Lezen

Lezen

Hoofdstuk 1

Onderwerp en hoofdgedachte

UITLEG - Onderwerp
Geschreven uitleg over het onderwerp van een tekst.

UITLEG - Hoofdgedachte
Geschreven uitleg over de hoofdgedachte van een tekst.

UITLEG en OEFENING - Hoofdgedachte
Geschreven uitleg en een oefening over de hoofdgedachte van een tekst.

OEFENING - Hoofdgedachte 1
Oefeningen voor het bepalen van de hoofdgedachte van een tekst.

OEFENING - Hoofdgedachte 2
Oefening met verschillende teksten waarbij je de hoofdgedachte van de tekst moet aangegeven.

Nog een keer de uitleg in een filmpje:

Deelonderwerp

Deelonderwerpen en tussenkopjes

A Deelonderwerp

Een tekst heeft naast een onderwerp vaak ook deelonderwerpen. Een deelonderwerp is een onderdeel van het onderwerp.
Zo kan een tekst over natuurgeweld verdeeld zijn in de vier deelonderwerpen: overstromingen, aardbevingen, orkanen en vulkaanuitbarstingen. Bij een nieuw deelonderwerp begint vaak een nieuwe alinea. Een deelonderwerp kan echter zo uitgebreid worden besproken, dat er meer dan één alinea aan wordt besteed.

Hoe kun je het deelonderwerp vinden?
Het onderwerp van een tekst kun je vinden door jezelf de vraag te stellen waar de hele tekst over gaat. Het deelonderwerp (van een alinea) kun je vinden door jezelf de vraag te stellen waar de hele alinea over gaat. Het antwoord is dan het deelonderwerp. Dit noteer je altijd in één of een paar woorden, dus niet in een zin.

Waar staat het deelonderwerp?

Voordat je op zoek gaat naar deelonderwerpen, moet je de tekst eerst verdelen in een inleiding, een kern en een slot. Deelonderwerpen staan alleen in de kern van een tekst. De inleiding en het slot hebben nooit een deelonderwerp.

Vaak staat het deelonderwerp al in de eerste zin van een alinea.

 

B Tussenkopje

Wat is een tussenkopje?
Een tussenkopje is een titel van een alinea. Het maakt duidelijk waar de alinea over gaat, net als de titel boven de hele tekst duidelijk maakt waar de hele tekst over gaat. Een tussenkopje geeft vaak aan wat het deelonderwerp van de alinea is.

Hoe ziet een tussenkopje eruit?
Het is vaak maar één woord. Het deelonderwerp kan heel goed als tussenkopje dienen. Een tussenkopje maakt direct duidelijk waar een alinea over gaat. Het maakt het zoekend lezen (als je snel informatie in een tekst aan het zoeken bent) een heel stuk makkelijker.

Opdracht 2a

Lees oefentekst 1 nauwkeurig.

Oefentekst 1

Katten aan de dope

I   Dronken bijen, hallucinerende rendieren, bedwelmde dolfijnen: wij mensen zijn niet de enige diersoort die soms onder invloed raakt van drugs. Ook bij katten gebeurt dit.

II  Als een kat zijn neus in kattenkruid steekt, verandert hij direct in een ware drugsverslaafde. Zijn pupillen worden groot. Hij likt aan de bladeren en geeft de plant kopjes. Af en toe onderbreekt het dier zijn activiteit door met een lege blik in de verte te staren. Gelukzalig rolt hij vervolgens miauwend over de grond.

III   Wat katten zo lekker vinden aan de plant? Kattenkruid bevat nepetalacton, een stof die de plant produceert tegen insecten. Voor katten dient de stof ook als een seksferomoon, een stof die dieren gebruiken om hun partner seksueel op te winden. Een kat die het feromoon heeft opgesnoven, vertoont het gedrag van een krols wijfje. Gek genoeg geldt dit net zo voor katers als voor poezen.

IV   In een grotere hoeveelheid lijkt het kruid ook hallucinerend te werken. Katten slaan met hun poot naar muizen die verder niemand kan zien of gaan achter onzichtbare vogels aan. Ook grote katten, zoals leeuwen en tijgers, zijn vaak gek op kattenkruid.

V   Toch heeft het spul niet op elke kat evenveel effect. Ongeveer dertig procent van de huiskatten is niet gevoelig voor deze drug. En wat doet het met mensen? Het kattenkruid (gewoon te koop bij elk tuincentrum) geeft bij ons geen reactie.

VI   Dus als je jouw kat een keer een plezier wilt doen, weet je wat je moet kopen.
bron: vrij naar Quest

Hoe ging het?

Door na te denken over hoe je de opdrachten hebt gemaakt (wat ging goed, wat kon beter?), kom je te weten wat je al wel beheerst en wat je nog niet zo goed beheerst.

Hoe doe je dit? Probeer in gedachten aan iemand uit te leggen wat je moeilijk vindt of wat je helemaal niet begrijpt. En natuurlijk vertel je ook wat je al wel snapt.

Vind je het deelonderwerp lastig? Bekijk dan de theorie opnieuw en maak de opdrachten nog eens. Grote kans dat het kwartje dan wel valt. Denk je dat je de leerstof goed onder de knie hebt? Maak dan nu onderstaande oefening.

 

OEFENING - Deelonderwerp
Oefening voor het bepalen van het deelonderwerp van een tekstgedeelte. Direct te controleren.

Nog een keer de uitleg van het onderwerp, de deelonderwerpen en de hoofdgedachte van de tekst in een filmpje.

Kernzin

Bijna in iedere alinea staat bovendien een zogenaamde kernzin. In de kernzin staat de belangrijkste informatie van die alinea over het hoofdonderwerp van de tekst. De kernzin kun je bijna altijd op een vaste plaats terugvinden. De kernzin is meestal de eerste, de tweede of de laatste zin van de alinea. De andere zinnen van de alinea zijn een soort van extra uitleg of voorbeeld van de kernzin.

