Past tenses
Welkom bij mijn wikiwijs over de Past Simple en Past Continuous.
Hier vinden jullie de uitleg over deze tijden. De lesdoelen voor deze les zijn:
- Aan het einde van de les weten jullie wat de Past Simple is en hoe je deze tijd moet toepassen in een zin.
- Aan het einde van de les weten jullie wat de Past Continuous is en hoe je deze tijd moet toepassen in een zin.
- Aan het einde van de les kunnen jullie in het kort beschrijven wat de Past Simple en Past Continuous zijn.
Maak eerst de instaptoets ( door te klikken op 'Start' hieronder) voordat je de uitleg bekijkt en de oefenopdrachten maakt. Zo weet je welke onderdelen je al goed beheerst en welke je nog extra moet oefenen. Als je ziet dat je al goed bent in één van de besproken tijden, kan je deze overslaan en je focussen op de andere theorie. Lees verolgens de theorie door en maak de bijhorende opdrachten. Als je vindt dat je klaar bent met het oefenen, dan kun je de eindtoets maken.
Good luck!
Test: Instaptoets Past Tenses
Start
Past Simple
Past Simple: When to use it.
De Past Simple
Wanneer gebruik ik de Past Simple?
De Past Simple wordt gebruikt om te spreken over een voltooide handeling/gebeurtenis op een moment in het verleden. Het moment van de handeling/gebeurtenis kan in een recent of een ver verleden liggen.
Voorbeelden:
She made a lot a profit last year.
I answered the phone last night.
My grandpa danced in clubs back in 1974.
De Past Simple wanneer iets in het verleden heeft plaatsgevonden.
Zoals al eerder gezegd is gebruik je de Past Simple bij een voltooide handeling in het verleden. De Past Simple kun je herkennen aan signaalwoorden. Deze signaalwoorden kunnen zijn: yesterday, in (jaartal), ago, once, teh other week/day, that day, earlier, last year/summer/tuesday, enzovoorts.
Voorbeelden:
Last week I made some homemade pasta.
Did you play videogames last night?
I worked at Albert Heijn a while ago.
De Past Simple bij gewoonten en routines uit het verleden.
Net als bij de Present Simple gebruik je de Past Simple bij gewoonten en routines, maar dan uit het verleden. Deze zinnen hebben meestal een tijdsexpressie.
Voorbeelden:
Few people in medieval times took a bath every day.
We went to the same beach every summer.
When i was young I watched TV once every week.
Past Simple: How to use it.
De Past Simple
Hoe pas ik de Past Simple toe?
De meest voorkomende regels voor de Past Simple zijn:
Onderwerp + werkwoord + -ed
of
Onderwerp + onregelmatig werkwoord
Zo wordt het werkwoord to laugh --> I laughed en het werkwoord to go --> I went. De onregelmatige werkwoorden moet je uit je hoofd leren om ze toe te kunnen passen.
Uitzonderingen.
Daarentegen zijn er uitzonderingen voor sommige werkwoorden.
Werkwoorden die eindigen op een -e.
Als een werkwoord eindigt op een 'e' zet je er alleen nog een 'd' achter, in plaats van -ed.
Voorbeelden:
To change I changed
To admire I admired
To rate I rated
Werkwoorden die eindigen op een -l.
Als een werkwoord eindigt op een 'l' dan wordt de 'l' altijd verdubbeld, behalve als er voor de 'l' twee klinkers staan.
Voorbeelden:
To cancel I cancelled To rebel I rebelled
To travel I travelled To mail I mailed --> twee klinker, dus één 'l'
! Het werkwoord to dial is een uitzondering: To dial I dialled !
! In het Amerikaans Engels word de 'l' nooit verdubbeld. !
Werkwoorden die eindigen met een medeklinker.
Als een werkwoord eindigt op een medeklinker dan wordt deze alleen verdubbeld als deze wordt voorafgegaan door één klinker met een klemtoon.
Voorbeelden:
To stop I stopped To prefer I preferred
To book I booked --> twee klinkers, dus 'oo' To answer I answered --> geen klemtoon op de laatste lettergreep
Werkwoorden die eindigen op een -y.
Werkwoorden die eindigen op een 'y' die wordt voorafgegaan door een medeklinker, worden in de verleden tijd in een 'ie'. Werkwoorden die eindigen op een 'y' die wordt voorafgegaan door een klinker, eindigen op -yed.
Voorbeelden:
To copy I copied
To annoy I annoyed
Werkwoorden die eindigen op een -c.
Als een werkwoord eindigt op een 'c', dan eindig je het werkwoord met -ked.
Voorbeelden:
To picnic I picnicked
To mimmic I mimmicked
Vraagzinnen en ontkennende zinnen
Vraagzinnen maak je als volgt: Did + onderwerp + werkwoord + de rest van de zin.
Houdt hierbij rekening dat de tijd van wanneer iets gebeurd is altijd achteraan in de zin moet.
Voorbeelden:
Did you make you homework last night?
Did Kevin go to the party yesterday?
