Europa

Europa

Introductie

Introductie
Bij de quest Europa komen we meer te weten over Europa en de landen van Europa. Wist je bijvoorbeeld dat:
 
  • Oekraïne het grootste Europese land is en dat Vaticaanstad het kleinste land van Europa is?
  • Duitsland de meeste inwoners heeft.
  • Oostenrijk en Hongarije vroeger één land waren?
  • Nederland, Luxemburg en Kroatië bijna dezelfde vlag hebben?
  • Ze in Estland ook al met de Euro betalen?
  • Wit-Rusland het laatste Europese land is met een dictator?
 
Zo zijn er heel veel dingen die veel mensen niet weten over Europa en haar landen.
 
 
Samenwerken
Je mag bij deze quest maximaal met zijn tweeën werken.
 
 
Tijdbesteding
(6 uur)
 
 
Begeleiding
Meneer Boll helpt je graag bij het uitvoeren van deze quest.
 
 
Mate van vrijheid
 
Dit is een gestructureerde quest. Het onderwerp en de vragen staan vast. De uitwerking bepaal je deels zelf.
 
 
Building Learning Power
 
 
 
 
Deze opdracht gaat voornamelijk over twee aspecten van vindingrijkheid

Routeplanner

 

Week 1

3 uur

  • Seesaw en mondelinge feedback: Maak de motivatiemotor en stap 1 t/m 7.

Week 2

3 uur

 

  • Seesaw en mondelinge feedback: Maak stap 8 en de Show van deze quest.
  • Seesaw: Maak de Terugkijker van deze quest.

Motivatiemotor

Stappenplan
1. Maak een nieuw Keynote document aan.
2. Noem je document: Quest Europa Voornaam Achternaam.
3. Bekijk de voorbeelden van de motivatiemotoren in de tabel hieronder.
4. Kies de categorie die je het meeste aanspreekt.
5. Maak in je Keynote een slide aan met de categorie die je uitgekozen hebt met daarbij je eigen uitleg.
6. Lever je Keynote nog niet in (zie routeplanner).

 

Passie uitoefenen

Naar een doel streven

Nieuwsgierigheid

Iets totaal nieuws leren

"Ik vind het gewoon leuk om meer te leren over Europese landen." "Ik wil later reisleider worden, dus dan is het handig als ik kennis over landen heb." "Hoe zouden ze in Letland kerst vieren?" "Ik heb nog helemaal geen idee van andere landen, ik leer er graag iets nieuws bij."

 

Verderkijker

De vraag die centraal staat in deze quest is: In hoeverre verschillen Europese landen van elkaar?


Je verwerkt alle stappen van deze quest in een keynote.

Reis

Bij deze quest leer je hoe je landen met elkaar kan vergelijken. We leren in stap 1 t/m 7 eerst een aantal algemene begrippen en thema's over Europa. In stap 8 verwerk je wat je geleerd hebt bij stap 1 t/m 7 in een vergelijking tussen twee landen.

Tijdens deze quest 'blog' je over de volgende onderdelen:

  • Seesaw en mondeling: Motivatiemotor en stap 1 t/m 7
  • Seesaw en mondeling: Stap 8 en Show
  • Seesaw: Terugkijker
 
Veel plezier met deze reis!

Stap 1. Bevolking

Stappenplan:
1. Maak nieuwe slides aan in je Keynote die je 'Stap 1. Bevolking' noemt.
2. Bestudeer de afbeelding hiernaast en de tekst hieronder.

 

In een bepaald gebied wonen een hoeveelheid mensen.
Hoeveel mensen er wonen, geef je aan met: bevolkingsdichtheid. Dat is het gemiddeld aantal mensen per vierkante kilometer, bijvoorbeeld: 96/km2

In het ene gebied wonen meer mensen dan in het andere gebied.
Die verschillen geef je aan met: bevolkingsspreiding. Dat is de manier waarop de bevolking over een gebied is verdeeld. Dit kun je alleen goed zien op een kaart.

3. Bekijk nu de video over bevolkingsdichtheid en -spreiding in Nederland.
Aan de hand van een situatie wordt de dichtheid en verspreiding in beeld gebracht.

 

Spreiding bevolking Europa

Als je kijkt naar de spreiding van de bevolking in Europa kun je zien dat Nederland een van de dichtstbevolkte gebieden in Europa is. In een land als Noorwegen wonen weer veel minder mensen.

