Digitale Geletterdheid - Google documenten en Google spreadsheets

Digitale Geletterdheid - Google documenten en Google spreadsheets

Les 1, DIG en Google Drive

Wat ga je leren?

Wat weet en kan je na deze les:

  • Je weet wat Digitale geletterdheid is.
  • Je weet wat Google Drive is.
  • Je weet hoe je Google Drive kan openen.
  • Je bent bekend met de gebruikersomgeving van Google Drive.
  • Je weet hoe je een bestand kan maken in Google Drive.
  • Je weet hoe je de naam van een bestand kan wijzigen.
  • Je weet hoe je een map moet maken in Google Drive.
  • Je weet hoe je een bestand moet uploaden naar Google Drive.
  • Je weet hoe je een bestand naar een andere map kan verplaatsen.
  • Je weet hoe je een map of bestand met iemand anders moet delen.

Digitale Geletterdheid

Digitale geletterdheid omvat alle vaardigheden die je nodig hebt om je in de digitale samenleving staande te houden en je te ontwikkelen. Van informatievaardigheden tot je veilig kunnen bewegen op internet, van computational thinking en programmeren tot mediawijsheid en ict-basisvaardigheden.

Digitale geletterdheid word dus wel onderverdeeld in deze vier onderdelen:

 

  1. ICT basisvaardigheden
    De basis van ICT. Om kunnen gaan met apparatuur en software.
  2. Informatievaardigheden
    Vaardigheden die helpen bij het zoeken, vinden, beoordelen en verwerken van informatie op internet.
  3. Mediawijsheid
    Het omgaan met alle media die we gebruiken en op ons afkomen.
  4. Computational thinking
    Het oplossen van problemen met behulp van de computer. Hieronder valt programmeren, het maken van algoritmes etc.

Wij starten dit jaar met een onderdeel van ICT basisvaardighedeen en dan vooral het verwerken van informatie met software. We gaan met online software werken namelijk met Google Drive, Documenten en Spreadsheets.

 

Google Drive - Inleiding

Iedereen heeft wel eens iets opgezocht via Google en dat is zelfs zo ingeburgerd dat er een werkwoord van gemaakt is: googelen. Maar je kan nog veel meer met Google. Zo kun je woorden of zelfs complete websites vertalen met Google Translate, samen online aan documenten werken met Google Documenten, meer van de wereld ontdekken met Google Maps en Google Earth en ga zo maar door.

Google biedt met Google Drive de mogelijkheid om online aan documenten te werken en ze daar ook op te slaan. Je kunt er tekstdocumenten, spreadsheets en presentaties mee maken of een formulier of tekening. En het grote voordeel is dat je je documenten ook kunt delen, zodat je er met anderen samen aan kan werken. Google Drive is via een app ook op allerlei apparaten te installeren zodat je overal bij je documenten kunt.

Tijdens de volgende lessen ga je werken met Google Drive en dan specifiek de onderdelen Documenten (Docs) en Spreadsheets (Sheets).

 

 

Google Drive - Basis

Inloggen

Om naar je eigen Google drive te gaan van school log je eerst in op je google account.

Je komt dan op jouw eigen startpagina terecht en hier zie je rechts een menu met het icoon van Google Drive welke na selecteren jouw Google Drive opent:

De eerste keer dat je Drive bezoekt, krijg je een rondleiding om bekend te raken met de site.

Het scherm wat normaal als eerste opent  is het "Prioriteit" scherm (1):

Je gaat naar al je documenten en bestanden door op "Mijn Drive" (2) te klikken

Mijn Drive

Hieronder zie je het scherm van "Mijn Drive" eronder staat een uitleg van de verschillende onderdelen.

Hieronder een korte uitleg van de onderdelen op dit scherm:

(1) Huidige locatie "Mijn Drive"
(2) Extra opties voor het bekijken van bestanden in jouw Drive
(3)  Klik op deze knop om een nieuw bestand/ map te maken of een bestand/ map te uploaden.
(4) Hier kan je zoeken in jouw Drive
(5) Hier staan de door jou veel gebruikte bestanden
(6) Hier staat een overzicht van al jouw bestanden en mappen
(7) Met deze knop kun je naar andere onderdelen van jouw Goolgle

Bestand bekijken

Bovenaan "Mijn Drive" staan jouw veelgebruikte bestanden en daaronder alle mappen en bestanden.

  • Dubbelklik eventueel eerst op een map.
  • Dubbelklik op het gewenste bestand.

Het bestand opent op een nieuw tabblad.

Document maken

Linksbovenaan staat een knop "Nieuw". Klik daarop en er verschijnen meerdere opties zoals het aanmaken van een nieuwe map, een tekstdocument, spreadsheet of presentatie. Via de optie Meer> kun je nog andere dingen maken zoals een formulier of tekeningen.


Maak zo een nieuw document aan:

  • Klik op de knop "Nieuw".
  • Klik op "Google Documenten" of selecteer eventueel het pijltje voor meer opties:
    • Kies "Leeg document"
    • Kies "Op basis van template"
  • Typ boven in de naam van het nieuwe document in het "Naamloos document" veld:
  • Het document is gemaakt en staat nu op jouw "Mijn Drive" pagina.

Map maken

Mappen zijn handig voor het ordenen van bestanden. Maak zo een nieuwe map aan:

  • Klik op de knop "Nieuw".
  • Klik op "Map".
  • Typ de naam van de map.
  • Klik op "Maken".
  • De map is aangemaakt en staat op jouw "Mijn Drive" pagina van Google Drive.

Bestand of map uploaden

Upload als volgt een bestand of map:

  • Klik op de knop "Nieuw".
  • Klik op "Bestanden uploaden" of "Map uploaden".
  • Blader op de computer naar het bestand dat of de map die je in Google Drive wilt zetten.
  • Klik op het bestand of de map.
  • Klik op Uploaden.
  • Rechtsonder zie je de voortgang van het uploaden.

Bestand verplaatsen

Verplaats zo bestanden naar een (andere) map in Google Drive:

  • Klik in het linkermenu op "Mijn Drive".
  • Dubbelklik eventueel eerst op de map als daar het bestand in staat dat je wilt verplaatsen.
  • Klik/ selecteer het bestand dat je wilt verplaatsen.
  • Klik rechtsboven op het pictogram "Meer acties" (1):. Dat is het pictogram van drie stipjes.
  • Klik op "Verplaatsen naar" (2).
  • Een menu verschijnt. Klik hierin op de gewenste map.
  • Klik op "Verplaatsen".
  • Het bestand staat op de gekozen plek.

Bestand verwijderen

Verwijder bestanden die niet bewaard hoeven te blijven. Zo komt er ruimte vrij voor andere bestanden.

  • Klik in het linkermenu op "Mijn Drive".
  • Klik op het bestand.
  • Klik rechtsboven op het pictogram "Verwijderen".
  • Het bestand staat nu in de Prullenbak. Hierin blijft het staan totdat je de Prullenbak zelf leegt.

Verwijderd bestand herstellen

Per ongeluk een bestand verwijderd? Geen probleem. Zet het bestand dan weer terug.

  • Klik in het linkermenu op "Prullenbak".
  • Klik op het bestand.
  • Klik rechtsboven op het pictogram "Herstellen uit prullenbak".
  • Het bestand staat hierna weer op de oude plek.

