Ve33 Omgeving gericht ondernemen

Omgevingsgericht ondernemen

Leerdoelen en succescriteria

Planning

Week  

Datum 

Wat behandeld   

Huiswerk              

Aantekeningen       

1

  Introductieweek     
2  9 september      
3  16 september       
4  23 september       
5  30 september       
6  7 oktober       
7  14 oktober       
8  21 oktober       
   25/29 oktober  Herfstvakantie     
 4 november      
10  11 november       

1. Lesmateriaal Omgevingsgericht ondernemen

1.1. Bedrijfsopzet

Maak eerst een bedrijfsspiegel. Gebruik als voorbeeld de opdracht van bedrijfsstudie, deeltaak 1: bedrijfsopzet.

1.2 Gemeente en dorp

De gemeente of dorp waarin je woont ga je hier verder beschrijven. Ga naar de website van de gemeente of CBS-statline en beschrijf het volgende over je gemeente of dorp:

  • Hoeveel inwoners de gemeente telt,
  • hoe het zit met verschillende voorzieningen,
  • werkgelegenheid,
  • is er veel industrie en wat voor soort industrie,
  • wordt er veel gebouwd,
  • is er veel recreatie, of is het juist een landelijke gemeente met veel landbouw,
  • zijn veel koeien of varkens of andere landbouwhuisdieren,
  • hoe zit het met de politiek, is het beleid anti-boer of zitten er bijvoorbeeld ook boeren in de raad,
  • etc..

1.3 Historie

Een kaart uit het verleden geeft vaak informatie aan over de kwaliteit van de grond en ook over de verkaveling. Gronden die lang in cultuur zijn hebben vaak een betere kwaliteit, maar zijn vaak slechter verkaveld. Jonge ontginningsgronden zijn kwalitatief minder goed maar zijn vaak veel beter verkaveld.

  • Voeg hier een historische kaart van de omgeving van je bedrijf in (jaartal). Zie hiervoor www.brabant.nl. Heb je andere kaarten, dan mag je die ook gebruiken.
  • beschrijf hoe het gebied er vroeger uit zag en hoe het gebied zich ontwikkelt heeft.

1.4 Ontsluiting

Voor een bedrijf is het belangrijk dat het goed en gemakkelijk te bereiken is. Smalle (onverharde) wegen  maken dat grote machines en trucks moeite hebben het bedrijf te bereiken. Ook de inrit en het erf moet ruim genoeg zijn om met machines gemakkelijk toe gang te hebben en te kunnen werken.

  • Voeg een topografische kaart in met de wegen rondom het bedrijf. Omschrijf de ontsluiting.
  • Voeg een foto/ plattegrond in van het erf en omschrijf hoe de verharding is gemaakt en eventuele knelpunten.

1.5 Verkaveling

Wanneer een bedrijf goed verkaveld is, ligt alle grond bij de boerderij. Vaak is de situatie anders.

  • Geef duidelijk aan (luchtfoto)  waar het bedrijf de gronden heeft liggen.
  • Bereken de afstanden  (kilometers, meters) van de verschillende kavels ten opzichte van de boerderij.
  • Omschrijf per kavel aan de  oppervlakten en het gebruik (gewas).
  • Geef duidelijk aan (luchtfoto)  waar het bedrijf de gronden heeft liggen.
  • Bereken de afstanden  (kilometers, meters) van de verschillende kavels ten opzichte van de boerderij.
  • Omschrijf per kavel aan de  oppervlakten en het gebruik (gewas).

1.6 Waterhuishouding

Omschrijf de waterhuishouding op de kavels. Gebruik hiervoor de kaarten op www.brabant.nl of andere kaarten. Het volgende moet aan bod komen:

  • is het natte of juiste droge grond,
  • sloten en drainage,
  • grondwatertrappen,

1.7 Buren

Voor een bedrijf is het goed wanneer er geen bedrijven of burgerwoningen in de buurt zijn. Ze kunnen beperkend werken voor uitbreidingen en klachten indienen bij overlast.

  • Bepaal de afstand tot de dichtst bij zijnde buren.
  • Omschrijf de relatie met de buren.
  • Voeg de kaart “veehouderijbedrijven” in. Deze is te vonden op www.brabant.nl.
  • Klik op jouw bedrijf en je krijgt een overzicht van het bedrijfsdossier zoals het bij de provincie bekend staat.
  • Je krijgt hierbij een overzicht van de SO’s (StandaardOpbrengst) op jouw bedrijf, en ook de NH3 emissie.
  • Bereken aan de hand van de tabellen in de bijlage of de vergunning van je bedrijf in overeenstemming is met de getallen van de provincie.

1.8 Natuur

In Nederland hebben we de  Ecologische Hoofd Structuur (EHS). Dit is een netwerk van grote en kleine natuurgebieden die vaak onderling verbonden zijn door middel van Ecologische VerbindingsZones  (EVZ). In de EHS staat het belang van de natuur voorop. Er mag niet “geboerd “ worden. Een nieuwere naam voor de EHS is Natuur Netwerk Nederland (NNN), in Brabant spreken we van NNB. Binnen de EHS heb je de zgn. Natura 2000 gebieden. Dit zijn de belangrijkste natuurgebieden van Nederland die ook Europese bescherming hebben.

Natuur en veehouderij gaan niet zo goed samen. Veehouderijen stoten ammoniak uit en dat is schadelijk voor de natuur. (zie filmpje Ammoniak). Hoe dichter je bij een Natura 2000 gebied ligt, des te moeilijker is het om je bedrijf uit te breiden.

  • Zoek op de kaart  van de provincie (www.brabant.nl) waar bij jouw de natuurgebieden/Natura 2000-gebieden liggen en geef tevens aan wat de afstand is tot deze natuurgebieden.
  • Op sommige percelen is het mogelijk om agrarisch natuurbeheer toe te passen. Bekijk de kaarten van de provincie (www.barnant.nl) en ga na wat de mogelijkheden zijn om bij jouw agrarisch natuurbeheer toe te passen. Welke pakketten zijn er en wat zijn de vergoedingen?

1.9 Bouwblok

De bouwblok is dat gedeelte van het erf waarop je mag bouwen. Met het groter worden van de bedrijven zijn veel bouwblokken aan de krappe kant geworden.  Brabant hanteert een maximale bouwblokgrootte van 1,5 ha.

  • Teken de bouwblok op jouw bedrijf in op een luchtfoto.
  • Beoordeel de grootte en vorm van de bouwblok.
  • Heb je nog ontwikkelingsmogelijkheden of is het bouwblok nu vol?
  • Hoe zit het met de bouw van sleufsilo’s? Vallen ze binnen of buiten het bouwblok?
  • Etc..

Les opdrachten

2. Lesmateriaal Sectorverbreding

SECTORVERBREDING

Eindopdracht

  • Het arrangement Ve33 Omgeving gericht ondernemen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2022-09-23 13:49:04
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    .
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    SECTORVERBREDING
    https://maken.wikiwijs.nl/157076/Sectorverbreding
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.