Loopbaanportfolio BBL MVZ leerjaar 1 en 2

Loopbaanportfolio BBL MVZ leerjaar 1 en 2

Inleiding

Deze wikiwijs gaat je de komende 2 jaar helpen bij het ontwikkelen van je loopbaancompetenties. Hiervoor ga je, in de SLB-lessen aan de slag met verschillende opdrachten. De SLB docent geeft aan wanneer je hiermee aan de slag gaat.

Onder het kopje Inleiding zie je wat je moet doen en waarom er een Loopbaanportfolio is.

Onder het kopje Planning zie je wat je wanneer klaar moet hebben

Onder het kopje CV maken leer je jezelf presenteren voor een werkgever.

Instructies

Voor het samenstellen van je loopbaanportfolio begin je met het aanmaken van een map

Dit doe je digitaal

Zorg ervoor dat je de map weer terug kan vinden (zet hem bv in de cloud op Sharepoint/Alfa connect)

In deze map ga je verschillende bestanden/documenten verzamelen, zorg ervoor dat elk bestand duidelijk aangeeft wat er te vinden is in dat bestand/document

 

Als je ervoor kiest om een altenatieve map te maken door bv een website te bouwen met 1 van de vele gratis websitebouwsites, lever je alleen het adres in bij je SLB-er. Zij/hij kan dan elke keer kijken wat je hebt gedaan. Je volgt nog steeds het programma zoals dit in deze wikiwijs wordt aangegeven. Klein punt van aandacht, deze gratis websites zijn niet allemaal privé, er kan vaak iemand meekijken. Hier mag jijzelf de keuze voor maken.

Ook kun je een Padlet maken, hierin kun je ook alle onderdelen kwijt. Ook hiervoor geldt dat je een adres aan je SLB-er stuurt en dat dit niet privé is.

Verantwoording Loopbaanportfolio

Het loopbaanportfolio is een persoonlijk dossier. Het portfolio is een belangrijk hulpmiddel tijdens je hele opleiding. Het is een werkdossier; een map die je voortdurend bij moet houden.

 

Met dit portfolio krijg je inzicht in:

  • je kwaliteiten (waar je goed in bent),
  • je mogelijkheden (wat je nog kunt leren),
  • je waarden (wat je belangrijk vindt) en
  • je motieven (waarom je iets belangrijk vindt).

Dit is van belang voor je eigen loopbaan. Hierdoor kun je later bewuster kiezen voor werk dat bij je past of voor een geschikte vervolgopleiding.

 

Het portfolio heeft drie functies:

  1. Het portfolio is een belangrijk hulpmiddel om het leren te kunnen sturen, o.a. met de onderdelen POP en PAP.
  2. Het portfolio is een belangrijk hulpmiddel om je eigen leerresultaten te verzamelen.
  3. Het portfolio is een belangrijk hulpmiddel om anderen te laten zien wat je kunt.

 

Met het portfolio kun je voldoen aan de exameneisen voor Loopbaan
(zie hiervoor het examenplan in je onderwijs- en examenregeling).

Daarvoor moet je aan onderstaande onderdelen van Loopbaan hebben voldaan:

  1. Capaciteitenreflectie (reflectie = nadenken over jezelf).
    Wat kan ik al en wat kan ik nog niet?

 

  1. Motievenreflectie.
    Wat wil ik en wat vind ik belangrijk?

 

  1. Werkexploratie: onderzoek naar werk en verandering van baan. Dit kan betekenen:

 

  1. Werkoriëntatie: Welk werk past het beste bij mij en met welke baan heb ik de beste loopbaankansen?
  2. Opleidingsoriëntatie: welke (vervolg)opleidingen kan en wil ik nog doen?

 

4. Loopbaansturing: Wat kan ik doen om mijn loopbaan te plannen en te veranderen?

 

5. Netwerken: contacten opbouwen en onderhouden.

Planning

Leerjaar 1

Dit is klaar na periode 1

De opdracht : CV

De opdracht : Leerstijlen

Dit is klaar na periode 2

 POP 1 en PAP 1

De opdracht: een verslag maken

dit is klaar na periode 3

Motievenonderzoek 1

Dit is klaar na periode 4

POP 2 en PAP 2

Leerjaar 2

Dit is klaar na periode 5

Opdrachten netwerken

Dit is klaar na periode 6

POP 3 en POP 4

 

Dit is klaar na periode 7

Motievenonderzoek 2

Dit is klaar na periode 8

POP 4 en PAP 4

De afsluitende opdracht

Een CV maken

Uitleg voor het maken van een CV

Curriculum Vitae betekent levensloop. Wanneer je solliciteert naar een baan dan stuur je naast je brief altijd je CV mee. Het CV beschrijft in het kort je persoonlijke gegevens, de opleidingen die je hebt gevolgd en je werkervaring. Voor je portfolio is het ook handig om je levensloop helder op papier te zetten, omdat het duidelijk maakt wat je tot nu toe hebt gedaan.