Bestand delen

Deel zo een bestand uit Google Drive met iemand anders.

  • Klik op het bestand welke je wilt delen.
  • Klik op het pictogram "Delen".
  • Je  krijgt nu een pop-up scherm:

     

  • (1) Typ in het veld "Voer namen of e-mailadressen in" het mailadres van de persoon met wie u het bestand wilt delen.
  • (2) Typ in het veld "Een opmerking toevoegen" eventueel een tekst voor degene met wie je gaat delen.
  • (3) Klik op het pictogram "Bewerken"
  • Geef aan wat de ontvanger met het bestand mag doen:
    • Bekijken: mensen mogen het bestand bekijken, maar kunnen het niet wijzigen of met anderen delen.
    • Reageren: mensen mogen opmerkingen en suggesties plaatsen, maar kunnen het bestand niet wijzigen of met anderen delen.
    • Bewerken: mensen mogen wijzigingen aanbrengen en het bestand met anderen delen.
  • (4) Klik op Verzenden

De ontvanger krijgt hierna een e-mail met de melding dat je een bestand met hem/haar deelt.

Afsluiten

Als je klaar bent met Google Drive log dan altijd uit als je de computer met andere mensen deelt.

  • Klik rechtsboven op je profielfoto (wanneer je geen profielfoto hebt is dit een rondje met initialen).
  • Klik op Uitloggen.

 

Opdracht 1.1

  1. Log in op mijn.pleysier.nl en ga naar Google Drive.
  2. Maak een nieuwe map aan in google Drive met de naam "DIG".
  3. Maak in deze map een nieuwe map aan met de naam "Opdracht 1.1".
  4. Open deze map en maak in de map een nieuw Google Document aan met de naam "Mijn document".
  5. Maak ook een tweede document aan met de naam "Mijn tweede document".
  6. Verplaats het document "Mijn document" naar de hoofdmap "DIG".
  7. Download nu het onderstaande Microsoft Word document "10 feitjes over pizza":
  1. Upload dit document nu naar jouw Google Drive en zorg dat het in de Drive map "DIG" staat.
  2. Verwijder nu het document "Mijn tweede document".
  3. Deel de map "DIG" met je docent.
  4. Sluit na het afronden van de opdrachten Google Drive.

Les 2, Google Documenten 1

Wat ga je leren?

Wat weet en kan je na deze les:

  • Je kent het scherm (de interface) van Google Documenten en weet hier mee te werken.
  • Je weet hoe er wordt opgeslagen.
  • Je kent meerdere manieren om tekst te selecteren.
  • Je weet hoe je moet knippen, plakken en kopieren.
  • Je weet wat sneltoetsen zijn.
  • Je kan tekst opmaken aan de hand van het lettertype, de tekengrootte en tekstkleur.
  • Je kan tekst accentueren (vet, cursief, onderlijnen).
  • Je weet hoe je speciale symbolen moet invoeren.
  • Je kan tekst uitlijnen (links, rechts, centreren en uitvullen).

Inleiding

Google documenten of Docs is een gratis webgebaseerde tekstverwerker, het lijkt veel op Microsoft Word. Maar met dit programma kun je online documenten maken en bewerken, en hieraan in realtime samen werken met andere gebruikers.

Nieuw document

Het maken van een nieuw Google-document:

Open Google Drive en klik op Nieuw in de rechterbovenhoek en selecteer "Google Document". Er wordt een leeg bestand geopend en je bent klaar om te beginnen met werken.

Basis interface

Als je een nieuw Google document hebt gemaakt krijg je het onderstaande scherm:

(1) Naam van het document
(2) Menubalk
(3) Werkbalk
(4) Het document zelf

Je kunt het document hernoemen door op "Naamloos document" te klikken en de bestandsnaam van je keuze in te voeren.

Opslaan

Je hoeft nooit een Google Document op te slaan met een knop, dit gebeurt namelijk automatisch. Tijdens het typen staat er bovenaan "opslaan" en als je even niet typed staat er "Alle wijzigingen zijn opgeslagen in Drive".

Zorg dat als je de browser sluit dat je eerst het bericht "Alle wijzigingen zijn opgeslagen in Drive" ziet staan, dan is alles echt opgeslagen.

Selecteren

Als je een woord, zin of gedeelte van een tekst wil onderstrepen, vet afdrukken of verwijderen, moet je dat gedeelte selecteren. Als je wilt selecteren kun je dat op een aantal manieren doen:

1. Zet de cursor (de aanwijzer) op de plaats voor de letter vanwaar je wilt gaan selecteren. Je drukt op de linker muisknop en houdt de linker muisknop ingedrukt. Sleep de aanwijzer over de tekst die je wilt selecteren en de selectie kleurt een andere kleur.

2. Zet de cursor voor de letter vanwaar je wilt gaan selecteren. Je houdt de shift toets ingedrukt en gebruikt de pijltjestoetsen om de tekst te selecteren.

3. Zet de cursor voor de letter vanwaar je wilt gaan selecteren. Je houdt de shift toets ingedrukt en klik aan het einde van de zin of het woord om het geheel te selecteren.

4. Dubbel klik met de linkermuisknop op een woord om dat woord geheel te selecteren.

5. Klik drie keer met de linkermuisknop om een gehele allinea te selecteren.

Oefening: Tekst selecteren

  1. Typ de onderstaande tekst over in een nieuw Google Document (je kan de tekst ook kopieren en plakken)

    Welkom bij de les over Google Documenten.

    Deze les helpt je om meer te weten te komen van dit handige programma.

    (!Tip: druk op Enter om naar een nieuwe regel te gaan).
  2. Zet de cursor (je muis) voor de letter W van Welkom.
  3. Hou de shift toets ingedrukt en gebruik de pijltjestoetsen om de tekst te selecteren. Selecteer nu de eerste zin.
  4. Klik nu twee keer op de linkermuisknop, als het goed is heb je nu het hele woord "Handige" geselecteerd.
  5. Klik nu drie keer op de linkermuisknop, als het goed is heb je nu de hele alinea geselecteerd van "Deze les" tot en met "programma.".

Knippen, kopiëren en plakken

Knippen

Als je een woord, zin of gedeelte van de tekst wilt verplaatsen in het document, gebruik je de mogelijkheid ‘knippen’. Een geknipt stukje tekst wordt tijdelijk in het geheugen van de computer opgeslagen zolang je met het programma aan het werk bent. Dit geheugen heet het ‘Klembord’.

Je selecteert het tekstgedeelte en drukt op Ctrl + X.

(Een dergelijke toetsencombinatie wordt een sneltoets genoemd. Zie onder het hoofdstuk Meer! een overzicht van een aantal handige sneltoetsen.)

Of

Je klikt in de menubalk op "Bewerken" en kiest "Knippen".

(!) Opmerking: Via "Bewerken" en kiest "Ongedaan maken" ga je een stap terug. Zo kun je de laatste veranderingen ongedaan maken. Dit kan ook eenvoudig met de sneltoets Ctrl + Z.

Oefening: Tekst knippen

  1. Open of type een stukje tekst
  2. Selecteer de eerste twee zinnen van een ingetypte tekst.
  3. Klik op de schaar of gebruik de sneltoetsen.
  4. De tekst is nu weg van het beeld, maar wordt nog bewaard op het Klembord.

