Inleiding
Beroepspraktijkvorming ICT-Beheerder
Informatiegids en opdrachten stage
Landstede Media Academy Zwolle
Cohort 2018 en 2019
Opleidingsdomein Informatie en communicatietechnologie
Kwalificatiedossier ICT- en Mediabeheer 23089 en ICT support 23090
Crebo nummer ICT-Beheerder 25189; Netwerkbeheerder 25190; Medewerker beheer ICT 25191
Inleiding
Je gaat beginnen met een BPV-periode bij een praktijkbedrijf. Wat eerder ‘stage’ werd genoemd, noemen we in deze informatiegids steeds beroepspraktijkvorming of BPV.
Voor je ligt de informatiegids voor deze beroepspraktijkvorming. In de gids staat wat er van je wordt verwacht gedurende je BPV-periode. Zorg er dus voor dat je deze informatiegids altijd bij de hand hebt!
Zo lang mogelijk vóór aanvang van je BPV-periode is de Beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPVO) besproken, getekend en ingeleverd. Daarbij zijn er afspraken gemaakt over je BPV-periode. Deze afspraken bespreek je bij de start van je BPV-periode opnieuw met je praktijkbegeleider, zodat voor alle partijen duidelijk is wat erover en weer wordt verwacht. In dit gesprek is het verstandig om ook stil te staan bij de afspraken over de beoordeling van je opleiding.
Als er vragen zijn over de organisatie van de BPV, of als er andere vragen zijn, neem dan even contact op met je BPV begeleider/coach. Ook voor vragen over de begeleiding kun je bij hem/haar terecht. De contactinformatie staat in hoofdstuk 1, kopje 1.3.
Wij wensen je veel plezier tijdens je BPV!
Opleidingsteam: ICT & Technologie in Zwolle 
1 Contactinformatie, regels en verzekering
1.1 Periode
Je BPV-periode bestaat uit twee onderwijsperiodes waarin je alle werkdagen in het BPV-bedrijf werkzaam bent.
Startdatum
|
:
|
Zie : BPV-overeenkomst
|
Einddatum
|
:
|
Zie : BPV-overeenkomst
|
Totaal aantal klokuren
|
:
|
Zie: BPV-overeenkomst
|
Vakantie/snipperdagen
|
:
|
De vakanties en feestdagen die een student normaal op school heeft, zijn niet meegeteld in de BPV-periode. Neem deze op in overleg met je stage bedrijf
|
Verantwoording SBU ’s
|
:
|
De studiebelastingsuren (SBU ’s) van de praktijkovereenkomst worden verantwoord op de urenregistratie.
|
Terugkomdagen
|
:
|
Er is een één terugkomdag. Hierover wordt u t.z.t. geïnformeerd
|
Examinering keuzedelen |
: |
Indien van toepassing: data volgen via coach |
Ziekmelding
|
:
|
Bij ziekte meld je je af volgens de procedures van het BPV-bedrijf. Tevens stuur je een e-mail naar je BPV-begeleider/coach!
Bij juiste ziekmelding hoeven de uren niet ingehaald te worden.
|
BPV-vergoeding
|
:
|
Het leren moet centraal staan in de BPV-periode, niet de vergoeding. Een bedrijf mag op vrijwillige basis wel een BPV-vergoeding geven. Soms staat hierover iets in de cao of heeft het bedrijf hiervoor een regeling.
|
Voortijdige stop van de BPV
|
:
|
Mocht je voortijding moeten stoppen met de BPV, om welke reden dan ook, neem je per direct contact op met BPV-begeleider/coach
|
Legitimatie
|
:
|
In werksituaties is het wettelijk verplicht om een kopie van een identiteitsbewijs in te leveren bij de verantwoordelijke van het BPV-bedrijf/ instelling. Het kan dus zijn dat hier naar gevraagd wordt.
|
Werkweek |
: |
Een werkweek bevat 40 uur. Dit mag niet meer uren bevatten en bij minder uren moet je in de gaten houden dat je aan het eind van je bpv wel je uren gemaakt hebt die op je bpvo staan.
Een werkdag heeft een verplichte pauze tijdens de middag en die telt niet mee als stage uren.
|
Einde van de bpv |
: |
De bpv periode loopt af bij het behalen van het gemaakt aantal uren. Vakanties moeten in oveleg worden opgenomen en meld deze afspraken ook op school bij je coach zodat voor iedereen duidelijk is wanneer je vrij bent.
|
1.3 CONTACTINFORMATIE
Landstede Zwolle
Locatie Stadionplein
Stadionplein 12
8025 CP ZWOLLE
Telefoon Stadionplein: 088-8508435 of 088-8508490
E-mail:asmelik@landstede.nl
Wanneer er vragen zijn of problemen ontstaan tijdens de BPV, kunt u en kun jij contact opnemen met Landstede, maar neem eerst contact op met de coach. Dit kan telefonisch via bovenstaande gegevens of via e-mail. Het e-mailadres van de coach is bekend bij de student.
1.4 VERZEKERING
Landstede heeft via de Besturenraad een ongevallenverzekering afgesloten, die ook van toepassing is op jou als student gedurende je (feitelijke) BPV betreffende werkzaamheden. De school vrijwaart de BPV biedende organisatie tegen eventuele aanspraken van derden op grond van artikel 6: 170 BW, wegens fouten van de student tijdens de uitoefening van de BPV. De school is aansprakelijk voor schade toegebracht aan de BPV biedende organisatie door een onrechtmatige daad van de student tijdens de uitoefening van de met beroepspraktijkvorming samenhangende werkzaamheden. Deze vrijwaring en aansprakelijkheid gelden uitsluitend indien en voor zover de aansprakelijkheidsverzekering van de school daarvoor dekking biedt. Indien noodzakelijk, kunt u/jij hierover contact opnemen met de BPV-coördinator van de opleiding.