→ In onderstaand voorbeeld staat de kernzin op de tweede plaats.

Wat maakt het Naardermeer zo bijzonder? Er broeden zo’n 75 soorten vogels. Sommige, zoals het baardmannetje en de grote karekiet, zijn sterk in aantal afgenomen. In het algemeen is het aantal soorten moerasvogels afgenomen en het aantal soorten bosvogels toegenomen. Een uitzondering hierop is de zwarte stern die sinds 1994 weer terug is, na tien jaar afwezigheid, en duidelijk in aantal is toegenomen. Ook de krooneend en ijsvogel hebben zich hier opnieuw gevestigd. De grote zilverreiger komt nu ook met enkele exemplaren voor. De laatste jaren verblijven er continu grote zilverreigers in het Naardermeer.

→ Nog een voorbeeld en nu staat de kernzin als laatste regel.

Met het project 'Tablets in de klas' is veel tijd en geld gemoeid. Er moeten nieuwe schoolborden aangeschaft worden, waarvan de kosten erg hoog zijn. Verder moeten er minstens 300 tablets gekocht worden voor alle nieuwe brugklassers. Het vraagt veel energie om ook alle docenten te overtuigen van het nut van het project. Daarnaast weigeren de lokale overheden ook maar enig risico te dragen. Daarom gaat het hele plan voor minstens vijf jaar de koelkast in.

 

Blok 2

Tekstopbouw

Inleiding - kern - slot

Een tekst is vaak uit drie delen opgebouwd: een inleiding, een middenstuk en een slot.

In de inleiding trekt de schrijver de aandacht van de lezer. Hij wil dat de lezer de hele tekst gaat lezen en introduceert het onderwerp van je tekst. De schrivjer kan zijn tekst op verschillende manieren beginnen:
•  met de aanleiding voor het schrijven van de tekst.
•  met achtergrondinformatie die nodig is om de tekst te begrijpen.
•  met een anekdote (kort, grappig verhaaltje) om het onderwerp te introduceren.
•  met (een deel van) de hoofdgedachte.
•  met de introductie van het onderwerp.

In het middenstuk geeft de schrijver meer informatie over het onderwerp. Het middenstuk bestaat uit meerdere alinea’s. In het middenstuk worden verschillende aspecten van het onderwerp in een logische volgorde behandeld. Let hierbij goed op de tekstverbanden en tekststructuren (zie verderop in dit hoofdstuk).

In het slot: 
• spoort de schrijver de lezer aan om iets te doen of juist te laten.
• blikt de schrijver op de toekomst.
• wordt er een conclusie getrokken.
• wordt er een samenvatting van de hoofdzaken gegeven.
• staat de uitsmijter.

Tekstverbanden (1)

In een tekst kun je samenhangen aanbrengen door alinea's met elkaar te verbinden.
Die samenhang heet het verband in de tekst.Je kunt verbanden herkennen aan signaalwoorden.
Er zijn verschillende soorten verbanden; bij ieder soort verband horen vaak andere signaalwoorden.

Chronologisch verband
Een zins- of alineaverband dat het verloop van de tijd aangeeft.
Voorbeeld

Vroeger verplaatste men zich met de koets, later werd de stoomtrein een belangrijk vervoersmiddel en nu is de auto de makkelijkste manier om je snel te verplaatsen.

Andere signaalwoorden die een chronologisch verband aangeven: eerst, daarna, dan, vervolgens, later, in de toekomst, enzovoort.

Tegenstellend verband
Er is sprake van een tegenstelling tussen zinnen of alinea's.
Voorbeeld

  • In het weekend heb ik een baantje, maar door de week heb ik daarvoor geen tijd.

Een tegenstellend verband kun je herkennen aan signaalwoorden als:
maar, toch, echter, integendeel, daar staat tegenover, enerzijds ... anderzijds, enzovoort.

Opsommend verband
Bij een opsommend verband worden een aantal zaken achter elkaar opgenoemd.
Voorbeeld

  • Ik ga eerst naar school, dan ga ik huiswerk maken, vervolgens ga ik hockeyen en tenslotte kijk ik nog een half uurtje televisie.

Een opsommend verband kun je herkennen aan signaalwoorden als: ten eerste, ten tweede, ook, bovendien, tenslotte, ook, niet alleen ... maar ook, verder, nog, daarnaast, zowel ... als ..., enzovoort.

Oorzakelijk verband
Bij een oorzakelijk verband heb je te maken met een oorzaak en een gevolg.
Voorbeeld

  • Door de hevige regenval was een deel van de weg afgesloten.

Een oorzakelijk verband kun je herkennen aan signaalwoorden als:
door, doordat, ten gevolge van, daardoor, zodat, waardoor, enzovoort.

Tekst

Lees de volgende tekst goed door. Beantwoord daarna de vragen.

Leren kan in de droomslaap, maar niet in de diepe slaap

Hersenwetenschap

Leren terwijl je slaapt, wie droomt daar nu niet van? Het kan, wijst onderzoek uit, maar alleen in de lichtere fases van de slaap.

Slapen is onmisbaar voor een goed werkend geheugen, maar wat er dan tijdens de slaap gebeurt? Daarover breken hersenonderzoekers zich al decennia het hoofd. De Franse hersenonderzoeker Thomas Andrillon en zijn collega’s ontdekten dat nieuwe herinneringen zelfs tijdens de slaap gevormd kunnen worden. Of dat gebeurt, hangt af van de fase van slaap. Als de proefpersonen diep in slaap waren, werden hun herinneringen juist onderdrukt, schrijven de onderzoekers dinsdag in Nature Communications.