4. Verwerk de antwoorden op de volgende vragen op je slides over 'Stap 1. Bevolking':

  • Wat valt je op aan de kaart?
  • Noem een van de meest dichtbevolkte landen? Waarom is het daar zo dichtbevolkt?
  • Noem een van de dunbevolkste landen. Waarom wonen daar zo weinig mensen?
  • Wat is de relatie tussen de aanwezigheid van water en de hoeveelheid mensen die ergens wonen? Maak een hoe hoe zin van deze relatie (bijvoorbeeld hoe groter hoe dikker).
  • Kun je ook uitleggen waarom dit zo is?

Stap 2. Schengen

Stappenplan:
1. Maak nieuwe slides aan in je Keynote die je 'Stap 2. Schengen' noemt.
2. Verwerk de antwoorden op de volgende vragen op deze slides:
  • Waneer en waar is dit verdrag getekend?
  • Wat is er geregeld in het verdrag van Schengen
  • Welke EU landen maken geen deel uit van het Schengenverdrag?
  • Welke niet-EU landen maken toch deel uit van het Schengenverdrag?
  • Welke voordelen heeft het Schengenverdrag?
  • Welke nadelen heeft het Schengenverdrag?

Bronnen:

Rijksoverheid
 

Stap 3. Euro

Stappenplan:
1. Maak nieuwe slides aan in de keynote die je 'Stap 3. Euro' noemt.
2. Bekijk de aflevering van SchoolTV over de Euro door te klikken op de afbeelding.


3. Verwerk de antwoorden op de volgende vragen op een of twee slides:

  • Wat is een groot voordeel dat in veel EU-landen met deze ene munt betaal wordt.
  • Kun je ook een nadeel bedenken?
  • In welk jaar en in welke stad vond de 'geboorte' van de Euro plaats?
  • Noem twee gebieden buiten Europa waar je ook met de Euro betaalt.
  • Welke landen zijn met de Euro begonnen?
  • Stel, je hebt € 100,00 hoeveel Engelse ponden krijg je daarvoor? En hoeveel Amerikaanse dollar?

Stap 4. Navo

Stappenplan:
1. Maak nieuwe slides aan in je keynote die je 'Stap 4. Navo' noemt.

2. Verwerk de antwoorden op de volgende vragen op deze slide:

  • In de NAVO werkt een aantal landen in Noord-Amerika en Europa samen. Wat betekent de afkorting NAVO?
  • Welke afkorting voor NAVO wordt gebruikt in Frankrijk? En welke in de VS?
  • De belangrijkste afspraak tussen de NAVO-landen staat in artikel 5. Schrijf in het kort op wat dit artikel inhoudt.

Bronnen:
Wikikids pagina NAVO
Artikel in Trouw over artikel 5

Stap 5. Europese Unie

Stappenplan:
1. Maak nieuwe slides aan in de keynote die je 'Stap 5. Europese Unie' noemt.
2. Bekijk het filmpje hieronder.


3. Verwerk de antwoorden op de volgende vragen op een of twee slides:

  • Waarom zochten Europese landen begin jaren '50 meer samenwerking met elkaar?
  • De oprichting van de EGKS was de eerste stap in deze samenwerking. Waar staat EGKS voor?
  • Waarom was samenwerking in deze twee industrieproducten zo belangrijk (denk aan de Tweede Wereldoorlog).
  • Noem de 6 landen die de EGKS vormden.
  • Noem twee voordelen van de Europese samenwerking?
  • Noem een nadeel van de Europese samenwerking.
4. Bekijk deze website en beantwoord onderstaande vragen.
  • In welk jaar zijn er tien landen tegelijk lid geworden van de Europese Unie?
  • Hoeveel landen waren er eind 2007 lid?
  • Wanneer werd Kroatië lid?
  • Hoeveel lidstaten telt de E.U. op dit moment?

 

Stap 6. Brexit

Stappenplan:
1. Maak nieuwe slides aan in je keynote die je 'Stap 6. Brexit' noemt.

De inwoners van het Verenigd Koninkrijk zagen kennelijk toch meer nadelen dan voordelen.
In juni 2016 werd daar een referendum gehouden over het EU-lidmaatschap.
Een kleine meerderheid van 51,9% van de stemmers koos voor uittreden.
Het zal waarschijnlijk pas dit jaar worden voordat dat het VK echt uit de EU stapt. Bekijk de aflevering van 'Nieuwsuur in de klas' over Brexit, door op de afbeelding te klikken.

2. Verwerk in je keynote de antwoorden op de volgende vragen:

  • Uit welke vier gebieden bestaat het Verenigd Koninkrijk?
  • Welke twee gebieden in het Verenigd Koninkrijk zijn tegen een Brexit?
  • Groot-Brittannië wordt in het filmpje het ‘mokkende jongetje van de Europese familie’ genoemd. In wat voor opzichten wijkt Groot-Brittannië af van de rest van Europa? Noem er minstens twee.
  • In de video zegt een man: ‘We need to get out of Europe’. Waarom is deze uitspraak feitelijk onjuist?
  • Waar komt de term ‘Brexit’ vandaan?
  • Waarom zijn veel mensen in het Verenigd Koninkrijk voor een Brexit?