2 Begeleiding
2.1 Begeleiding
Tijdens de BPV wordt de student zowel door school (schoolbegeleider) als door het BPV-bedrijf (praktijkbegeleider) goed begeleid.
Als praktijkbegeleider wordt van u verwacht dat u:
- de student introduceert in het bedrijf.
- samen met de student vaststelt aan welke opdrachten (werkprocessen) wordt gewerkt en bespreekt op welke manier de student hier aan gaat werken.
- regelmatig tijd vrijmaakt om met de student de gang van zaken te bespreken en eventueel het takenpakket of de BPV-doelen bij te stellen. De student zorgt dat hierover concrete afspraken worden gemaakt.
- Geeft (optioneel) feedback op het functioneren van de student. (Bijlage 2)
- Blijft verantwoordelijk voor werkzaamheden en bepaalt in welke mate de student zelfstandig kan werken.
BPV-begeleider (vanuit de opleiding)
Deze BPV-begeleider neemt in het begin van de stageperiode contact op. De BPV-begeleider komt een keer op bezoek (tenzij anders is afgesproken). Tijdens dit bezoek wordt het volgende besproken:
- Het functioneren van de student binnen het bedrijf;
- De beroepshouding;
- De vorderingen van de opdrachten;
- De eindevaluatie
3 Het kwalificatiedossier
ICT-beheerder
Typering van de beroepengroep
|
Context
|
De beheerder werkt in de ICT- en mediasector. Zo speelt het ICT- en mediabeheer zich vooral af bij ICT- dienstverlenende bedrijven, bedrijven in de mediabranche of de ICT-/media-afdeling van overige bedrijven. Ook komt het regelmatig voor dat de beheerder vanuit ICT-dienstverlenende bedrijven wordt gedetacheerd. De beheerder krijgt in toenemende mate te maken met koppelingen tussen diverse netwerken, informatie- en mediasystemen.
De term informatiesysteem kan zowel grootschalig als kleinschalig worden geïnterpreteerd. Het kan gaan om het ontwikkelen van een compleet informatiesysteem t.b.v. een gehele afdeling binnen een organisatie, maar het kan ook gaan om het volledig inrichten van een specifieke werkplek. Uiteraard gaat het dan om ICT gerelateerde apparatuur zoals netwerken, servers, (mobiele) telefoons, werkstations, tablets, et cetera. Het informatiesysteem is een combinatie van hardware, software en de gebruiker(s) hiervan.
Onder informatiesystemen worden in voorkomende gevallen ook mediasystemen verstaan. De term mediasysteem omvat dat deel van de informatietechnologie dat zich richt op de integratie van verschillende informatietypen (bijvoorbeeld data, tekst, videobeeld, geluid en foto`s), kortom systemen die ervoor zorgen dat mediaproductieprocessen goed verlopen. Het mediaproductieproces bestaat uit twee stromen, de digitale content/informatie flow en het fysieke productieproces. Er wordt gebruik gemaakt van mediaspecifieke systemen, apparatuur en software.
|
Typerende beroepshouding
|
De ICT-beheerder werkt meestal samen met collega’s en draagt een behoorlijk grote verantwoordelijkheid. Hij is verantwoordelijk voor het beheer en gebruik van het informatiesysteem en draagt zorg voor de continuïteit ervan. De servicedesk speelt daarbij een belangrijke rol. De ICT-beheerder wordt beoordeeld op de resultaten. Hij is niet alleen verantwoordelijk voor zijn eigen werkzaamheden maar ook voor de uitvoering van taken door anderen (gedelegeerde taken) en is daarmee vaak eindverantwoordelijk voor de verrichte werkzaamheden. De ICT-beheerder heeft vooral een adviserende, aansturende, controlerende, coachende en delegerende rol. Tevens komt het voor dat hij leiding geeft aan een afdeling of een project. Hiervoor dient hij mensen aan te kunnen sturen, te coachen en te motiveren.
|
Resultaat van de beroepengroep
|
Het beheer en gebruik van de netwerk-/mediainfrastructuur, het informatie- en/of mediasysteem en de zorg voor de continuïteit ervan.
|
Overzicht van de Kerntaken en Werkprocessen
Het kwalificatiedossier heeft het over: Kerntaken en Werkprocessen. Dit zijn een soort indicatoren of meetpunten, waaraan je aan het eind van je opleiding moet voldoen. Hieraan kan de school zien of jij beroepsbekwaam bent. Tijdens je schooltijd werk je door de lessen en opdrachten heen, aan deze werkprocessen.
Op je BPV-bedrijf, werk je ook aan de werkprocessen. Het is voor jou en je werkplekbegeleider goed om kennis te nemen van de werkprocessen.

Netwerkbeheerder
Typering van de beroepengroep
|
Context
|
De beheerder werkt in de ICT- en mediasector. Zo speelt het ICT- en mediabeheer zich vooral af bij ICT- dienstverlenende bedrijven, bedrijven in de mediabranche of de ICT-/media-afdeling van overige bedrijven. Ook komt het regelmatig voor dat de beheerder vanuit ICT-dienstverlenende bedrijven wordt gedetacheerd. De beheerder krijgt in toenemende mate te maken met koppelingen tussen diverse netwerken, informatie- en mediasystemen.
De term informatiesysteem kan zowel grootschalig als kleinschalig worden geïnterpreteerd. Het kan gaan om het ontwikkelen van een compleet informatiesysteem t.b.v. een gehele afdeling binnen een organisatie, maar het kan ook gaan om het volledig inrichten van een specifieke werkplek. Uiteraard gaat het dan om ICT gerelateerde apparatuur zoals netwerken, servers, (mobiele) telefoons, werkstations, tablets, et cetera. Het informatiesysteem is een combinatie van hardware, software en de gebruiker(s) hiervan.