De Franse onderzoekers speelden geluidsfragmenten van een paar seconden af terwijl ze een nacht lang de hersenactiviteit maten van hun twintig slapende proefpersonen. Het geluid bestond ofwel uit alleen witte ruis, of uit witte ruis met daarin een repeterend patroon dat moeilijk te horen was. Voor het naar bed gaan hadden de slapers geleerd die repeterende geluiden te herkennen.

Tijdens het slapen verandert onze hersenactiviteit volgens een vast patroon: je hebt de rem-slaapfase, waarin we dromen, en de non-rem-fase, waarin we diep slapen (zie inzet). De slapende deelnemers kregen in elke slaapfase nieuwe repeterende ruisfragmenten te horen, afgewisseld met ‘lege’ witte ruis. Na het ontwaken kregen ze alle stukjes geluid én nieuwe fragmenten, door elkaar gehusseld, weer te horen.

Na het ontwaken herkenden proefpersonen fragmenten die waren afgespeeld tijdens de rem-slaap of tijdens het eerste, lichtere deel van de non-rem-slaap beter en sneller dan nieuwe geluidsfragmenten, en even goed als de fragmenten die ze hadden gehoord toen ze nog wakker waren. Maar de fragmenten die ze hadden gehoord in de diepe niet-rem-slaap herkenden ze niet. Er leek wel iets gebeurd te zijn tijdens de diepe slaap, want de proefpersonen konden die fragmenten daarna juist moeilijker leren herkennen dan nieuwe.

Het was al bekend dat je je na een nacht goed slapen sneller en beter een eerder geleerde pianoriedel of een lijst met woordparen kunt herinneren dan wanneer je niet hebt geslapen. Maar of het mogelijk is om slapend nieuwe dingen te leren, was nog weinig onderzocht. Sommige studies constateerden dat het niet kan, omdat het brein terwijl we slapen bezig is opgedane indrukken te ordenen, versterken of laten verdwijnen.

Het nieuwe onderzoek laat zien dat het van de slaapfase afhangt. Het ging trouwens louter om perceptueel leren: herkennen, categoriseren. En vorig jaar beschreef Andrillon dat mensen die duttend woordjes hoorden, die na het ontwaken niet beter herkenden dan nieuwe woorden. Maar hij zag in hun brein dat ze ze wel goed gecategoriseerd hadden in hun slaap.

Bron: Niki Korteweg, NRC, 8 augustus 2017

Toets:Vragen bij de tekst

Nieuwsbegrip

Van je docent krijg je de vragen behorende bij deze tekst.

Week 37, niveau C.

Blok 3

Tekstverbanden (2)

Uitleggend verband
Een zins- of alineaverband dat een verklaring of voorbeeld bij de uitspraak geeft.
Voorbeeld

  • Een brommer rijdt 1 op 12, dat wil zeggen met 1 liter benzine kun je 12 kilometer rijden.

Een uitleggend verband kun je herkennen aan signaalwoorden als: zo, zoals, neem nou, bijvoorbeeld
dat wil zeggen, met andere woorden, ter illustratie enzovoort.

 

Redengevend verband
Het redengevend verband lijkt op het oorzakelijk verband. Het verschil is dat je bij een reden zelf een besluit kunt nemen om iets wel of niet te doen en bij een oorzaak niet.

Voorbeeld: Omdat het regent (reden), trek ik mijn regenpak aan (besluit).

Er wordt een reden tussen zinnen of alinea's aangeduid.
Voorbeeld

  • Voor voetbalwedstrijd heb je een goede conditie nodig, daarom train ik twee keer in de week.

Een redengevend verband kun je herkennen aan signaalwoorden als:
daarom, daardoor, omdat, want, immers, enzovoort.

 

Voorwaardelijk verband
Een voorwaardelijk verband in een tekst beschrijft de voorwaarden waaronder iets gebeurt. In de zin of alinea wordt een voorwaarde genoemd.

Als er in de zin of alinea een voorwaarde wordt genoemd.
Voorbeeld

  • Als het morgen mooi weer is, gaan we naar het strand.

Een voorwaardelijk verband kun je herkennen aan signaalwoorden als:
als, mits, wanneer, indien, op voorwaarde dat, tenzij, in het geval dat, enzovoort.

Oefening: Vul in 'mits' of 'tenzij'

Concluderend verband
Een concluderend verband geeft aan dat de schrijver zijn conclusie weergeeft over het onderwerp waar hij zojuist over heeft geschreven.

Er is sprake van een conclusie tussen zinnen of alinea's.
Voorbeelden

  • Als je komende zomer met je vrienden een week op vakantie wilt, heb je veel geld nodig; dus is het verstandig een baantje te nemen.
  • Jeremy wilde niet naar de dierentuin, Anke wilde niet naar het pretpark, Yorrick wilde niet naar het strand; kortom we konden het niet eens worden over wat we gingen doen.

Een concluderend of samenvattend verband kun je herkennen aan signaalwoorden als:
dus, kortom, concluderend, alles bij elkaar, enzovoort.

Tekst

   En dan moet het carnaval nog beginnen

2  Iedere dag zijn in Brazilië duizend militairen en gezondheidswerkers op pad om de

3  verspreiding van zika tegen te gaan. De mug tiert welig door de slechte watervoorziening.

