Wiskunde 1M/H stormink

Wiskunde 1M/H stormink

Inleiding

http://https://www.youtube.com/watch?v=slDRLY_U7EE

Werkafspraken Wiskunde


 

Werkafspraken wiskunde

*  Zorg ervoor altijd je boek en werkschrift bij je te hebben!

*  Neem altijd materialen, zoals een geodriehoek, passer, potlood HB, gum, kleurpotloden, plakstift, schaar, rode pen, goede rekenmachine, e.d. mee.

*  Het werk moet gemaakt worden op ruitjespapier A4 ( 1 cm2 )Een A4 schrift heeft de voorkeur boven een multomap 23-rings.

*  Het werk moet altijd netjes en zorgvuldig worden gemaakt. Een docent kan je slordig werk laten overmaken!

*  Begin ieder hoofdstuk op een nieuwe bladzijde, met vermelding van de titel. Elke dagtaak begin je met een datumvermelding voor de kantlijn.

*  Tekeningen worden gemaakt met potlood en liniaal of geodriehoek. Bijschrift ook met potlood.

*  Tekstvragen beantwoorden in een goede Nederlandse zin.

*  Tussen de opdrachten en/of vragen telkens een regel openlaten.

*  BEREKENINGEN VOLLEDIG UITGEWERKT opschrijven.

*  Maak een kantlijn op 2 cm van de linkerkant van het papier (hiervoor schrijf je dan het opgavenummer).

*  Nakijken met een rode pen.

*  Geen tippex of blanco roller gebruiken.

*  Bij lesuitval spullen meebrengen en werken volgens de takenwijzer.

Hoofdstuk 1 Ruimtefiguren

Aan het eind van het hoofdstuk kan je:

*  Je kan verschillende ruimtefiguren herkennen en benoemen.

*  Je kan hoekpunten, zijvlakken,zijden en ribben herkennen en benoemen
*  Je kan een kubus (af)tekenen
*  Je kan bepalen welke uitslagen bij een kubus horen
*  Je kan vragen over een bouwwerk van blokjes beantwoorden
*  Je kan de verschillen tussen vlakke- en ruimtefiguren benoemen
*  Je kan bepalen of een vlakke figuur een vierkant is of niet
*  Je kan een (gedraaid) vierkant (af)tekenen
*  Je kan regelmaat in figuren herkennen en uitbreiden
*  Je kan hoekpunten, zijvlakken, zijden en ribben herkennen en benoemen.
*  Je kan een balk (af)tekenen
*  Je kan de uitslag van een balk (af)tekenen
*  Je kan bepalen of een vlakke figuur en rechthoek is of niet
*  Je kan diagonalen tekenen
*  Je kan een snijpunt herkennen en benoemen
*  Je kan gebogen en platte vlakken van elkaar onderscheiden. "
*  Je kan de onderdelen van een cilinder benoemen
*  Je kan cirkels van verschillende groottes tekenen
*  Je kan werken met de begrippen straal, middelpunt, middellijn en diameter
*  Je kan de onderdelen van een piramide benoemen
*  Je kan de uitslag van de piramide tekenen
*  Je kan de diagonalen in veelhoeken tekenen
*  Je kan een driehoek met behulp van een passer tekenen
*  Je kan de uitslag van een prisma tekenen
*  Je kan bij een tekening op schaal bepalen hoe groot iets in de werkelijkheid is
*  Je kan een voor-, zij- en bovenaanzicht op schaal tekenen

Wiskundige ruimtefiguren

Wiskundige ruimtefiguren

  1. Bekijk de verschillende ruimte figuren op blz 14 in je boek of luister mee naar de uitleg van de docent.
  2. Maak vervolgens de opdrachten 1, 2 en 3
  3. Kijk de opgaven na

1.1 Kubus en vierkant deel 1

1.1 Vierkant en kubus deel 1

  1. Lees de gele stukjes op blz 16 en 18, kijk naar de filmpjes hieronder, of doe mee met de uitleg van je docent.

   

 

2. Maak de opgaven 4, 6, 9, 11, 

3. Kijk de opgaven na.

  • Heb je alles goed? Maak opgave 12
  • Heb je 1 tot 3 fouten? lees de gele stukje nog een en maak opgave 2, 5, 8
  • Heb je meer dan 3 fout? Lees de gele stukjes nog eens en maak op gave 2, 3, 5 en 10

1.1 Kubus en vierkant deel 2

1.1 Kubus en vierkant deel 2

  1. Lees de gele stukjes op blz 16, 18 en 21, kijk naar het filmpje hieronder ;-), of doe mee met de uitleg van je docent.