Onder informatiesystemen worden in voorkomende gevallen ook mediasystemen verstaan. De term mediasysteem omvat dat deel van de informatietechnologie dat zich richt op de integratie van verschillende informatietypen (bijvoorbeeld data, tekst, videobeeld, geluid en foto`s), kortom systemen die ervoor zorgen dat mediaproductieprocessen goed verlopen. Het mediaproductieproces bestaat uit twee stromen, de digitale content/informatie flow en het fysieke productieproces. Er wordt gebruik gemaakt van mediaspecifieke systemen, apparatuur en software.
|
Typerende beroepshouding
|
De netwerk- en mediabeheerder is een specialist. Vanuit zijn specialisme adviseert hij collega's en/of opdrachtgevers. Hij is verantwoordelijk voor de technische inrichting van de netwerk-/mediainfrastructuur en hij wordt beoordeeld op de resultaten. Van hem wordt verwacht dat hij diepgaande kennis heeft van de technische kant van een netwerk-/mediainfrastructuur; hij vervult daarvoor ook een vraagbaakfunctie voor collega's. In voorkomende gevallen vervult hij de 2e-lijns taken en heeft hij (indien van toepassing) contact met externe leveranciers over ICT inhoudelijke zaken. Omdat hij meestal zelfstandig werkt, is hij vooral verantwoordelijk voor zijn eigen werkzaamheden, maar in geval van teamwerk kan de verantwoording gedeeld worden. Netwerkbeheer vindt plaats bij bedrijven die gebruik maken van een ICT netwerkinfrastructuur. Een netwerkinfrastructuur bestaat uit hardwarematige netwerkcomponenten, randapparatuur en (IPtelefonie, de benodigde besturingssoftware en netwerkapplicaties en de verbindingen. Mediabeheer vindt plaats bij bedrijven die zich bezig houden met het ontwerpen, realiseren en beheren van media-uitingen. Voorbeelden hiervan zijn bedrijven die mediaproducten maken voor nieuwe media, of een combinatie van nieuwe media (mobiele telefoon, iPod, iPad, internet, gamecomputers) en av-productie bedrijven. In het mediabeheer ligt de nadruk op het kunnen installeren, inrichten en beheren van totaaloplossingen in de media-industrie. De mediabeheerder moet kennis hebben van alle technische deelstappen in infrastructuur, hard- en software om het gehele productieproces te ondersteunen en te faciliteren. Daarnaast moet de mediabeheerder kennis hebben van de totale content-flow van het productieproces, zodat er overview is.
|
Resultaat van de beroepengroep
|
Het beheer en gebruik van de netwerk-/mediainfrastructuur, het informatie- en/of mediasysteem en de zorg voor de continuïteit ervan.
|
Overzicht van de Kerntaken en Werkprocessen
Het kwalificatiedossier heeft het over: Kerntaken en Werkprocessen. Dit zijn een soort indicatoren of meetpunten, waaraan je aan het eind van je opleiding moet voldoen. Hieraan kan de school zien of jij beroepsbekwaam bent. Tijdens je schooltijd werk je door de lessen en opdrachten heen, aan deze werkprocessen.
Op je BPV-bedrijf, werk je ook aan de werkprocessen. Het is voor jou en je werkplekbegeleider goed om kennis te nemen van de werkprocessen.

Medewerker beheer ICT
Typering van de Beroepsgroep
Context
De beroepsbeoefenaar werkt bij of voor bedrijven waar gewerkt wordt met ICT. Dit maakt dat zijn werkomgeving heel breed is.
Hij kan werkzaam zijn bij zowel klein-, midden- als het grootbedrijf, profit als non-profit organisaties, (commerciële) bedrijven maar zeker ook (semi-)overheden.
Afhankelijk van de omvang en/of inrichting van de organisatie zullen werkzaamheden waarbij de beroepsbeoefenaar de gebruiker ondersteunt veelal in een servicedesk omgeving plaatsvinden.
Typerende beroepshouding
De beroepsbeoefenaar stelt zich klantvriendelijk, klantgericht en flexibel op. Hij kan goed samenwerken, overziet de consequenties van zijn handelen, werkt nauwkeurig, heeft doorzettingsvermogen, is oplossingsgericht en kan goed omgaan met tijdsdruk.
Kunnen werken volgens kwaliteitscriteria en procedures is essentieel voor de beroepsbeoefenaar. Ook is hij zich er terdege van bewust dat hij een voorbeeldfunctie heeft ten opzichte van de eindgebruikers en dat hij zich te allen tijde dienstverlenend moet opstellen. Zijn veelvuldige contact met eindgebruikers (welke een heel diverse achtergrond kunnen hebben) stelt bovendien hoge eisen aan zijn communicatievaardigheden voor wat betreft de Nederlandse, en in voorkomende gevallen ook de Engelse, taal.
Resultaat van de beroepsgroep
Wanneer de beroepsbeoefenaar zijn werkzaamheden correct uitvoert is de continuïteit van (onderdelen van) het informatiesysteem in orde. Bovendien zijn gebruikers van het informatiesysteem tevreden over de continuïteit van het systeem en de ondersteuning die zij krijgen van de support-medewerkers.
Overzicht van de Kerntaken en Werkprocessen
Het kwalificatiedossier heeft het over: Kerntaken en Werkprocessen. Dit zijn een soort indicatoren of meetpunten, waaraan je aan het eind van je opleiding moet voldoen. Hieraan kan de school zien of jij beroepsbekwaam bent. Tijdens je schooltijd werk je door de lessen en opdrachten heen, aan deze werkprocessen.
Op je BPV-bedrijf, werk je ook aan de werkprocessen. Het is voor jou en je werkplekbegeleider goed om kennis te nemen van de werkprocessen.

