Islam

Islam

Inleiding

Je gaat de komende weken aan de slag met de Islam. Uiteindelijk geef je met je groepje een eigen les over de Islam. 

Via deze website vind je alle tools om je te helpen met de voorbereiding. Via leerdoelen kom je langs alle tips & tricks die je helpen bij de voorbereiding.

 

Leerdoelen

Hier vind je de leerdoelen die je deze periode moet behalen. Er zijn inhoudelijke leerdoelen en vaardigheids-leerdoelen.

Je begint met de inhoudelijke leerdoelen om bekend te worden met het Jodendom.
Daarna ga je aan de slag met de vaardigheids-leerdoelen om je les voor te bereiden.

Inhoudelijk

Aan het eind van de periode ken je...

  • de ontstaangeschiedenis de Islam.
  • de rol van Mohammed binnen het ontstaan van de Islam.
  • de termen Soennieten en Sjiieten en kun je uitleggen wie dit zijn, wat de verschillen zijn en hoe de splitsing is ontstaan. 
  • de Vijf Zuilen en kun je benoemen wat ze inhouden.
  • actuele gebeurtenissen die je kunt koppelen aan de Islam.

Vaardigheden

Aan het eind van de periode kan je...

  • een boodschap formuleren en deze helder overbrengen aan de klas.
  • een les voorbereiden met een introductie, kern (met activiteit) en afsluiting.
  • een werkvorm bedenken en voorbereiden waarmee je de klas actief aan het werk zet met het onderwerp.
  • een concreet voorwerp of persoon onderdeel maken van jouw les.

1. Ontstaan

Leerdoel
Aan het eind van deze periode ken je de ontstaansgeschiedenis van de Islam en weet je wat de rol van Mohammed hierin is.

Doorloop stap 1 en stap 2 om dit leerdoel te behalen.

Stap 1

Bekijk het onderstaande filmpje over de ontstaansgeschiedenis van de Islam. Maak aantekeningen over hoe de Islam ontstaan is, hoe het zich verspreid heeft en wat de rol van Mohammed is geweest.

Stap 2

Ga op zoek naar iemand die verstand heeft van de Islam. Verzamel bij deze persoon informatie. Doe dit bijvoorbeeld door een interview af te nemen.

Tip: neem het interview op, zodat je het filmpje wellicht kan gebruiken in je les

Samenvattend

Check of je de volgende zaken weet:

  • Je weet hoe de Islam is ontstaan en zich verspreid heeft
  • Je kent de rol van Mohammed binnen (het onstaan van) de Islam
  • Je weet wat algemene zaken te vertellen over de Islam

2. Personen en gebeurtenissen

Leerdoel
Aan het eind van deze opdrachten ken je termen Soennieten en Sjiieten en kun je uitleggen wie dit zijn, wat de verschillen zijn en hoe de splitsing is ontstaan.

In je eigen les verwerk je in ieder geval twee personen en een gebeurtenis. Eén persoon heb je al in het vorige onderdeel besproken: Mohammed. In dit onderdeel ga je in op de Soennieten en de Sjiieten, en de splitsing die is ontstaan tussen deze twee groepen.

Doorloop de stappen in het menu om dit leerdoel te behalen.

Stap 1

Ga op zoek naar betrouwbare bronnen die je kunnen helpen met het vinden van informatie over de Soennieten en Sjiieten. De volgende video geeft je extra tips bij het zoeken naar bronnen via Google:

Verzamel informatie over de Soennieten en Sjiieten in je aantekeningen. Denk aan:

  • Wat zijn Soennieten?
  • Wat zijn Sjiieten?
  • Hoe is de splitsing ontstaan?
  • Wat zijn de verschillen en overeenkomsten in hoe ze tegenover de Islam staan? 

Ga op zoek naar iemand die verstand heeft van de Islam. Verzamel bij deze persoon informatie. Doe dit bijvoorbeeld door een interview af te nemen.

Tip: neem het interview op, zodat je het filmpje wellicht kan gebruiken in je les

Samenvattend

Zorg dat je de volgende informatie in je aantekeningen hebt staan:

  • Informatie over het onstaan van de splitsing tussen de Soennieten en de Sjiieten
  • De verschillen en overeenkomsten tussen de Soennieten en de Sjiieten in hoe ze tegenover de Islam staan. 

3. Tradities en gebruiken

Leerdoel
Aan het eind van deze opdrachten weet je iets te vertellen over de Vijf Zuilen. kunt ze benoemen en weet wat ze inhouden.


Bekijk de video, maak de bijbehorende opdrachten en ga op zoek naar een voorwerp of persoon om dit leerdoel te behalen.

Video

Opdrachten

Stap 1: Zuil 1 - geloofsbelijdenis

De kern van het islamitische geloof is de geloofsbelijdenis.

