Bevolkingsgroei in Zuid-Amerika - v456

Bevolkingsgroei in Zuid-Amerika - v456

Bevolkingsgroei in Zuid-Amerika

Introductie

Tussen 1950 en 2017 is de bevolking van Zuid-Amerika gegroeid van 113,7 miljoen tot 426,5 miljoen. Tegelijkertijd, en vooral vanaf de jaren 70 van de vorige eeuw, is de jaarlijkse groei van de bevolking, in procenten gerekend, gedaald. Tussen 1950 en 1955 was de groei nog 2,65% per jaar, in 2017 is die nog maar 1,1% per jaar.
Men neemt aan dat die groei verder zal afnemen. Welke factoren spelen hierbij een rol? Zijn het dezelfde factoren die in de rest van de wereld de groeisnelheid van de bevolking bepalen of spelen ook andere factoren een rol die alleen kenmerkend zijn voor Zuid-Amerika?

Dit gaan jullie in deze opdracht onderzoeken en jullie maken op grond van dit onderzoek een met argumenten ondersteunde prognose voor de omvang van de bevolking van Zuid-Amerika in 2050.

Wat ga je leren?

Hoofdvraag

  • Hoe ontwikkelt de bevolking van Zuid-Amerika zich en hoe verhoudt zich die ontwikkeling met landen ergens anders op de wereld?

Deelvragen

  • In welke fase van de demografische ontwikkeling zit Zuid-Amerika als geheel?
  • Zitten alle landen van dit continent in dezelfde fase?
  • Zo nee, hoe komt dat?
  • Welke factoren, die overal ter wereld een rol spelen, hebben de ontwikkeling van de bevolking in Zuid-Amerika tot nu toe ook bepaald?
  • Zijn er ook factoren in het spel die alleen kenmerkend zijn voor Zuid-Amerika? Zo ja, welke?
  • Hoe verloopt de ontwikkeling van de bevolking op dit continent tot aan 2050, rekening houdend met de factoren die hierbij in het spel zijn?

Begrippen

  • Bevolkingsdruk
  • Demografische druk
  • Gezinsplanning
  • Natuurlijke bevolkingsgroei
  • Sociale bevolkings­groei/migratie

Wat ga je doen?

Activiteiten

Vooraf

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbank en beantwoord de vragen in de instaptoets.

Aan de slag

Stap 1

In welke fase van de demografische transitie zit Zuid-Amerika nu? Je bekijkt twee video's en in de onderzoeksopdracht ga je uitzoeken in welke fase(n) van de demografische transitie Zuid-Amerika als geheel en een drietal andere landen zitten. Je beantwoordt er vragen over.

Stap 2

Je krijgt uitleg over de algemene factoren die de demografische transitie aansturen, zoals bevolkingsdruk, verstedelijking en analfabetisme. Aan de hand van Bosatlaskaarten beantwoord je vragen.

Stap 3

Factoren die kenmerkend zijn voor Zuid-Amerika zijn godsdienst en migratiestromen. Je leest twee teksten en beantwoordt vragen.

Afronding

Samenvattend

Omschrijf de begrippen. Vergelijk ze met een klasgenoot.

Eindopdracht A

Maak de eindtoets.

Eindopdracht B

Schrijf samen een prognose over de demografische ontwikkeling en de omvang van de bevolking in het jaar 2050.

Examenvragen

Oefen met eindexamenvragen.

Terugkijken

Kijk terug op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht is de studiebelasting ongeveer 3 SLU.

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbank.

Omvang bevolking

Maak nu de instaptoets.

Aan de slag

Stap 1: De fase van Zuid-Amerika

In welke fase van de demografische transitie zit Zuid-Amerika?

Klik op de afbeelding om deze te vergroten

Aan de leeftijdsopbouw van de Japanse bevolking is te zien dat Japan de vijfde fase van de demografische transitie lijkt te zijn ingegaan.
Klik op de afbeelding om deze te vergroten


Bij de demografische transitie, de ontwikkeling van de bevolking in een land, gebied of de wereld als geheel zijn vier fasen te onderscheiden. Bij het doorlopen van deze fases verandert de leeftijdsopbouw van de bevolking en het tempo van de natuurlijke groei of krimp, het verschil tussen geboorte- en sterftecijfer. Maar hoe gaat dat allemaal in zijn werk?

Kijk om je geheugen op te frissen naar de video.

Stap 2: Wat stuurt het aan?

