Het arrangement Past Simple is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Startpagina
Hallo allemaal!
Welkom bij één van de leukste vakken: ENGELS! Met Engels leer je niet alleen nieuwe woorden om je woordenschat uit te breiden, maar ook grammatica om goede zinnen te kunnen formuleren. Momenteel bevind je je dan ook op de juiste website, want hier ga jij de Past Simple oefenen.
Deze website bevat uitleg over de Past Simple, een kennisclipje en een aantal toetsen om te testen of je de lesstof hebt begrepen.
De lesdoelen zijn:
- Aan het eind van de les weet je waar de Past Simple over gaat.
- Aan het eind van de les heb jij de Past Simple geoefend door middel van een oefentoets en een eindtoets.
- Aan het eind van de les kan jij Engelse regelmatige en onregelmatige werkwoorden in zinnen toepassen.
Nu kan je lekker aan de slag gaan en veel succes!
Lesstof Past Simple
Past Simple
Past Simple betekent simpelweg de verleden tijd. De Past Simple gebruiken we voor als er iets in het verleden is gebeurd en het ook afgelopen is. Bijvoorbeeld dat je gisteren de auto waste.
Hier zijn een aantal voorbeeldzinnen om de Past Simple beter te begrijpen:
- I washed the car yesterday.
- I played tennis yesterday.
- At the end of the last competition he won the silver medal.
- We worked really hard to finish the documents last week.
Je ziet dat er een aantal woorden bold zijn. Dit zijn werkwoorden in het Engels en we noemen ze verbs. Om de verbs beter te begrijpen ga je eerst door naar het tussenkopje (linkerkolom) 'Regular Verbs' en vervolgens naar de 'Irregular Verbs'.
Regular Verbs
Als je een regelmatig werkwoord moet gebruiken in de verleden tijd dan is de regel als volgt: werkwoord + ed. Er zijn twee soorten werkwoorden: de regelmatige en de onregelmatige werkwoorden.
Als je een regelmatig werkwoord moet gebruiken voor de Past Simple dan geldt de regel:
Enkelvoud: I , You, She, He, It: werkwoord + ed
Meervouw: We, You, They: werkwoord + ed
Bijvoorbeeld:
Walk → walked
Laugh → laughed
Work → worked
Een paar uitzonderingen voor sommige regelmatige werkwoorden zijn:
- Als een werkwoord eindigt met een medeklinker + y dan verandert de -y in -ied op het eind.
⇒ Bijvoorbeeld: marry → married
: bully → bullied
: try → tried
- Als een werkwoord al op -e eindigt dan hoef je nog alleen maar een -d erachter te schrijven in de Past Simple.
⇒Bijvoobeeld: bake → baked
: organise → organized
: live → lived
Als je twijfelt over bepaalde werkwoorden dan kan je een woordenboek raadplegen.
Ga door naar de volgende pagina voor de onregelmatige werkwoorden ⇒
Irregular Verbs
De onregelmatige werkwoorden verschillen van de regelmatige werkwoorden. Er is een hele lange lijst met onregelmatige werkwoorden. Er is geen bepaalde regel voor deze werkwoorden. Je moet ze uit je hoofd leren.
Dit zijn de belangrijkste onregelmatige werkwoorden die je voor vandaag moet weten.
No. Verb Past Simple Nederlands
1 to be were/was zijn
2 to have had hebben
3 to do did doen
4 to say said zeggen
5 to go went gaan
6 to get got krijgen
7 to make made maken
8 to know knew weten
9 to think thought denken
10 to take took nemen
11 to see saw zien
12 to come came komen
13 to find found vinden
14 to give gave geven
15 to tell told vertellen
16 to feel felt voelen
17 to become became (iets) worden
18 to leave left (ver)laten
19 to put put zetten/plaatsen
20 to mean meant bedoelen
21 to keep kept houden/bewaren
22 to let let laten/toestaan
23 to begin began beginnen
24 to show showed laten zien
25 to hear heard horen
En zo zijn er nog veel meer, maar voor vandaag hoef je alleen deze te weten en volgende week krijg je er weer 25 nieuwe werkwoorden bij. Je hoeft ze nu niet uit je hoofd te gaan leren, want deze zijn de makkelijkste onregelmatige werkwoorden en die heb je (hopelijk) al geautomatiseerd!
Signaalwoorden
Er zijn signaalwoorden die je kunnen helpen om te begrijpen of de zin in de Past Simple gebruikt moet worden. Deze signaalwoorden geven een tijdsbepaling aan.
Een aantal voorbeelden zijn:
- Yesterday
- A month ago
- Last week
- Three years ago
Je hebt het laatste onderdeel van de uitleg over de Past Simple gelezen. Nu beheers je de theorie over de Past Simple en kan je ook de toets maken bij het onderdeel 'Oefentoets'. Dit is een toets die laat zien hoe ver je de Past Simple hebt begrepen. Ga door naar dit onderdeel en volg de instructies.
Doe je best!
