary dates to scenic locales. Reality television also has the potential to turn its participants into national celebrities, outwardly in talent and performance programs such as Pop Idol, though frequently Survivor and Big Brother participants also reach some degree of celebrity.
Some commentators have said that the name "reality television" is an inaccurate description for several styles of program included in the genre. In competition-based programs such as Big Brother and Survivor, and other special-living-environment shows like The Real World, the producers design the format of the show and control the day-to-day activities and the environment, creating a completely fabricated world in which the competition plays out. Producers specifically select the participants, and use carefully designed scenarios, challenges, events, and settings to encourage particular behaviours and conflicts. Mark Burnett, creator of Survivor and other reality shows, has agreed with this assessment, and avoids the word "reality" to describe his shows; he has said, "I tell good stories. It really is not reality TV. It really is unscripted drama."
Bron: www.UsingEnglish.com
Did you manage to read and understand this text?
If you did, have a try to answer these questions. Is het je gelukt om deze tekst te lezen en te begrijpen?
Als dat zo is, probeer dan deze vragen te beantwoorden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hoe vond jij deze opdracht gaan?
Geef bij elk onderdeel aan hoe jij vond dat het ging.
Onderdeel
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Woordenschat
Je beheerst alle eenvoudige woorden om een briefje, e-mail of eenvoudige tekst te kunnen begrijpen.
Je beheerst de meest noodzakelijke woorden om een briefje, e-mail of eenvoudige tekst te kunnen begrijpen.
Je beheerst niet voldoende woorden om een briefje, e-mail of eenvoudige tekst te kunnen begrijpen.
Zinsbouw en grammatica
Ik kan de werkwoordsvormen en zinnen goed herkennen en begrijpen.
Ik kan genoeg zinnen en werkwoordsvormen herkennen. Ik begrijp sommige zinnen en werkwoordvormen.
Ik kan werkwoordsvormen en zinsopbouw niet goed herkennen en begrijpen.
Tekstinzicht
Je kunt de opbouw en grote lijn goed zien. Je kunt ook de betekenis van onbekende woorden makkelijk afleiden uit de context.
Je kunt de opbouw en de grote lijn van een tekst vrij goed zien, maar je kunt zelden de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context.
Ik zie de opbouw en grote lijn van de tekst niet helemaal en kan de betekenis van onbekende woorden niet afleiden uit de context.
Tempo van lezen
Je kunt vlot en makkelijk doorlezen. Je begrijpt alles wat er staat. Je kunt de volledige tekst tot in alle details doorlezen.
Je hebt vaak al voldoende leestempo om redelijk wat van wat je leest te begrijpen.
Je kunt de volledige tekst globaal doorlezen.
Je hebt te veel tijd nodig om alles volledig te kunnen doorlezen. Wat je leest begrijp je niet helemaal.
Leesstrategie
Je kunt naar de grote lijn van een tekst kijken en daarna naar de details.
Vooraf gebruik je de indeling, de plaatjes en voorkennis (wat je al van het onderwerp af weet).
Je kunt met gebruik van de indeling, plaatjes en voorkennis (wat je al weet van het onderwerp) met moeite de grote lijn in de tekst bekijken.
Je vertaalt nog te veel zinnen zonder verband te zien.
Je begrijpt niet goed hoe je de tekst moet aanpakken en begint woord voor woord te lezen. Je maakt te weinig gebruik van voorkennis (wat je al weet van het onderwerp).
Project B: Listening
Project B Listening: TV advertisements
You are going to listen to a conversation between Lori and Michael. They talk about television. Je gaat luisteren naar een gesprek tussen Lori en Michael. Ze praten over televisie.
Read the questions.
Listen to the conversation.
Answer the questions.
Read the questions.
What does Lori think of television?
What does she say about people watching television?
What does Michael say about people watching television?
What does Michael say about the BBC?
Why does Lori say: “Do you really say that, advertisements?”
What else does Lori say about the word advertisements?
Where do the BBC get their money from?
Does Michael watch a lot of TV?
Listen to the conversation. Luister naar het gesprek.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
On these pages you can watch TV two ads from the 1960's. Op deze pagina's kun je twee advertenties uit de jaren zestig op TV bekijken.
Watch each video. Bekijk alle video's.
Read the transcription. Lees de transcriptie.
What are the differences between the video and the transcription? Wat zijn de verschillen tussen de video en de transcriptie?
Watch the video again and check the solution. Bekijk de video nog eens en controleer het antwoord.
