Dit projectdeel gaat over de Europese Unie (EU). Daar heb je vast wel eens over gehoord.
Opdracht 1: Open een nieuw google document in de map "project Europa". De naam van dit document is "Europa projectdeel 3". Je gaat alle opdrachten uit dit projectdeel in dit document maken.
Opdracht 2: Hieronder zie je een achttal woorden. Deze woorden hebben allemaal min of meer met de EU te maken.
Kies zelf twee woorden uit. Zoek uit wat die woorden volgens jou met de EU te maken hebben.
Leg dit vervolgens uit aan jouw groepsgenoten. Dat doen jullie allemaal van 2 woorden. Je hebt dan 8 begrippen samen uitgezocht zodat je ze beter begrijpt.
Vrijhandel
Brussel
Euro
Brexit
Eurolanden
Vrij verkeer
Europol
Grenscontrole
Leerdoelen
Aan het eind van de opdracht kun je:
een reden noemen waarom landen na de Tweede Wereldoorlog gingen samenwerken.
de betekenis afkortingen EGKS, EEG, EG en EU en weet je in welke volgorde de organisaties zijn opgericht.
minimaal vijf landen noemen die lid zijn van de EU.
omschrijven wat wordt bedoeld met ‘de EU is een vrijhandelsgebied’.
uitleggen waarom de EU bij sommige mensen weerstand oproept.
Wat ga ik doen?
Afsluiting
Je maakt de toets om jouw eigen kennis over de EU. De toets bestaat uit 10 vragen over de EU.
Probeer minimaal 8 vragen goed te hebben! Lukt dit niet, vraag een expert of jouw groepsleden om hulp.
Daarnaast maak je de artikelen voor jullie krant per onderdeel. Lees goed per onderdeel wat je moet en mag doen!
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 3 blokken M&M nodig.
Aan de slag
A: Samenwerken in Europa
Na 1945 gaan landen in Europa steeds meer samenwerken.
Eerste doel is het voorkomen van een nieuwe oorlog.
Maar al snel wordt ook op economisch gebied samengewerkt.
Opdracht 1: Lees de Kennisbank over de EU voor jouzelf. Schrijf zelf moeilijke woorden op en zoek de betekenis op.
Opdracht 2: Maak alleen de onderstaande opdrachten.
Opdracht 3: Voor deze opdracht moet je overleggen met je groepje. Maak minimaal 2 onderdelen voor jullie krant over de inhoud van de kennisbank over de Europese samenwerking. Ben daar creatief in. Voor ideeën kun je kijken bij de afsluiting van het gehele project.
B: Vormen van samenwerking
De landen van de EU werken op verschillende terreinen samen.
Voorbeelden van deze samenwerking zijn:
Vrijhandel
Tussen de landen van de EU kunnen goederen vrij vervoerd worden.
Goederen mogen zonder belemmeringen ingevoerd en uitgevoerd worden.
Vrij verkeer van personen
Inwoners van de EU mogen zich in ieder land van de EU vestigen en mogen in ieder land van de EU studeren en werken.
Europol
De politie van de EU-landen werkt samen in een Europese politie.
Opdracht 1: Lees in de kennisbank het stuk over Vrij verkeer.
Opdracht 2: Deze opdracht maak je met je groepje.Maak van de 3 genoemde samenwerkingsvoorbeelden een onderdeel voor in jullie krant. Ben daar creatief in.
C: Vormen van samenwerking - Euro
Misschien wel het meest opvallende resultaat van de samenwerking binnen de EU is de euro. Het invoeren van de euro heeft voor landen een aantal voordelen:
Als je op vakantie bent in een euroland je geen geld hoeft om te wisselen.
In eurolanden kun je gemakkelijker prijzen kunt vergelijken.
Toch kun je niet in alle landen met de euro betalen. In welke landen dat wel kan, zie je in de afbeelding.
Voor de euromunten geldt dat de muntzijde voor alle landen gelijk is. De andere kant is voor alle landen verschillend.
Opdracht 1: Maak ieder een lijstje van landen binnen de eurozone. (Welke landen hebben de Euro als officiele munt?)
Opdracht 2: Ontwerp voor elk land een nieuwe zijde voor op de euromunten. (zie voorbeeld van Nederland hoe het nu is). Bespreek met je groepje hoe jullie munt er uit gaat zien. Verdeel vervolgens de taken. Zorg ervoor dat aan de munt/afbeelding te zien is van welk land de munt is. Maak van alle munten een mooie verzameling en presenteer de afbeeldingen op volgorde van toetreding tot de Europese Monetaire Unie/Eurozone. Deze munten komen in jullie krant.
Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.
D: De EU groter of kleiner?
De Europese Unie (EU) telt 27 lidstaten. Sommige burgers in de EU vinden dat er best nog meer landen bij mogen. Andere EU-burgers vinden het huidige aantal wel genoeg.
En weer andere EU-burgers vinden het huidige aantal teveel. Van hen mogen één of meer landen uit de EU vertrekken.
Opdracht 1: Lees het onderdeel "Europa ja of nee" uit de Kennisbank.
Opdracht 2: De Europese Unie (EU) telt 27 lidstaten. Wat vind jij? Kies uit:
Het huidige aantal is niet te veel, er kunnen best meer landen bij.
Het huidige aantal is genoeg, niet meer en niet minder.
Het huidige aantal is te veel, er moeten landen uit.
Opdracht 3: Bespreek je keuze binnen jullie groepje. Zijn jullie het met elkaar eens?
Opdracht 4: Maak een keuze met jullie groepje om een artikel van minimaal 200 woorden te schrijven over 1 van de 3 bovenstaande uitspraken. Gebruik duidelijke punten en redenen om jullie mening goed uit te leggen. Gebruik de tips van de button Artikel schrijven.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je gaat samen met jouw groepje artikelen maken voor de Europa krant.
Er moeten voor dit projectdeel in ieder geval de volgende onderwerpen verwerkt worden tot een artikel/stuk/fotoreportage/infographic etc.... denk hierbij aan mogelijkheden die je bedacht hebt bij het krantenonderzoek.
- Stuk over het ontstaan van de Europese samenwerking (deel A)
- Stuk over de groei van de Europese Unie (deel A)
- Stuk over Vrijhandel, Vrij verkeer van personen en Europol (deel B)
- Overzicht van nieuw ontworpen Euromunten (deel C)
- Stuk over de Eurolanden, waarom wel of waarom niet? (deel C)
- Stuk over wel/niet uitbreiding van de EU of zelfs verkleinen van de EU. (deel D)
Samenvatting en begrippen
Zorg er voor dat je zelf begrippen hebt opgeschreven en de betekenis hebt opgezocht.
Zorg er voor dat je zelf een samenvatting hebt gemaakt van de theorie.
Het arrangement Project Europa Projectdeel 3: De Europese Unie is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Europese Unie
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.