 

Tegenwoordig is het ook wel gebruikelijk om andere manieren om een CV aan een toekomstige werkgever aan te bieden. Denk aan een filmpje, een CV met foto's etc. Kijk hiervoor op internet voor voorbeelden.

 

 

 

Wat is de inhoud van je  CV ?

 

Naam:

Voornamen:

Roepnaam:           

Adres:

Woonplaats:

Telefoonnummer:

Mobiel:

E mail:

Geboortedatum:

 

Eventueel:

Geboorteplaats:

Nationaliteit:

 

 

Opleidingen / Cursussen
Onder dit kopje beschrijf je in het kort de opleidingen en cursussen die je hebt gevolgd. Je begint met de opleiding die je nu volgt en eindigt met de opleiding die het langst geleden is. Je kunt eventueel belangrijke vakken of projecten die je hebt gedaan noemen.

Stage / BPV ervaring
Hier beschrijf je je stagervaringen tot nu toe en welke werkzaamheden je verrichtte. Ook hier beschrijf je eerst de stage die je het meest recent hebt gedaan en eindigt met de stage die het langst geleden is.

 

Werkervaring
Hier beschrijf je al je werkervaringen tot nu toe. Je beschrijft welke functie je had en welke werkzaamheden je verrichtte. Je kunt deze gegevens aanvullen met informatie over vrijwilligerswerk of maatschappelijke stage.

Ook hier beschrijf je eerst het werk dat je het meest recent hebt gedaan of doet en eindigt met het werk dat het langst geleden is.

 

Overige gegevens: projecten, cursussen, hobby’s, enz.
Deze ruimte kan worden gebruikt voor aanvullende informatie. Heb je bijvoorbeeld hobby’s, bijzondere talenkennis of andere belangrijke zaken, schrijf deze dan hier op.

 

Opdracht: CV

Opdracht: Maak een mooie CV

 

1. Je gaat een CV maken.

Als je een geschreven document maakt, geef deze de naam "CV ". Maak je een filmpje, sla deze dan op bij een filmpjesdienst als Youtube of Vimeo. Zorg er wel voor dat je filmpje niet openbaar is, en dat alleen degen die de link van jou krijgt, het filmpje kan zien. Dit heet over het algemen "verborgen". Voor het aanmaken van een videokanaal of een video kun je onderstaande links bekijken:

https://support.google.com/youtube/answer/1646861?hl=nl

https://nl.wikihow.com/Een-Youtube-video-maken

Als je een alternatieve CV maakt, zet dan het online adres in je document en geef een korte beschrijving wat er te zien/te vinden is en geef dit document de naam "CV ".

2. Doe dit in je digitale map

3. Sla deze op in je map Loopbaanportfoliomap

 

Leerstijlen

In je CV staat wie je bent en welke ervaring je hebt. Het zijn de harde gegevens van je beginsituatie. Maar er zijn meer gegevens die van belang zijn voor je opleiding en je loopbaan.

Je loopbaan kun je beschouwen als een reis die je gaat maken. De reis die je gaat maken moet bij jou passen. Het moet passen bij je wensen en je mogelijkheden. Dus het is belangrijk dat je hier goed over nadenkt. Een reis maken vraagt voorbereiding. Je moet afspraken maken.

Je moet organiseren en plannen. Je moet bepalen met wie je wilt reizen, waar je heen gaat (doel), wat je daar wilt gaan doen (activiteiten) in welke periode (tijd), met wie enz.

Iedereen doet dit op zijn eigen manier.

 

 

Om de goede keuzes te kunnen maken voor je loopbaan is het goed om goed na te denken over je beginsituatie. Dit betekent nadenken over je:

  • Capaciteiten (Waar ben ik goed in en waar minder goed in?)
  • Motieven (Wat vind ik leuk/interessant/waardevol?)
  • Verwachtingen (wat verwacht ik van mijn toekomstige werk)

Iedereen heeft een persoonlijke leerstijl, dat wil zeggen: een manier van omgaan met leerstof en leeractiviteiten. Er zijn bijvoorbeeld mensen die het fijn vinden om te leren door veel vragen te stellen. Anderen zijn echte doeners, zij willen het liefst meteen met iets aan de slag. Het is een beschrijving van houdingen en gedragingen die bepalen wat iemands manier van leren is. Er blijken nogal wat verschillen te bestaan in de manier waarop mensen leerstof verwerken. Wanneer je weet hoe je leert kun je kijken of dit een handige manier is.