 

2. Maak de opgaven 14, 15, 16, 19, 20, 22, 24

3. Kijk de opgaven na.

  • Heb je alles goed? Maak opgave E1 en E3
  • Heb je 1 tot 3 fouten? Lees de gele stukje nog een en maak opgave  17, 18 en 21
  • Heb je meer dan 3 fout? Lees de gele stukjes nog eens en maak op gave 13, 17, 18,  21

1.2 Balk en rechthoek deel 1

Lees de gele stukjes op bladzijde 27 en 29, kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg balk en rechthoek hieronder.

   

   

  1. Maak vervolgens de opdrachten 28, 32, 34, 35 .
  2. Kijk de opgaven na.
  3.  
    • Heb je 1 tot 3 fouten? maak dan ook de opdrachten 29, 30 en 31
    • Heb je meerdere fouten? Maak ook opgave 27, 29, 30 en 31.

1.2 Balk en rechthoek deel 2

1. Lees het gele stukje op pagina 30, kijk mee met de uitleg van de docent, kijk naar de uitleg in de filmpjes van de methode of kijk naar onderstaand filmpje

 

2. Maak vervolgens opgave 37, 41 en 42

3. Kijk de opgaven na.

              * Heb je geen fouten? Maak dan opgave 38 en de extra opgave op blz 32

              * Heb je 2 of 3 fouten? Maak dan ook opgave 36 en 40

              * Heb je meer dan 3 fouten? Lees dan eerst de gele stukjes nog eens of kijk de video nog eens.  Maak dan opgave 36 en 39

1.3 Cilinder en cirkel

1. Lees de gele stukjes op pagina 33, 34 en 35, kijk mee met de uitleg van de docent, kijk naar de uitleg in de filmpjes van de methode of kijk naar onderstaand filmpje

 

2. Maak vervolgens opgave 47, 50, 52, 54

3. Kijk de opgaven na.

              * Heb je geen fouten? Maak opgave 51 en  de extra opgave op blz 37

              * Heb je 2 of 3 fouten? Maak dan ook opgave 48, 53

              * Heb je meer dan 3 fouten? Lees dan eerst de gele stukjes nog eens of kijk de video nog eens.  Maak dan opgave 49, en 53

1.4 Piramide, prisma en driehoek deel 1

1. Lees het gele stukje op pagina 38 en 40, kijk mee met de uitleg van de docent, kijk naar de uitleg in de filmpjes van de methode of kijk naar onderstaand filmpje

 

 

2. Maak vervolgens opgave 58, 59, 63 en 64 en 65

3. Kijk de opgaven na.

              * Heb je geen fouten? Topper!!

              * Heb je 2 of 3 fouten? Maak dan ook opgave 62 en 66

              * Heb je meer dan 3 fouten? Lees dan eerst de gele stukjes nog eens of kijk de video nog eens.  Maak dan opgave 60 en 62

1.4 Piramide, prisma en driehoek deel 2

1. Lees de gele stukjes op pagina 41, 43, kijk mee met de uitleg van de docent, kijk naar de uitleg in de filmpjes van de methode of kijk naar onderstaande filmpjes

     

 

2. Maak vervolgens opgave 69, 70, 72, 76, 79, 84

3. Kijk de opgaven na.

              * Heb je geen fouten? Maak dan opgave 77

              * Heb je 2 of 3 fouten? Maak dan ook opgave 68, 71

              * Heb je meer dan 3 fouten? Lees dan eerst de gele stukjes nog eens of kijk de video nog eens.  Maak dan opgave 68, 75

1.5 aanzichten

1. Lees het gele stukje op pagina 47, kijk mee met de uitleg van de docent, kijk naar de uitleg in de filmpjes van de methode of kijk naar onderstaande filmpjes

 

2. Maak vervolgens opgave 87, 89, 91

3. Kijk de opgaven na.

              * Heb je geen fouten? Je bent een topper!!