 

Plakken

Om te kunnen plakken moet je eerst een gedeelte hebben geknipt.

Je hebt de eerste twee zinnen van de ingetypte tekst geknipt. Deze tekst ga je nu onder de tekst plakken die nog op het scherm staat.

Plakken doe je door op de menubalk op "Bewerken" te kliken en te keizen voor "Plakken".
Het kan ook via de sneltoets Ctrl + V.

(!) Opmerking: Als je de tekst onder aan de pagina wilt plakken moet je eerst met de cursor naar de gewenste regel.

Oefening: Tekst plakken

  1. Je hebt net een stukje tekst geknipt.
  2. Plaatst de cursor waar je de tekst wilt plakken en probeer zelf via het menu of via de snelkoppeling de tekst te plakken.

 

Kopiëren

Het verschil met knippen is dat het geselecteerde tekstgedeelte, na het aanklikken van de kopiëerknop, op het beeldscherm blijft staan. Daarnaastwordt de tekst ook gekopieerd naar het klembord.

Eerst selecteer je de zin of het tekstgedeelte dat je wilt kopiëren.

Kopieren kan ook op een aantal  manieren:

  • Klik je met je rechtermuisknop op de geselecteerde tekst. Er verschijnt dan een snelmenu. Je klikt daarin op kopiëren.
  • Je gebruikt de toetsencombinatie: Ctrl + C
  • Je klikt via de menubalk "Bewerken" op "Kopiëren"

Oefening: Tekst kopiëren

  1. Selecteer de eerste zin van de ingetypte tekst.
  2. Kopieer de tekst door 1 van bovenstaande methodes te kiezen.
  3. Je plaatst de cursor waar je de tekst wilt plaatsen en vervolgens plaats je de gekopieerde tekst zoals bovenstaand is uitgelegd bij het plakken deel.

 

 

Tekst opmaak

Een tekst wordt soms duidelijker door woorden te onderstrepen of vet of groter weer te geven.

Als je de stijl van de tekst, het lettertype of de grootte van de tekst wilt aanpassen gebruik je de opties in de werkbalk:

 

Als je tekst wilt aanpassen naar: Bold (Vet/ dikgedrukt), Cursief (Schuin of italic) of het woord wilt onderstrepen kun je dit ook via de werkbalk doen.

Je kan deze en ook andere bewerkings opties vinden in de werkbalk "Opmaak" en dan "Tekst" kiezen.

 

Je ziet achter de opties ook de sneltoetsen staan.

Met Superscript kan je bijvoorbeeld een kwadraat maken zoals 42. Met Subscript kun je chemische verbindingen schrijven zoals bijvoorbeeld H2O (wat de chemische naam van water is).

Lettertype en grootte

Met het pijltje naast het lettertype kies je een lettertype. Zet de muis op het uitklapmenu en klik met de linker muisknop om de verschillende lettertypes te zien en te kiezen.

De lettergrootte van een teken wordt met punten aangeven. Hoe meer punten, hoe groter het teken. Hieronder staan enkele voorbeelden:  

Arial 8 punten

Arial 11 punten

Arial 18 punten

Arial 20 punten

Kleur

Je kan de kleur van een tekst zelf en de achtergrond aanpassen via de onderstaande snelknoppen in de werkbalk:


(1) Kleur van de tekst
(2) Achtergrondkleur

Als je een stuk tekst selecteerd en dan op (1) klikt krijg je een menu met allemaal standaardkleuren waar je uit kan kiezen. Je kan ook op de + knop klikken om een eigen kleur te kiezen.


Je kan dus ook de achtergrond van een geselecteerd stuk tekst wijzigen van kleur.

 

 

Speciale tekens

Soms heb je letters of speciale tekens nodig in je tekst, bijvoorbeeld ë ä ç ï. Deze tekens staan niet op het toetsenbord, maar kun je vinden in de menubalk"Invoegen" en dan kiezen voor "Speciale tekens":


Er opend een popup menu waar je het speciale symbool kan zoeken:


Je kan via de menu's zoeken (1) maar ook via een zoekwoord (2) of door het symbool te tekenen in het lege vlak (3). Hieronder zie je een voorbeeld:

 

 

Uitlijnen

Met "Uitlijnen" wordt de manier waarop tekst tussen de kantlijnen staat bedoeld.

Hieronder zie je 4 tekstvakken:

Links uitlijnen

Deze tekst heeft alleen links een rechte kantlijn. De tekst is dus links uitgelijnd.

Centreren

De tekst staat in het midden.

De cursor staat ook tijdens het typen op het midden van de pagina.

Uitvullen

Met uitvullen wordt bedoeld dat de tekst aan beide kanten een rechte kantlijn heeft. Daardoor kan de ruimte tussen de woorden groter worden dan de ene spatie die er standaard staat.

Rechts uitlijnen

Deze tekst heeft alleen aan de rechterkant een rechte kantlijn. De tekst is dus rechts uitgelijnd

 

Je kan tekst uitlijnen door deze te selecteren en dan op het werkbalk een keuze te maken:


(1) Links
(2) Gecentreerd
(3) Rechts
(4) Uitlijnen

(!) TIP: Als je schem niet groot genoeg is zie je soms niet alle opties, druk dan op de pijl naast het uitlijnmenu:

 

Opdracht 2.1

  1. Log in op mijn.pleysier.nl en ga naar Google Drive.
  2. Ga naar de map "DIG".
  3. Maak in deze map een nieuwe document aan met de naam "Opdracht 2.1".
  4. Kopieer onderstaande stuk tekst naar het document:

    Uitnodiging klassenfeest

    We zitten nu alweer een aantal maanden bij elkaar in deze gezellige klas, dus het is de hoogste tijd voor een klassenfeest. Op vrijdag 15 november willen we eerst gaan gourmetten bij Rianna thuis en daarna kunnen we in de garage tot 23:00 uur genieten van lekkere muziek. De kosten zijn 7,50 euro per persoon. Aanmelden kan door het strookje af te knippen en aan Manuel te geven.

    Rianna Evequoz
    Henriette Roland Holststraat 512
    Tel. 06-5678912
    ------------------------------------------------------------------------------------------------

    Ja, ik naar het klassenfeest! Naam: _________________________________
    0 Ik kom 's avonds
    0 Ik kom meteen vanuit school


    Verander de volgende dingen in het bestand:
  5. Geef de hele tekst als lettertype Comic Sans MS.
  6. Maak de titel 24 punten groot en vet en onderstreept.
  7. Maak de rest van de tekst 11 punten groot.
  8. Maak de titel gecentreerd.
  9. Maak het verhaal (van We ... geven.) uitgevuld.
  10. Verander 7,50 euro in €7,50.
  11. Verander Evequoz in Evéquoz.
  12. Verander Henriette in Henriëtte.
  13. Verander Tel. in het telefoonsymbool.
  14. Zet het symbool van het schaartje voor de stippellijn.
  15. Geef de koptekst een rode kleur.
  16. Geef de rest van de tekst een blauwe kleur.
  17. Geef de tekst "vrijdag 15 november" een opvallende achtergrondkleur,
  18. Kopieer de hele tekst één keer, zodat hij 2 keer op 1 pagina past.
  19. Lever het document in door het te delen met je docent (Als je niet meer weet hoe dit moet kijk dan even terug naar les 1).