Soms is het oefenen in een andere stijl een goed idee omdat je dan betere resultaten haalt.

Bekende leerstijlentests zijn die van Kolb en Vermunt.

Opdracht: Leerstijlentest

Ga aan de slag met leerstijlentesten, deze vind je in de onderstaande linkjes. Maak ze allemaal en bewaar de uitslagen die je krijgt. 

Als opdracht ga je een verslagje schrijven over jezelf. Dit verslag schrijf je in een bestand (lettertype 11) en het is minimaal 1 A4 lang. Je slaat dit op onder: Leerstijlenverslag.

 

- Welke kenmerken kun je afleiden uit de verschillende testen

- Welke kenmerken herken je bij jezelf en waarom

- Welke kenmerken herken je niet bij jezelf en waarom

- Vraag iemand die jou goed kent of hij de kenmerken die jizelf niet herkent, wel herkent. Beschrijf hoe dit gesprek is verlopen

 

Belbin

Onderzoek de leerstijlen van Belbin. Je kunt dit doen op

https://www.123test.nl/groepsrollentest/

 

Daarna doe je de test via

https://werkenmetteamrollen.nl/vragenlijst/

Kolb

Onderzoek de leerstijlen volgens Kolb. Doe dit via deze link:

https://www.thesis.nl/testen/kolb-test

 

Doe de test via deze link:
http://www.123test.nl/leerstijl/

Kernkwaliteiten

Onderzoek de kernkwaliteiten van Ofman. Doe dit via deze link

http://www.carrieretijger.nl/functioneren/ontwikkelen/persoonlijkheidsmodellen/kernkwaliteiten 

 

Doe de test. Doe dit via deze link

http://www.atlasloopbaan.nl/kernkwaliteitenspel.html

Roos van Leary

Onderzoek de leerstijlen volgens de roos van Leary. Doe dit via deze link

http://www.carrieretijger.nl/functioneren/samenwerken/sociale-vaardigheden/beinvloeden/roos-van-leary

Doe de test. Doe dat via deze link

http://www.123test.nl/leary/

 

Studievaardigheden testen

Studievaardighedentest
 
In de onderstaande link wordt je naar een test geleid. Maak deze test. Je krijgt de uitslag in je mail. Deze mail sla je op in je Loopbaanportfolio map.
 
Je kan dit doen door de inhoud van de test te kopiëren en te plakken in een bestand. Je geeft aan, na het maken van de test, dat je de antwoorden in je mailbox wilt krijgen van de antwoorden die je hebt gegeven. Je krijgt dan een mail met een link. Je kunt dan opnieuw zien wat je hebt gedaan. Selecteer alles (door bv op Ctrl en A (tegelijkertijd)) te drukken. Daarna kun je de inhoud kopiëren en plakken in een bestand.
 
Sla deze op onder Studievaardigheidstest met de datum dat je die hebt gedaan. Deze test doe je in je opleiding 3x, 1 x aan het begin van de opleiding (periode 1). 1x halverwege periode 3 en 1x in periode 6. In periode 6 maak je een verslag over de manier waarop je de afgelopen 1,5 jaar je hebt ontwikkeld in het leren. Waarin ben je gegroeid, wat kun je nog verbeteren en wat ga je zeker niet meer doen.

 

Maak de test door de onderstaande link te volgen

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=M8aDeEUf6UWsSR9WesalgLchDea-swNEqA8I28ciF-FURVJPNU1NNkxLMTVYTUVaRDZYODFONE9FTy4u

 

 

Een goed en mooi verslag maken

Het maken van een goed verslag is best een klus. Je bent nu begonnen met de opleiding en het is handig om dit volgens een bepaalde methode te doen. Onder dit kopje vind je manieren om een verslag te schrijven. Ook krijg je uitleg hoe je digitaal in WORD een goed document kan maken.

 

Hoe is een verslag opgebouwd en wat schrijf je waar?

Voor het maken van een goed verslag ga je ervan uit dat het er mooi en goed uitziet.  Maar wat moet er nu allemaal in een verslag staan. Hieronder zie je een korte opsomming van de onderdelen.

Stappenplan, hoe maak je een goed verslag

1. De voorbereiding

Kies, indien dat kan, een onderwerp dat je interesseert. Dat zorgt namelijk voor (meer) motivatie en mogelijk weet je er al het een en ander over. Na het bepalen van het onderwerp ga je informatie opzoeken. Er zijn diverse bronnen beschikbaar: internet (let er dan wel op dat je betrouwbare bronnen gebruikt!), boeken, kranten, tijdschriften, of personen die wat van het onderwerp af weten. Lees de verkregen informatie goed door en beslis welke informatie relevant is voor jouw onderwerp.