Algemene factoren die de demografische transitie aansturen

De omvang van de bevolking van een land of gebied zegt nog niets over de spreiding van de bevolking over dit land of gebied. Die spreiding heeft te maken met de bevolkingsdruk. Bevolkingsdruk treedt op als de bevolking in een bepaald gebied groeit en de mogelijkheden voor de bewoners daarmee geen gelijke tred houden. Dat kan zijn omdat het gebied onvoldoende werkgelegenheid biedt, de voedselvoorziening achterblijft, de welvaart achteruitgaat of anders gezegd, de armoede groeit.
Kortom de druk wordt bepaald door de mate waarin de bevolkingsomvang een aanslag doet op de natuurlijke hulpbronnen van een bepaald gebied, door de leefbaarheid in dat gebied en de beschikbare ruimte van een gebied.

In de video van Stap 1 heb je kunnen zien dat bevolkingsdruk in een land of gebied toeneemt met de omvang van de bevolking en met de mate van de bevolkingsdichtheid. Door mechanisering en schaalvergroting van de landbouw bijvoorbeeld neemt de bevolkingsdruk toe. Er is dan steeds minder werk voor mensen in die landbouwgebieden en dus trekken sommige bewoners weg naar een plek waar ze werk kunnen vinden. Soms is dat een streek waar nog wel voldoende werk in de landbouw is, dan weer trekken ze naar een stad omdat daar door de opkomst van de industrie en/of de dienstensector nieuwe banen worden geschapen.

Twee uitersten in Zuid-Amerika: lege en overvolle gebieden

 

Verstedelijking

Naast de zaken die in Stap 1 aan bod zijn gekomen, zijn ook de stijging van het opleidingsniveau van de bevolking en de trek van plattelandsbewoners naar steden van invloed op de demografische transitie.
Mensen die in steden (gaan) wonen, nemen minder kinderen dan plattelandsbewoners, dus naarmate een groter deel van de bevolking in steden woont, is mede hierdoor het geboortecijfer in een land of gebied lager. Omgekeerd kun je aan de omvang van deze trek (verstedelijking) en het deel van de bevolking dat in steden woont (verstedelijkingsgraad) zien in welke fase van de demografische transitie een land of gebied zich bevindt.

In West-Europa begon rond 1800 de Industriële Revolutie. Tegelijk daarmee begon fase 2 van de demografische ontwikkeling, gevolgd door fase 3. Beide fases gingen vergezeld van een snelle verstedelijking en een relatief lage verstedelijkingsgraad. In de tweede helft van de 20e eeuw zat Europa in fase 4 en die ging gepaard met een trage verstedelijking en een hoge verstedelijkingsgraad. Steden krijgen er nog wel inwoners bij, maar meer door een geboorteoverschot dan door instroom van plattelandsbewoners.

Is ook in Zuid-Amerika deze relatie tussen fase in de demografische ontwikkeling, verstedelijking en verstedelijkingsgraad te zien?

Analfabetisme

Er wordt beweerd dat de verstedelijkingsgraad in Zuid-Amerika hoger is dan in alle andere werelddelen. 
Mensen die kunnen lezen en schrijven, hebben makkelijker toegang tot informatie over seksualiteit en voorbehoedsmiddelen dan analfabeten.
Hoe meer mensen onderwijs volgen in een land of gebied, hoe makkelijker het wordt om mensen voor te lichten over geboortebeperking en gezinsplanning (zelf bepalen hoeveel kinderen je wilt nemen en wanneer).

Zoek op in de Bosatlas:

GB54 Kaart 242A / GB55 Kaart 262A - Analfabetisme

Stap 3: Godsdienst en migratiestromen

Factoren die kenmerkend zijn voor Zuid-Amerika

Dit eiland bij de haven van Rio de Janeiro kregen migranten te zien
als ze per schip deze stad binnenkwamen.

Voor de demografische ontwikkeling in Zuid-Amerika vroeger en nu zijn twee zaken van belang die kenmerkend zijn voor dit continent: godsdienst en migratiestromen.

Godsdienst

Overal ter wereld neemt de acceptatie van abortus om een ongewenste zwangerschap af te breken toe, zeker onder de geschoolde bevolking. Ook het gebruik van voorbehoedsmiddelen wordt steeds meer geaccepteerd. Door stijgende welvaart en betere gezondheidszorg krijgen steeds meer mensen toegang tot voorbehoedsmiddelen en tot abortus (hoewel abortus in Zuid-Amerika maar in beperkte mate toegestaan is bij wet).