Oefentoets
Hier ga je de oefentoets maken over de Past Simple. Je moet minimaal 7 punten hebben om te slagen. Als je lager dan een 7 scoort dan ga je verder met 'Remedierend' onder het kopje 'Extra lesstof'. Heb je hoger dan 7 punten dan mag je verder met 'Verrijkend' onder het kopje 'Extra lesstof'. Allebei de onderdelen bieden extra uitleg.
Veel succes met de oefentoets en doe je best!
Extra lesstof
Remediërend
Bekijk eerst het filmpje en ga daarna verder met de onderstaande tekst en de Microsoft Forms.
Zoals je al in het filmpje heb gehoord gaat de Past Simple over de verleden tijd. Dus gebeurtenissen hebben in het verleden plaats gevonden en die zijn toen ook afgelopen. Je weet ook dat de werkwoorden in de past veranderen. Er zijn twee soorten werkwoorden: regelmatige en onregelmatige werkwoorden.
Regelmatige werkwoorden eindigen op -ed en sommige op -ied als er een medeklinker ervoor staat.
Onregelmatige werkwoorden die veranderen voor een deel of ze zijn gewoon hetzelfde als in de tegenwoordige tijd en veranderen helemaal niet. Hier zie je de lijst nog een keer:
No. Verb Past Simple Nederlands
1 to be were/was zijn
2 to have had hebben
3 to do did doen
4 to say said zeggen
5 to go went gaan
6 to get got krijgen
7 to make made maken
8 to know knew weten
9 to think thought denken
10 to take took nemen
11 to see saw zien
12 to come came komen
13 to find found vinden
14 to give gave geven
15 to tell told vertellen
16 to feel felt voelen
17 to become became (iets) worden
18 to leave left (ver)laten
19 to put put zetten/plaatsen
20 to mean meant bedoelen
21 to keep kept houden/bewaren
22 to let let laten/toestaan
23 to begin began beginnen
24 to show showed laten zien
25 to hear heard horen
Hier ga ik nog een laatste punt met jullie behandelen. Dat is de tijdsbepaling. Er zijn signaalwoorden die een tijd aangeven in het verleden. Deze zijn handig om te weten, zodat je zelf ook een zin in de Past tense kunt formuleren. Het is niet altijd nodig om deze woorden te gebruiken, maar ze kunnen je richtlijnen aanbieden voor als je toch nog moeite hebt met de Past Simple.
Hieronder staan een aantal signaalwoorden, maar vergeet niet dat er ook andere signaalwoorden kunnen zijn zolang ze maar een tijd aangeven in het verleden voor de Past Simple:
- Three days ago
- A long time ago
- Yesterday
- Last week
- Last year
- In 1989, etc.
Je hebt nu extra uitleg gekregen over de Past Simple. Maak de oefentest met Microsoft Forms. Als je klaar bent moet je op 'Resultaten weergeven' klikken om te zien hoeveel punten je hebt behaald. Daarna kan je de eindtoets gaan maken.
Geloof in jezelf en doe je best!
Verrijkend
WATCH THE VIDEO FIRST!
Learning Irregular Verbs
(Levine, 2013)
You are on this part of this website, because you have scored very well on the test. To make it more challenging you will read the explanation of the Past Simple in English. Hopefully you will understand the Past Simple better and answer the questions on the final test easily. On this part we will delve into the irregular verbs by studying them via Quizlet.
You will read now the English description of the Past Simple.
The Past Simple is a tense about actions that happened in the past which are also finished in the past. When you want to write a sentence with the Past Simple it is important to know that there are two kinds of verbs: regular verbs and irregular verbs.
Regular verbs end with -ed. Some of the verbs already end with -e, for example, the verb ‘save’. This verb only gets a -d in the end, because it has the letter ‘e’ in the end.
As we know, the irregular verbs do not have a rule. For this reason, we have to study them by heart (uit onze hoofd leren) so that we can use it with sentences regarding the past. At the bottom of this page you will find Quizlet with flashcards. Study these flashcards for 5 minutes to make sure that you know all the irregular verbs.
Rechts onderin staat er 'Kies een leermethode'. Bij deze tool is het belangrijk dat je minimaal 5 minuten besteedt aan de irregular verbs, zodat je ze goed uit je hoofd weet. Probeer eerst 'Combineren' en ga dan vervolgens verder met een andere methode of met dezelfde. Hier ben je zelf verantwoordelijk voor en heb je de vrije keuze om jezelf te gaan testen met de methode die je wilt.
Eindtoets
Na een les Past Simple met heel veel theorie en opdrachten om je te testen ben je eindelijk hier om de eindtoets te maken. Na de eindtoets vul je de enquete nog in en dan ben je klaar voor vandaag!
Deze eindtoets is gemaakt met Google Forms en bevat meerkeuzevragen, open vragen en selectievakken om een keuze te maken. Lees de vragen goed door en let op de omschrijvingen, zodat je belangrijke informatie niet misloopt.
Ik wens je heel veel succes met de toets en ik heb het vertrouwen dat iedereen het kan halen!
Leerlingenenquête
Je bent bijna klaar. Je moet nog alleen deze leerlingenenquête in te vullen en dan mag je deze website afsluiten. Heb je nog steeds moeite met de Past Simple? Stuur dan een mail naar je leerkracht, zodat hij/zij je kan helpen. Deze enquête is anoniem.