2. Maak een goede indeling van de hoofdstukken

Zoek uit welke informatie bij elkaar hoort en bundel het in losse hoofdstukken.

3. Schrijf het verslag

Zorg dat je de informatie in je eigen woorden opschrijft. De onderdelen die aan bod moeten komen, zijn:
a. Titelpagina: de voorkant van het verslag. Op je titelpagina zet je doorgaans de titel van het verslag, je naam, klas, docent, inleverdatum en eventueel een mooie afbeelding van het onderwerp.
b. Inhoudsopgave: in de inhoudsopgave staat vermeld uit welke onderdelen het verslag bestaat en op welke bladzijden deze onderdelen te vinden zijn.
c. Inleiding: in de inleiding vertel je wat er in het verslag besproken wordt.
d. Hoofdstukken: hierin staat alle informatie over het onderwerp besproken. Per hoofdstuk wordt een deelonderwerp behandeld. Elk hoofdstuk is weer in alinea’s verdeeld om het overzichtelijk te maken.
e. Slot: meestal is dit de conclusie of samenvatting. Het kan ook zo zijn dat je je eigen mening over het onderwerp moet geven of dat je terugblikt op het schrijven van het verslag. Wat heb je er van geleerd?
f. Bronvermelding: een overzicht van alle boeken, internetpagina’s, krant- en tijdschriftartikelen die je hebt gebruikt
g. Bijlagen (eventueel): indien je bijlagen hebt, plak je deze achterin het document. Denk aan uitwerkingen, grafieken, schema’s, etc.

4. Zorg ervoor dat je verslag er goed uit ziet

Bedenk een goede titel en zorg voor een mooie titelpagina. Werk je verslag daarnaast in het net uit en voeg afbeeldingen toe.

5. Controle!

Laat iemand anders het verslag nogmaals doornemen op inhoudelijke en taalfouten.

6. Printen

Als je helemaal tevreden bent over het resultaat, kun je het verslag printen en in een mapje stoppen. Het is slim om het verslag te bundelen, omdat dit verzorgd overkomt.

Bron: https://www.malthastudiecoaching.nl/blog-onderwijs/2018/03/22/hoe-maak-je-een-verslag/

Hoe zorg je voor een mooie lay-out

Voor een mooie layout zijn er een heleboel handige knopjes die ervoor zorgen dat wat je hebt bedacht ook zo eruit blijft zien. Als je de titels van je verslag voorziet van een "KOP" kun je later eenvoudig een inhoudsopgave maken.

Als je elk hoofdstuk op een nieuwe pagina laat beginnen door CTRL-Enter te gebruiken (beide knoppen tegelijkertijd indrukken) blijft het volgende hoofdstuk altijd op een nieuwe pagina laten beginnen, ook als je later nog een heel stuk in het vorige hoofdstuk moet schrijven.

Voor meer tips en truuks kijk op

https://nl.wikipedia.org/wiki/Control_(toets)

Dit is een lijst met CTRL functies:

  • Ctrl-A: Selecteer alles (Select All)
  • Ctrl-B: Vetgedrukt maken (Bold)
  • Ctrl-C: Kopiëren (Copy)
  • Ctrl-D: Lettertype (Font)
  • Ctrl-E: Centreren (Centre)
  • Ctrl-F: Zoeken (Find)
  • Ctrl-G: Ga naar pagina ... (Go to)
  • Ctrl-H: Vinden en Vervangen (Replace)
  • Ctrl-I: Cursief maken (Italic)
  • Ctrl-J: Uitlijnen (Justify)
  • Ctrl-K: Link invoegen (Insert hyperlink)
  • Ctrl-L: Links uitlijnen (Align Left)
  • Ctrl-M: Inspringen (First Indent)
  • Ctrl-N: Nieuw (bv. een nieuw bestand maken)
  • Ctrl-O: Openen (Open)
  • Ctrl-P: Afdrukken (Print)
  • Ctrl-R: Rechts uitlijnen (Align Right)
  • Ctrl-S: Opslaan (Save)
  • Ctrl-T: Hanging Indent (Hanging Indent)
  • Ctrl-U: Onderstrepen (Underline)
  • Ctrl-V: Plakken (Paste)
  • Ctrl-W: Document Afsluiten (Close)
  • Ctrl-X: Knippen (Cut)
  • Ctrl-Y: Opnieuw toepassen (Redo)
  • Ctrl-Z: Ongedaan maken (Undo)

Opdracht: een verslag maken

Om te leren hoe je een verslag moet maken, kun je beginnen met het maken de portfolio in een mooi verslag zoals eerder uitgelegd. Een onderdeel van de portfolio is bv de POP en PAP, maar ook je CV, het verslag van de leerstijlen. Maak ook gebruik van de tips en truukjes die genoemd worden.