4 Voor de start van je BPV
Leren doe je overal en bijna altijd. Thuis, op je werk, bij je sportclub of vereniging, op school, maar ook tijdens de BPV, in de praktijk. Juist in de praktijk leer je alles over het werken in een team en werk je aan de ontwikkeling van je zelfredzaamheid. Opdrachten moeten het liefst in de praktijk uitgevoerd worden, of in een situatie die lijkt op de praktijk. Veel studenten vinden ‘iets doen’ of ‘iets maken’ vaak leuker dan iets leren uit een boek.
In de BPV periode kom je één keer terug naar je opleiding. De leervragen die je in de praktijk verzamelt en daar niet direct kunt beantwoorden, neem je mee naar school. Daar is tijd en ruimte om die leervragen te verkennen door middel van reflectie en verder te beantwoorden door theorie op school.
Om een zinvol leerproces te bevorderen, bespreek je goed met je praktijkbegeleider wat je gaat doen en hoe je het gaat doen. Hij/zij is het aanspreekpunt voor jou in het leerproces op je BPV-bedrijf.
Om je werk goed te kunnen doen moet je de organisatie leren kennen. Je komt veel nieuwe mensen tegen, waarmee je moet samenwerken. Ieder bedrijf is anders. Het leerproces zal dus bij iedere student weer anders verlopen. Het is daarom belangrijk, dat je steeds gefocust blijft op je doel. Maar wat is dat doel dan? En wat ga je doen tijdens je BPV periode?
4.2 Voor de start van de BPV
Voor de start van de BPV periode, is het belangrijk om een aantal zaken rond te hebben. Streep onderstaande punten één voor één af als je deze klaar hebt.
Zorg dat de Beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPVO) door alle partijen digitaal is getekend. |
|
Zorg dat je de link naar BPV-Gids altijd kunt vinden. |
|
Controleer of je praktijkbegeleider de link naar de BPV-gids heeft ontvangen. |
|
Neem de BPV-gids door met je praktijkbegeleider. |
|
Maak heldere afspraken over de evaluatiegesprekken die je met je praktijkbegeleider gaat voeren. |
|
Maak met jezelf de afspraak om elke week het logboek bij te houden. Spreek met je praktijkbegeleider af dat je deze bespreekt tijdens de evaluatiegesprekken. |
|
Vul aan het begin van de BPV het Individueel Leerplan in (bijlage 1). (optioneel) |
|
Bekijk op ebpv.nl het gedeelte waar je je uren digitaal op bijhoudt, aan het einde van je stage print je dit uit en laat je het door je begeleider ondertekenen. Nog mooier is als je het wekelijks laat ondertekenen omdat je praktijkbegeleider er dan nog zicht op heeft. |
|
Zorg dat je praktijkbegeleider weet wie je BPV begeleider/coach is en dat hij/zij de contactgegevens van jouw opleiding heeft. |
|
5 Tijdens de BPV-periode
Tijdens de BPV periode kun je jezelf zien als aspirant-werknemer. Dit betekent dat je je ook als een werknemer gedraagt. Je werkt in het ritme van het bedrijf. Door in de praktijk bezig te zijn, krijg je meer inzicht in het vakgebied. In de BPV leer je niet alleen praktische vaardigheden van het beroep, maar ook hoe je in een bedrijf moet functioneren.
5.2 UREN BIJHOUDEN
Je moet tijdens je BPV je uren zorgvuldig bijhouden. Dit doe je op ebpv.nl. Op het digitale urenformulier kun je je uren gemakkelijk online bijhouden. Wanneer je je stage hebt afgerond, print je dit formulier en ondertekenen jij en je praktijk begeleider het formulier.
Je gaat zelf een logboek bijhouden.
Wat komt er op je verslag?
Elke dag houd je bij wat je hebt gedaan. Zo kun je snel terugvinden wat je wanneer hebt uitgevoerd. Pas aan het eind van elke week, schrijf je van je gedane activiteiten een logboek.
In dit logboek schrijf je:
- Wat je hebt gedaan deze week. Wees uitvoerig en gedetailleerd.
- Ga na aan welke werkprocessen je hebt gewerkt tijdens je activiteiten.
- Beschrijf wat er goed ging, en wat beter had gekund. Juist die inspanningen die net niet goed gingen, zijn vaak je grootste leermomenten.
- Je kunt voor je logboek de STARRT methodiek gebruiken. Je kunt op internet vinden hoe je die methode toepast. Dit kan je helpen, als je verslaglegging lastig vindt.
Wie moet je logboek lezen?
Je logboek moet in ieder geval te lezen zijn door je stage begeleider en door je BPV-begeleider op school.
Wanneer je samen met je BPV-begeleider overlegt waaraan je gaat werken, is het ook van belang dat je het Individueel Leerplan in gaat vullen.
Je geeft hierin aan, waar je aan gaat werken, en stelt jezelf een doel. Dit doel kan een beroepsmatig doel zijn, maar ook een persoonlijk ontwikkelpunt. Bijv. professioneel de telefoon aannemen, in contact zijn met klanten, of initiatief tonen.
Zie hiervoor bijlage 1.
Op een aantal vaste momenten tijdens de BPV-periode maak je afspraken met je praktijkbegeleider over de werkzaamheden die je gaat uitvoeren en evalueer je de wijze waarop je hebt gefunctioneerd tijdens de voorgaande werkzaamheden. Je BPV-begeleider/coach vanuit school komt in ieder geval twee keer naar het bedrijf om hierbij aanwezig te zijn.
Het is belangrijk voor je leerproces dat de werkprocessen uit de trajectlijnen die in hoofdstuk 2 staan beschreven, zoveel mogelijk de revue passeren.
