Startpagina
Welkom bij de online les brugklas leerlingen van het Wolfert Dalton. In deze online les gaan jullie Hoofdstuk 1 over weer en klimaat behandelen. De paragrafen die dit behandeld zijn paragraaf 2.7; soorten klimaten.
Deze les is zo gegeven om jullie te helpen bij dit moeilijke onderwerp. de les kunnen jullie daarom ook altijd terugkijken om opnieuw kennis op te doen. Voor vragen kunnen jullie tijdens de les spreken in de meet en na de les kunnen jullie mij mailen voor vragen.
De Online les zal bestaan uit leerdoelen, geschreven en ingesproken uitleg, opdrachten, filmpjes met kijkvragen, uitdagende opgaves en een eindopdracht. Gedurende de les zijn jullie telkens bezig met het herhalen en toepassen van stof in nieuwe situaties, zodat jullie het steeds beter zullen begrijpen.
Inhoudsopgave
- Leerdoelen
- Gesproken uitleg van klimaten
- Opdrachten
- Klimaat systeem van Köppen
- A-Klimaat
- B-Klimaat
- C-klimaat
- D-klimaat
- E-klimaat
- Opdrachten
- Filmpjes met kijkvragen
- Oefentoets
- Einde les
Leerdoelen
De leerdoelen voor deze les zijn:
- Aan het eind van de les kunnen jullie de klimaten indelen op basis van temperatuur en neerslag.
- Aan het eind van de les kunnen jullie de klimaten indelen op basis van begroeiing.
- Aan het eind van de les kunnen jullie beschrijven welke kenmerken bij de verschillende klimaten horen.
- Aan het eind van de les kunnen jullie de relatie leggen tussen het klimaat en de plantengroei.
- Aan het eind van de les kunnen jullie gebieden koppelen aan het soort klimaat dat daarbij komt kijken.
Ingesproken les
De ingesproken les hebben jullie zojuist gehad als online versie. dit is hieronder in de video terug te vinden, zodat jullie de uitleg altijd terug vinden. Dit wordt ook binnen het kanaal gehouden, zodat het mijn en jullie privacy beschermt. Jullie kunnen dit filmpje terug kijken voor het beantwoorden van de vragen als dat nodig is. Als dit niet nodig is kunnen jullie meteen door naar de opdrachten.
Soorten klimaten ingesproken les
Lesstof
Klimaatsysteem van Köppen
Klimaatsysteem van Köppen
Het Klimaatsysteem van Köppen is bedacht door Vladimir Köppen een Russisch/Duits bioloog. Door te kijken naar plantengroei en begroeiing op verschillende gebieden op de aarde wist hij een koppeling te leggen tussen de begroeiing en het klimaat. Palmen zie je bijvoorbeeld in warme gebieden groeien en naaldbomen zie je vooramelijk in koude gebieden terugkomen. Woestijnen hebben zelf geen begroeiing. In het klimaatsysteem van Köppen zie je door zijn onderzoek 5 hoofdklimaten naar voren komen. A, B, C, D en E klimaat. Als je dieper op de klimaten inzoomt zie je ook dat daar weer een onderverdeling in zit. De verdeling van de klimaten over de wereld staat in de afbeelding hieronder uitgebeeld.
uitleg
Het klimaat wordt verdeeld in 5 verschillende klimaten die over de wereld te vinden zijn.
- A-klimaat (tropisch klimaat)
- B-klimaat (droogklimaat)
- C-klimaat (gematigdklimaat)
- D-klimaat (landklimaat)
- E-klimaat (poolklimaat)
De hoofklimaten kunnen per stuk ook weer onderverdeeld worden onder specifieke gebieden. Dit gebeurd met hoofdletters en kleinletters wat verschilt per klimaat.
Het A-klimaat krijgt de kleinletters f, m en s/w.
Het B-klimaat krijgt de hoofdletters W en S erachter.
Het C- en D-klimaat krijgen de kleinletters f,s en w.
Het E-klimaat krijgt de hoofdletters T, F en H erachter.
De uitleg over de klimaten en de onderverdelingen vind je onder de kopjes van elk klimaat.
A-klimaat
A-klimaat
Het A klimaat of anders gezegt het tropischklimaat is te vinden rond de evenaar. dit Klimaat kenmerkt zich met tropisch weer gedurende het hele jaar door. De belangrijkste kenmerk dat dit klimaat heeft is dan ook dat het er warm is en dat er heel veel regen valt. De gemiddelde temperatuur in dit gebied is in de koudste maand al hoger dan 18⁰C.
Door de grote hoeveelheid neerslag en de warmte in dit gebied, heeft veel invloed op de planten die er kunnen groeien. Er is een grote diversiteit aan planten waardoor er een tropisch regenwoud kan ontstaan in dit gebied, maar als het gebied een droge periode kent dan zal je er uitgestrekte grasvlaktes of savannes vinden.