Tegelijkertijd krijgen steeds meer vrouwen zelf zeggenschap over deze zaken. Het stelt ze in staat, naast of in plaats van hun rol als moeder en huisvrouw, andere rollen te vervullen, via een baan buitenshuis bijvoorbeeld.

Als het opleidingsniveau van de bevolking stijgt, draagt dat dus bij tot daling van het geboortecijfer in dat land of dat gebied.

Maar sommige mensen blijven abortus en het gebruik van voorbehoedsmiddelen afwijzen vanwege hun geloofsovertuiging. Dat is ook het geval in Zuid-Amerika, waar de meeste mensen de rooms-katholieke leer volgen. De Rooms-Katholieke kerk wijst abortus af en ook het gebruik van voorbehoedsmiddelen. Alleen algehele en periodieke onthouding is toegestaan als middel tot geboortebeperking. De vraag is of dat veel invloed heeft op het geboortecijfer in Zuid-Amerika en daarmee op de demografische transitie in dit werelddeel.

Ga naar de tabel bovenaan de website ‘Contraception and family planning around the world – interactive’ en lees de tekst onder het kopje: ‘Latin America & Caribbean’.

Migratie

Of de bevolking van een land groeit of krimpt en hoe snel, hangt niet alleen af van het verschil tussen de geboorte- en sterftecijfers maar ook van migratie, of nauwkeuriger gezegd: van het verschil tussen het aantal mensen dat in een land komt wonen en het aantal mensen dat uit dit land verhuist. Dit verschil heet sociale bevolkingsgroei. Ook in Zuid-Amerika heeft migratie een grote rol gespeeld in de groei en krimp van de bevolking.

Zuid-Amerika heeft vanaf begin 16e eeuw verschillende migratiestromen gekend waarbij grote aantallen mensen het werelddeel binnenkwamen of verlieten. De eerste stroom kwam op gang toen Europese kolonisten het werelddeel in bezit namen. Daarbij doodden ze grote aantallen van de oorspronkelijke Indiaanse bevolking. Nog meer Indianen stierven door ziekten die de kolonisten meebrachten en waartegen de Indianen geen weerstand hadden. Ook de vervuiling van drinkwater door mest van pluimvee en andere dieren, die de kolonisten meebrachten en vervolgens fokten, eiste veel slachtoffers onder de oorspronkelijke bevolking. Hierdoor nam in sommige gebieden het aantal Indianen tot 1650 met meer dan de helft af. De sociale bevolkingsgroei door de instroom van Europeanen was bij lange na niet voldoende om de slachting onder de oorspronkelijke bevolking te compenseren. Ook in Noord- en Midden-Amerika en in Australië is na de komst van Europese kolonisten iets dergelijks gebeurd met de oorspronkelijke bevolking.

Plantagehouders dwongen Indianen om op hun plantages te werken, maar die stierven in groten getale zodat plantagehouders telkens nieuwe Indiaanse arbeidskrachten moesten zoeken. Toen dat niet meer voldoende was, werden slaven uit Afrika aangevoerd door slavenhandelaren uit onder meer Nederland en Portugal. Deze slaven bleven in Zuid-Amerika en kregen zelf nakomelingen of vermengden zich met Europeanen en Indianen. Toen de slavernij in de loop van de 19e eeuw werd afgeschaft, lieten plantagehouders contractarbeiders uit andere delen van de wereld komen.

Afronding

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

​Bevolkingsdruk  
Demografische druk  
Gezinsplanning  
Natuurlijke bevolkingsgroei  
Sociale bevolkings­groei/migratie  


Bespreek de begrippen met een klasgenoot.

Eindopdracht A: Toets

Eindopdracht B: Prognose

Prognose bevolking Zuid-Amerika in 2050

In westerse landen heeft de demografische ontwikkeling min of meer een eindfase bereikt. Het aantal geboortes is redelijk in evenwicht met het sterftecijfer. In Zuid-Amerika is dat (nog) niet overal het geval. Of en wanneer dat overal zal plaatsvinden, bepaalt mede hoe groot de wereldbevolking zal zijn in 2050.

Jullie gaan in groepen een onderzoek uitvoeren en aan de hand van de uitkomst hiervan je verwachting uitspreken over het aantal mensen dat in 2050 in Zuid-Amerika zal wonen.
Je maakt een grafiek die het aantal mensen in Zuid-Amerika weergeeft tussen nu en 2050. Bij die grafiek geef je een toelichting om duidelijk te maken hoe je tot deze verwachting bent gekomen.
Gebruik voor dit onderzoek de bronnen (kaarten, filmfragmenten) die je in Stap 1-3 hebt gebruikt. Zie het overzicht met linkjes in de stap Bronnen.