              * Heb je 1 t/m 3 fouten? Maak dan ook opgave 86

              * Heb je meer dan 3 fouten? Lees dan eerst de gele stukjes nog eens of kijk de video nog eens.  Maak dan opgave 88 en 90

Hoofdstuk 2 Getallen

Aan het einde van het hoofdstuk kun je:

  • Je kan de waarde van een cijfer in een getal benoemen
  • Je kan de getallen uit mijn hoofd vermenigvuldigen en delen met bijv. 10000 door de komma te verschuiven
  • Je kan grote getallen van woorden naar cijfers schrijven en andersom. Bijv. 17.1 miljoen =17100000 en 4150000000= 4.15 miljard
  • Je kan bepalen wat de delers van een getal zijn
  • Je kan de veelvouden van een getalen opschrijven
  • Je kan bepalen of een getal even of oneven is
  • Je kan decimale getallen op een getallenlijn plaatsen
  • Je kan decimale getallen op volgorde van klein naar groot zetten
  • Je kan decimale getallen afronden
  • Je kan gehele getallen afronden naar ronde getallen
  • Je kan logisch afronden in praktische situaties
  • Je kan de woorden product, factoren, quotiënt, som, termen en verschil gebruiken
  • Je kan de rekenvolgorde op de juiste manier toepassen
  • Je kan optellen en aftrekken met negatieve getallen, zoals in bij 5 + -2 en -3 -- 2
  • Je kan de rekenvolorde toepassen op sommen met negatieve getallen
  • Je kan een rekenslang en een opteltabel invullen
  • Je kan werken met de tekens voor groter dan en kleiner dan (>en <)
  • Je kan helen uit de breuk halen en breuken vereenvoudigen "
  • Je kan gelijknamige breuken optellen en aftrekken
  • Je kan niet gelijknamige breuken optellen en aftrekken
  • Je kan breuken vermenigvuldigen
  • Je kan een breuk met een geheel getal vermenigvuldigen
  • Je kan verhaaltjes sommen met breuken erin oplossen

 

2.1 Getallen deel 1

  1. Lees de gele stukjes op blz 70, 72, 73 en 74, kijk naar de filmpjes hieronder, of doe mee met de uitleg van je docent.

    

 

2. Maak de opgaven 3, 4, 6, 7, 10, 13 en 14

3. Kijk de opgaven na.

  • Heb je alles goed? Topper!!
  • Heb je 1 tot 3 fouten?  Maak dan ook opgave 5 en 13
  • Heb je meer dan 3 fout? Maak dan ook opgave 2 en 12

2.1 Getallen deel 2

  1. Lees de gele stukjes op blz 74, 75, en 76, kijk naar de filmpjes hieronder, of doe mee met de uitleg van je docent.

  

 

2. Maak de opgaven 15, 19, 23, 26

3. Kijk de opgaven na.

  • Heb je alles goed?Maak dan ook opgave 9 tm 12  hier
  • Heb je 1 tot 3 fouten?  Maak dan ook opgave 16, 17 en 25
  • Heb je meer dan 3 fout? Maak dan ook opgave 16, 18 en 24

2.2 Afronden

Afronden

  1. Lees de gele stukjes op blz 78, 79, 80, 81 en 82, kijk naar de filmpjes hieronder, of doe mee met de uitleg van je docent.

     

 

2. Maak de opgaven 29, 31, 34, 36, 39, 42, 43, 45

3. Kijk de opgaven na.

  • Heb je alles goed? Maak deopgave op blz 81
  • Heb je 1 tot 3 fouten? Lees dan de uitleg en maak dan de opgaven 1, 2, 3 en 4 op deze pagina.
  • Heb je meer dan 3 fout? Bekijk dan deze uitleg en maak de opgaven 30, 32, 33, 35, 37, 38, 41, en 44

 

 

 

2.3 Bewerkingen

Bewerkingen

  1. Lees de gele pagina's op bladzijde 84, 85, 86, kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over product, quotiënt, som en verschil hier, de uitleg over de rekenvolgorde hier (bekijk ook de vervolgfilmpjes!!)
  2. Maak vervolgens de opdrachten 47, 49, 50, 52  
  3. Kijk de opgaven na.
    • Heb je alles goed? Bekijk het onderstaande filmpje.

2.4 Optellen en aftrekken deel 1

1. Lees de gele stukjes op blz 88, 89, 90, of luister mee naar de uitleg van de docent of kijk naar deze filmpjes

2. Maak vervolgens de opgaven 57, 60, 62, 63.

3. Kijk de opgaven na.

4.

  • Heb je 0 of 1 fout? bedenk waar je allemaal negatieve getallen voor gebruikt.
  • Heb je meerdere fouten? oefen dan nog wat op deze pagina

 

 

 

2.5 Breuken optellen of aftrekken

Optellen en aftrekken met breuken

  1. Lees de gele pagina's op bladzijde 95, 96, 97, 98, 99, 100 en 101 of kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over optellen en aftrekken van breuken hieronder.
  2. Maak vervolgens de opdrachten 86, 90, 93, 95, 97, 99.   
  3. Kijk de opgaven na.