Het A-klimaat kan er op verschillende manieren uit zien afhankelijk of er wel of geen droge periode heerst. Hiervoor zijn onderverdelingen gemaakt met de kleinletters f, m en w/s.
Af: Af staat voor het tropisch regenwoudklimaat. dit klimaat kenmerkt zich met een gemiddelde maandneerslag van minimaal 60mm. De neerslag in dit gebied valt gedurende het gehele jaar. in dit gebied is er een regenwoud door de grote diversiteit aan plantengroei. De bomen en plantensoorten die er groeien zijn van veel verschillende voormaten en soorten. Het Amazone regenwoud in Zuid-Amerika is hier een voorbeeld van.
Am: Am staat voor het Moessonklimaat. Dit klimaat betekent dat er een natte periode heerst in het gebied en de natte periode is hierbij langer dan de droge periode dit heet het moessonseizoen. Dit klimaat is te vinden in een groot deel van India. De droge periode heeft gemiddeld een maand neerslag van minder dan 60mm.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2019/07/web-1507buiindia2jpg.jpg)
Aw/As: dit staat voor het tropisch savanneklimaat. Dit klimaat kenmerkt zich door de grote uitgestrekte grasvlaktes of savannes die hier zijn te vinden. het droge seizoen is hierbij langer dan de natte seizoen. Dit laat voornamelijk de groei voor heel veel grassen en struiken toe.dit klimaat is te vinden op de Afrikaanse savannes.
B-klimaat
B-klimaat
Het B-klimaat of anders gezegd het droge of aride klimaat kenmerkt zich aan het feit dat er (bijna) geen neerslag valt in deze gebieden. Er valt zo weinig neerslag dat er geen mogelijkheid is voor boomgroei en er kunnen geen permanente rivieren ontstaan in dit gebied. dit klimaat zie je vooral voorkomen rond de kreeftkeerkring en de steenbokskeerkring op 23⁰ noorder- en zuiderbreedte van de evenaar af. De invloeden hiervan hebben te maken met of bergen, oceanen of hogedrukgebieden.
Het klimaat is onder te verdelen in 2 categorieën.
BW: Het BW-klimaat staat voor het woestijnklimaat. Dit heeft als kenmerk dat er geen neerslag valt in dit gebied en dat het gebied droog en warm is. De dag temperatuur is gemiddeld 25⁰C gedurende het hele jaar. 'S nachts zie je wel voorkomen dat het extreem koud kan zijn in de woestijn door de droge lucht die er in dit gebied is. Vocht en wolken houden namelijk warmte vast en dat is er in dit geval niet.
BS: Het BS-klimaat staat voor het steppeklimaat. Dit heeft als kenmerk dat er gedurende het jaar minder dan 500 mm neerslag valt, met als gevolg dat er kleine struik soorten kunnen ontstaan verspreid over het gebied. Dit lijkt op het steppeklimaat, maar het verschil hierbij is dat in het steppeklimaat hele grasvlaktes zijn en inhet steppe klimaat slechts enkele kleine struiken. Dit verschil is belangrijk om te weten.
C-klimaat
C-Klimaat
Het C-klimaat of anders gezegd het gematigd (zee)klimaat kent gemiddeld over het jaar gemiddelde temperaturen, een vochtige klimaat. In deze klimaten zie je duidelijke de seizoenen verschuinen. de temperatuursverschillen in de winter en de zomer zijn alleen niet extreem hierbij. Doordat het weer niet extreme verschillen vertoont in de winter en de zomer, is dit klimaat ideaal voor de groei van loofbomen. Deze bomen groeien beter in deze omstandigheden en zul je dan ook vaker zien voorkomen dan naaldbomen. De gemiddelde maandtemperatuur ligt tussen -3⁰ en 18⁰C en er is tenminste één maand in het jaar met een gemiddelde temperatuur van boven de 10⁰C. In deze gebieden zie je ook regenachtige periodes verschijnen. Gematigde klimaten bevinden zich vooral tussen de 30⁰ en 60⁰ noorder- en zuiderbreedte.
Het C-klimaat kan je onderverdelen in 3 subklimaten met de kleinletters f, s en w.
Cf: Het Cf klimaat wordt ook wel het zeeklimaat of maritiem klimaat genoemd. Dit heeft als kenmerk dat het in de droogste maand een gemiddelde maand neerslag heeft van 30mm. De neerslag die er valt, valt gedurende het gehele jaar. Dit klimaat hebben we hier in Nederland.
Cs: Het Cs-klimaat wordt ook wel het mediterraan klimaat genoemd. Dit klimaat heeft een droge tijd in de zomer met minder als 10mm neerslag. er zijn droge zomers en natte winters in de gebieden met dit klimaat. dit klimaat zien we vooral in landen die langs de middellanse zee liggen zoals Spanje, Italie en Griekenland. In de zomer zie je dat het gebied in de droge periode is. Dit kenmerkt de landen om de middellandse zee, de warme zomers. De droge periodes kunnen de laatste jaren extreem droog en gevaarlijk zijn door de opwarming van de aarde en de klimaatveranderingen.