Het document wat je hebt gemaakt zal er ongeveer zo uitzien:

 

Les 3, Google Documenten 2

Wat ga je leren?

Wat weet en kan je na deze les:

  • Je weet hoe je tekstopmaak kan kopiëren en plakken
  • Je weet hoe je opsommingstekens en nummering gebruikt.
  • Je weet hoe je spelling kan controleren.
  • Je weet hoe je tabellen moet invoegen en hoe je met deze kan werken.
  • Je weet hoe je een afbeelding kan invoegen.
  • Je kan een afbeelding opmaken.
  • Je weet hoe je Tabs kan gebruiken.
  • Je weet hoe je met kolommen kan gebruiken
  • Je weet hoe je een link aan een tekst of afbeelding kan toevoegen.

Tekstopmaak kopiëren

Je kunt de opmaak van tekst, cellen of andere objecten kopiëren met de tool "Opmaak kopiëren/plakken".

  1. Selecteer de tekst waarvan je de opmaak wilt kopiëren.
  2. Klik in de werkbalk op "Opmaak kopiëren/plakken"
  3. Het cursorpictogram verandert om aan te geven dat je je in de modus voor opmaak kopiëren/plakken bevindt.
  4. Selecteer nu de tekst waarop je de opmaak wilt toepassen.
  5. De gekopieerde opmaak wordt nu op het geselecteerde item toegepast.

(!) Tip: Dubbelklik op "Opmaak kopiëren/plakken" om de opmaak op meerdere plaatsen te kunnen plakken. Als je klaar bent, klik je nogmaals op "Opmaak kopiëren/plakken" om te stoppen met kopiëren.

Oefening: Opmaak kopieren en plakken

  1. Kopieer onderstaande tekst en plak het in een nieuwe Google Document.

    Freerunnen

    Freerunning is een sport waarbij het de bedoeling is om zo sierlijk mogelijk over obstakels te geraken en om van het ene obstakel naar het andere te springen. Het wordt gezien als een gevaarlijke sport.

    Ontstaan

    Freerunning is ontstaan in 2003 want daarvoor bestond er alleen nog maar parkour. Sebastien Foucan was de 'uitvinder' van freerunning. Hij leerde het met een vriendengroepje (de Yamakasi) ook parkour maar is steeds meer zijn eigen stijl gaan ontwikkelen.

    Parkours

    Parkour en freerunning verschillen een klein beetje, want freerunnen is zo sierlijk mogelijk van punt A naar punt B geraken (met flips en onnodige trucjes), terwijl parkour zo snel mogelijk van punt A naar punt B geraken is (vooral met snelle vaults).

     

  2. Kopieer nu de opmaak van de kop "Freerunnen".
  3. Plak de opmaak op beide koppen, "Ontstaan" en "Parkours"

 

Opsommingstekens

Hieronder staat een voorbeeld waarin een opsomming en een nummering gebruikt is:

Opsomming

Er zijn veel verschillende Googe programma's die allemaal vanuit een browser werken waaronder:

  • Gmail
  • Google Docs
  • Google Sheets
  • Google Maps

Nummering              

Er zijn 8 tabbladen in de menubalk van Google Docs:

  1. Bestand
  2. Bewerken
  3. Weergeven
  4. Invoegen
  5. Opmaak
  6. Extra
  7. Add-ons
  8. Help

In de menubalk staan 2 knoppen waarmee de opsomming en nummering gemaakt kunnen worden:


Als je deze knoppen aanklikt begin je met een opsommingsteken of nummering.
Iedere keer als je op Enter drukt krijg je een nieuw opsommingsteken of getal.
Als je de bovenstaande opsomming- of nummeringknop weer aanklikt, stopt de opsomming of nummering.

Als je op het pijltje naast de knoppen klikt krijg je een uitgebreidere keuze met verschillende mogelijke opmaak van de teken.

Oefening: Opsomming en Nummering

  1. Open een nieuw Google Document
  2. Kopieer onderstaande tekst en plak dit in het document:

    Kip

    Friet

    Appelmoes

  3. Selecteer alle tekst en klik op de knoppen "Opsommingstekens" en "Nummering" om te zien wat er gebeurd.

Opsommingtekens of nummering aanpassen

De tekens die voor de opsomming gebruikt worden zijn standaard. Ook de cijfers voor de nummering zijn standaard: 1. 2. 3. Je kunt ook andere tekens of waarden instellen.

Klik met de rechermuisknop op een van de tekens. Je krijgt dan een schermpje met de mogelijke tekens die je kunt gebruiken voor de opsomming. Ook kun je daar nog kiezen voor "Meer opsommingstekens" waarmee je elke soort teken kan kiezen als opsommingsteken.

 

Je kan bij de nummering ook kiezen voor "Voorvoegsel en achtervoegsel bewerken". Je kan dan zowel het soort nummering als wat er achter staat aanpassen (er voor werkt nog niet):

 

Oefening: Tekens aanpassen

  1. Ga naar het document van de vorige oefening.
  2. Wijzig de opsommingstekens naar pijltjes.
  3. Wijzig nu de opsommingstekens naar een standaard nummering
  4. Wijzig als laatste de standaard nummering van 1. 2. 3. naar a) b) c)

Spelling controle

Standaard is de spelling en grammatica controleren ingeschakeld wanneer je een document opent. Op elk moment dat je een woord verkeerd speld onderstreept de spellingcontrole de fout met een rode golvende lijn.
Als je op de rode golvende lijn klikt met de rechtermuisknop krijg je meerdere opties om de spelling te wijzigen.

Hieronder zie je een voorbeeld waarbij het woord "Freerunning" verkeerd geschreven is en daarom staat er een rode golvende lijn onder. Er is met de rechtermuisknop op het woord geklikt en daarna is het extra menu geopend.

Je kan daarin kiezen voor het juiste woord, je kan kiezen om een woord altijd te negeren en je zou zelfs een nieuw woord aan jouw Google woordenboek kunnen toevoegen.


Als je "Spellingscontrole" kiest verschijnt er een popup aan de bovenkant van het document waarmee je alle de fouten in het document kan langslopen en dan wijzigen, negeren of toevoegen aan jouw woordenboek.

 

 

Tabellen

Om zaken netjes te rangschikken of een overzicht met bijvoorbeeld getallen goed onder elkaar te krijgen, zijn tabellen erg handig. Een tabel is eenvoudig in te voegen en je kunt daarbij precies aangeven hoe breed de tabel moet zijn (oftewel hoeveel kolommen deze moet bevatten) en hoeveel rijen er van boven naar beneden in moeten staan. Een rij of kolom invoegen is altijd mogelijk als je aan het begin een foute keuze hebt gemaakt. Ook kun je de opmaak van de tabel aanpassen zodat deze er mooi uitziet.

Als je een tabel wilt maken vraag je je eerst af hoeveel kolommen je van links naar rechts nodig hebt. Het aantal rijen eronder is minder belangrijk, want je kunt aan het eind altijd eenvoudig een rij toevoegen.

Invoegen tabel

  1. Klik in de menubalk op Invoegen en danTabel en dan kies hoeveel rijen en kolommen je wilt toevoegen en klik met de linkermuisknop (een tabel kan maximaal twintig bij twintig cellen bevatten)
  2. De tabel wordt toegevoegd aan het document.

