Dat er bloed door je lichaam stroomt, is natuurlijk geen nieuws. Ook weet je dat je hart hier een belangrijke functie in heeft.
Maar wat is die functie nou precies en hoe werkt je bloedsomloop?
Dat staat in deze opdracht centraal.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
de bouw van het hart beschrijven en de verschillende onderdelen benoemen.
de werking van het hart uitleggen.
uitleggen wat het verschil is tussen aders, slagaders en haarvaten.
een aantal belangrijke aders en slagaders opnoemen.
het verschil tussen de kleine en grote bloedsomloop uitleggen.
Wat ga ik doen?
Wat ga je doen?
Je doet deze module in tweetallen.
De verschillende opdrachten die je moet maken, maak je op lijntjespapier dat je aan het eind van de les inlevert.
Aan de slag
Stap 1: Hart en bloedsomloop
Bestudeer in je biologieboek de basisstof over bloedvaten.
Maak de volgende oefening op je blaadje.
Stap 2: Hartslag meten
Je hart maakt geluid. Dit wordt veroorzaakt door de hartkleppen en slagaderkleppen.
Een arts luistert naar de geluiden die het hart maakt met een stethoscoop.
Je kunt zelf het geluid ook horen, bijvoorbeeld door je oor op iemands borst te leggen.
Als je een wc-rolletje gebruikt hoor je het geluid nog beter.
Het hart is een spier die als een pomp werkt. Het rondpompen van het bloed door het hart kun je voelen. Bijvoorbeeld bij je pols of in je hals. Tijdens het rondpompen wordt de wand van de slagaders steeds iets naar buiten gedrukt. Dit gebeurt op het ritme van de hartslag.
Kijk of je je eigen hartslag kunt voelen en voer dan het practicum uit.
Practicum Hartslag meten
Je gaat samen met een klasgenoot onderzoeken wat de invloed van inspanning op je hartslag is.
Is je hartslag hoger of juist lager na een zware inspanning?
Hoeveel minuten duurt het voordat je hart weer net zo snel klopt als voor de inspanning?
Heb je dezelfde waarden als je klasgenoot? Kun je eventuele verschillen verklaren?
Practicum
Practicum hartslag
Benodigdheden:
- Stopwatch (op je I-Pad)
Werkwijze
Je onderzoekt de invloed van inspanning op je hartslag.
Teken een tabel zoals je die hieronder ziet en noteer de resultaten daarin.
Moment
Aantal slagen in 30 seconden
Aantal slagen per minuut
In rust
Direct na inspanning
1 minuut na inspanning
2 minuten na inspanning
3 minuten na inspanning
4 minuten na inspanning
Meet je hartslag in rust: tel 30 seconden het aantal hartslagen aan je pols of in je hals. Vermenigvuldig dit aantal met 2 om het aantal slagen per minuut te krijgen.
Doe dan 15 diepe kniebuigingen. Meet onmiddellijk na de inspanning opnieuw je hartslag.
Herhaal dit nog vier keer: 1 minuut na de inspanning, 2 minuten na de inspanning, 3 minuten na de inspanning en 4 minuten na de inspanning.
Noteer de resultaten in de tabel.
Schrijf een kort onderzoeksverslag met onderzoeksvraag, hypothese, materiaal en methode, resultaten en conclusie.
Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.
Stap 3: Tempo hartslag en grootte
De hartslagfrequentie in rust verschilt per diersoort.
De vuistregel is: Hoe zwaarder en groter het dier, hoe lager de hartslagfrequentie.
Maak de onderstaande oefening op je blaadje.
Stap 4: Buiten- en binnenaanzicht hart
Buitenaanzicht van het hart
Je ziet in de opdracht een schematische afbeelding van het hart en de bloedvaten er omheen.
Leer de namen van de verschillende onderdelen.
Het hart van binnen
Je ziet in de opdracht een schematische afbeelding van een binnenaanzicht van het hart.
Leer de namen van de onderdelen die je nog niet kent.
Maak nu de volgende oefeningen. Probeer niet te kijken bij de voorbeelden hierboven.
Stap 5: Naamgeving van bloedvaten
De bloedsomloop is de verzameling van slagaders, aders en haarvaten.
Slagaders worden genoemd naar de organen waarheen ze het bloed vervoeren. De slagader die vanaf de aorta het bloed naar de darmen vervoert, heet bijvoorbeeld de darmslagader.
Aders worden genoemd naar de organen waar het bloed dat ze vervoeren vandaan komt. De ader die het bloed van een nier naar de holle ader vervoert heet nierader.
Haarvaten worden genoemd naar het orgaan waarin ze voorkomen.
De hersenhaarvaten bevinden zich in de hersenen.
Het arrangement Hart en bloedsomloop - Klas 2 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.