Cw: Het Cw-klimaat wordt ook wel het Chinaklimaat genoemd, omdat dit klimaat voornamelijk in China voorkomt. Het klimaat kenmerkt zich met natte zomers en droge winters.
D-klimaat
D-Klimaat
Het D-klimaat wordt ook wel het landklimaat of continentaalklimaat genoemd. In dit klimaat zie je wel extreme zomers en winters terugkomen. Dit klimaat vind je vooral in gebieden die meer landinwaarts liggen of (bijna) geen invloeden hebben van zeestromen zoals Rusland en de VS. Als gevolg hiervan zie je dat het land snel heel erg kan opwarmen en snel heel erg kan afkoelen. Door dit extreme weer en vooral door de extreme kou zie je in de gebieden met dit klimaat meer naaldbomen groeien dan loofbomen. Dit komt doordat de naaldbomen beter kunnen tegen de extreme kou en extrme warmte in deze gebieden.
Het D-klimaat kan je ook weer onderverdelen met de kleinletters f. s en w.
Df: Dit betekent dat het landklimaat gedurende het gehele jaar neerslag heeft.
Ds: Dit betekent dat het landklimaat droge zomers kent
Dw: Dit betekent dat het landklimaat droge winters kent
E-klimaat
E-Klimaat
Het E-klimaat wordt ook wel het poolklimaat of arctische klimaat genoemd. dit klimaat zie je op bergen in de vorm van het hooggebergteklimaat, op de polen als het poolklimaat en in het binnenland en aan de bovengrens van canada en rusland in de vorm van toendra's. Dit klimaat kenmerkt zich met temperaturen in de warmste maand niet hoger als 10⁰C en er ligt in sommige gebieden eeuwige sneeuw. Door deze kou gedurende het hele jaar zie je hier ook geen bomen groeien, maar voornamelijk mossen. De winters zijn extreem lang en koud, waardoor de grond bevroren is, dit heet . In de zomer (wat kort duurt) zie je dan alleen de bovenste laag van de grond ontdooien waar vervolgens de mossen op groeien.
Het klimaat kan je onderverdelen met hoofdleters achter de E. In dit geval zijn de letters T, F en H.
ET: ET staat voor het Toendraklimaat. Dit gebied heeft geen boomgroei en heeft een bevroren ondergrond. In de zomers zie je de bovenlaag ontdooien waardoor er mossen kunnen groeien. De koudste maand is gemiddeld -3⁰C en de warmste maand tussen 0⁰ en 10⁰C.
EF: EF staat voor het poolklimaat of ijsklimaat. Dit klimaat is te vinden op de noord- en zuidpool. Het gemiddelde jaar temperatuur gedurende het hele jaar is onder 0⁰C. Er heerst in deze gebieden ook eeuwige sneeuw. Het land is volledig bedekt met sneeuw en ijs. Op het water zie je ijsplaten drijven en een heel groot gedeelte van het water is ook bevroren.
EH: EH staat voor het Hooggebergteklimaat. Dit klimaat is te vinden op bergen vanaf de besneeuwde toppen. Dit is te vinden op bijvoorbeeld de Alpen of de Himalaya. Dit klimaattypen heeft veel neerslag in de voor van sneeuw door de kou op de bergen. De temperatuur is gedurende het hele jaar onder 0⁰C.
Oefenen
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Quizlet oefenen met klimaten
Quizlet kaarten; Klimaat soorten
Deze quizlet helpt jullie bij het oefenen van alle verschillende onderverdelingen van de klimaat soorten. Elke onderverdeling wordt uitgelegd met de kenmerken die erbij horen.
Film + extra oefenen
Kijkvragen
De antwoorden op de kijkvragen schrijf je op in je schrift, omdat je dit ook kan gebruiken om te leren.
- Schrijf per Klimaat op wat het betekent
- Schrijf per klimaat de kenmerken op
- Schrijf per klimaat op wat het gemiddelde temperatuur en de gemiddelde neerslag is.
- Schrijf per klimaat de kenmerken op van de plantengroei
Uitdaging
Oefening: Moeilijke oefeningen
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Eindtoets
Hieronder is een link naar de online eindopdracht die bij de les van vandaag hoort
eindopdracht: Soorten klimaten
Evaluatie/Feedback formulier
Evaluatie/feedback formulier
Om de online les af te sluiten wil ik van jullie vragen om dit formulier in te vullen. De vragen gaan over de online les en wordt anoniem opgestuurd. Graag vraag ik jullie om het formulier naar waarheid en voor je zelf in te vullen.
Mr Chadd filmpje over het Klimaatsysteem van Köppen