Tijdens je BPV spreek je ook vaste evaluatiemomenten af met je praktijkbegeleider. Hierin bespreek je bijvoorbeeld wekelijks hoe het gaat, wat er goed gaat en wat je kan verbeteren. Voorafgaand, en tijdens het gesprek bespreek je deze punten:
- Vul Bijlage 2 in, wanneer je een evaluatiegesprek hebt met je praktijkbegeleider.
- Bespreek je ILP (Individueel Leerplan, bijlage 1). Op welke punten ben je gegroeid? Aan welke punten wil je komende tijd werken? Misschien pas je het ILP tussentijds aan.
- Check of je urenverantwoording klopt, en werk deze bij.
6 BPV-opdrachten algemeen
Opdrachten 2e jaars Niveau 3 & 4
Je gaat een onderzoek doen naar een ICT-product binnen het BPV-bedrijf.
Je onderzoek moet minimaal 10 pagina’s bevatten. Het mag een hardware- of een softwareproduct zijn, hierbij kun je denken aan bv. netwerkapparatuur, systeemkasten, UPS, servers, databasesoftware, ontwikkelsoftware, besturingssystemen enz.
Onderzoek doen en daarover een verslag schrijven is een hele opgave. Het maken van een deugdelijk plan van aanpak zorgt ervoor dat het onderzoek vlekkeloos verloopt. Hieronder wordt kort beschreven waaraan een onderzoek moet voldoen.
Onderdelen van een onderzoek:
- Plan van aanpak;
- Aanleiding;
- Doelstelling;
- Probleemstelling;
- Onderzoeksvragen;
- Werkwijze en
- Conclusie
In de volgende paragrafen wordt ingegaan op wat in elk deel van het onderzoek terug moet komen.
Plan van aanpak
Met een deugdelijk plan van aanpak moet het mogelijk zijn het onderzoek uit te kunnen voeren, zonder extreem veel van het onderzoek af te weten.
Aanleiding
Beschrijf in de aanleiding waarom je onderzoek wilt gaan doen naar het desbetreffende onderwerp. Dit kan bijvoorbeeld persoonlijke interesse zijn. Een opdrachtgever kan wel gevoelig zijn voor de sociale, maatschappelijke en/of economische relevantie van je onderzoek.
Doelstelling
In de doelstelling beschrijf je wat je met het onderzoek wilt gaan bereiken. Hierin verwijs je naar je aanleiding.
Probleemstelling
De probleemstelling is het hart van je onderzoek. De probleemstelling tracht je te bevestigen of te ontkrachten, dit ligt aan je eigen visie en de beschikbare literatuur.
Onderzoeksvragen
Met je onderzoeksvragen operationaliseer en concretiseer je de probleemstelling. Elke onderzoeksvraag moet antwoord geven op hoe, waarom, wanneer, hoeveel, et cetera.
Werkwijze
In het hoofdstuk werkwijze beschrijf je hoe je gaat onderzoeken. Welke meetmethoden ga je aanwenden om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden? Met welke mensen ga je praten? Welke literatuur en media ga je gebruiken? Beschrijf in je plan van aanpak duidelijk welke activiteiten je gaat verrichten en hoeveel tijd je daarvoor nodig hebt. Beschrijf dit per week.
Ook vermeld je met wie je wanneer gaat praten over je onderwerp.
Conclusie
In je conclusie beschrijf je of je doelen zijn bereikt.
Privacy, Beroepscode en bedrijfscode
Stel je voor dat een huisarts bepaalde informatie die hij gehoord heeft tijdens een consult van een bekende Nederlander even dropt tijdens een lunch met belangrijke personen uit zijn woonplaats. Een journalist (die daarbij aanwezig is) ruikt nieuws (een verhaal) en plaatst een sappig verhaal in de ochtendkrant van de volgende dag. Een huisarts heeft een eed afgelegd, waarmee hij verklaard heeft vertrouwelijk om te zullen gaan met informatie van patiënten. Ook de journalist heeft zijn beroepscode, zoals “hoor en wederhoor”, of “bronvermelding “. Dat heeft te maken met ethische afspraken. En hoe zit dat bij jou in de BPV?
Opdracht
-
Onderzoek op je BPV-bedrijf welke speciale “codes” gelden.
-
Zijn er afspraken vastgelegd in een schriftelijk document of zijn er mondelinge afspraken? Welke afspraken zijn er? En waarom zijn deze er? Wat zijn de eventuele consequenties als deze afspraken geschonden worden?
-
Wat vind je van deze codes?
Deze opdracht kun je ook heel goed voor je LLB portfolio gebruiken. Uitwerkingen van deze opdracht plaats je ook in je LLB-portfolio.
Je gaat een pc demonteren, assembleren, onderdelen vervangen, installeren en configureren. Je maakt hiervan een verslag. Worden in jouw BPV-bedrijf geen pc's gedemonteerd/geassembleerd? Dan maak je een verslag van welke programma's geïnstalleerd zijn/worden opde pc's in jouw BPV-bedrijf. Welke gebruikers gebruiken welke programma's en maak van één van de programma's een installatiehandleiding.
Ga na in je BPV-bedrijf op welke manieren storingen worden voorkomen. Welke procedures worden daarvoor gebruikt en welke programma's spelen daarbij een rol? Maak duidelijk hoe de installatie van die programma's wordt gedaan en welke instellingen(eventueel) worden aangepast.
Je kan dan bijvoorbeeld denken aan anitivirusprogrammatuur en firewalls.
Leer omgaan met het aanwezige helpdeskprogramma en maak een verslag van minimaal twee calls die je hebt ontvangen en behandeld. In je verslag geef je antwoord op de volgende vragen:
Welke informatie heb je in het systeem gezet? Welke activiteiten heb je ondernomen om het probleem te verhelpen? Hoe heb je de call afgemeld?
Maakt je BPV-bedrijf geen gebruik van een helpdeskprogramma, dan maak je een verslag van minimaal twee klantgesprekken.
