De Past Simple
Hoe pas ik de Past Simple toe?
De meest voorkomende regels voor de Past Simple zijn:
Onderwerp + werkwoord + -ed
of
Onderwerp + onregelmatig werkwoord
Zo wordt het werkwoord to laugh --> I laughed en het werkwoord to go --> I went. De onregelmatige werkwoorden moet je uit je hoofd leren om ze toe te kunnen passen.
Uitzonderingen.
Daarentegen zijn er uitzonderingen voor sommige werkwoorden.
Werkwoorden die eindigen op een -e.
Als een werkwoord eindigt op een 'e' zet je er alleen nog een 'd' achter, in plaats van -ed.
Voorbeelden:
To change I changed
To admire I admired
To rate I rated
Werkwoorden die eindigen op een -l.
Als een werkwoord eindigt op een 'l' dan wordt de 'l' altijd verdubbeld, behalve als er voor de 'l' twee klinkers staan.
Voorbeelden:
To cancel I cancelled To rebel I rebelled
To travel I travelled To mail I mailed --> twee klinker, dus één 'l'
! Het werkwoord to dial is een uitzondering: To dial I dialled !
! In het Amerikaans Engels word de 'l' nooit verdubbeld. !
Werkwoorden die eindigen met een medeklinker.
Als een werkwoord eindigt op een medeklinker dan wordt deze alleen verdubbeld als deze wordt voorafgegaan door één klinker met een klemtoon.
Voorbeelden:
To stop I stopped To prefer I preferred
To book I booked --> twee klinkers, dus 'oo' To answer I answered --> geen klemtoon op de laatste lettergreep
Werkwoorden die eindigen op een -y.
Werkwoorden die eindigen op een 'y' die wordt voorafgegaan door een medeklinker, worden in de verleden tijd in een 'ie'. Werkwoorden die eindigen op een 'y' die wordt voorafgegaan door een klinker, eindigen op -yed.
Voorbeelden:
To copy I copied
To annoy I annoyed
Werkwoorden die eindigen op een -c.
Als een werkwoord eindigt op een 'c', dan eindig je het werkwoord met -ked.
Voorbeelden:
To picnic I picnicked
To mimmic I mimmicked
Vraagzinnen en ontkennende zinnen
Vraagzinnen maak je als volgt: Did + onderwerp + werkwoord + de rest van de zin.
Houdt hierbij rekening dat de tijd van wanneer iets gebeurd is altijd achteraan in de zin moet.
Voorbeelden:
Did you make you homework last night?
Did Kevin go to the party yesterday?
Did people know about dinosaurs back in the day?
Let op!
Als je een vraag moet maken met de verleden tijd van 'to be' dan zet je 'was' of 'were' vooraan in de zin.
Voorbeeld:
They were good students.
Were they good students?
Ontkennende zinnen maak je als volgt: Onderwerp + didn't/ did not + werkwoord + de rest van de zin.
Houdt ook hierbij er rekening mee dat de tijd achter in de zin moet.
Voorbeelden:
I didn't go to school by bus this morning.
He didn't feel good last week.
My dad didn't pay his taxes last month.
Let op!
Ook hier gebruik je in plaats van didn't/did not, was not of were not als je 'to be' in de zin hebt staan.
Voorbeeld:
He was short and thin.
He was not short and thin.
Past Simple; How to use it. Uitlegfilmpje. https://youtu.be/_oBl0EnMK_I