Bekijk eerst het filmpje en ga daarna verder met de onderstaande tekst en de Microsoft Forms.
Zoals je al in het filmpje heb gehoord gaat de Past Simple over de verleden tijd. Dus gebeurtenissen hebben in het verleden plaats gevonden en die zijn toen ook afgelopen. Je weet ook dat de werkwoorden in de past veranderen. Er zijn twee soorten werkwoorden: regelmatige en onregelmatige werkwoorden.
Regelmatige werkwoorden eindigen op -ed en sommige op -ied als er een medeklinker ervoor staat.
Onregelmatige werkwoorden die veranderen voor een deel of ze zijn gewoon hetzelfde als in de tegenwoordige tijd en veranderen helemaal niet. Hier zie je de lijst nog een keer:
No. Verb Past Simple Nederlands
1 to be were/was zijn
2 to have had hebben
3 to do did doen
4 to say said zeggen
5 to go went gaan
6 to get got krijgen
7 to make made maken
8 to know knew weten
9 to think thought denken
10 to take took nemen
11 to see saw zien
12 to come came komen
13 to find found vinden
14 to give gave geven
15 to tell told vertellen
16 to feel felt voelen
17 to become became (iets) worden
18 to leave left (ver)laten
19 to put put zetten/plaatsen
20 to mean meant bedoelen
21 to keep kept houden/bewaren
22 to let let laten/toestaan
23 to begin began beginnen
24 to show showed laten zien
25 to hear heard horen
Hier ga ik nog een laatste punt met jullie behandelen. Dat is de tijdsbepaling. Er zijn signaalwoorden die een tijd aangeven in het verleden. Deze zijn handig om te weten, zodat je zelf ook een zin in de Past tense kunt formuleren. Het is niet altijd nodig om deze woorden te gebruiken, maar ze kunnen je richtlijnen aanbieden voor als je toch nog moeite hebt met de Past Simple.
Hieronder staan een aantal signaalwoorden, maar vergeet niet dat er ook andere signaalwoorden kunnen zijn zolang ze maar een tijd aangeven in het verleden voor de Past Simple:
Je hebt nu extra uitleg gekregen over de Past Simple. Maak de oefentest met Microsoft Forms. Als je klaar bent moet je op 'Resultaten weergeven' klikken om te zien hoeveel punten je hebt behaald. Daarna kan je de eindtoets gaan maken.
Geloof in jezelf en doe je best!