Geef een beschrijving van jezelf zoals jij jezelf ziet in het BPV-bedrijf.
Neem in de beschrijving de volgende eigenschappen mee:
- Teamwork;
- Productiviteit;
- Betrokkenheid;
- Zicht hebben op de werkkaders/spelregels;
- Invloed kunnen uitoefenen;
- Effectiviteit;
- Efficiëntie en
- Tevredenheid.
Het schrijven van een reflectieverslag.
Lees je logboek en opdrachten nog een keer zorgvuldig door en schrijf vervolgens aan de hand van deze informatie en jouw eigen ideeën een goed reflectieverslag.
Het reflectieverslag beslaat minimaal 4 bladzijden. In dit verslag verwoord je:
1. Wat heeft het werk ingehouden op het BPV-bedrijf;
2. Wat waren de werkzaamheden voor jou t.a.v. jouw professionele groei;
3. Wat je nog meer aan kennis en vaardigheden nodig hebt om het werk in de toekomst nog beter te kunnen doen;
4. Aan welke competenties heb je gewerkt?
5. Wat jouw sterke punten en minder sterke punten zijn.
6. Vervolgens formuleer je 5 relevante verbeterpunten.
Opdrachten 3e jaars Niveau 4
Je gaat een onderzoek doen naar een ICT-product binnen het BPV-bedrijf.
Je onderzoek moet minimaal 10 pagina’s bevatten. Het mag een hardware- of een softwareproduct zijn, hierbij kun je denken aan bv. netwerkapparatuur, systeemkasten, UPS, servers, databasesoftware, ontwikkelsoftware, besturingssystemen enz.
Onderzoek doen en daarover een verslag schrijven is een hele opgave. Het maken van een deugdelijk plan van aanpak zorgt ervoor dat het onderzoek vlekkeloos verloopt. Hieronder wordt kort beschreven waaraan een onderzoek moet voldoen.
Onderdelen van een onderzoek:
- Plan van aanpak;
- Aanleiding;
- Doelstelling;
- Probleemstelling;
- Onderzoeksvragen;
- Werkwijze en
- Conclusie
In de volgende paragrafen wordt ingegaan op wat in elk deel van het onderzoek terug moet komen.
Plan van aanpak
Met een deugdelijk plan van aanpak moet het mogelijk zijn het onderzoek uit te kunnen voeren, zonder extreem veel van het onderzoek af te weten.
Aanleiding
Beschrijf in de aanleiding waarom je onderzoek wilt gaan doen naar het desbetreffende onderwerp. Dit kan bijvoorbeeld persoonlijke interesse zijn. Een opdrachtgever kan wel gevoelig zijn voor de sociale, maatschappelijke en/of economische relevantie van je onderzoek.
Doelstelling
In de doelstelling beschrijf je wat je met het onderzoek wilt gaan bereiken. Hierin verwijs je naar je aanleiding.
Probleemstelling
De probleemstelling is het hart van je onderzoek. De probleemstelling tracht je te bevestigen of te ontkrachten, dit ligt aan je eigen visie en de beschikbare literatuur.
Onderzoeksvragen
Met je onderzoeksvragen operationaliseer en concretiseer je de probleemstelling. Elke onderzoeksvraag moet antwoord geven op hoe, waarom, wanneer, hoeveel, et cetera.
Werkwijze
In het hoofdstuk werkwijze beschrijf je hoe je gaat onderzoeken. Welke meetmethoden ga je aanwenden om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden? Met welke mensen ga je praten? Welke literatuur en media ga je gebruiken? Beschrijf in je plan van aanpak duidelijk welke activiteiten je gaat verrichten en hoeveel tijd je daarvoor nodig hebt. Beschrijf dit per week.
Ook vermeld je met wie je wanneer gaat praten over je onderwerp.
Conclusie
In je conclusie beschrijf je of je doelen zijn bereikt.
De presentatie van je BPV-bedrijf.
Het is belangrijk dat je het bedrijf snel leert kennen. Om dit te realiseren verzamel je informatie over het bedrijf en maak je een presentatie van het bedrijf. Je kiest in overleg met je bedrijf voor één van onderstaande presentatie mogelijkheden:
Of: Je maakt een geschreven presentatie van het bedrijf en bepreekt deze in de tweede week met je praktijkopleider.
Of: In de derde week geef je een mondelinge presentatie van het bedrijf voor je praktijkopleider. Indien mogelijk nodig je voor deze presentatie anderen uit.
Deadline:week 2
Privacy, Beroepscode en bedrijfscode
Stel je voor dat een huisarts bepaalde informatie die hij gehoord heeft tijdens een consult van een bekende Nederlander even dropt tijdens een lunch met belangrijke personen uit zijn woonplaats. Een journalist (die daarbij aanwezig is) ruikt nieuws (een verhaal) en plaatst een sappig verhaal in de ochtendkrant van de volgende dag. Een huisarts heeft een eed afgelegd, waarmee hij verklaard heeft vertrouwelijk om te zullen gaan met informatie van patiënten. Ook de journalist heeft zijn beroepscode, zoals “hoor en wederhoor”, of “bronvermelding “. Dat heeft te maken met ethische afspraken. En hoe zit dat bij jou in de BPV?
Opdracht
-
Onderzoek op je BPV-bedrijf welke speciale “codes” gelden.
-
Zijn er afspraken vastgelegd in een schriftelijk document of zijn er mondelinge afspraken? Welke afspraken zijn er? En waarom zijn deze er? Wat zijn de eventuele consequenties als deze afspraken geschonden worden?
-
Wat vind je van deze codes?
Indien je nog niet je LLB portfolio klaar hebt kun je deze opdracht ook heel goed voor je LLB portfolio gebruiken. Uitwerkingen van deze opdracht plaats je dan ook in je LLB-portfolio.