In het voorbeeld hieronder zie je hoe een tabel van 3 rijen en 3 kolommen wordt geselecteerd:

 

Oefening: Tabel invoegen

  1. Open een nieuw Google Document
  2. Voeg een tabel toe van 4 kolommen en 3 rijen.

Een tabel aanpassen

Je kan een tabel aanpassen door de muis in een cel van de tabel te zetten en op de rechtermuisknop te kliken. Er opent een menu met alle opties om de tabel aan te passen.


(1) Invoegen van rij of kolom
(2) Verwijderen van rij, kolom of de hele tabel
(3) Verdelen van de hoogte en/ of breedte van meerdere rijen of kolommen
(4) Opent een popup waarin je de eigenschappen van de tabel kan aanpassen (zie plaatje hieronder)
      Als je één of meerdere cellen selecteerd kun je daarvan de randen en ook de kleur aanpassen

 

Randen aanpassen

Je kan de randen van een tabel aanpassen.

  1. Klik op de rand of met Shift ingedrukt meerdere randen.
  2. Klik in de werkbalk op de opmaak die je wilt wijzigen:
    • Randkleur Randkleur
    • Randbreedte Randstreepje
    • Randstreepje Randdikte
    • Achtergrondkleur Opvulling

Oefening: Tabel aanpassen

  1. Ga door met het document en de tabel van de vorige oefening.
  2. Voeg 1 rij toe aan de tabel
  3. Verwijder 1 kolom
  4. Verander de achtergrondkleur van de cellen van de eerste rij
  5. Verander de dikte van de tweedelijn naar 4.5 punten

Als je alles goed doet krijgt je ongeveer onderstaande tabel:

 

 

Afbeelding toevoegen

In Google Docs kan je op een aantal manieren afbeeldingen invoegen. Je kan meerdere opties vinden via de menubalk:


(1) Uploaden vanaf computer
(2) Zoeken op internet
(3) Andere opties (als ze beschikbaar zijn)

Algemeen: kopieren en plakken vanaf het internet

Om een plaatje vanaf het internet in het document te plaatsen kan je onderstaande doen:

  1. Ga op het plaatje staan en met de rechtermuisknop selecteer "Afbeelding kopieren"
  2. Ga naar het Google Document
  3. Ga op de plek staan met de cursor waar je het plaatje wilt plakken
  4. Klik rechtermuisknop en kies "Plakken"

Het kan zijn dat dit niet op de computers op school werk, kies dan een andere optie.

(1) Uploaden vanaf de computer

Om een plaatje vanaf je computer in het document te plaatsen volg  je onderstaande stappen:

  1. Plaats de cursor in het document waar je de afbeelding wilt invoegen.
  2. Klik op Invoegen> Afbeelding> Uploaden vanaf computer.

(2) Zoeken op internet

Wanneer je in Google Documenten naar een afbeelding zoekt, is het belangrijk om te weten dat bijna alle afbeeldingen die Google vindt van iemand anders zijn. Google probeert de resultaten te filteren om alleen gratis afbeeldingen te laten zien, maar het is belangrijk om naar de bron van een afbeelding te gaan om de copyrightlicentie te controleren.

Om een ​​afbeelding te zoeken:

  1. Plaats de cursor in het document waar je de afbeelding wilt invoegen.
  2. Klik op Invoegen> Afbeelding> Zoeken op internet
  3. Geef boven in een zoekwoord of zin om te zoeken
  4. Selecteer het plaatje wat je wilt invoegen en klik op "INVOEGEN"

(3) Andere opties voor het invoegen van afbeeldingen

Google Documenten biedt nog andere opties voor het invoegen van afbeeldingen.

Via URL

deze optie is handig als je de link of URL van een bepaalde afbeelding hebt. Wanneer de URL correct is ingevoerd in het veld URL van afbeelding plakken ..., verschijnt er een voorbeeld van de afbeelding. Klik op Selecteren om de afbeelding in uw document in te voegen.

Uw foto's

door Foto's te selecteren krijgt je toegang tot jouw Google-Foto's als je die hebt staan in Drive.


Google Drive 

Als je afbeeldingen hebt opgeslagen in jouw Google Drive-account, krijgt je toegang tot deze afbeeldingen als je op Google Drive klikt.

Camera

Als je een webcamera hebt aangesloten aan de computer kan je via deze optie een foto maken en toevoegen.

 

Afbeelding opmaken

Als je een afbeelding hebt ingevoegd, kan je hem daarna opmaken. Je kan de positie wijzigen, de kleur veranderen, en eventueel randen aanpassen. Er zijn veel mogelijkheden. Die worden hieronder uit gelegd.

Als je op een afbeelding klikt verschijnt er een blauwe lijn omheen en komen er in de toolbar opties te staan voor het aanpassen van de afbeelding. Als de knop "Afbeeldingsopties" geselecteerd wordt verschijnt ook een zijmenu om de afbeelding aan te passen:

Positie in het document

Je kan de positie van een afbeelding wijzigen door de positionering aan te passen, dit is de plaats waar in het document.

Er zijn drie opties die je kan kiezen als je met de linkermuisknop op een afbeelding klikt:

 

  1. Inline: deze optie lijnt zorgt dat de afbeelding in de tekst staat. De afbeelding wordt met de tekst verplaatst als er extra tekst wordt toegevoegd of verwijderd. Deze optie geeft minder vrijheid om de afbeelding te verplaatsen.
  2. Tekstomloop: deze optie zorgt ervoor dat de tekst rond de afbeelding loopt.
  3. Tekst onderbreken: deze optie is vergelijkbaar met tekstterugloop, maar de afbeelding fungeert als een onderverdeling - wat betekent dat tekst alleen boven en onder de afbeelding verschijnt, niet links of rechts.

Afbeeldingsgrootte wijzigen

  1. Selecteer de afbeelding
  2. Plaats de muis op één van de blauwe vierkantjes, de muiscursor veranderd van teken
  3. Hou nu de linkermuisknop ingedrukt en beweeg de muis om de afbeelding groter of kleiner te maken.

Hieronder een voorbeeld:

[video-to-gif output image]

Afbeelding bijsnijden

Je kunt de randen van een afbeelding afsnijden of een gedeelte van de afbeelding verwijderen.

  1. Klik op de afbeelding die je wilt bijsnijden.
  2. Klik op de "Bijsnijden" knop in de toolbar: Bijsnijden.
  3. Versleep de blauwe vierkantjes langs de rand naar de gewenste vorm.
  4. Druk op Enter op het toetsenbord of klik op een willekeurige plek in het bestand als je klaar bent.

Afbeeldingsrand

  1. Selecteer een afbeelding.
  2. Klik in de toolbar op de knop "Randkleur" .
  3. Kies een kleur of klik op "Aangepast" om je eigen kleur te maken.
  4. Wijzig de afbeeldingsrand door in de toolbar op de knop "Randdikte" te klikken en het gewenste aantal punten te kiezen.
  5. Je kan de soort rand wijzigen met de knop "Randstreepje"

Afbeelgingskleur en filters

Je kunt de kleur, de helderheid, de transparantie of het contrast van een afbeelding wijzigen.