In het Arabisch wordt dit de sjahada genoemd.
Tijdens dit gebed wordt in het Arabisch gezegd:
‘Er is geen god buiten Allah en Mohammed is zijn profeet’.
De woorden zijn een vers uit de Koran.

Beantwoord de volgende twee vragen.

Stap 2: Zuil 2 - bidden

Vijfmaal per dag klinkt in Islamitische landen de oproep tot gebed.

Het Arabische woord voor bidden is salaat (letterlijk: oproepen).
Als je door school of werk niet op de voorgeschreven tijden kunt bidden, mag je het later inhalen.

Voor het bidden moet een moslim zijn gezicht, handen en voeten ritueel wassen.
Ook de plek waar gebeden wordt moet rein zijn.
De richting waarin men bidt is altijd met het gezicht richting Mekka.

Bekijk de volgende clip op Schooltv.

Beantwoord nu de volgende drie vragen:

Stap 3: Zuil 3 - geven van aalmoezen

Iedere moslim is verplicht de armen in de gemeenschap met geld te steunen (Zakaat).

In de Koran staat niet hoeveel geld een moslim moet geven.
In de wetgeving is later vastgelegd dat het 2,5% van het jaarinkomen moet zijn.
Het is een soort belasting.

Mohammed groeide op in een omgeving waar mensen niet goed voor elkaar zorgden.
Hij dacht dat dat kwam doordat de mensen in meerdere goden geloofden.
Tijdens zijn reizen zag hij dat Joden en Christenen wel beter voor elkaar zorgden.
Een van zijn belangrijkste boodschappen was dan ook: geloof in één god en zorg voor de armen in de gemeenschap.

Beantwoord de volgende twee vragen:

Stap 4: Zuil 4 - vasten

Ramadan is de maand waarin moslims vasten (Saum).

Het is de negende maand in de islamitische kalender.

Bekijk het filmpje over hoe het is te vasten.

Stap 5: Zuil 5 - bedevaart naar Mekka

Zuil 5: Bedevaart naar Mekka

Iedere moslim die gezond is en genoeg geld heeft, is verplicht om eens in zijn leven op bedevaart naar Mekka te gaan.
In het Arabisch wordt de bedevaart hadj genoemd.
Mekka was al voor het ontstaan van de Islam een belangrijke handelsstad.
En de Kaäba was ook voor de tijd van Mohammed al een heiligdom.
De hadj kent een beperkte duur, slechts vijf dagen.
Tijdens die dagen heerst er een enorme drukte in en rondom Mekka.
Het is vaak zelfs zo druk, dat er als gevolg van paniek meerdere keren mensen in de menigte vertrapt zijn.

Beantwoord de volgende twee vragen:

Samenvattend - begrippenlijst

Islam
In de 7de eeuw na Christus begon de profeet Mohammed in Arabië met de verspreiding van de islam, o.a. door de Koran te schrijven. In de Koran staan de regels waar de mensen zich aan moesten houden.

De islam kent vijf zuilen (= voorschriften)

- Geloofsbelijdenis (Sjahada)
- Bidden (Salaat)
- Het geven van aalmoezen (Zakaat)
- Vasten (Saum)
- Bedevaart naar Mekka (Hadj

 

Object of persoon

Ga op zoek naar een object of persoon dat iets te maken heeft met de Vijf Zuilen of de Islam. Neem dit object of deze persoon mee naar je les, zodat je er iets over kan vertellen.

Ga bijvoorbeeld naar de Moskee Wageningen.

Je kan uiteraard ook een persoon meenemen in de vorm van een video waarop je de persoon interviewt.

Samenvattend

Zorg dat je voldoende in je aantekeningen hebt staan over de Vijf Zuilen. 

  • Wat zijn de Vijf Zuilen?
  • Je kunt ze benoemen, en uitleggen wat ze inhouden in het dagelijkse leven van een Moslim. 

4. Actualiteit

Leerdoel:

Je kunt de Islam koppelen aan actuele gebeurtenissen.
Gebruik één van de voorbeelden uit het menu of bedenk zelf een voorbeeld.

Voorbeelden

Voor dit onderdeel ga je de Islam koppelen aan een actuele gebeurtenis, om aan te tonen welke rol het geloof in deze tijd nog speelt.

Hieronder zijn een aantal voorbeelden gegeven van actuele gebeurtenissen. Je kunt ook zelf een gebeurtenis opzoeken in de krant of het journaal.

 

Spanningen rond Iran (Soennieten/Sjiieten

 

IS


Ga zelf op zoek naar bronnen die je meer informatie geven. 

 

Kies een actuele gebeurtenis en maak aantekingen. Denk aan de volgende zaken:

Wat is er gebeurd? Welke rol speelt de Islam in de gebeurtenis? Hoe denken jullie er zelf over?

5. Eigen les

Je bent zover: je gaat beginnen met het maken van je eigen les!