Instrueren van gebruikers. Kies samen met je praktijkopleider een (deel van een) programma of een product en maak een gebruikershandleiding. Hierin moet duidelijk naar voren komen voor wie de handleiding bestemd is, voor welke programma of dienst deze handleiding is, en er is een FAQ aanwezig. Je gaat eerst kijken welke eisen jouw BPV-bedrijf stelt aan gebruikershandleidingen en dan volg je die eisen.
Geef een beschrijving van jezelf zoals jij jezelf ziet in het BPV-bedrijf.
Neem in de beschrijving de volgende eigenschappen mee:
- Teamwork;
- Productiviteit;
- Betrokkenheid;
- Zicht hebben op de werkkaders/spelregels;
- Invloed kunnen uitoefenen;
- Effectiviteit;
- Efficiëntie en
- Tevredenheid.
Het schrijven van een reflectieverslag.
Lees je logboek en opdrachten nog een keer zorgvuldig door en schrijf vervolgens aan de hand van deze informatie en jouw eigen ideeën een goed reflectieverslag.
Het reflectieverslag beslaat minimaal 4 bladzijden. In dit verslag verwoord je:
1. Wat heeft het werk ingehouden op het BPV-bedrijf;
2. Wat waren de werkzaamheden voor jou t.a.v. jouw professionele groei;
3. Wat je nog meer aan kennis en vaardigheden nodig hebt om het werk in de toekomst nog beter
te kunnen doen;
4. Aan welke competenties heb je gewerkt?
5. Wat jouw sterke punten en minder sterke punten zijn.
6. Vervolgens formuleer je 5 relevante verbeterpunten.
Opdrachten 3e jaars Niveau 3
Deze opdracht is voor wie het examen voor kerntaak 1 nog niet gedaan heeft.
Je gaat een pc demonteren, assembleren, onderdelen vervangen, installeren en configureren. Je maakt hiervan een verslag. Worden in jouw BPV-bedrijf geen pc's gedemonteerd/geassembleerd? Dan maak je een verslag van welke programma's geïnstalleerd zijn/worden op de pc's in jouw BPV-bedrijf. Welke gebruikers gebruiken welke programma's en maak van één van de programma's een installatiehandleiding.
Privacy, Beroepscode en bedrijfscode
Stel je voor dat een huisarts bepaalde informatie die hij gehoord heeft tijdens een consult van een bekende Nederlander even dropt tijdens een lunch met belangrijke personen uit zijn woonplaats. Een journalist (die daarbij aanwezig is) ruikt nieuws (een verhaal) en plaatst een sappig verhaal in de ochtendkrant van de volgende dag. Een huisarts heeft een eed afgelegd, waarmee hij verklaard heeft vertrouwelijk om te zullen gaan met informatie van patiënten. Ook de journalist heeft zijn beroepscode, zoals “hoor en wederhoor”, of “bronvermelding “. Dat heeft te maken met ethische afspraken. En hoe zit dat bij jou in de BPV?
Opdracht
-
Onderzoek op je BPV-bedrijf welke speciale “codes” gelden.
-
Zijn er afspraken vastgelegd in een schriftelijk document of zijn er mondelinge afspraken? Welke afspraken zijn er? En waarom zijn deze er? Wat zijn de eventuele consequenties als deze afspraken geschonden worden?
-
Wat vind je van deze codes?
Indien je nog niet je LLB portfolio klaar hebt kun je deze opdracht ook heel goed voor je LLB portfolio gebruiken. Uitwerkingen van deze opdracht plaats je dan ook in je LLB-portfolio.
Instrueren van gebruikers. Kies samen met je praktijkopleider een (deel van een) programma of een product en maak een gebruikershandleiding. Hierin moet duidelijk naar voren komen voor wie de handleiding bestemd is, voor welke programma of dienst deze handleiding is, en er is een FAQ aanwezig. Je gaat eerst kijken welke eisen jouw BPV-bederijf stelt aan gebruikershandleidingen en dan volg je die eisen. Zijn er in je BPV-bedrijf geen duidelijke eisen dan volg je de regels van SCRUM, kijk daarvoor op SharePoint bij je Scrumsjablonen.
Geef een beschrijving van jezelf zoals jij jezelf ziet in het BPV-bedrijf.
Neem in de beschrijving de volgende eigenschappen mee:
- Teamwork;
- Productiviteit;
- Betrokkenheid;
- Zicht hebben op de werkkaders/spelregels;
- Invloed kunnen uitoefenen;
- Effectiviteit;
- Efficiëntie en
- Tevredenheid.
Het schrijven van een reflectieverslag.
Lees je logboek en opdrachten nog een keer zorgvuldig door en schrijf vervolgens aan de hand van deze informatie en jouw eigen ideeën een goed reflectieverslag.
Het reflectieverslag beslaat minimaal 4 bladzijden. In dit verslag verwoord je:
1. Wat heeft het werk ingehouden op het BPV-bedrijf;
2. Wat waren de werkzaamheden voor jou t.a.v. jouw professionele groei;
3. Wat je nog meer aan kennis en vaardigheden nodig hebt om het werk in de toekomst nog beter
te kunnen doen;
4. Aan welke competenties heb je gewerkt?
5. Wat jouw sterke punten en minder sterke punten zijn.
6. Vervolgens formuleer je 5 relevante verbeterpunten.
7 Eind van de BPV
Als je BPV bijna afgelopen is, zijn er een aantal punten die je moet controleren en afronden.
- We willen zowel jou, als je praktijkbegeleider vragen om het evaluatieformulier van de BPV in te vullen. Deze vind je in bijlage 3 en 4.
- Controleer je urenverantwoording, en zorg dat deze is ondertekend door je praktijkbegeleider. Geef deze aan je BPV-begeleider/ coach voor je examendossier.