Stap 7. Klimaat

Stappenplan:
1. Maak nieuwe slides aan in de keynote die je 'Stap 7. Klimaat' noemt.
2. Bekijk het filmpje hieronder.

3. Zet het filmpje stil op 2:26 en teken op ruitjespapier de klimaatgrafiek van Barcelona.
4. Maak een foto van de grafiek en zet deze in je keynote.

We delen de klimaten van de wereld in doormiddel van categorieën:

A. Tropisch klimaat
B. Droog klimaat
C. Gematigd klimaat
D. Landklimaat
E. Poolklimaat

Om te bepalen welk klimaat een plaats heeft gebruiken we een stappenplan waarbij we kijken naar de neerslag en temperatuur van deze plaats.

Stappenplan indeling klimaten:

Stap 1.
Is de gemiddelde temperatuur van de warmste maand onder de 10°C?
Ja: Dan is het een E-klimaat
Nee: Ga door naar stap 2

Stap 2.
Valt er minder dan 200 mm regen in het hele jaar?
Ja: B-klimaat
Nee: Ga naar stap 3.

Stap 3.
Is de gemiddelde temperatuur van de koudste maand boven de 18°C?
Ja: A-klimaat
Nee: Ga naar stap 4.

Stap 4.
Is de gemiddelde temperatuur van de koudste maand onder de 18°C, maar boven de -3°C?
Ja: C-klimaat
Nee: Ga naar stap 5.

Stap 5.
Is de gemiddelde temperatuur van de koudste maand onder de -3°C en van de warmste maand boven de 10°C?
Ja: D-klimaat
Nee: Doe het allemaal nog een keer ;-) MOEHAHAHAHA


5. Kijk nog eens goed naar je grafiek. In welk klimaat ligt Barcelona?
6. Bekijk onderstaande klimaatgrafiek van een stad. Welk klimaat heeft deze stad?























7. Bekijk onderstaande kaart en kopieer deze in je keynote. Zet een stip op de plaats waar de stad van de klimaatgrafiek in vraag 6 zou kunnen liggen.
Gerelateerde afbeelding

Stap 8. Landenvergelijking

Stappenplan:
1. Maak in je Keynote nieuwe slides aan die je 'Stap 8. Landenvergelijking' noemt.
2. Ga naar Mr. Boll om een drietal landen in Europa uit te zoeken.
3. Zet op de eerste slide van deze stap een kaartje waarop je kan zien waar je drie landen liggen.

Je gaat nu je uitgekozen landen met elkaar vergelijken op een aantal thema's. Je kunt de vergelijkingen zelf kiezen. Houd rekening met het volgende:

  • Je kiest minstens 15 en maximaal 25 vergelijkingen uit onderstaande schema. Sommige vergelijkingen zijn heel klein en simpel, andere zijn moeilijker.
  • De dikgedrukte vergelijkingen hieronder zijn verplicht, die heb je dus hoe dan ook.
  • Jullie kiezen zelf welke vergelijkingen je verder wilt opnemen in je keynote, maar zorg voor een goede verdeling over de zeven thema's. Elk thema moet aan bod komen!
  • Laat in je presentatie goed zien bij welk thema je vergelijking hoort.

4. Vergelijk de drie landen nu met elkaar aan de hand van de thema's die je gekozen hebt. Zet de vergelijkingen in je keynote. Gebruik goede manieren om de informatie te laten zien: tekst, tabellen, afbeeldingen, kaartjes en grafieken.

Handige bronnen
Algemene kenmerken: Wikipedia of wikikids
Landschap: Klimaatgrafieken (Engels), 
Bevolking: CIA (Engels), 
Bestuur: Politiek per land
Economie: BNP/hoofd, werkeloosheid, verdeling van de beroepsbevolking
Welzijn en geluk: Gezondheidszorg, Scholing (Engels)
Cultuur: Je kan zelf naar bronnen zoeken



 

Show

Voor de show lever je stap 1 t/m 8 in met de verwerkte feedback. Loop je even langs? Dan kunnen we de show samen beoordelen.

Terugkijker

Plaats in Seesaw een reflective journal met daarin antwoord op de volgende vragen:

  • Heeft je motivatiemotor gewerkt, waarom wel/niet?
  • Heb je gepresteerd op het niveau dat je voor ogen had?
  • Wat vond je moeilijk? Wat heb je toen gedaan?
  • Hoe is de show ontvangen, welke feedback heb je gekregen?