  1. Klik op de afbeelding die je wilt aanpassen.
  2. Klik in de toolbar op de knop "Afbeeldingsopties".
  3. Wijzig onder Kleurwijziging de kleur van de afbeelding.
  4. Wijzig onder Aanpassingen de volgende opties:
    • Transparantie: in welke mate de afbeelding zichtbaar is.
    • Helderheid: hoe helder de afbeelding wordt weergegeven.
    • Contrast: in welke mate de afbeelding afsteekt tegen de achtergrond.
  5. Bekijk de aangebrachte wijzigingen die meteen worden toegepast.

 

Kolommen

Je kan binnen Google Docs gebruik maken van kolommen, je kan dan bijvoorbeeld een tijdschift of folder maken.

Voorbeeld:

Kolommen in een document toevoegen of verwijderen

  1. Selecteer de tekst die je in kolommen wilt plaatsen.
  2. Klik in de menubalk op "Opmaak" en dan "Kolommen".
  3. Selecteer het gewenste aantal kolommen.

Kolomopmaak wijzigen

  1. Selecteer de kolommen die je wilt wijzigen.
  2. Klik in de menubalk op "Opmaak" en dan "Kolommen".
  3. Breng je wijzigingen aan en klik op "Toepassen".

Kolomopmaak verwijderen

  1. Selecteer de kolommen die je wilt wijzigen.
  2. Klik in de menubalk op "Opmaak" en dan "Kolommen" en dan op 1 kolom Kolom.

Een kolomeinde toevoegen

Een kolomeinde zorgt ervoor dat de volgende tekst boven aan de volgende kolom begint (vergelijkbaar met een pagina-einde).

  1. Klik op het gedeelte van de kolom waar je een kolomeinde wilt toevoegen.
  2. Klik in de menubalk op "Invoegen" en dan "Kolomeinde".

Is de optie voor een kolomeinde niet beschikbaar, plaats dan tekst in twee of meer kolommen.

 

Opdracht 3.1

Verander de volgende dingen in het bestand:

  1. Log in op mijn.pleysier.nl en ga naar Google Drive.
  2. Ga naar de map "DIG".
  3. Maak in deze map een nieuwe document aan met de naam "Opdracht 3.1".
  4. Download onderstaande Word bestand:

Verander de volgende dingen in het bestand:

  1. Zorg dat alle koppen dezelfde opmaak hebben als de kop "Wat is het Internet?"
    Gebruik hiervoor Tekstopmaak kopiëren!
  2. Verbeter de foutive spelling in het document.
    Gebruik hiervoor de spellingscontrolle van Google Docs!

  3. Maak van het rijtje van bekende diensten een genummerde lijst met de volgende layout:

  4. Maak een tabel van 2 kolommen en 6 rijen
  5. Zet de informatie over de populaire webbrowsers in de tabel zoals hieronder:
    Nu ga je de tabel opmaken:
  6. Zorg dat de tekst "Naam" en "Percentage" vet gedrukt zijn en 14 punten groot
  7. Maak de achtergrond van de eerste rij licht blauw
  8. Maak de randen eerst allemaal 0,5 pt dik
  9. Geef alle randen de kleur donker blauw
  10. Maak daarna de rand onder Naam en Percentage 3pt dik
  11. Maak de tabel een stuk smaller (zorg wel dat de tekst nog goed leesbaar is)
  12. De tabel ziet er dan als het goed is ongeveer zo uit:
  13. Je gaat nu een afbeelding invoegen naast de eerste alinea tekst
    Zet je muis voor de tekst en gebruik Invoegen > Afbeelding > Zoeken op het internet
    Gebruik als zoekterm "internet" en kies een afbeelding die jij vindt passen.
    Zorg dat de afbeelding naast de tekst staat en niet te groot is.
  14. Zorg dat de afbeelding een rode rand heeft van 2pt
  15. Als laatste zoek je op het internet via Google een Meme over Internet Explorer (er zijn veel te vinden, kies degene die jij het leukst vind)
  16. Zorg dat je de Meme opslaat op de computer (in jouw afbeeldingen)
  17. Ga onder de tabel staan en zorg dat je daar jouw gekozen Meme invoegt.
  18. Zorg dat er een nette rand om de Meme heen staat.
  19. Lever het document in door het te delen met je docent (Als je niet meer weet hoe dit moet kijk dan even terug naar les 1).

Het document wat je hebt gemaakt ziet er ongeveer zo uit:

Les 4, Google Documenten 3

Wat ga je leren?

Wat weet en kan je na deze les:

  • Je weet hoe je kan zoeken en vervangen van tekst.
  • Je weet hoe je stijlen moet toepassen en deze kan aanpassen
  • Je weet hoe je kop en voettekst en paginanummers moet invoegen.
  • Je weet hoe je een automatische inhoudsopgave maakt
  • Je weet hoe je het aantal woorden in een document kan opvragen
  • Je weet dat je pagina instellingen kan wijzigen.
  • Je weet hoe je opmerkingen kan toevoegen
  • Je weet hoe je de versiegeschiedenis van een document kan bekijken
  • Je weet hoe je standaard templates voor documenten kan gebruiken

Stijlen

Je kan een tekst snel opmaken door het gebruik van tekststijlen. Ook kun je het lettertype en de grootte van de tekststijlen aanpassen en stijlen als standaard instellen.

Door het gebruik van tekststijlen zal je document er netjes uitzien en je kan het ook gebruiken om een automatische inhoudsopgave te maken.

Als je op een tekst gaat staan in een document zie je links bovenaan in de balk wat de sijl van de tekst is, in onderstaand voorbeeld is het woord "Werkstuk" een normale tekst:

 

Als je op het stijlenmenu klikt krijg je alle standaard opties voor het opmaken met behulp van stijlen.

Stijl toepassen

Er zijn twee manieren om stijlen toe te passen. Je kan gebruik maken van de optie via het opmaakmenu:

  1. Selecteer de tekst die je wilt wijzigen.
  2. Klik op in de Opmaakbalk en dan Alineastijlen.
  3. Selecteerd de tekststijl die je wilt gebruiken
    Normale tekst, Titel ,Ondertitel of Kop 1-6
  4. Klik als laatste op "Tekststijl toepassen
Je kan dit ook doen via de werkbalk, hieronder zie je dat het woord "Werkstuk" nu de stijl "Titel" heeft gekregen door in de werkbalk de gewenste stijl te kiezen:

 

Tekststijlen veranderen

Als je een andere stijl wil dan moet je zelf de standaard stijl aanpassen.

  1. Typ een voorbeeldtekst en pas de opmaak toe die je voor de stijl wilt gebruiken, zoals lettertype, grootte en kleur.
  2. Selecteer de tekst die je in stap 1 hebt getypt.
  3. Klik op de menu van de Stijlen in de opmaakbalk en beweeg je muis over de naam van de stijl die je wilt veranderen.
  4. Klik op de pijl die rechts van de naam verschijnt en kies dan: "naam stijl" updaten om overeen te komen.
  5. Herhaal stappen 1-4 voor elke stijl die je wilt bijwerken.

 

Opslaan nieuwe tekststijl

Nadat je de tekststijlen in één Google-document hebt aangepast, kunt je deze stijlen opslaan als standaard voor alle toekomstige documenten die je maakt. Om dit te doen:

  1. Zorg ervoor dat het document alle tekststijlen heeft zoals jij ze wilt hebben
  2. Klik in de menubalk op Opmaak > Alineastijlen > kies Opties> Opslaan als mijn standaardstijlen.