4

5  “‘Soldaten, kom alstublieft mee naar binnen, er zitten zikalarven in mijn waterton!” Een

6  oude vrouw trekt een groepje passerende militairen aan de mouw en wijst naar haar

7  bouwvallige huisje. Een geïmproviseerde brug van wiebelende planken waaronder een

8  stinkend beekje stroomt, leidt de zikabestrijdingsgroep, bestaande uit militairen en

9  gezondheidsagenten, naar haar huisje. Een „walhalla voor zikamuggen”, ziet coördinator

10  Elaine Cristini.

11

12  Drie enorme blauwe tonnen, tot de rand gevuld met water, waarvan slechts één een deksel

13  heeft, staan in de felle zon. „Stilstaand, schoon water, de perfecte broedplaats voor de

14  muggen”, zegt ze tegen de oude vrouw. Geen larve te bekennen. Uit voorzorg strooien de

15  militairen wat donkergeel antibacterieel poeder in het water waardoor eitjes, als die erin

16  zitten, meteen worden vernietigd. „Mensen kunnen het water gewoon drinken, maar de

17  bacterie wordt ermee uitgeroeid”, zegt Cristini.

18

19  Recife, hoofdstad van deelstaat Pernambuco, is in de ban van het zikavirus dat hier al

20  duizenden mensen heeft geïnfecteerd. Het virus, verspreid door de Aedes aegypti-mug,

21  gedijt in de warme, regenachtige zomer. Het wemelt van de muggen.

22

23  Inmiddels zijn in Brazilië circa 4.000 baby’s geboren met microcefalie, de afwijking die aan

24  het zikavirus wordt toegeschreven. 1.300 werden er geboren in de noordoostelijke staat

25  Pernambuco. 49 baby’s zijn mogelijk overleden aan het virus.

26

27  Gewapend met spuitbussen

28  In de wijken van Recife is een groep van zo’n duizend militairen en gezondheidswerkers

29  dagelijks bezig met de bestrijding van het virus. Op deze vroege zondagochtend springen

30  zo’n vijftig jonge militairen uit twee legervoertuigen en stellen zich op bij het gezondheids-

31  centrum van de wijk Vasco da Gama, in het noorden van de stad. Hiervandaan worden

32  vandaag ook omliggende buurten bezocht. Gewapend met twee soorten antibacterieel

33  poeder, spuitbussen en informatiefolders gaat de groep op pad. „De meeste militairen

34  komen uit Recife. Ze voelen zich betrokken, veel jongens hebben zelf zika gehad of hebben

35  geïnfecteerde familieleden. Het is fijn dat we ons kunnen inzetten voor de bevolking”, zegt

36  luitenant Fortaleza. De militairen hebben samen met de gezondheidsagenten een speciale

37  training gevolgd zodat ze weten hoe de huizen gecontroleerd moeten worden. „We deden al

38  aan denguebestrijding, maar dit is intensiever. De bewoners zijn angstig door alle berichten.

39  Tegelijkertijd is het verontrustend om te zien hoe laks mensen nog steeds zijn, want

40  voorlichting is er al tijden.” De inspectiegroep bezoekt ook de 22-jarige Juliana Diniz Silva die

41  met haar drie maanden oude zoontje Pedro boven in de wijk Nova Descoberta woont. Je

42  komt er alleen via een smalle hoge trap, bezaaid met kadavers van kleine hagedissen en met

43  hondenpoep.

44

45  Geboren met microcefalie

46  Baby Pedro is geboren met microcefalie: zijn hoofdje was bij de geboorte kleiner dan 32

47  centimeter en de kans dat hij een hersenafwijking heeft, is groot. „Hij kan gelukkig zien,

48  maar of hij kan horen, weten we nog niet”, zegt Juliana zachtjes terwijl ze de slapende baby

49  in haar armen wiegt. Hij wordt onderzocht in een speciaal ziekenhuis voor gehandicapte

50  kinderen in Recife waar onder meer zijn motoriek wordt bestudeerd en hij fysiotherapie

51  krijgt. „Of Pedro gaat lopen, weten de artsen nog niet. Alleen God kent de toekomst van mijn

52  zoontje”, zegt de jonge moeder met tranen in haar ogen. Na drie maanden zwangerschap

53  werd ze ziek. „Ik dacht dat het chikungunya was, maar nu blijkt dat het het zikavirus was. Op

54  de echo zagen de artsen al dat zijn hoofdje te klein was.”

55

56  Er zijn in Nova Descoberta al tien baby’s met microcefalie geboren. Volgens Liliana Amorim,

57  hoofd van het gezondheidscentrum, is het grote probleem de watervoorziening. „Er zijn 96

58  wijken in Recife en zeker 90 wijken hebben niet dagelijks stromend water. Er zijn wijken

59  waar maar eens in de drie of vijf dagen stromend water is. De mensen sparen het water daar

60  op in emmers en tonnen, en daar gaat het al mis.”

61

62  De gemeente rantsoeneerde het water vanwege de grote droogte in het gebied. Daardoor

63  zijn er drastische watertekorten en zijn bewoners geneigd om water op te sparen. „Worden

64  de emmers niet goed afgedekt, dan zijn dat de perfecte plekken voor muggen om eitjes te

65  leggen en op die manier het virus verder te verspreiden.”

66

67  Carnaval komt eraan

68  Als aan het einde van de middag de militairen vertrokken zijn, houden de bewoners zich

69  alweer bezig met vrolijker zaken: ze bereiden zich voor op eenbloco, een feestelijk

70  voorproefje op het beroemde carnaval dat hier over twee weken losbarst.

71

72  Braziliaanse autoriteiten hebben gewaarschuwd voor een mogelijke volgende zika-explosie

73  tijdens het carnaval, dat miljoenen toeristen trekt. Het eerste zikavirus bereikte Brazilië

74  mogelijk tijdens het wereldkampioenschap voetbal in 2014 via toeristen.

75

76  In Recife zullen daarom infectiologen en specialisten worden ingezet op bestaande medische

77  posten. Hoofd gezondheidsdienst Liliana Amorim juicht dit toe: „We werken nu al op het

78  maximale niveau. Grotere problemen na carnaval kunnen we er niet bij hebben.”