2.6 Vermenigvuldigen met breuken

Vermenigvuldigen van breuken

  1. Lees de gele pagina's op bladzijde 102, 103, 104 kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over het vermenigvuldigen van breuken hieronder.
       
  2. Maak vervolgens de opdrachten 102, 105, 106, 107, 108.
  3. Kijk de opgaven na.
    • Heb je alles goed? Bekijk dit filmpje om nog makkelijker breuken te vermenigvuldigen.
    • Heb je één of drie fouten? Maak ook opgave 101, 104, 109.
    • Heb je meer dan drie fouten? Maak ook de opdrachten 100, 101, 104, 109 en oefen met deze opdrachten en bekijk de uitleg op die pagina.

Hoofdstuk 3 Assenstelsels en grafieken

Aan het eind van het hoofdstuk kan je de volgende dingen:

  • Je kan van de coördinaten in een assenstelsel benoemen welk punt erbij hoort
  • Je kan van een punt in een assenstelsel benoemen welke coördinaten erbij horen
  • Je kan een assenstelsel met punten erin tekenen
  • Je kan vragen beantwoorden over punten en coördinaten zonder een assenstelsel
  • Je kan een grafiek aflezen
  • Je kan een grafiek bij een tabel tekenen volgens de wiskundige richtlijnen
  • Je kan, als het nodig is, een kreukellijn gebruiken
  • Je kan (handig) vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen
  • Je kan een vermenigvuldigingstabel en vermenigvuldigingpiramide
  • Je kan de rekenvolgorde toepassen op sommen met negatieve getallen
  • Je kan een grafiek tekenen bij een tabel met regelmatige toe-of afname
  • Je kan een woordformule invullen en een grafiek bij een woordformule tekenen
  • Je kan een letterformule invullen en een grafiek bij een letterformule tekenen
  • Je kan rekenen met letters

3.1 Plaats bepalen

  1. Lees het gele stukje op pagina op bladzijde 129, kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg windrichtingen en gps-coördinaten hieronder.

Gps-coördinaten worden veel door bedrijven gebruikt om ze vindbaar te maken voor bijvoorbeeld de navigatie.

  2. Maak vervolgens de opdrachten 1, 2, 4, 6 en 7.

  3. Kijk de opgaven na.

 

3.2 Assenstelsel deel 1

1.  Lees de gele stukjes op pagina  131, 132 en 134, kijk mee naar de uitleg van de  docent of bekijk de uitleg over een assenstelsel hieronder.

             

  2. Maak vervolgens de opdrachten 9, 10 11 13

  3. Kijk de opgaven na

  • Heb je alles goed? Begin alvast met de uitbreiding op het assenstelsel (hieronder).
  • Heb je een paar fouten? Maak ook opgave 12, 14  .
  • Heb je meer fout dan goed? Oefen met deze oefeningen en met deze en als laatste deze

 

3.2 Assenstelsel deel 2

1. Lees het gele stukje op pagina 136, bekijk de uitleg over een assenstelsel hieronder of luister mee naar de uitleg van je docent

2. maak vervolgens de opdrachten:15, 18, 19, 20 en 22

3 kijk na

  • Heb je alles goed? Lees deze uitbreiding en maak de opdrachten die erbij staan (let op: Moeilijk!).
  • Heb je één of twee fouten? Maak ook opgave 16 en 17.
  • Heb je meer fout dan goed? Oefen met deze opdrachten en bekijk de uitleg op die pagina.

 

 

 

3.3 Informatie in een assenstelsel

1. Lees de gele stukjes op blz 139 en 141, bekijk de uitleg in de filmpjes hieronder of luister naar de uitleg van je docent.

2. maak vervolgens de opdrachten 25, 26, 27, 29  30

3. kijk na

 

3.4 Vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen

1. Lees de gele stukjes op  pagina 144, 145, 146 en 148, kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen hieronder hieronder.


   

 

2. Maak vervolgens de opdrachten 35, 36, 38, 41, 43, 44, 50 en 53.

3. Kijk de opgaven na.

 

3.5 Volgorde

1. Lees het gele stukje op bladzijde 150, kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over volgorde hieronder.


   

 

2. Maak vervolgens de opdrachten 58, 59, 60 en 61

3. Kijk de opgaven na. Let er ook op dat je notatie goed is!

  • Heb je alles goed? Maak ook de rekenbreak op blz 151
  • Heb je een paar fouten? Lees dan nogmaals de gele stukjes bij deze paragraaf en maak ook opgave 56 en 57.
  • Heb je meer fout dan goed? Lees dan nogmaals de gele stukjes bij deze paragraaf  en maak 54, 55, 56 en 57.