Hieronder is een bestand toegevoegd wat je als basis kan gebruiken voor je verslag.

Open bestand Voorbeeld van een verslag (met uitleg)

Dit kan een groeidocument worden. Maak gebruik van wat je net hebt geleerd over hoofdstukken en paragrafen. een goede manier om dit verslag te structuren is door de POP en de PAP als hoofdstukken te gebruiken. Ook kun je de periodes gebruiken, je moet immers 4 POP en PAPS maken tijdens de opleiding. Kijk naar een voorbeeld hieronder

Verslag POP en PAP (voorblad)

Inleiding (waarom maak je dit)

Periode 1 (KOP 1)

POP 1 (KOP2)

PAP 1 (KOP 2)

Reflectie op POP1 en PAP1 (kop 2)

Periode 2 (KOP 1)

POP 2 (KOP 2)

PAP 2 (KOP 2)

Reflectie op POP2 en PAP2 (kop 2)

Periode 3 (KOP 1)

POP 3 (KOP2)

PAP 3 (KOP 2)

Reflectie op POP3 en PAP3 (kop 2)

Periode 4 (KOP 1)

POP 4 (KOP2)

PAP 4 (KOP 2)

Reflectie op POP4 en PAP4 (kop 2)

Motievenonderzoek 1 (KOP1)

Motievenonderzoek 2 (KOP1)

 

 

POP en PAP

Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) en Persoonlijk Activiteitenplan (PAP)

Binnen de opleiding en je BPV ben je bewust bezig met jouw persoonlijke leerontwikkeling als MVZ-er. Je ontwikkelt je op school, tijdens lessen en opdrachten, in samenwerking met anderen, tijdens je werk/stage en in gesprek met je BPV-begeleider, studieloopbaanbegeleider en docenten.

 

Om een goede MVZ-er te worden, zul je regelmatig even in de spiegel moeten kijken.

Dit heet reflecteren: terugdenken en overzien, nadenken over jouw aanpak, jouw manier van handelen of reageren, jouw rol tijdens het samenwerken en uitvoeren van activiteiten, jouw manier van studeren en plannen, enzovoort.

Leerdoelen

Een leerdoel is: ‘Een doel die je jezelf stelt en waaruit je leert’.

Binnen de opleiding is een leerdoel gericht op:

  • het ontwikkelen van een professionele beroepshouding
  • het verwerven van vaardigheden & kennis
  • persoonlijke ontwikkeling.

Formuleer drie leerdoelen voor de komende periode van 20 weken met behulp van de SMART-methode. Een kennisdoel, een vaardigheidsdoel en een beroepshoudingsdoel.

Kijk o.a. naar je samenvatting van de 360 graden feedback en je verslag van het voortgangsgesprek op de BPV (denk ook aan uitwerkingen van je opdrachten/examens en de werkprocessen).

Bedenk iets wat je wilt leren / wat je je eigen wilt maken / wat jij wilt bereiken.

Je kunt de volgende hulpvragen gebruiken:

 

Probeer elk doel zo concreet en duidelijk mogelijk in één zin te formuleren

 

Check of jouw leerdoelen ‘SMART’ genoeg zijn, maak gebruik van onderstaande vragen:

Specifiek                    Wat wil ik precies kunnen/ behalen/ laten zien

                                   en in welke situatie? Formuleer zo concreet mogelijk.

 

Meetbaar                    Waaraan kun je zien dat je je doel hebt behaald?

 

Acceptabel                 Past het leerdoel bij mij? En bij mij werkplek?

 

Realistisch                 Is het haalbaar wat ik wil bereiken?

 

Tijdgebonden            Binnen welke tijd wil ik het leerdoel uiterlijk bereikt hebben?

 

Reflectie

Reflecteren blijft een belangrijke vaardigheid en daarom zul je dit geregeld moeten doen: reflecteren op de uitvoering van opdrachten/examens, op werk/stage, maar ook na het voeren van een voortgangsgesprek op je BPV.

 

  • Pak je persoonlijke leerdoelen van de afgelopen periode erbij.

 

Beschrijf per persoonlijk leerdoel hoe je hieraan hebt gewerkt en met welk resultaat.