79
80 bron: NRC Handelsblad (25 januari 2016)

 

Maak nu de onderstaande vragen bij: En dan moet het carnaval nog beginnen

Oriënterend lezen

  1. Noteer het eerste en het laatste woord van de lead.

  2. Hoeveel tussenkopjes telt deze tekst?

  3. En hoeveel alinea’s?

  4. Wat voor tekstsoort is dit?

  5. En met welk tekstdoel hebben we (dus) te maken?

Intensief lezen

  1. Wat is het onderwerp van deze tekst?

  2. Geef een synoniem voor het woord walhalla (r. 9).

  3. Door welk specifiek insect wordt het zikavirus verspreid?

  4. Wat is de kernzin van alinea 6 (regel 28-43)? Noteer de eerste en de laatste twee woorden.

  5. Geef een synoniem voor het woord laks (r. 39).

  6. Geef een synoniem of betekenisomschrijving voor het woord kadaver (r. 42).

  7. Naast het zikavirus worden er in de tekst nog andere ziekten en/of virussen genoemd. Noteer deze namen van deze ziekten en/of virussen.

  8. Wat is de voornaamste oorzaak voor de verspreiding van het zikavirus? Noteer ook de regelnummers waar je je antwoord hebt gevonden.

  9. Hoe komt het zikavirus in Brazilië terecht?

  10. Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

Intensief lezen: tekstverbanden*

  1. In regel 3 kom je het signaalwoord door tegen. Welk verband geeft door aan?

  2. In regel 15 kom je het signaalwoord als tegen. Welk verband geeft als aan?

  3. Noteer uit alinea 6 (regel 28-43) een signaalwoord dat een tegenstelling aanduidt.

  4. Noteer uit alinea 6 (regel 28-43) een signaalwoord dat een reden aanduidt.

  5. „Worden de emmers niet goed afgedekt, dan zijn dat de perfecte plekken voor muggen om eitjes te leggen en op die manier het virus verder te verspreiden.” (r. 62- 65) Welk verband kom je hier tegen?

*Tekstverbanden:

chronologisch, tegenstellend, oorzakelijk, opsommend, uitleggend, redengevend, voorwaardelijk, concluderend

Oefening 1

Oefening 2

Oefening 3

Antwoorden vragen bij de tekst

En dan moet het carnaval nog beginnen

  1. iedere...watervoorziening

  2. 3

  3. 12

  4. krantenbericht

  5. informeren

  6. zikavirus/zikamug

  7. paradijs

  8. Aedes aegypti-mug

  9. in de...het virus

  10. lui

  11. dood dierenlichaam/skelet

  12. dengue (38), microcefalie (23/46), chikungunya (53)

  13. slechte watervoorzieningen, (regels 56-65)

  14. Waarschijnlijk via toeristen die in 2014 naar het WK voetbal kwamen kijken.

  15. Brazilië probeert, met de hulp van militairen en gezondheidsmedewerkers, de verspreiding van het zikavirus tegen te gaan.

  16. oorzakelijke verband

  17. voorwaardelijk verband 

  18. maar (38)

  19. want (39)

  20. voorwaardelijk verband

Blok 4

Tekstverbanden (3)

09 Doel-middelverband

Voorbeelden:

  • Om aan geld te komen wilde hij een baantje hebben.
  • Door morgen auditie te doen hoop ik een rol in deze film te krijgen.
    Andere signaalwoorden die een doel-middelverband aangeven: met de bedoeling, opdat, zodat,
    daarvoor, waarvoor, voor, door … te enzovoort.

 

10 Vergelijkend verband
Als er een vergelijking is tussen zinnen of alinea's.
Voorbeeld

  • Net als bij Nederlands is het bij Engels belangrijk dat je verbanden in een tekst kunt herkennen.

Een vergelijkend verband kun je herkennen aan signaalwoorden als:
net als, vergeleken met, zoals, alsof, hetzelfde, eenzelfde geval, enzovoort.

11 Samenvattend verband

Voorbeeld:

  • De een had bezwaren tegen de zaterdag, de ander vond het programma niet zo aardig, weer anderen vonden het te duur; kortom ons klassenweekend ging niet door. (samenvattend)


Andere signaalwoorden die een concluderend of samenvattend verband aangeven: concluderend, samenvattend, alles bij elkaar, al met al, enzovoort.

 

Verbanden extra opdrachten

Oefening:Vragen Virus

Veel oefenen helpt.

Maak ook deze oefeningen over signaalwoorden.

 


Oefening:verband - signaalwoord Spyware

Lees in onderstaande oefening het tekstfragment. Geef van de onderstreepte signaalwoorden het juiste verband aan.

Oefening:verband - signaalwoord

In de tekst hieronder ontbreken negen signaalwoorden.
Sleep de signaalwoorden naar de juiste plaats in de tekst.

Oefening:Sleepvraag - Zwervende kinderboeken

Lees in onderstaande oefening het tekstfragment 'Disney maakt video voelbaar.'
​Geef van de onderstreepte signaalwoorden het juiste verband aan.

Oefening:Verband - signaalwoord Disney

Wat voor soort verband is dit?

Je ziet steeds twee zinnen met een vetgedrukt signaalwoord.
Dat signaalwoord geeft aan wat de twee zinnen met elkaar te maken hebben:
het verband.
Jij moet kiezen wat voor soort verband dit is.
Kies steeds uit:

  • Tegenstelling
  • Tijd
  • Oorzaak/gevolg
  • Reden/verklaring
  • Vergelijking

Eerst een voorbeeld:
Jenny moest de hele weg tegen de wind in fietsen.
Daardoor kwam ze een half uur te laat. Hier kies je: oorzaak/gevolg.
Dat ze te laat kwam, was immers het gevolg van wat je in zin 1 leest: tegenwind.