Did people know about dinosaurs back in the day?
Let op!
Als je een vraag moet maken met de verleden tijd van 'to be' dan zet je 'was' of 'were' vooraan in de zin.
Voorbeeld:
They were good students.
Were they good students?
Ontkennende zinnen maak je als volgt: Onderwerp + didn't/ did not + werkwoord + de rest van de zin.
Houdt ook hierbij er rekening mee dat de tijd achter in de zin moet.
Voorbeelden:
I didn't go to school by bus this morning.
He didn't feel good last week.
My dad didn't pay his taxes last month.
Let op!
Ook hier gebruik je in plaats van didn't/did not, was not of were not als je 'to be' in de zin hebt staan.
Voorbeeld:
He was short and thin.
He was not short and thin.
Past Simple; How to use it. Uitlegfilmpje.
Oefenopdrachten Past Simple
Past Simple oefenopdrachten
10 oefenvragen om te kijken of je de theorie heb begrepen.
Klik op 'Login' rechtsboven het scherm en kies voor 'Student Login'.
De naam van de room is CHARLOTTE7059
Extra uitdaging Past Simple (Educaplay)
Past Simple extra uitdaging
Past Continuous
Past Continuous: When to use it.
De Past Continuous
Wanneer gebruik ik de Past Continuous?
Je gebruikt de Past Continuous als je wilt laten zien dat iets in het verleden een tijdje aan de gang was. Je legt nadruk op het feit dat de handeling een tijdje aan de gang was in tegenstelling tot de Past Simple waarbij je dit niet doet.
Voorbeelden:
Mike was doing his homework yesterday morning.
Tessa and Melissa were talking to the neighbours.
My dad was relaxing in the garden.
De Past Continuous staat ook vaak samen met de Past Simple in een zin. Vaak zie je dan dat een langere actie onderbroken wordt door een korte gebeurtenis.
Voorbeelden
They were waiting (past continuous) for their friend when the accident happened (past simple).
Hier zie je dus dat de langere actie 'waiting for their friend' onderbroken werd door de korte gebeurtenis 'the accident'.
When the fire started (past simple) I was having a bath (past continuous).
Carol was riding (past continuous) her bike when she broke (past simple) her leg.
We gebruiken dus altijd de Past Continuous als we het hebben over lang durende gebeurtenissen in het verleden en de Past Simple als we het hebben over korte gebeurtenissen in het verleden.
Past Continuous: How to use it.
De Past Continuous
Hoe pas ik de Past Continuous toe?
De regel van de Past Continuous is:
Was/Were + verb + ing
Uitzonderingen
Bij werkwoorden die eindigen op een '-e' haal je eerst de 'e' eraf voordat je de '-ing' eraan toevoegd.
Voorbeelden:
To bake - baking
To make - making
To trade - trading
Werkwoorden die eindigen op een '-c' krijgen een 'k' voor de '-ing'.
Voorbeelden:
To picnic - picnicking
To mimmic - mimmicking
To panic - panicking
Werkwoorden die eindigen op een 'l' met voorafgaand één klinker krijgen een extra 'l'.
Voorbeelden:
To travel - travelling
To cancel - cancelling
To model - modelling
Bij werkwoorden met 1 lettergreep en die eindigen met een medeklinker-klinker-medeklinker combinatie, verdubbelt de laatste medeklinker. Let op! Bij werkwoorden die eindigen met w, x , y, x, z gebeurd dit niet. Voeg hieraan alleen -ing.
Voorbeelden:
To rob - robbing
To run - running
To swap - swapping
To snow - snowing
Bij werkwoorden met twee of meer lettergepen, die eindigen met een medeklinker-klinker-medeklinker combinatie en waarbij de nadruk op de laatste klinker ligt, verdubbeld de laatste medeklinker ook.
Voorbeelden:
To begin - beginning
To refer - referring
To admit - admitting
Ontkennende zinnen en vraagzinnen
Ontkennende zinnen en vraagzinnen maken in de Past Continuous is vrij simpel.
Om een ontkennende zin in de Past Continuous te maken gebruik je:
Was not/were not + verb + ing
of
Wasn't/weren't + verb + ing
Om een vraagzin in de Past Continuous te maken gebruik je:
Was/were + onderwerp + verb + ing
Oefenopdrachten Past Continuous
Past Continuous oefenopdrachten
10 oefenvragen om te kijken of je de theorie heb begrepen.
Klik op 'Login' rechtsboven het scherm en kies voor 'Student Login'.
De naam van de room is VU7192
Extra uitdaging Past Continuous (Educaplay)
Past Continuous extra uitdaging
Eindtoets
Nu je alle theorie hebt bekeken en de oefenopdrachten hebt gemaakt ben je klaar voor de eintoets.
Deze toets bestaat uit 20 vragen over de Past Simple en de Past Continuous. Lees de vraag goed, zodat je weet wat je moet doen. Na het maken krijg je je score te zien en welke vragen je goed en/of fout hebt gedaan.
Klik op de knop hieronder om de eindtoets te maken. Succes!
Eindtoets