 

3.6 Grafiek en woordformule

1. Lees de gele stukjes op bladzijde 152, 153, 154 en 155,  kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over grafieken en woordformules hieronder.


   

 

2. Maak vervolgens de opdrachten 64, 66, 67, 70, 72 uit je boek

3. Kijk de opgaven na.

  • Heb je alles goed? Maak dan opgaven 11, 12, 13 op deze pagina .
  • Heb je een paar fouten? Lees dan hier de uitleg en maak deze opgaven.
  • Heb je meer fout dan goed? Lees dan nogmaals de gele stukjes bij deze paragraaf  en maak opgave 62, 63, 65 en 68 uit je boek.

 

3.7 Formules met letters

1. Lees de gele stukjes op bladzijde 158, 160,  kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over formules met letters hieronder.

 

 

2. Maak vervolgens de opdrachten 75, 77, 80, 82 en 83

3. Kijk de opgaven na.

  • Heb je alles goed? kijk dan nog naar: https://www.youtube.com/watch?v=5ygklR7S1tY en begin hierna met het lezen van je samenvatting en het maken van de Diagnostische toets
  • Heb je een paar fouten? Lees dan de gele stukjes nog een keer en maak opgave 73, 74 en 79
  • Heb je meer fout dan goed? Lees dan nogmaals de gele stukjes bij deze paragraaf  en maak opgave 78 uit je boek, 1 en 2 hier, opgave 3, 4 en 5 hier.

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Lijnen en Hoeken

  • Je kan bepalen of twee lijnen loodrecht op elkaar staan
  • Je kan een loodrechte lijn tekenen
  • Je kan bepalen of 2 lijnen evenwijdig zijn
  • Je kan een evenwijdige lijn tekenen
  • Je kan de tekens voor loodrecht en evenwijdig gebruJeen
  • Je kan kijklijnen en een kijkhoek tekenen
  • Je kan aan de hand van een kijkhoek bepalen wat iemand kan zien
  • Je kan bepalen of een hoek recht, scherp, stomp, gestrekt, inspringend of vol is
  • Je kan meten hoeveel graden een hoek is
  • Je kan een hoek tekenen
  • Je kan een driehoek tekenen waarvan één zijde en 2 hoeken bekend zijn
  • Je kan een driehoek in een assenstelsel tekenen waarvan 2 hoeken bekend zijn
  • Je kan bepalen hoe groot de derde hoek van een driehoek is, als de grootte van de andere twee hoeken bekend is.  het berekenen van een hoek op de juiste manier noteren
  • Je kan het berekenen van een hoek op de juiste manier noteren
  • Je kan uitleggen wat een middelloodlijn is
  • Je kan een middelloodlijn tekenen
  • Je kan uitleggen wat een bisectrice is
  • Je kan een bisectrice tekenen

Lijnen

  1. Lees de gele stukjes op bladzijde 180 t/m 186,  kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over loodlijnen en evenwijdige lijnen hieronder.                                                                          

 

       

 

  1. Maak vervolgens de opdrachten 2, 4, 12, 13 en 14.
  2. Kijk de opgaven na.
    • Heb je alles goed of maximaal één fout? Bekijk het onderstaande filmpje over lijnen in de ruimte.

 

  • Heb je twee tot vier fouten? Maak ook opgave 2, 3, 8, 9 en 11.
  • Heb je meer dan vier fouten? Bekijk de filmpjes van het begin nog een keer en maak de opdrachten hier.

 

Hoeken

  1. Lees de gele stukjes op bladzijde 187 t/m 188,  kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over kijklijnen en verschillende hoeken hieronder.                                                                          

  

 

  1. Maak vervolgens de opdrachten 16, 19, 22, 26
  2. Kijk de opgaven na.
  • Heb je alles goed of maximaal één fout? Maak dan de opdrachten 24 en 25
  • Heb je twee tot vier fouten? Maak ook opgave 17, 18, 21, 26, 27.
  • Heb je meer dan vier fouten? Lees de gele stukjes uit het boek nog eens en maak de opdrachten 17, 18, 20, 21, 23 en 27

Hoeken meten

  1. Lees de gele stukjes op bladzijde 192 t/m 195,  kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over hoeken meten met een  koershoekmeter of een geodriehoek hieronder.                                                                          

 

  1. Maak vervolgens de opdrachten 28, 32, 34, 39, 42 en 44
  2. Kijk de opgaven na.
  • Heb je alles goed of maximaal één fout? Oefen dan hier nog eens extra met meten
  • Heb je twee tot vier fouten? Maak dan opdracht 33, 40 en 41en  oefen dan hier nog eens met de opgaven.
  • Heb je meer dan vijf fouten? Bekijk deze uitleg (kennisbank) en maak de opdrachten op die pagina.