Even terug naar de westerse landen, de basis voor de natuurlijke negatieve bevolkingsgroei is al gelegd in de tweede helft van de vorige eeuw toen de vruchtbaarheidscijfers zakten onder de twee kinderen per vrouw. Hoe kan het dat dat nog niet te zien is in de cijfers?

Zodra jullie met het onderzoek klaar zijn, presenteert iemand van je groep de uitkomst van jullie onderzoek aan de klas en aan je docent.

Beoordeling

Je docent zal erop letten dat je bij het maken van jullie prognose rekening hebben gehouden met alle factoren die de ontwikkeling van de bevolking van dit continent bepalen en die in deze opdracht aan de orde zijn gekomen.

Grafiek maken

In een grafiek kun je heel overzichtelijk informatie aflezen over één specifiek onderwerp. Je maakt naar aanleiding van een onderzoek of opdracht een grafiek waarin je de opgedane kennis of resultaten weergeeft.

 

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

VWO 2021-TV1

VWO 2021-TV1 Vraag 19

VWO 2021-TV2

VWO 2021-TV2 Vragen 16-19


Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.

Terugkijken

Intro

  • Lees de Introductie van de opdracht nog eens door.
    Maakt de intro voldoende duidelijk wat in deze opdracht besproken wordt?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de hoofdvraag en deelvragen nog eens door.
    Hoe ontwikkelt de bevolking van Zuid-Amerika zich over het geheel genomen en welke factoren, die in andere landen minder aan de orde zijn, zijn kenmerkend voor Zuid-Amerika? Ga na of je antwoord kunt geven op deze vragen.

Hoe ging het?

  • Inhoud
    In de opdracht vergelijk je de demografische transitie van de bevolking in Zuid-Amerika met die in westerse landen. Ben je feiten tegengekomen die anders waren dat je had gedacht? Schrijf twee dingen op.
  • Eindopdrachten
    Heb je de toets goed gemaakt? Heb je alle vragen kunnen beantwoorden?
    Is het jullie gelukt een prognose te maken over de bevolking van Zuid-Amerika in 2050? Vond je de uitkomst daarvan opmerkelijk?
  • Examenvragen
    Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?

Bronnen

Websites:

Video's:

  • Het arrangement Bevolkingsgroei in Zuid-Amerika - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-03-23 14:06:23
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VWO leerjaar 4, 5 & 6. In het domein "Zuid-Amerika" wordt het thema ''Bevolkingsgroei in Zuid-Amerika" besproken. In dit onderdeel wordt het demografisch transitie model uitgelegd en welke plek de landen in Zuid-Amerika daar in nemen. In een land verspreidt de bevolking zich op basis van bevolkingsdruk, als er meer mensen zijn dan wat het gebied aankan. Dingen zoals werk en eten kunnen dan schaars worden. Dit heeft te maken met hoeveel mensen er zijn en hoe dicht ze bij elkaar wonen. Als mensen van het platteland naar steden verhuizen, krijgen ze meestal minder kinderen, dus in landen waar veel mensen in steden wonen, zijn er vaak minder geboortes. In Zuid-Amerika wonen veel mensen in steden. Als mensen kunnen lezen en schrijven, begrijpen ze beter hoe ze hun gezin kunnen plannen en minder kinderen kunnen krijgen. Dit gebeurt vaak als mensen naar school gaan. Godsdienst en migratie zijn twee belangrijke factoren die de demografische ontwikkeling van Zuid-Amerika beïnvloeden. De acceptatie van abortus en voorbehoedsmiddelen neemt toe door stijgende welvaart en onderwijs, maar wordt beïnvloed door religieuze overtuigingen, vooral in het overwegend rooms-katholieke Zuid-Amerika. Migratie heeft ook invloed op de bevolkingsgroei, met historische migratiestromen van Europeanen en Afrikaanse slaven die de bevolking vormden en veranderden.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Aardrijkskunde; Bevolking en ruimte;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    6 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arrangeerbaar, bevolkingsdruk, demografisch transitiemodel, godsdienst, mirgatie, stercollectie, vwo456

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Kennisbanken. (2019).

    Kennisbank Aardrijkskunde - v456

    https://maken.wikiwijs.nl/152369/Kennisbank_Aardrijkskunde___v456

    VO-content Aardrijkskunde. (z.d.).

    Template opdracht - v456

    https://maken.wikiwijs.nl/141201/Template_opdracht___v456