Toets:Extra - tekstverbanden

Nog eens alle uitleg in een filmpje:

Oefeningen tekstverbanden

Oefening 1: memory
Oefening 2: verbindingswoorden

Tekst 1
Tekst 2

Blok 5

Citeren

Citeren


Bij sommige vragen wordt gevraagd om een citaat te geven. Als antwoord schrijf je dus een stukje tekst letterlijk over. Dit moet je zeer nauwkeurig doen. Vermeld bij een citaat altijd de regelnummers om aan te geven waar je het citaat gevonden hebt.
Let goed op wat er precies gevraagd wordt! Als je een zin moet citeren, citeer dan de hele zin van hoofdletter tot punt. Als je een zinsgedeelte moet citeren, citeer dan niet de hele zin. Zelfs als het juiste zinsgedeelte in die zin staat, is je antwoord fout, omdat je te veel geciteerd hebt!
Je mag een citaat verkort weergeven. Je geeft dan de eerste en de laatste twee woorden. Vermeld wel altijd de regelnummers en zorg dat je zin niet te verwarren is met een andere zin uit de tekst.

Voorbeeld: De belangrijkste (…) is gekomen. R.4-5

Leesopdrachten

Toets leesvaardigheid in de toetsweek

Je rondt deze opdracht af met het maken van een toets in de toetsweek. Daar komen alle begrippen van deze les terug. 

Je maakt eerst de diagnostische toets. Als je 70% goed hebt, beheers je de basisstof. Je maakt dan de opdrachten onder het kopje 'uitdagende opdrachten'.

Heb je een lagere score behaald, is het belangrijk te oefenen met de basisstof. Deze vind je onder het kopje 'basisniveau begrijpend lezen'. Heb je daarna tijd over, mag je alsnog een uitdagende opdracht maken.

Je eindigt met een reflectie op de les en een afsluitende toets. Deze lijkt op de toets in de toetsweek en geeft je een goed beeld van je begrijpend leesvaardigheden.

De volgende les ga je in duo's samenwerken aan een presentatie. Hierbij heb je de begrijpend leesvaardigheden van deze les nodig.

Diagnostische toets

Test: Diagnostische toets

Start

Basisniveau begrijpend lezen

Chinese rivieren vervuild met antibiotica

Veel Chinese rivieren zijn sterk vervuild met antibiotica. Vooral in het midden, oosten en zuidoosten van het land belanden grote hoeveelheden antibiotica in het rivierwater na uitscheiding ervan door mensen en dieren, blijkt uit onderzoek van het Guangzhou Instituut voor Geochemie.

De wetenschappers deden onderzoek naar 36 veelgebruikte antibiotica. In 2013 werden van deze middelen 92.700 ton aan mensen en dieren gegeven, ruim de helft van het totale aantal in China gebruikte antibiotica. Volgens de onderzoekers kwam 53.800 ton hiervan in rivieren terecht.

Drinkwater

"De hoeveelheden antibiotica die we aantroffen waren het grootst in de rivieren in het noorden bij Peking en Tianjing, bij Shanghai aan de oostkust en in de provincie Guangzhou in het zuiden", zegt professor Ying Guang-Guo, een van de onderzoekers. 

Ying maakt zich grote zorgen. "In de rivieren zitten resistente bacteriën. Die laatste kunnen overgaan van de ene bacterie op de andere. Zo krijg je meer antibioticaresistentie in het milieu", zegt hij. "Het bacteriële ecosysteem verandert. En als wij water drinken, dan krijgen we die resistente bacteriën weer binnen. Misschien merk je daar niet onmiddellijk iets van, maar op langere termijn is dat slecht voor mensen."  Bijkomend gevaar is dat het rivierwater wordt gebruikt om akkers te besproeien.

Maatregelen

Behalve campagnes om het verstandig gebruik van antibiotica te stimuleren, zijn er intussen ook maatregelen om het gebruik terug te dringen, vertelt professor Ying. "Grote ziekenhuizen mogen jaarlijks niet meer dan een bepaalde hoeveelheid antibiotica gebruiken. Dat begint te helpen, ze gebruiken nu minder dan voorheen."

Verder probeert de overheid het toedienen bij dieren van antibiotica als fluorchinolonen en colistine uit te bannen. Dat zijn middelen die belangrijk zijn voor de mens: zo worden fluorchinolonen in Nederlandse ziekenhuizen vaak gegeven. Bij vee is het gebruik ervan bijna verleden tijd.

Colistine

Colistine is een oud antibioticum dat vanwege bijwerkingen in onbruik was geraakt. Tegenwoordig is het vaak het laatste redmiddel bij patiënten met infecties die veroorzaakt worden door bacteriën die resistent zijn voor alle andere antibiotica. In ziekenhuizen in bijvoorbeeld Griekenland en Italië wordt colistine steeds vaker ingezet. Daar is intussen ook resistentie tegen colistine niet ongewoon meer. 

Overal te koop

Maar ook met de maatregelen die de Chinezen nu invoeren, is het probleem niet opgelost. Antibiotica zijn overal in China te koop, zonder doktersrecept. Die illegale handel bloeit. Boeren kopen ze voor hun beesten, maar ze worden ook massaal voor eigen gebruik gekocht door veel Chinezen.

Bron: NOS, 30 maart 2016

 

 

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

Opdracht 4

Opdracht 5

Opdracht 6

Opdracht 7

Opdracht 8

Ben je klaar en heb je nog zin in een hele leuke opdracht? Ga dan naar het tabblad: uitdagende extra opdrachten en maak opdracht 5. Daar ga je een mindmap maken over de oplossingen die jij bedenkt over de vervuiling van de rivieren in China. 

Uitdagende opdrachten begrijpend lezen

Bedenk een titel

Veel Chinese rivieren zijn sterk vervuild met antibiotica. Vooral in het midden, oosten en zuidoosten van het land belanden grote hoeveelheden antibiotica in het rivierwater na uitscheiding ervan door mensen en dieren, blijkt uit onderzoek van het Guangzhou Instituut voor Geochemie.

