Dit blok bestaat uit vijf stappen. Werk ze één voor één door.
Stap
Activiteit
Leerdoel
Stap 1
Hören
Je hoort in een interview wat mensen typisch Duits vinden.
Stap 2
Wörter
Je oefent de nieuwe woorden.
Stap 3
Grammatik
Je herhaalt de vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd.
Stap 4a + 4b
Lesen
Je leest feiten over Duitsland.
Stap 5
Sprechen
Je spreekt over vooroordelen.
Stap 1 - Luisteren
Wat is eigenlijk typisch Duits?
Johannes probeert daar achter te komen door voorbijgangers in de voetgangerszone te interviewen.
Zijn 'assistent' is een etalagepop die in de loop van het interview steeds meer Duitse trekken krijgt.
Bekijk het filmpje van neuneinhalb en doe daarna de oefening.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je hebt geleerd hoe je de hulpwerkwoorden haben/sein/werden,
de zwakke en sterke werkwoorden en bijzondere werkwoorden als müssen/können enz. vervoegt.
Hier ga je alle werkwoordvervoegingen nog een keer herhalen en oefenen.
Bekijk de tekst in de Kennisbank over de tegenwoordige tijd van haben/sein/werden.
Doe daarna de oefening.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Weet jij hoeveel mensen in Duitsland leven?
Weet je hoe de Duitse vlag en het wapen van Duitsland eruit zien?
Hoe heet de hoogste berg en wat is de langste rivier?
In de volgende tekst krijg je belangrijke informatie over Duitsland.
Allgemeine Fakten
Lees de tekst. Probeer zo veel mogelijk te onthouden.
Deutschland in Zahlen und Fakten
Staat
Demokratischer parlamentarischer Bundesstaat seit 1949; Deutsche Einheit seit 1990
Bevölkerung
Deutschland zählt 82 Millionen Einwohner (davon fast 42 Millionen Frauen). Etwa 6,7 Millionen Ausländer leben in Deutschland (8,2% der Gesamtbevölkerung).
Rund 52 Millionen Menschen bekennen sich zum christlichen Glauben, schätzungsweise 4 Millionen sind Muslime, 235000 Buddhisten, 106000 Juden.
Hauptstadt
Berlin, 3,4 Millionen Einwohner
Staatsflagge
Drei horizontale Streifen in Schwarz, Rot, Gold
Staatswappen
Stilisierter Adler
Hymne
Dritte Strophe von August Heinrich Hoffmann von Fallerslebens „Das Lied der Deutschen” zur Melodie von Joseph Haydns „Kaiserhymne”
Nationalfeiertag
3. Oktober, Tag der Deutschen Einheit
Amtssprache
Deutsch. Für 120 Millionen Menschen ist Deutsch Muttersprache. Deutsch ist die meistgesprochene Muttersprache in der Europäischen Union.
Bundesstaat
Die Bundesrepublik besteht aus 16 Ländern (Baden-Württemberg, Bayern, Berlin, Brandenburg, Bremen, Hamburg, Hessen, Mecklenburg-Vorpommern, Niedersachsen, Nordrhein-Westfalen, Rheinland-Pfalz, Saarland, Sachsen, Sachsen-Anhalt, Schleswig-Holstein, Thüringen)
Währung
Deutschland gehört zur Eurozone, 1 Euro = 100 Cent
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Deutschland ist ein Bundesstaat, der aus 16 Ländern besteht, die jeweils eigenständige, wenn auch eingeschränkte Staatsgewalt besitzen.
Lage
Mitteleuropa
Größe
357021 km²
Grenzen
3757 km
Küste
2389 km
Nachbarstaaten
Deutschland liegt im Herzen Europas und ist von neun Nachbarstaaten umgeben: Frankreich, Schweiz, Österreich, Tschechien, Polen, Dänemark, Niederlande, Belgien, Luxemburg.
Höchster Berg
Zugspitze 2963 m
Längste Flüsse
Rhein 865 km, Elbe 700 km, Donau 647 km (innerhalb Deutschlands)
Größte Städte
Berlin 3,4 Millionen Einwohner, Hamburg (1,7 Mio.), München (1,3 Mio.), Köln (1,0 Mio.), Frankfurt am Main (676000)
Landschaften
Von der Nord- und Ostsee bis zu den Alpen im Süden gliedert sich Deutschland geografisch in das Norddeutsche Tiefland, die Mittelgebirgsschwelle, das Südwestdeutsche Mittelgebirgsstufenland, das Süddeutsche Alpenvorland und die Bayerischen Alpen.
