In dit hoofdstuk heb je heel wat geleerd over het tellen van aantallen mogelijkheden. Combinatoriek wordt dat genoemd. We vatten de vier basis telmethoden nog eens samen. Bij veel telproblemen moet je verschillende telmethoden combineren om tot een oplossing te komen.
Geordende greep zonder herhaling
Aan een wedstrijd doen vier deelnemers mee (zeg: A, B, C en D). De deelnemers kunnen in verschillende volgorden de finish passeren. Eén mogelijke einduitslag is BCAD. Zo’n rijtje-van-vier waarbij de volgorde van belang is, noem je een permutatie (ook wel geordende greep zonder herhaling genoemd). Het aantal mogelijke einduitslagen (permutaties) kun je op verschillende manieren vinden.
Vier deelnemers (maar ook: letters, cijfers, kleuren, ...) kun je op \(4⋅3⋅2⋅1=24\) manieren in volgorde zetten.
Voor het product \(4⋅3⋅2⋅1\) bestaat een afkorting: \(4!\).
Dit spreek je uit als \(\bf 4\) faculteit.
Er geldt: \(4!=4⋅3⋅2⋅1=24\).
\(4!\) kun je ook met de optie \(x!\) op je rekenmachine berekenen.
We bekijken ook nog een wedstrijd waar \(7\) deelnemers aan meedoen (zeg: A, B, C, D, E, F en G). Het aantal mogelijke erepodia (zoals BCA, ACB, FAD en FGE) is:
\(7 \cdot 6 \cdot 5 = \frac{{7!}}{{4!}} = 210\).
Anders gezegd: Het aantal permutaties van \(\bf 3\) uit \(\bf 7\) (of geordende grepen van \(\bf 3\) uit \(\bf 7\) zonder herhaling) is \(7⋅6⋅5\).
Het aantal permutaties van \(3\) uit \(7\) kun je berekenen met de optie \(n\text{P}r\) op je rekenmachine.
Geordende greep met herhaling
Een meerkeuzetoets bestaat uit \(5\) vragen. Bij iedere vraag staan drie antwoorden, waarvan er één moet worden aangekruist. Er is altijd maar één antwoord goed. We vragen ons af op hoeveel manieren je de toets kunt maken.
Dit telprobleem kun je oplossen door een wegendiagram te tekenen.
Het aantal mogelijkheden (of geordende grepen met herhaling) is \(3^5=243\).
Ongeordende greep zonder herhaling
We bekijken drie telproblemen:
-
alle rijtjes van lengte \(7\) met \(3\) enen en \(4\) nullen;
-
alle kortste routes van \((0,0)\) naar \((4,3)\);
-
alle selecties (of combinaties) van \(3\) dingen uit \(7\) verschillende dingen. (Bij een combinatie letten we niet op de volgorde.)
Hiernaast zie je van elk van de drie telproblemen een mogelijke uitkomst.
Er zijn evenveel rijtjes als routes als selecties. Immers, je kunt bij alle drie de telproblemen een rijtje maken, bijvoorbeeld:
-
\(0100011\)
-
RBRRRBB
-
- B - - - F G
Deze rijtjes komen op hetzelfde neer.
Het aantal routes van \((0,0)\) naar \((4,3)\) noteren we met het combinatiegetal \(\left( {\begin{array}{*{20}{c}} 7 \\ 3 \end{array}} \right)\).
Dus \(\left( {\begin{array}{*{20}{c}} 7 \\ 3 \end{array}} \right) = ...\)
... het aantal \(0\)-\(1\)-rijtjes van lengte \(7\) met \(3\) enen,
... het aantal routes van lengte \(7\) met \(3\) stappen naar boven,
... het aantal combinaties van \(3\) elementen uit \(7\).
Ongeordende greep met herhaling
Sla het laatste stuk van Eindpunt over als je de paragraaf Herhalingscombinaties niet hebt gemaakt.
Joe, Jack, William en Averell hebben tijdens een overval zeven goudstaven buit gemaakt. We vragen ons af - net als Lucky Luke - op hoeveel manieren de Daltons de goudstaven onderling kunnen verdelen.
Bij dit telprobleem is alleen het aantal goudstaven per Dalton van belang (en dus niet de volgorde). Omdat elke Dalton meerdere goudstaven kan bezitten is er sprake van herhaling. Elke mogelijke verdeling kunnen we weergeven als route in nevenstaand rooster. De gekleurde route hoort bij de verdeling: Joe drie goudstaven, Jack en William twee, en Averell nul. Het aantal mogelijkheden (het aantal herhalingscombinaties) is \(\left( {\begin{array}{*{20}{c}} {10} \\ 7 \end{array}} \right) = \left( {\begin{array}{*{20}{c}} {10} \\ 3 \end{array}} \right) = 120\).