De wetenschappers deden onderzoek naar 36 veelgebruikte antibiotica. In 2013 werden van deze middelen 92.700 ton aan mensen en dieren gegeven, ruim de helft van het totale aantal in China gebruikte antibiotica. Volgens de onderzoekers kwam 53.800 ton hiervan in rivieren terecht.

Bedenk een tussenkopje

"De hoeveelheden antibiotica die we aantroffen waren het grootst in de rivieren in het noorden bij Peking en Tianjing, bij Shanghai aan de oostkust en in de provincie Guangzhou in het zuiden", zegt professor Ying Guang-Guo, een van de onderzoekers. 

Ying maakt zich grote zorgen. "In de rivieren zitten resistente bacteriën. Die laatste kunnen overgaan van de ene bacterie op de andere. Zo krijg je meer antibioticaresistentie in het milieu", zegt hij. "Het bacteriële ecosysteem verandert. En als wij water drinken, dan krijgen we die resistente bacteriën weer binnen. Misschien merk je daar niet onmiddellijk iets van, maar op langere termijn is dat slecht voor mensen." Bijkomend gevaar is dat het rivierwater wordt gebruikt om akkers te besproeien.

Bedenk een tussenkopje

Behalve campagnes om het verstandig gebruik van antibiotica te stimuleren, zijn er intussen ook maatregelen om het gebruik terug te dringen, vertelt professor Ying. "Grote ziekenhuizen mogen jaarlijks niet meer dan een bepaalde hoeveelheid antibiotica gebruiken. Dat begint te helpen, ze gebruiken nu minder dan voorheen."

Signaalwoord probeert de overheid het toedienen bij dieren van antibiotica als fluorchinolonen en colistine uit te bannen. Dat zijn middelen die belangrijk zijn voor de mens: zo worden fluorchinolonen in Nederlandse ziekenhuizen vaak gegeven. Bij vee is het gebruik ervan bijna verleden tijd.

 

Bedenk een tussenkopje

Colistine is een oud antibioticum dat vanwege bijwerkingen in onbruik was geraakt. Tegenwoordig is het vaak het laatste redmiddel bij patiënten met infecties die veroorzaakt worden door bacteriën die resistent zijn voor alle andere antibiotica. In ziekenhuizen in bijvoorbeeld Griekenland en Italië wordt colistine steeds vaker ingezet. Daar is intussen ook resistentie tegen colistine niet ongewoon meer. 

 

Bedenk een tussenkopje

8 Signaalwoord met de maatregelen die de Chinezen nu invoeren, is het probleem niet opgelost. Antibiotica zijn overal in China te koop, zonder doktersrecept. Die illegale handel bloeit. Boeren kopen ze voor hun beesten, maar ze worden ook massaal voor eigen gebruik gekocht door veel Chinezen.

 

Bron: NOS 30 maart 2016

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

Opdracht 4

Opdracht 5

Bij deze opdracht ga je een mindmap maken. Door op de link te klikken van mindmap kun je deze online maken. Je mag het ook op papier tekenen. Denk eraan dat je verschillende kleuren en verschillende takken gebruikt. Je mag ook plaatjes tekenen. 

De opdracht is: bedenk meerdere oplossingen voor de problematiek van vervuild water die je aan de Chinese mensen kunt vertellen. 

Twee extra opdrachten om uit te zoeken

Blok 6

Vooraf

Waarom oefenen met tekstverbanden en signaalwoorden?

In bijna iedere tekst vind je tekstverbanden met bijbehorende signaalwoorden. Als je snapt wat de tekstverbanden zijn en je weet welke signaalwoorden hierbij horen, zul je merken dat je teksten beter gaat begrijpen. Voor je examen is het belangrijk om kennis van tekstverbanden en signaalwoorden te hebben.

Ook als je zelf een tekst schrijft, is het goed om te weten hoe je samenhang in een tekst kunt creëren door gebruik te maken van signaalwoorden.

Leerdoel

Het leerdoel is dat je tekstverbanden kunt herkennen in teksten en dat je zelf ook tekstverbanden kunt aanbrengen in teksten die je schrijft.

Inhoud van de leerstof

Je leert tekstverbanden vooral goed te herkennen door er veel mee te oefenen. Op deze website ga je er daarom mee aan de slag. Je vindt hier uitleg met behulp van een filmpje, een uitgebreid schema en oefeningen die je zelfstandig kunt doorlopen. Er zijn ook verdiepingsoefeningen beschikbaar. 

Daarnaast staan er twee opdrachten die je samen met een medeleerling moet uitvoeren, waaronder een schrijfopdracht. Als je alles hebt gemaakt en bekeken, ga je de eindtoets maken. 

Je kunt gebruik maken van de knoppen 'volgende' en 'vorige' om de opdrachten en uitleg te bekijken, maar je kunt altijd via het menu aan de linkerkant teruggaan naar 'uitleg', de oefeningen en opdrachten.

Als je vragen hebt, mag je de docent om hulp vragen.

Veel succes!

Wat weet je al?

Stel je voor dat je moeder zegt:

'Je mag naar het schoolfeest, tenzij je veel gaat drinken'.

Dan snap je waarschijnlijk wel wat ze bedoelt, ook al weet je niet hoe het tekstverband heet en welk signaalwoord er is gebruikt.

 

Stel je voor dat je moeder zegt:

'Je mag naar het schoolfeest, mits je vriendin ook komt'.

In dit geval is het al wat lastiger om te bedenken wat je moeder nu bedoelt. Moet je vriendin nu wel of niet naar het schoolfeest komen? 