Hoeken tekenen

  1. Lees de gele stukjes op bladzijde 201 en 202, kijk mee naar de uitleg van de docent, bekijk de uitleg over het tekenen van hoeken hieronder of bekijk de uitleg hier.


  2. Maak vervolgens de opdrachten 46, 49, 50,  51, 57, 59 en 60
  3. Kijk de opgaven na.
    • Heb je alles goed? Teken een willekeurige achthoek en laat een klasgenoot alle hoeken meten.
    • Heb je meerdere fouten? Maak ook opgave 48, 52, 54, 55.
    • Heb je meer fout dan goed? Bekijk deze uitleg (kennisbank) en maak de opdrachten op die pagina.

Hoekensom driehoek

  1. Lees het gele stukje op bladzijde 207, kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over het berekenen van hoeken in een driehoek hieronder.


  2. Maak vervolgens de opdrachten 62, 63, 65 en 67.
  3. Kijk de opgaven na.
    • Heb je alles goed? Bekijk deze pagina en maak de opdrachten op die pagina.
    • Heb je één of twee fouten? Maak ook opgave 64 en 66.
    • Heb je meer dan twee fouten? Bekijk het filmpje hierboven nogmaals of vraag je docent om extra uitleg en maak de opdrachten 64 en 66.

Bijzondere lijnen

  1. Lees de gele stukjes op bladzijde 209 en 210, kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over het tekenen van een middelloodlijn en een bissectrice hieronder.


  2. Maak vervolgens de opdrachten 70, 72, 75, 76.
  3. Kijk de opgaven na.
    • Heb je alles goed? Bekijk de onderstaande filmpjes over het construeren van een middelloodlijn en een bissectrice.

         

    • Heb je één of twee fouten? Maak ook opgave 68, 69, 71, 74,
    • Heb je meer dan twee fouten? Bekijk het bovenste filmpje nogmaals of vraag je docent om extra uitleg en maak de opdrachten 68, 69, 71 en 74.

Hoofdstuk 5 Meten

  • Je kan lengte-eenheden omrekenen
  • Je kan de omtrek van verschillende figuren bepalen
  • Je kan oppervlakte-eenheden omrekenen
  • Je kan de oppervlakte van verschillende rechthoeken berekenen
  • Je kan de oppervlakte van een scherphoekige driehoek berekenen
  • Je kan de oppervlakte van een stomphoekige driehoek berekenen
  • Je kan inhoud-eenheden omrekenen
  • Je kan de inhoud van een balk berekenen
  • Je kan snelheid-eenheden omrekenen
  • Je kan bij verhaaltjessommen de snelheid van bijvoorbeeld een persoon of voertuig berekenen

 

Eenheden van lengte

1. lees de gele stukjes op pagina 230, 231, 232 en 234, Kijk mee met de uitleg van de docent, of kijk naar de uitleg in onderstaande filmpjes.

 

2. Maak vervolgens opgave 2, 4, 5, 7, 9, 12 en 13

3. Kijk de opgaven na.

              * Heb je geen fouten? Maak dan de E opgaven op blz 234 en 235

              * Heb je 2 tot 4 fouten? Maak dan ook opgave 3, 6, en 10

              * Heb je meer dan 4 fouten? maak dan opgave 10 11, 12 en 13   HIER

 

Eenheden van Oppervlakte

1. lees de gele stukjes op pagina 236, 238 en 239, kijk mee met de uitleg van de docent of kijk naar de uitleg in onderstaande filmpjes.

Oppervlakte van een driehoek deel 1

1. lees de gele stukjes op pagina 241, 242, 243, 244,  kijk mee met de uitleg van de docent of kijk naar de uitleg in onderstaande filmpjes.
 
 

Oppervlakte van een driehoek deel 2

1. lees het gele stukje op pagina 246, kijk mee met de uitleg van de docent of kijk naar de uitleg in onderstaande filmpjes.
 
 

Eenheden van inhoud

1. Lees de gele stukjes op pagina 250, 251 en 253,  kijk mee met de uitleg van de docent of kijk naar de uitleg in onderstaande filmpjes.
 
  

Eenheden van snelheid

1. Lees de gele stukjes op pagina 255 en 256, kijk mee met de uitleg van de docent of kijk naar de uitleg in onderstaande filmpje.
 