- Zorg dat bijlage 5: Voldoende voor je BPV wordt ingevuld en ondertekend. Ook dit formulier moet in je examendossier, dus je levert het in bij je BPV-begeleider/ coach.
- Zorg dat je logboek up-to-date en af is.
- Bewaar alles wat je hebt gemaakt tijdens je stage en wat kan dienen als bewijs voor de werkprocessen in een digitaal mapje en up-load dit op teacherdashboard.
- Na je stage breng je persoonlijk de ingevulde formulieren van je uren en beoordeling naar je BPV-begeleider/ coach. Let op! als deze formulieren niet in ons bezit zijn (incl. handtekeningen) kunnen we niet overgaan tot diplomeren.

Bijlage 1: Individueel Leerplan
Hier kun je van te voren op aangeven wat je eigen leerdoelen zijn. (optioneel)
(link voor download onderaan pagina)
Individueel Leerplan
|
Naam
student
|
|
Datum
|
|
Persoonlijk leerdoel
|
Persoonlijke actie
|
Bereikt?
|
Wanneer bereikt?
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Notities:
Datum evaluatie ILP
|
Handtekening student
|
Handtekening praktijkbegeleider
|
|
|
|
Bijlage 2: Evaluatie voortgang leerproces
Tijdens de evaluatie wordt gemeten waar de student staat in zijn/haar leerproces.
Om het leerproces goed te kunnen sturen, adviseren wij dit formulier tweewekelijks in te vullen.
(link voor download onderaan pagina)

Bijlage 3: Enquete praktijkbegeleider
Enquete leerproces praktijkbegeleider.
Landstede wil het leerproces in de BPV steeds verbeteren. Daarvoor hebben we uw mening nodig. Deze enquête gaat over de vorm en inhoud van het leerproces in de praktijk. Verzoek aan de praktijkopleider om deze in te vullen aan het eind van de BPV.
Klik op onderstaande link:
Evaluatie BPV-praktijkbegeleider
Bedankt voor uw medewerking !
Bijlage 4: Enquete student
Enquete leerproces student
Landstede wil het leerproces in de BPV steeds verbeteren. Daarvoor hebben we je mening nodig. Deze enquête gaat over vorm en inhoud van het leerproces in de praktijk. Verzoek aan jou als student om deze in te vullen aan het eind van de BPV.
Klik op onderstaande link:
Evaluatie BPV Landstede student
Bedankt voor je medewerking !
Bijlage 5: Voldoende voor je BPV

Een voldoende voor de bpv
Wettelijk kader
Er zijn wettelijke eisen gesteld aan de bpv die gelden als voorwaarde voor het behalen van het diploma. In de WEB, artikel 7.4.3, staat het volgende vermeld:
'Het examen van een beroepsopleiding is eerst dan met goed gevolg afgesloten wanneer zowel de beroepspraktijkvorming als het overige deel van de beroepsopleiding met goed gevolg is afgesloten.'
Er is echter geen wettelijk kader voor wat het 'met goed gevolg afsluiten van de beroepspraktijkvorming' precies inhoudt. Landstede zal zelf moeten vaststellen wat er onder 'met goed gevolg van de bpv' wordt verstaan en zal daarover richting studenten en richting de bpv bedrijven helder moeten communiceren. Het betreft hier eisen die beoordeeld worden door de opleiders van het praktijkadres en door de bpv-docent van Landstede.
NB
De diploma-eis gaat over de beoordeling van het onderwijs in de bpv en dat staat los van de examens die mogelijk in de beroepspraktijk worden afgenomen. Het komt wellicht niet vaak voor maar het is mogelijk dat een bpv-beoordeling voldoende is en de examinering op het bpv-adres niet. Het onderwijs in de bpv was blijkbaar voldoende; de student heeft zich goed ingezet voor de opdracht en leerdoelen. De afgelegde examens waren blijkbaar niet voldoende om wat voor reden dan ook.
Indien aan het eind van de periode blijkt dat ondanks de begeleiding de student een onvoldoende voor de bpv-periode heeft gekregen dient de opleiding te overleggen met de student hoe verder te gaan. Wellicht dat hij bij een ander adres in een volgende periode de bpv wel met een voldoende kan afsluiten. In ieder geval dient de laatste bpv-periode met een voldoende te worden afgesloten.
Eindbeoordeling bpv
Om het onderwijs in de bpv te verantwoorden, is bij deze notitie een beoordelingsformulier bpv opgenomen op de volgende pagina.
Procedure
-
Het beoordelingsformulier wordt gehanteerd in de laatste bpv-periode en moet met
een voldoende worden afgesloten voordat er overgegaan kan worden tot diplomering.
-
Studenten weten voorafgaand aan de bpv, wanneer en op basis waarvan zij worden
beoordeeld
-
Het bpv-bedrijf is geïnformeerd over de bedoeling en de werkwijze van de bpv-
beoordeling
Borging
-
De beoordeling 'Voldoende voor de BPV’ maakt onderdeel uit van de zak/slaagbeslissing door de examencommissie. In het Handboek Examinering staat beschreven dat de examencommissie controleert of er een voldoende behaald is voor de bpv. Zo niet, dan kan de diplomering niet worden goedgekeurd.
-
De bpv-beoordeling is opgenomen in het examendossier.
Handboek Examinering 2020-2021 v1.0
Vul deze (link) bpv voldoende formulier in in lever dit in aan het einde van je bpv periode op school bij je coach. Deze moet aanwezig zijn in je examendossier.
[1] In het Toezichtkader BVE staat bij 1.9.1 De studenten weten voorafgaand aan de bpv wanneer en in welke omvang deze plaatsvindt, welke opdrachten zij moeten uitvoeren, hoe de begeleiding vanuit de instelling en in het leerbedrijf is geregeld en waarop zij beoordeeld worden.