 

Dit heeft allemaal te maken met het kunnen herkennen van tekstverbanden. Je hebt hier al eerder mee geoefend, maar in dit leermiddel oefen je met veel soorten tekstverbanden door elkaar heen. Probeer hieronder eerst eens of je tekstverbanden en signaalwoorden nog aan elkaar kunt koppelen.

 

Uitleg

Bekijk het onderstaande filmpje van Arnoud Kuijpers. Hij legt hierin duidelijk uit wat tekstverbanden zijn.

 

De signaalwoorden en tekstverbanden in onderstaand schema kan je gebruiken bij de oefeningen en opdrachten.  

Signaalwoord

Tekstverband/tekstrelatie

doordat, door, de oorzaak is…, zodat, daardoor, dus, dit leidt tot, het gevolg/resultaat/effect (daarvan) is, hierdoor

een oorzaak/gevolg

aangezien, omdat, want, immers, namelijk, vanwege, wegens, daarom

een reden

eerst, hierna, daarna, vervolgens, ten slotte, ten eerste, ten tweede, voordat, nadat, vroeger, later,

oorspronkelijk, intussen

een volgorde

om … te, opdat, daartoe, met de bedoeling te, de

bedoeling is, voor, om, waarmee, door middel van

een doel

door … te, door middel van, met behulp van, daarmee, met, op die/deze manier

een middel

als, indien, wanneer, onder voorwaarde dat, mits, tenzij

een voorwaarde

ook, eveneens, hetzelfde

 

een overeenkomst

maar, echter, daarentegen, al(hoewel), desondanks, toch, doch, integendeel, enerzijds … anderzijds, niettemin, in tegenstelling tot, in plaats van

een tegenstelling

en, ook, ten eerste, ten tweede, een ander.., daarbij, daarnaast, voorts, verder, bovendien, niet alleen … maar ook, zowel … als, noch … noch, ten slotte, enzovoort, eveneens, evenals, tevens

een opsomming

dus, vandaar, om die redenen, dan ook, dat betekent, concluderend, kortom

een conclusie

zoals, zo, bijvoorbeeld, ter illustratie, stel, neem

 

een voorbeeld

eerst, dan, toen, vroeger, later, terwijl, al, wanneer, nadat, daarna, voordat, tot nu toe, plots, plotseling, reeds, wanneer, opeens

tijd

zoals, als, zowel … als, alsof, eveneens, evenzeer, op dezelfde wijze, net als, in vergelijking met

een vergelijking

samenvattend, kortom

 

een samenvatting

Oefening met tekst

Lees onderstaande tekst en beantwoord daarna de vragen.

 

Fraudeurs nepsite Dixons adverteren op Marktplaats

  1. Fraudeurs hebben de website van Dixons nagemaakt en hebben tienduizenden advertenties voor grote kortingen op Markplaats gezet, meldt de technologiewebsite Tweakers. Marktplaats heeft de verkoper inmiddels geblokkeerd, maar de nepsite is nog in de lucht.
  2. Het gaat om de site www.dixons-aanbieding.com. Bezoekers van Tweakers merkten de fraude op. De site lijkt sprekend op de echte pagina van Dixons. De fraudeurs adverteren met flinke kortingen op telefoons. Te mooi om waar te zijn, want op het moment dat mensen bestellen, kunnen zij alleen betalen via een bankoverschrijving naar een Nederlandse ING-rekening. Ook wordt er geen beveiligde verbinding gebruikt tijdens het bestellen. Het bestelproces wijkt dus af van de echte procedure van de Dixons-site, maar oogt desondanks geloofwaardig.
  3. Op Marktplaats verschenen vanmorgen in korte tijd tienduizenden advertenties van de nepsite. Zo werd een iPhone 6 aangeboden voor 400 euro, in plaats van de gebruikelijke 600 tot 700 euro.
  4. Hoeveel mensen slachtoffer zijn geworden van de oplichting is niet bekend. De website is nog altijd online. Tweakers zocht uit dat de site staat geregistreerd op een Spaanse naam en een Amerikaans adres in Miami, maar mogelijk heeft de oplichter valse gegevens opgegeven.

bron: www.degelderlander.nl

De onderstreepte woorden in de tekst zijn signaalwoorden, die een tekstverband aangeven. Zoek uit welk tekstverband dit is en kies het juiste antwoord hieronder. Nadat je antwoord hebt gegeven, krijg je uitleg.

MIsschien merk je dat je het heel moeilijk vindt om tekstverbanden te ontdekken. De oefeningen helpen je om tekstverbanden makkelijker te kunnen herkennen.

Deeloefeningen

Oefening 1

Oefening 2

Oefening 3

Oefening 4 - 8

Oefening 4
Verbindingswoorden 1

Oefening 5
Mits en tenzij

Extra oefeningen

Oefeningen gemaakt door het CITO

Kleurzen

Kleurzen© = lezen met kleur

Moeite met leesvaardigheid, maar toch graag een voldoende voor het eindexamen Nederlands? Gebruik de beproefde leesmethode Kleurzen© – ontwikkeld door Diana Rozendaal.

Kleurzen©

Hoe werkt lezen met kleur?

  1. Eerst noteer ik een verkorte versie van de vragen op de juiste plek in de tekst (blauw).
  2. Als er een citaat in de vragen voorkomt, markeer ik dat in de tekst (geel).
  3. Dan lees ik de tekst en markeer ik per alinea de signaalwoorden (oranje);
  4. de kernzinnen (groen);
  5. en de antwoorden (roze).
  6. Als een antwoord niet letterlijk terug te vinden is in de tekst, noteer ik het bij de vraag in de kantlijn (rood).
  7. Daarna schrijf ik de antwoorden netjes op het antwoordenvel.
  8. Als ik klaar ben lees ik alle antwoorden nog eens na op taalfouten.