 

Leerdoel is behaald: leg uit hoe je aan het leerdoel gewerkt hebt de afgelopen periode en waarom jij vindt dat het doel behaald is.

 

Leerdoel is niet behaald: leg uit waardoor het leerdoel (nog) niet behaald is en hoe je de afgelopen periode aan het leerdoel hebt gewerkt.

leg uit of: je je leerdoel mee neemt naar de komende periode, moet je het leerdoel aanpassen of ‘parkeer’ je het leerdoel eerst.

POP

Een POP is een dynamisch plan dat je voortdurend bij moet stellen. Tijdens je opleiding moet je dit twee keer per schooljaar doen; na iedere periode van ongeveer 20 weken kijk je terug en schrijf je een plan voor de komende 20 weken. De studieloopbaanbegeleider zal je daarin begeleiden

Persoonlijk: beschrijf hoe het met jou persoonlijk is gegaan de afgelopen periode.

  • Hoe gaat het met je (licht toe).
  • Hoe is het met je motivatie voor de opleiding.
  • Wat zijn de persoonlijke struikelblokken of moeilijkheden waar je tegen aan loopt.
  • Of welke persoonlijke tegenslagen had je op school/BPV.
  • Wat vind je van jouw aanwezigheid, inbreng en motivatie tijdens lesuren en binnen je werk/BPV.
  • Zijn er nog andere belangrijke zaken die je wilt noemen?

 

Prestaties en producten: beschrijf hoe het met je prestaties en producten is gegaan de afgelopen periode.

  • Wat heb je afgerond en wat vind je ervan?
  • Waar ben je op dit moment mee bezig?
  • Wat heb je de afgelopen periode geleerd?
  • Wat vind je goed gaan in je leerproces?
  • Wat vind je niet/minder goed gaan?
  • Wat wil je veranderen?

PAP

Welke acties ga je ondernemen om je gestelde doelen te behalen. Je kunt deze twee onderdelen dus NOOIT los van elkaar zien. Een PAP is dus een uitwerking van je POP.

Je benoemt concreet in stappen wat je de komende tijd gaat doen om het leerdoel te bereiken.

In je PAP neem je ook op hoe/wanneer en met wie, jij het werken aan je doelen gaat evalueren.

Een voorbeeld van een Plan van aanpak/ Persoonlijk Activiteitenplan (PAP):

 

Week 3 en 4:

  • Ik lees het persoonlijk dossier en plan van aanpak van cliënt X.

 

Week 5 en 6:

  • Ik lees de theorie over observeren uit het boek ‘Sociale en communicatieve vaardigheden’, hoofdstuk 2 ‘Observeren en rapporteren’.

 

Week 7 en 8:

  • Ik observeer mijn collega’s in contactmomenten met cliënt X en maak van mijn observaties een verslag.
  • Ik bespreek dit verslag met mijn BPV-begeleider.

 

Week 9 en 10:

  • Ik ga met mijn collega’s in gesprek om adviezen en tips te ontvangen voor het ombuigen van het gedrag van cliënt X.
  • Ik maak hiervan een verslag.

 

Week 11:

  • Ik trek conclusies uit voorgaande punten voor het ombuigen van het gedrag van cliënt X.
  • Ik zet dit op papier en bespreek dit met mijn BPV-begeleider.

 

Week 12 t/m week 17:

  • Ik ga oefenen in het ombuigen van het gedrag van cliënt X en vraag hierover aan mijn collega’s feedback en pas zo nodig mijn handelen aan.
  • Dit leg ik vast in mijn logboek volgens de STRAK-methode.

 

Week 18:

  • Ik evalueer en bespreek mijn handelen in het ombuigen van het gedrag van cliënt X met mijn BPV-begeleider in week 9.
  • Gedurende het werken aan dit leerdoel vraag ik indien nodig advies en tips aan haar.

 

Week 19:

  • Aan het einde van deze periode reflecteer ik op dit leerdoel en geef ik dit een plek in mijn POP voor de komende periode. Hiervoor gebruik ik de door mij gemaakte verslagen/logboek.

Motievenonderzoek

Uitleg motievenonderzoek

Hieronder word beschreven hoe je kan onderzoeken wat je zoal wilt bereiken tijdens je opleiding. Hierdoor kun je nu en later beter nadenken over je loopbaanwensen

A. Motieven

Je motivatie geeft aan waarom je eigenlijk aan de opleiding bent begonnen en hoe je tegen de opleiding en toekomstig werk aankijkt. Wat wil je met de opleiding bereiken en wat wil je ervoor doen? Je motivatie voor de opleiding beschrijf je in ongeveer een half A4.

Je motivatie kan tijdens je loopbaan veranderen.