Hoofdstuk 6 Procenten


 
  •  Je kan benoemen welke breuken, procenten en decimale getallen er bij elkaar horen "
  • Je kan bepalen wat de korting is als iet6s bijvoorbeeld 40% is afgeprijsd
  • Je kan bepalen hoeveel iets kost als het bijvoorbeeld 70% is afgeprijd
  • Je kan berekenen welk aantal er bij een percentage hoort
  •  Je kan de nieuwe prijs berekenen als er een korting gegeven wordt
  • Je kan de nieuwe prijs berekenen als de prijs hoger wordt
  • Je kan berekenen welk percentage er bij een aantal hoort
  • Je kan berekenen welk percentage er bij een bedrag hoort
  • Je kan werken met de deelstreep
  • Je kan het minteken uit de breuk halen
  • Je kan negatieve breuken (met helen) optellen en aftrekken
  • Je kan negatieve breuken (met helen) vermenigvuldigen
  • Je kan de rekenmachine gebruiken om sommen met breuken te berekenen
  • Je kan van een breuk een decimaal getal maken net de rekenmachine

Breuken en procenten

1. Lees de gele stukjes op pagina 12, 13 en 15, kijk mee met de uitleg van de docent, kijk naar de uitleg in de filmpjes van de methode of kijk naar onderstaand filmpje

 

2. Maak vervolgens opgave 2, 3, 5, 6 en 9

3. Kijk de opgaven na.

              * Heb je geen fouten? Maak dan de extra opgaven 2 en 3 op blz 17

              * Heb je 2 tot 4 fouten? Maak dan ook opgave 4, 7, 8 en opgave 1 en 2 op deze pagina

              * Heb je meer dan 4 fouten? Lees dan eerst de gele stukjes nog eens of kijk de video nog eens.  Maak dan opgave 4, 7 en 8

 

Rekenen met procenten

  1. Lees de gele stukjes op bladzijde 18, 19, 23 en 24, kijk mee naar de uitleg van de docent, bekijk de filmpjes bij de methode of bekijk de uitleg over het rekenen met procenten hieronder.

 

   

2. Maak vervolgens de opdrachten 12, 14, 17, 19, 20, 26.

3. Kijk de opgaven na.

  • Heb je alles goed? Probeer de manier uit het eerste filmpje te gebruiken bij opgave 15. Laat je antwoord controleren door je docent!
  • Heb je twee tot 4 fouten? Maak ook opgave 13, 15, 21 en 24.
  • Heb je meer dan 4 fouten?  bekijk dan eerst de filmpjes nog eens, maak dan opdrachten 11, 12, 13 , 21, 25

Percentage berekenen

  1. Lees de gele stukjes op bladzijde 26 en 27, kijk mee naar de uitleg van de docent, bekijk het filmpje bij de methode of bekijk de uitleg over het berekenen van de nieuwe prijs hieronder.
  2. Maak vervolgens de opdrachten 29, 31, 32 en 33.
  3. Kijk de opgaven na.
    • Heb je alles goed? Probeer ook eens extra opgave op blz 29.
    • Heb je één of twee fouten? Maak ook opgave 28 en 30.
    • Heb je meer dan twee fouten? Maak ook opdrachten 28 en 30 en bekijk dit filmpje of vraag je docent om extra uitleg en om in ieder geval een som samen te doen.

Negatieve breuken

  1. Lees de gele stukjes op bladzijde 30, 31, 32 en 33, kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over negatieve breuken hieronder.


  2. Maak vervolgens de opdrachten 37, 38, 44, en 46.
  3. Kijk de opgaven na.
    • Heb je alles goed? Maak de toets op deze pagina.
    • Heb je meerdere fouten? Maak ook opgave 36, 39, 42 en 45.
    • Heb je meer fout dan goed? Bekijk dit filmpje en maak ook de opdrachten 35, 36, 39, 43, 45 .