 

Bij het openen van een nieuw document zal deze tekststijl nu de standaard tekststijl zijn.

 

Kop en voettekst

Je kan in een document een kop en voettekst maken, meestal word hierin extra informatie gezet over het document. De kop en voetteksten verschijnen op elke pagina.

Kop- en voetteksten toevoegen

  1. Klik linksboven op Invoegen en dan Koptekst en paginanummer.
  2. Kies Koptekst of Voettekst.
  3. Voer de gewenste kop- of voettekst in.

 

Marge en opmaak wijzigen

Als je de marge (afstanden) of opmaak wilt wijzigen klik je on de kop  of voettekst en selecteer je Opties.

In deze opties kun je de marges wijzigen en aangeven of de eerste pagina anders moet zijn (dit is vaak het voorblad en deze ziet er vaak anders uit). Ook kan je even en oneven pagina's een andere opmaak geven:

 

Paginanummer of aantal pagina's toevoegen

  1. Klik linksboven op Invoegen en dan Koptekst en paginanummer.
  2. Kies vervolgens: 
    1. Paginanummer: kies waar je de paginanummers wilt weergeven en of je de eerste pagina wilt overslaan.
    2. Aantal pagina's: het aantal pagina's wordt toegevoegd op de plek waar de cursor in het document staat.
  3. De paginanummers of het aantal pagina's worden automatisch toegevoegd.

 

 

Template

Gebruiken van templates kan het maken van een mooi document erg eenvoudig maken. Je kunt templates gebruiken die door Google zijn gemaakt, bijvoorbeeld voor een cv, een brief of een bestelformulier.

Bestaand template gebruiken

  1. Klik in Google Drive op Nieuw
  2. Je kies een template bij het starten met een nieuw document.
  3. Kies nu een template wat je wilt gebruiken uit de geopende Templategalerij:

  4. Je kan nu dit template gebruiken om je eigen document van te maken.

Ander template gebruiken

Je kan online meerdere andere tempates vinden. Deze kun je gebruiken door een kopie van de documenten te maken en deze in je eigen Drive te zetten.

Kijk op deze site voor meerdere voorbeelden: https://www.superside.com/blog/google-docs-templates

Inhoudsopgave

Als je tekststijlen hebt gebruikt voor titels en subtitels in je document kun je eenvoudig een inhoudsopgave aanmaken. Zorg dat je dus verschillende koppen gebruikt in je document om dit te doen.

Een inhoudsopgave toevoegen of verwijderen

  1. Kies de plek waar je de inhoudsopgave wilt weergeven, dit is meestal de pagina na de voorpagina in een werkstuk.
  2. Klik op Invoegen en dan Inhoudsopgave.
  3. Kies hoe de inhoudsopgave eruit moet zien (met of zonder paginanummers)
  4. Wil je de inhoudsopgave verwijderen, klik dan met de rechtermuisknop op Inhoudsopgave verwijderen.

 

Inhoudopgave updaten

Als je verder hebt gewerkt aan je document moet je niet vergeten je inhoudsopgave bij te werken.

Klik op op Vernieuwen naast de inhoudopgave om deze te vernieuwen. De wijziging wordt nu zichtbaar in de inhoudsopgave.

 

Pagina instellingen

Hat kan zijn dat de paginainstellingen van jouw document niet helemaal zijn zoals jij dat wilt. Je kan de afdrukstand, het papierfomaat, de paginakleur en de marges aanpassen.

Pagina-instelling wijzigen

  1. Klik in de werkbalk op Bestand en dan Pagina-instelling.
  2. Ga naar de instelling die je wilt wijzigen:
    • Afdrukstand
    • Papierformaat
    • Paginakleur
    • Marges
  3. Breng de gewenste wijzigingen aan.
  4. Klik op OK.
  5. Klik eventueel op Instellen als standaard als je de gekozen instellingen voor al je nieuwe documenten wilt gebruiken.

 

Opmerkingen

Je kan aan een document opmerkingen toevoegen. Als je documenten deelt, of met meerdere personen aan een document werkt, kan het heel handig zijn om opmerkingen of reacties toe te voegen om het samenwerken makelijker te maken.

 

Opmerking toevoegen

  1. Markeer de tekst waaraan je een opmerking wilt toevoegen.
  2. Voeg een opmerking toe door in de werkbalk op Opmerking toevoegen Add comment te klikken.
  3. Typ je opmerking.
  4. Klik op Opmerking toevoegen.

 

Opmerking bewerken of verwijderen

  1. Klik op Meer Meer in de opmerking die je wilt bewerken of verwijderen.
  2. Klik op Bewerken of Verwijderen.

 

 

Versiegeschiedenis

In Google Documenten maar ook in Spreadsheets en Presentaties kun je de wijzigingen zien die eerder in een document zijn aangebracht.

Versiegeschiedenis bekijken

  1. Klik bovenaan in de menubalk op Bestand > Versiegeschiedenis > Versiegeschiedenis bekijken.

     

  2. Kies in het rechterdeelvenster een eerdere versie. Naast de naam van de mensen die het bestand hebben bewerkt, wordt een kleur weergegeven. Hieraan kun je zien wie welke wijziging heeft aangebracht.
  3. (Extra) Je kan een eerdere versie een naam geven door te klikken op Meer Deze versie een naam geven.
  4. Je kunt document maximaal 40 versies met naam toevoegen.
  5. Bekijk eventueel de gegroepeerde versies in meer detail:
    Kies in het rechterdeelvenster een versie en klik vervolgens op Gedetailleerde versies uitvouwen.
  6. Klik op "Deze versie herstellen" als je verder wilt werken met een ouderde versie van het document.

     

  7. Je kunt ook zonder wijzigingen naar de huidige versie terugkeren door linksboven op Terug te klikken.

     

 

Opdracht 4.1

Je gaat een werkstuk netjes maken zodat het aan de onderstaande eisen voldoet.

  1. Log in op mijn.pleysier.nl en ga naar Google Drive.
  2. Ga naar de map "DIG".
  3. Maak in deze map een nieuwe document aan met de naam "Opdracht 4.1".
  4. Download onderstaande Word bestand:

Les 5, Google Spreadsheets 1

Wat ga je leren?

Wat weet en kan je na deze les:

  • Je weet wat een spreadsheet- rekenblad is.
  • Je weet wat rijen en kolommen zijn in Google Spreadsheets.
  • Je weet wat een “Cel” is.
  • Je kunt een tabel vullen met waarden.
  • Je hoe je waarden kan aanpassen zodat ze juist kunnen worden gebruikt.
  • Je weet hoe je cellen eenvoudig kan kopiëren met de vulgreep
  • Je kunt in een tabel sorteren op een bepaalde volgorde.
  • Je weet hoe je een tabel kan opmaken.
  • Je kunt de breedte van een kolom aanpassen.
  • Je weet hoe je randen om cellen heen zet.
  • Je weet hoe je tekst kan uitlijnen op verschillende manieren

Spreadsheets

Een spreadsheet is een groot rekenblad (tabel) waar je data in kan zetten om hier vervolgens berekeningen en bewerkingen mee uit te voeren. Spreadsheets worden vaak gebruikt voor administratieve doeleinden (bijvoorbeeld om een factuur te maken), maar ook voor statische doeleinden.