Daarom moet je tenminste één keer per jaar je motivatie kritisch bekijken en eventueel bijstellen of aanvullen.

Opdracht motievenonderzoek

In het verslag wat je al aan het maken bent kun je ook een hoofdstuk Motievenonderzoek opnemen.

Schrijf hierin je motieven (ongeveer 1/2 A4), noem dit hoofdstuk Motivatie.

Werk de vragen uit zoals ze hieronder staan en verwerk die in een apart hoofdstuk (Verwachtingen) in je verslag.

In dit hoofdstuk beschrijf je welke verwachtingen jij hebt ten aanzien van de begeleiding door je studieloopbaanbegeleider, je werkbegeleider en eventueel praktijkopleider in de BPV, en anderen die betrokken zijn bij je leerproces. Tevens beschrijf je de verwachtingen die zij van jou hebben. Tenslotte beschrijf je de wederzijdse afspraken die gemaakt zijn. Dit doe je één keer bij de aanvang van de opleiding en in ieder geval wanneer je eventueel op een andere afdeling/instelling gaat werken of wanneer je een nieuwe begeleider of coach krijgt.

  1. Wat zijn je verwachtingen ten aanzien van jezelf?
    Wat denk je dat anderen van jou verwachten?

Denk aan:

* Hoe ga je om met afspraken?

* Hoe bewaak je je rol van student/ stagiaire/ werknemer?

* Hoe ga je om met collega’s / medestudenten?

* Hoe komt je beroepshouding in de praktijk tot uiting?

* Hoe is de wijze van communiceren met elkaar?

* Hoe en wanneer ga je de opleidingsopdrachten / BPV opdrachten aanleveren en bespreken?

 

  1. Wat zijn je verwachtingen ten aanzien van de begeleiding door de coach/ BPV docent? Wat denk je dat zij van jou verwachten?

Denk aan:

*het aanleveren van POP/ PAP

*het aanleveren van verslagen

*wijze van begeleiden

*voortgangs- en beoordelingsgesprekken

         

  1. Wat zijn je verwachtingen ten aanzien van je werkbegeleiding in de BPV?
    Wat denk je dat hun verwachtingen zijn?

Denk aan:

*welke stijl van begeleiden vind je prettig?

*met welke frequentie werk je samen met de werkbegeleider?

*wat is de inhoud van de begeleidingsgesprekken?

*op welke wijze wil je feedback ontvangen en geven?

*met wie en welke frequentie wil je je leerproces evalueren?

 

  1. Wat zijn je verwachtingen ten aanzien van de afdeling op de stage / leer- werkplek?
    Wat denk je dat zij van jou verwachten?

    Denk aan:

*dienstrooster

*zorgbranche

         

  1. Welke afspraken heb je met je studieloopbaanbegeleider, je werkbegeleider en anderen gemaakt?

Netwerken

De juiste mensen kennen... daar kom je verder mee. Netwerken is dé manier om aan een nieuwe baan te komen, klanten te vinden en goed op de hoogte te blijven. Immers: twee weten (en kennen) meer dan één. Maar: wat is netwerken? Hoe doe je het? En wat moet je wel en niet doen?

Om je loopbaandoel te bereiken is het handig een netwerk op te bouwen. Een netwerk bestaat uit mensen, instellingen of instanties die je kunnen helpen in je werk, je loopbaan of je privéleven. Bijvoorbeeld doordat ze je kunnen wijzen op vacatures, referenties (inlichtingen) over je kunnen geven, je feedback kunnen geven over je capaciteiten en mogelijkheden of je aan een baan kunnen helpen.

Maar dat is maar één kant van het netwerken. Dat netwerk is er niet alleen voor jou, het is de bedoeling dat ook de anderen er iets wijzer van worden. Netwerken is geven en nemen. Dus ook jij helpt mensen in je netwerk aan informatie en nieuwe contacten en geeft iemand net die tip over die ene leuke baan die goed bij haar past. Zo help je elkaar.

Het is belangrijk je netwerk te onderhouden en uit te breiden. Je moet je netwerk actueel houden. Je netwerkcontacten moeten passen bij je loopbaandoelen. Hoe duidelijker je loopbaandoelen hoe beter je de netwerkcontacten hier op kunt richten.

Opdracht Netwerken

Opdracht 1

Breng voor jezelf een kaart in welke netwerken je verkeerd. Denk hierbij aan social media zoals Facebook, maar ook aan groepen binnen je werk zoals werkgroepen. 

