|
Aan het eind van het hoofdstuk kan je: * Je kan verschillende ruimtefiguren herkennen en benoemen. |
| * Je kan hoekpunten, zijvlakken,zijden en ribben herkennen en benoemen |
| * Je kan een kubus (af)tekenen |
| * Je kan bepalen welke uitslagen bij een kubus horen |
| * Je kan vragen over een bouwwerk van blokjes beantwoorden |
| * Je kan de verschillen tussen vlakke- en ruimtefiguren benoemen |
| * Je kan bepalen of een vlakke figuur een vierkant is of niet |
| * Je kan een (gedraaid) vierkant (af)tekenen |
| * Je kan regelmaat in figuren herkennen en uitbreiden |
| * Je kan hoekpunten, zijvlakken, zijden en ribben herkennen en benoemen. |
| * Je kan een balk (af)tekenen |
| * Je kan de uitslag van een balk (af)tekenen |
| * Je kan bepalen of een vlakke figuur en rechthoek is of niet |
| * Je kan diagonalen tekenen |
| * Je kan een snijpunt herkennen en benoemen |
| * Je kan gebogen en platte vlakken van elkaar onderscheiden. " |
| * Je kan de onderdelen van een cilinder benoemen |
| * Je kan cirkels van verschillende groottes tekenen |
| * Je kan werken met de begrippen straal, middelpunt, middellijn en diameter |
| * Je kan de onderdelen van een piramide benoemen |
| * Je kan de uitslag van de piramide tekenen |
| * Je kan de diagonalen in veelhoeken tekenen |
| * Je kan een driehoek met behulp van een passer tekenen |
| * Je kan de uitslag van een prisma tekenen |
| * Je kan bij een tekening op schaal bepalen hoe groot iets in de werkelijkheid is |
| * Je kan een voor-, zij- en bovenaanzicht op schaal tekenen |