Je les bestaat in ieder geval uit de volgende onderdelen:

  1. Introductie: hier behandel je de ontstaansgeschiedenis van de Islam en de verdere informatie die je in onderdeel 1 hebt verzameld over de Islam en Mohammed. 
  2. Kern: een activerende werkvorm waarin je vertelt over de splitsing tussen de Soennieten en de Sjiieten (onderdeel 2) en je de klas hiermee aan de slag zet.
  3. Kern (2): de informatie over de Vijf Zuilen die je verzameld hebt in onderdeel 3. Ook presenteer je hier het voorwerp of de persoon die je hebt meegenomen.
  4. Afsluiting: je koppelt de Islam aan een actuele gebeurtenis en toont aan in hoeverre de Islam in deze tijd nog een rol speelt in de wereld.

Introductie

Start van de les

  • Zorg dat iedereen zit en de telefoons in de telefoontas zitten
  • Heet iedereen welkom
  • Vertel wat de leerlingen van deze les kunnen verwachten

Introductie
In de introductie verwerk je de aantekeningen die je hebt verzameld in onderdeel 1 over het ontstaan van de Islam en de rol van Mohammed. Je introductie duurt ongeveer 5 minuten.

Stap 1
Bedenk welke boodschap je wilt overbrengen aan je klas. Selecteer uit alle informatie die je verzameld de belangrijkste zaken.

Stap 2
Bedenk hoe je deze boodschap wilt overbrengen aan de klas.  

Wil je  gebruik maken van PowerPoint?

  • Gebruik niet te veel tekst op je slides. Gebruik bijvoorbeeld kernwoorden.
  • Maak gebruik van afbeeldingen of grafieken die je verhaal ondersteunen.

Wil je gebruik maken van een video?

  • Vertel altijd eerst waar de klas naar gaat kijken.
  • Leg na afloop van de video uit wat je wilt bereiken met het laten zien van deze video en maak de koppeling met je verhaal.

Kern (I)

In de kern van de les verwerk je de informatie die je hebt verzameld over de splitsing tussen en de Soennieten en de Sjiieten bij onderdeel 2. De kern (I) duurt ongeveer 10 minuten.

Stap 1
Bedenk welke informatie je wilt overbrengen aan de klas. Selecteer uit je aantekeningen de belangrijke informatie die jij wilt delen.

Stap 2
Bedenk op welke manier je deze informatie wilt overbrengen aan je klas.

Maak je bijvoorbeeld gebruik van PowerPoint?

  • Gebruik niet te veel tekst op je slides. Maak bijvoorbeeld gebruik van kernwoorden.
  • Gebruik afbeeldingen of grafieken om je verhaal te ondersteunen.

Stap 3
Bedenk een activerende werkvorm om de klas mee aan de slag te zetten met de informatie.
Denk bijvoorbeeld aan:

  • Opdrachten maken
  • Debat/discussie
  • Kahoot!
  • Over de streep
  • [...]

Kern (II)

In de kern van de les verwerk je de informatie die je hebt verzameld over de Vijf Zuilen bij onderdeel 3. De kern (II) duurt ongeveer 10 minuten.

Stap 1
Bedenk welke informatie je wilt overbrengen aan de klas. Selecteer uit je aantekeningen de belangrijke informatie die jij wilt delen.

Stap 2
Bedenk op welke manier je deze informatie wilt overbrengen aan je klas.

Maak je bijvoorbeeld gebruik van PowerPoint?

  • Gebruik niet te veel tekst op je slides. Maak bijvoorbeeld gebruik van kernwoorden.
  • Gebruik afbeeldingen of grafieken om je verhaal te ondersteunen.

Stap 3
Neem een voorwerp of persoon mee dat te maken heeft met een traditie of symbool binnen het Jodendom. Dit kan je op verschillende manieren doen:

  • Neem een voorwerp mee en vertel hierover. Of vraag de leerlingen of ze weten wat het is. Vertel wat het is en leg uit wat het met de Islam te maken heeft. Heeft het iets met een traditie te maken?
  • Neem een persoon mee en laat deze vertellen over een bepaalde traditie.
  • Laat een video zien waarop jullie iemand interviewen over een bepaalde traditie.

Afsluiting

In de afsluiting verwerk je de informatie die je hebt verzameld in onderdeel 4: de koppeling van de Islam aan een actuele gebeurtenis. De afsluiting duurt ongeveer 5 minuten.

Stap 1
Bedenk welke informatie je wilt overbrengen aan je klas. Haal uit je aantekeningen de belangrijke informatie die je wilt delen.

Stap 2
Bedenk hoe je deze informatie wilt overbrengen aan de klas.

  • Laat bijvoorbeeld een krantenartikel of een video zien en voer een klassikale discussie.


Stap 3
Aan het eind van de les herhaal je nog even wat er in de les behandeld is en wens je iedereen een fijne dag.