Opdracht 2

  1. Maak een visitekaartje voor jezelf. Zet hierop niet alleen zakelijke gegevens, maar geef in een paar trefwoorden en afbeeldingen weer, wie je bent op dit moment, wat je sterke punten zijn en wat typerend voor jou is. Het visitekaartje maak je op de computer en voeg je toe aan je loopbaanportfolio. 
  2. Maak een lijst van contacten die je kunt gebruiken voor je loopbaandoelen. Noteer naam, adres, e-mail, tel.nr. en waar je de persoon van kent.
  3. Verdeel deze contacten per loopbaandoel.
  4. Hoe ga je je netwetwerk de komende periode uitbreiden of actueler maken?

Afsluitende opdracht

Controlelijst: heb ik aan alles voldaan?

Ik heb 4x een POP en een PAP gemaakt

Ik heb 4x gereflecteerd op mijn POP en leerdoelen

Ik heb een CV gemaakt

Ik heb de netwerkopdrachten gemaakt

Ik heb 2x een motivievenonderzoek uitgevoerd

 

Kun je op elke stelling ja zeggen, ga je het eindverslag maken.

Als je alle opdrachten hebt gedaan, ben je inmiddels aan het einde van je opleiding aangekomen. Om te kunnen checken of je alle vaardigheden bezit, is dit de afsluitende opdracht.

Maak een verslag

In je verslag geef je antwoord op alle onderstaande vragen of leg je uit hoe je het afgelopen 2 jaar hebt gewerkt aan deze vaardigheden. Je legt waar nodig uit wat je ermee bedoet, zoals ik ben goed in.......... ik ben minder goed in........ etc. 

Je maakt natuurlijk een mooi verslag met de verschillende onderdelen, inclusief een inhoudsopgave en paginanummers.

 

  1. Capaciteitenreflectie
  • Ik weet waar ik goed en minder goed in ben.
  • Ik weet welke kwaliteiten ik kan inzetten voor het beroep wat ik wil gaan doen.
  • Ik kan de ontwikkeling van mijn beroepscompetenties en mijn talenten in verband brengen met eerdere ervaringen in mijn leven en met beelden/inzichten over mijn toekomstige studie- en arbeidsloopbaan, c.q. levensloop.

 

  1. Motievenreflectie
  • Ik kan aangeven wat ik leuk en interessant vind aan mijn opleiding.
  • Ik weet wat mijn werkwaarden zijn.
  • Ik kan verband leggen tussen eerdere ervaringen in mijn leven en mijn waarden.
  • Ik kan verband leggen tussen beroepsdilemma’s en mijn waarden.

 

  1. Werkexploratie en/of opleidingsoriëntatie
  • Ik heb een beeld van de inhoud van het werk / de vervolgopleiding waarvoor ik leer.
  • Ik weet welke (beroeps)competenties nodig zijn in het werk waarvoor ik leer en/of de vervolgopleiding van mijn voorkeur.
  • Ik weet welke leeractiviteiten ik moet ondernemen om die (beroeps)competenties te kunnen ontwikkelen.
  • Ik kan de cultuur van een bedrijf/ vervolgopleiding onderzoeken.
  • Ik ben op de hoogte van de ontwikkelingen in het werkveld en/of de vervolgopleidingen.
  • Ik kan ontwikkelingen en cultuur in verband brengen met mijn kwaliteiten en motieven.
  • Ik weet wat de actuele (beroeps)dilemma’s zijn in het werk waarvoor ik leer en/of de vervolgopleiding die ik wil kiezen.

 

  1. Loopbaansturing
  • Ik kan doelen stellen voor mijn studieloopbaan.
  • Ik baseer keuzes in mijn leerproces op mijn kwaliteiten en waarden, en op mijn toekomstwensen.
  • Ik organiseer de begeleiding die ik nodig heb om mijn leerproces te sturen.
  • Ik stem mijn mogelijkheden en (ontwikkel)wensen af de specifieke situatie van de stage/werkorganisatie en/of arbeidsmarkt.
  • Ik toon mijn kwaliteiten en motieven in werk, stage en op de arbeidsmarkt.

 

  1. Netwerken
  • Ik beschik over een netwerk van mensen die mij kunnen helpen bij mijn (studie)loopbaan.
  • Ik onderhoud mijn netwerk en breid het uit.
  • Ik kan iets betekenen voor mensen in mijn netwerk.
  • Het arrangement Loopbaanportfolio BBL MVZ leerjaar 1 en 2 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2020-11-12 12:54:34
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    In dit portfolio ga je aan de slag met verschillende opdrachten en verplichte onderdelen van het portfolio. Hierbij moet worden gedacht aan het maken van een POP, een PAP, je leerstijlen ontdekken, het maken van verslagen etc.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld