Het arrangement Thema 10: Marktvormen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2025-01-22 16:49:24
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Leerniveau
- VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO gemengde leerweg, 4;
- Leerinhoud en doelen
- Arbeid, productie en bedrijfsleven; Economie;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
- Studiebelasting
- 6 uur 0 minuten
- Trefwoorden
- arrangeerbaar, leerlijn, rearrangeerbare
Gebruikte Wikiwijs Arrangementen
VO-content Economie. (2020).
Thema: Marktvormen - vmbo-kgt34
https://maken.wikiwijs.nl/98727/Thema__Marktvormen___vmbo_kgt34
Een consument is de vrager van producten. Een producent is de aanbieder van producten. De plek waar vragers en aanbieders elkaar tegenkomen, noem je een markt.
Aan het eind van het thema kan ik:
Bij het vaststellen van de verkoopprijs van zijn product houdt een ondernemer rekening met de concurrentie. Maar niet ieder bedrijf heeft evenveel concurrentie.
Een consument is de vrager van producten.
Beantwoord de volgende vragen:
Bedrijven (producenten) zijn de aanbieders van producten.
Van veel producten wordt de prijs bepaald door de vraag naar het product en het aanbod van het product.
De vraaglijn is een dalende lijn, immers bij een hoge prijs zal minder gevraagd worden dan bij een lage prijs. Als de prijs verandert, kom je op een ander punt op de vraaglijn terecht.
Stap 1
In deze opdracht kijk je naar verschillende marktvormen.
In de economie wordt met een markt het geheel van vraag en aanbod bedoeld. Bestudeer uit de Kennisbank economie de eerste pagina van het onderdeel.
Bestudeer nu ook pagina 2 t/m 6 van het onderdeel marktvormen.
Vier marktvormen zijn:
De omvang van een markt voor een bepaald product is het aantal vragers en aanbieders van dat product. Je spreekt van toetreding als een andere ondernemer hetzelfde product aan gaat bieden. Het aantal aanbieders neemt dan dus toe.
Johan en Ilse hebben een discussie over de telefoonmarkt.
Ter afsluiting van deze opdracht maak je een toets.
Joke de Vries wil een eigen bedrijf beginnen. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Daar komt nog heel wat bij kijken. Gelukkig kan ze hulp krijgen, bijvoorbeeld bij de Kamer van Koophandel.
Als je een bedrijf gaat beginnen, moet je je bedrijf inschrijven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Bij de KvK moet je aangeven welke ondernemingsvorm of rechtsvorm je bedrijf gaat krijgen. De keuze heeft gevolgen voor de belastingverplichting en de aansprakelijkheid.
De drie meest voorkomende rechtsvormen zijn de eenmanszaak, de vof en de bv.
Een bv en een nv werken met aandelen.
Soms werken bedrijven (of de overheid) met obligaties. Als een bedrijf (of de overheid) geld nodig heeft om te investeren kan het door het uitgeven van obligaties aan geld komen. Een obligatie is een schuldbewijs. De bezitter van de obligatie krijgt rente van het bedrijf dat de obligatie heeft uitgegeven.
Een stichting is een organisatie die een maatschappelijk doel nastreeft.
Ter afsluiting van deze opdracht maak je een toets.