Klima
Gemäßigte ozeanisch/kontinentale Klimazone mit häufigem Wetterwechsel und vorwiegend westlicher Windrichtung.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Zoek alle aardrijkskundige gegevens uit de tekst op een kaart van Duitsland op.
Stap 5 - Spreken
Wer hat sie nicht?
Haben nicht alle Deutschen einen Bierbauch? Sind nicht alle Italiener Machos? Essen Franzosen auch etwas Anderes als Baguette und Froschschenkel?
Gibt es auch Niederländer, die keinen Wohnwagen haben?
Wie heeft er nou geen vooroordelen?
Hebben niet alle Duitsers een bierbuik? Zijn niet alle Italianen macho’s?
Eten Fransen ook nog iets anders dan stokbrood en kikkerbillen?
Zijn er ook Nederlanders die geen caravan hebben?
Natuurlijk kloppen vooroordelen niet.
Die eigenschap of dat gedrag is er wel, maar het wordt uitvergroot en overdreven: natuurlijk gaan veel Nederlanders met de caravan op vakantie.
Op bepaalde momenten, bv. als de vakantie begint, zijn dat er veel tegelijk.
Daardoor lijkt het wel of alle Nederlanders met de caravan onderweg zijn, maar dat is natuurlijk onzin.
Kijk maar in je eigen klas: wie van jullie gaat met de caravan op vakantie?
Is dat echt iedereen? Is het de helft? Of nog minder?
Vooroordelen kunnen ook tot grappige situaties leiden.
Het leukste is dan als je kunt laten zien dat zo'n vooroordeel nergens op slaat en er samen om kunt lachen.
Pausengespräche
Jouw sportvereniging doet mee aan een internationaal toernooi.
Daarvoor zijn jongeren uit de hele wereld naar Hannover gekomen.
In de pauzes leer je mensen uit andere landen kennen.
Jullie hebben veel lol met elkaar, zeker als jullie horen wat voor vooroordelen er tegenover elkaar bestaan.
Voorbeeld 1
A.
Ich dachte, du hast einen Bierbauch.
B.
Nein, aber du müsstest mal meinen Vater sehen!
A+B
Hahaha!
Voorbeeld 2
A.
Ich dachte, ihr esst immer nur Baguette und Froschschenkel.
B.
Das machen wir nur sechsmal pro Woche, heute ist der siebte Tag. Quak, quak!
A+B
Hahaha!
Minigespräche
Verzamel in de klas of in groepjes vooroordelen over verschillende nationaliteiten.
Bedenk met z’n tweeën minimaal drie minigesprekjes. Probeer daarbij een grappige reactie te bedenken waardoor jullie allebei hartelijk kunnen lachen.
Het arrangement Opdracht: Vorurteile - vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Typisch Deutsch', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je nieuwe woorden. Je gaat luisteren naar een interview, hierin ga je horen wat mensen typisch Duits vinden. Je oefent hier met het luisteren in het Duits. Ook herhaal je de vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd. Daarnaast ga je ook oefenen met lezen, hier lees je feitjes over Duitsland. Als afsluiter van deze opdracht spreek je over vooroordelen.
Spreken;
Schrijven;
Gesprekken voeren;
Duits;
Luisteren en kijken;
Lezen;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
1 uur en 30 minuten
Trefwoorden
arrangeerbaar, duits, feiten over duitsland, nieuwe woorden, stercollectie, urlaub, vmbo-kgt34, vooroordelen, vorurteile, werkwoorden in de tegenwoordige tijd
Deze opdracht hoort bij het thema 'Typisch Deutsch', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je nieuwe woorden. Je gaat luisteren naar een interview, hierin ga je horen wat mensen typisch Duits vinden. Je oefent hier met het luisteren in het Duits. Ook herhaal je de vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd. Daarnaast ga je ook oefenen met lezen, hier lees je feitjes over Duitsland. Als afsluiter van deze opdracht spreek je over vooroordelen.
arrangeerbaar, duits, feiten over duitsland, nieuwe woorden, stercollectie, urlaub, vmbo-kgt34, vooroordelen, vorurteile, werkwoorden in de tegenwoordige tijd