Ad 1 - Alexis Lechine Wines
Transcription
Alexis Lechine wines are full of taste.
Alexis Lechine wines are sweet.
Alexis Lechine wines are yellow.
Drink an Alexis Lechine wine with any sort of food or some time you feel like drinking with a girl.
Alexis Lechine fine Californian wines.
Ad 2 - Wonderful Fords
You are going to know the excitement of seeing that which has never been seen before. You are about to enter a beautiful, exciting, wonderful new world, the world of 1950. For the first time in history, you'll see… not one … not two … but three completely new sorts of Ford cars for 1960. A wonderful new world of Fords. First, representing the 1960 Fords, the finest Fords in a lifetime: the magnificent new Galaxy.
With a wondrous, new life in the course of a lifetime, The finest new Fords of a lifetime, In a beautiful, wonderful, new world of Fords. Beautiful from all points of view, worth more from every point of value, the 1960 Fords open up a whole, wonderful, new, world of style, elegance and built-for-people comfort.
And now the world's most wanted car: The Thunderbird, the finest of fine cars, The last word in wish-it-were-mine cars, The dream car of the wonderful, new world of Fords. The 1960s Wonderbird!
And finally, the car everyone's been wanting to see: the new-size Ford, the Falcon. The Falcon, the new-size Ford Falcon you'll find that, The new-size Ford Falcon's the easiest car in the wide world to buy. Here's full comfort for six adults in a car that'll give you up to forty miles a gallon. A new-size car has a new-size price. It's the cheapest car in the world to own: the Ford Falcon. You can buy these cars at your Ford dealer's showroom, now. The Falcon, the Thunderbird and the 1960 Fords. There's a big, wide, wonderful world of new Fords, Newly-proportioned-for-you Fords, A beautiful, wonderful, beautiful, wonderful, Beautiful, wonderful, new world of Fords.
Hoe vond jij deze opdrachten gaan?
Geef bij elk onderdeel aan hoe jij vond dat het ging.
Onderdeel
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Focus
Je kunt je volledig concentreren.
Je kunt de hele opdracht aandachtig luisteren.
Je vindt het lastig om je volledig te concentreren.
Maar het grootste deel van de opdracht kun je aandachtig luisteren.
Je kunt je niet goed concentreren.
Je bent tijdens de opdracht snel afgeleid.
Begrip
Je kunt de tekst goed begrijpen. Vrijwel alle woorden heb je wel herkend.
Je begrijpt de vragen goed en kunt alle vragen beantwoorden.
Je kunt de tekst vrij goed begrijpen. De meeste woorden heb je ook wel herkend.
Je begrijpt de vragen goed en kunt de meeste vragen beantwoorden.
Doordat je veel woorden niet herkent, kun je de tekst niet goed begrijpen.
Je begrijpt de vragen niet heel goed. Daardoor kun je niet alle vragen goed beantwoorden.
Luisteren naar details.
Je kunt alle details uit de gesproken tekst begrijpen.
Alle specifieke informatie en details kun je in je gebruiken in je antwoorden.
Je kunt de meeste details uit de gesproken tekst begrijpen.
De meeste specifieke informatie en details kun je in je gebruiken in je antwoorden.
Je begrijpt niet veel details uit de gesproken tekst.
Je kunt specifieke informatie daardoor niet goed gebruiken in je antwoorden.
Oefenprogramma Engels
Slow TV
Als je school deelneemt aan VO-content kun je oefenen met het oefenprogramma Engels.
Hieronder een opdracht uit het oefenprogramma die mooi past bij het thema 'Television'.
Log in met je School Entree-account!
Op www.oefenprogrammaengels.nl kun je natuurlijk ook verder oefenen met andere lees-, luister- of kijkopdrachten!
Eindexamentraining
Examen oefenen
Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.
Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.
Je score kan worden bijgehouden als je inlogt bij ExamenKracht.
Het arrangement Thema Television - b34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor vmbo beroepsgerichte leerweg, leerjaar 3 en 4. Dit is thema 7 'Television'. Het gaat over televisieprogramma's, mensen die tv kijken of op tv verschijnen en reality tv. Het thema omvat de volgende onderwerpen: What's on tv?, 15 minutes on fame en Drama.
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor vmbo beroepsgerichte leerweg, leerjaar 3 en 4. Dit is thema 7 'Television'. Het gaat over televisieprogramma's, mensen die tv kijken of op tv verschijnen en reality tv. Het thema omvat de volgende onderwerpen: What's on tv?, 15 minutes on fame en Drama.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Reality Television
TV advertisements
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.