Hoofdstuk 7 Kwadraten


 
  • Je kan bepalen wat het kwadraat van een positief getal is
  • Je kan bepalen wat het kwadraat van een negatief getal is
  • Je kan worteltrekken
  • Je kan sommen met kwadraten en wortels erin oplossen
  • Je kan aangeven wanneer een formule kwadratisch is
  • Je kan verschillende kwadratische formules invullen
  • Je kan vragen over situaties waarbij er sprake is van een kwadratisch verband oplossen
  • Je kan de grafiek (een parabool) bij een kwadratische formule tekenen aan de hand van een tabelen daarbij het snijpunt bepalen
  • Je kan bepalen of een formule lineair of kwadratisch is
  • Je kan de grafieken van een liniaire en kwadratische formule in één assenstelsel tekenen en daarbij het snijpunt bepalen
  • Je kan producten herleiden  herleiden bij optellen, aftrekken en vermenigvuldigen (door elkaar)
  • Je kan optellen en aftrekken met gelijksoortige termen
  • Je kan optellen en aftrekken met niet-gelijksoortige termen
  • Je kan herleiden bij optellen, aftrekken en vermenigvuldigen (door elkaar)
  • Je kan herleiden met negatieve termen
  • Je kan langere sommen herleiden

Kwadraten

Lees de gele stukjes op bladzijde 52, 53, 54 en 55,  kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over kwadraten en wortels hieronder.

     

 

  1. Maak vervolgens de opdrachten 2, 4, 5, 8, 10, 14 .
  2. Kijk de opgaven na.
    • Heb je 0 of 1 fout? Maak dan de  E1 opgave op blz 56
    • Heb je meerdere fouten? Maak ook opgave 3, 7, 11, 12 en 13.
    • Heb je meer fout dan goed? Bekijk dan nog een keer de filmpjes en lees de stukjes uit het boek. Maak dan de opdrachten 3,7,11, 12, en 13

Kwadratische formules

Lees de gele stukjes op bladzijde 57,59,   kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over kwadratische formules hieronder.

 

     

 

  1. Maak vervolgens de opdrachten 19, 21, 24, 25, 26, 27 .
  2. Kijk de opgaven na.
    • Heb je 0 of 1 fout? Maak dan de  E1 opgave op blz 56
    • Heb je meerdere fouten? Maak ook opgave 3, 7, 11, 12 en 13.
    • Heb je meer fout dan goed? Bekijk dan nog een keer de filmpjes en lees de stukjes uit het boek. Maak dan de opdrachten 3,7,11, 12, en 13

Parabolen

Lees de gele stukjes op bladzijde 62, 63, 65 en 66   kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over parabolen en lijnen hieronder.

 

       

 

  1. Maak vervolgens de opdrachten 32, 34, 35, 38  en 40 .
  2. Kijk de opgaven na.
    • Heb je 0 of 1 fout? Bekijk dit filmpje voor extra uitleg over parabolen en maak opgave 34.
    • Heb je meerdere fouten? Maak ook opgave 30, 31, 36 en 39.
    • Heb je meer fout dan goed? Maak ook de opdrachten 36 en 37 en bekijk dit filmpje of vraag je docent om extra uitleg.

Rekenen met letters

Lees de gele stukjes op bladzijde 68, 69, 70, 71 en 72   kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over rekenen met letters hieronder.

 

        

 

  1. Maak vervolgens de opdrachten 42, 43ab, 44ab, 47, 49, 54, 59, 60 .
  2. Kijk de opgaven na.
    • Heb je alles goed of maximaal vier fouten? Bekijk dit filmpje voor extra uitleg over rekenen met letters en maak opgave 61.
    • Heb je tussen de vier en de acht fouten? Bekijk dit filmpje voor extra uitleg over rekenen met letters en maak ook opgave 48, 55,  57, 
    • Heb je meer dan acht fouten? Maak ook de opdrachten 45, 48, 55, 57 en bekijk dit filmpje of vraag je docent om extra uitleg.

Herleiden

Lees de gele stukjes op bladzijde 75, 76, 77 en 78  kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk de uitleg over rekenen met letters hieronder.

 

      

 

  1. Maak vervolgens de opdrachten 64, 66, 70, 73 en 74 .
  2. Kijk de opgaven na.
    • Heb je alles goed? Maak een minitoetsje van 5 vragen over het rekenen met letters en maak hier een Kahoot van.
      Laat het toetsje controleren door je docent en misschien wordt het in de les afgenomen!
    • Heb je meerdere fouten? Maak ook opgave 63, 65, en 69.
    • Heb je meer fout dan goed? Maak ook de opdrachten 62, 63, 69 en 72 en bekijk dit filmpje of vraag je docent om extra uitleg.

2.4 Optellen en aftrekken deel 2

  • Het arrangement Wiskunde 1M/H stormink is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    ine cents
    Laatst gewijzigd
    2020-10-28 14:15:44
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    dit is de studiewijzer voor de leerlingen 1 M/H van het Stormink
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    http://https://www.youtube.com/watch?v=slDRLY_U7EE
    http://https://www.youtube.com/watch?v=slDRLY_U7EE
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.