Google Spreadsheets is een webgebaseerde spreadsheetprogramma net zoals Microsoft Excel. Hoewel Google Spreadsheets niet alle functies van Excel heeft, is wel eenvoudig en gratis om spreadsheets mee te maken en te bewerken.

 

Nieuw Spreadsheet

Het maken van een nieuw Google spreadsheet:

Open Google Drive en klik op Nieuw in de rechterbovenhoek en selecteer "Google Spreadsheet". Er wordt een nieuw leeg bestand geopend en je bent klaar om te beginnen met werken.

Je krijgt een nieuw spreadsheet met de naam: "Naamloze Spreadsheet", je kan deze naam veranderen zoals hieronder naar Opdracht 1. Hieronder zie ook genummerd de belangrijke onderdelen van spreadsheet:


(1) Naam van het rekenblad
(2) Menubalk
(3) Werkbalk (Toolbar)
(4) Formulebalk
(5) Werkveld
(6) Extra rekenbladen toevoegen

Het menu en de toolbar lijken erg veel op dat van Google Documenten. Je zal in de lessen zien dat veel bewerkingen ook gelijk zijn.

Ook de Spreadsheets worden door Google automatisch opgeslagen.

Uitleg met video: https://edu.gcfglobal.org/en/googlespreadsheets/getting-started-with-google-sheets/1/

Tabel, Rij, Kolom en Cel

Het werkblad van Google Sheets is één grote tabel waar je gegevens in kan zetten.

Een tabel is vaak een lijst met gegevens die netjes geordend zijn. Zo kan je bijvoorbeeld een lijst maken van alle leerlingen in de klas, op alfabet of een lijst van alle cijfers die je behaald hebt.

Een tabel heeft rijen en kolommen.

In Google Spreadsheets noem je één hokje in zo'n tabel een cel.

Cel selecteren

Je kan een cel selecteren door er met de linkermuisknop op te klikken.

Meerdere cellen selecteren

Je kan ook meerdere cellen tegelijkertijd selecteren. Dit doe je door op een cel te gaan staan, de linkermuisknop ingedrukt te houden en de muis te bewegen over de cellen die je wilt selecteren.

Celbereik

Een groep cellen staat bekend als een celbereik. In plaats van een enkel celadres verwijs je naar een celbereik.

De naam voor een celbereik is het celadres van de eerste en laatste cel in het celbereik, gescheiden door een dubbele punt. Een celbereik met cellen A1, A2, A3, A4 en A5 zou bijvoorbeeld worden geschreven als A1: A5.

Hieronder zie je celbereik A1:A5 geselecteerd:

 

Vulgreep

Het kan voorkomen dat je de inhoud van één cel naar meerdere andere cellen in de spreadsheet wilt kopiëren. Je kunt de inhoud in elke cel kopiëren en plakken, maar dit kost veel tijd. In plaats daarvan kun je de vulgreep gebruiken om inhoud snel van een cel naar andere cellen in dezelfde rij of kolom te kopiëren en te plakken.

Vulgreep

Hieronder een korte uitleg hoe de vulgreep werkt:

  1. Selecteer de cel die je wilt gebruiken.
    Een klein vierkantje - bekend als de vulgreep - verschijnt in de rechteronderhoek van de cel.
  2. Beweeg de muis over dit vierkantje (de vulgreep). De cursor verandert in een zwart kruis.
  3. Klik en sleep de vulgreep over de cellen die je wilt vullen. Een zwarte stippellijn verschijnt rond de cellen die zullen worden gevuld.
  4.  

    Laat de muis los om de geselecteerde cellen te vullen.

Slimme vulgreep

Je kan de vulgreep ook gebruiken om slim een reeks waarde af te laten maken.
Wanneer de inhoud van een rij of kolom een ​​opeenvolgende volgorde heeft - zoals nummers (1, 2, 3) of dagen (maandag, dinsdag, woensdag) - zal de vulgreep raden wat er daarna in de reeks moet komen. In het voorbeeld hieronder wordt de vulgreep gebruikt om een ​​reeks cijfers in een kolom verder in te vullen.

  1. Selecteer het eerste deel van een reeks.
  2. Klik en sleep de vulgreep over de cellen die je slim wilt vullen. Een zwarte stippellijn verschijnt rond de cellen die zullen worden gevuld.

Je kan ook slim vullen met datums, dagen, maanden en andere logische reeksen.

 

Opdracht 5.1

Je gaat bij de opdracht 5.2 de eerste tabel aanpassen, sorteren en opmaken.

Volg onderstaande stappen:

1. Open het bestand hieronder, hierin staat de tabel welke je moet gebuiken.

Je gaat nu de gegevens netjes maken, sorteren en de tabel opmaken.

  • Gebruik de vulgreep om bij Carla Klasen ook “ziek” in cel C4 en D4 te zetten
  • Zorg dat de tekst “ziek” aan de rechterkant is uitgelijnd.
  • Zet een standaard (dunste) zwarte rand om alle cellen van de tabel
  • Geef de cellen A1-D1 een donkerblauwe achtergrond
  • Maak de tekst in de cellen A1-D1 wit
  • Maak de tekst in de cellen A1-D1 Bold en zet ze in het midden van de kolom
  • Zorg dat de gehele naam van Marie-Valentinas zichtbaar is (dus ook haar achternaam).
  • Sorteer nu de hele lijst op de voornaam van de leerlingen van A-Z
  • Voeg een rij toe boven rij 1.
  • Selecteer nu het bereik: A1:D1 en voeg deze cellen samen.
  • Zet de tekst "Cijfers van vakken" in de samengevoegde cel en lijn deze in het midden uit en maak de tekst 12pt groot. Zorg dat de achtergrond ook donkerblauw is.
  • Geef alle cijfers welke lager zijn dan een 5,5 een rode tekstkleur.
  • Wijzig de naam van het werkblad naar: Cijfers​

Je hebt uiteindelijk aan het einde een bestand wat er (ongeveer) zo uit zou moeten zien:


2. Lever nu dit bestand in door het te delen met je docent.

3. Als je het bestand hebt gedeeld ben je klaar met deze les.

Les 6, Google Spreadsheets 2

Wat ga je leren?

Wat weet en kan je na deze les:

  • Je weet hoe je een eenvoudige som kan oplossen.
  • Je kan de formule maken om waarden op te tellen.
  • Je kan de formule maken om waarden van elkaar af te trekken.
  • Je kan de formule maken om te vermenigvuldigen.
  • Je kan de formule maken om te delen.
  • Je weet hoe je een formule kan gebruiken om som van getallen te berekenen.
  • Je weet hoe je de formule van het gemiddelde moet gebruiken.
  • Je weet hoe je een minimum en maximum waarde uit een rij getallen kan bepalen met een formule.
  • Je weet hoe je de formule COUNT gebruikt.
  • Je weet hoe je de formule IF gebruikt
  • Je weet hoe je de formule COUNTIF gebruikt
  • Je weet hoe je de formule ROUND gebruikt

Eenvoudige formule

In Spreadsheets kun je eenvoudige formule maken voor een berekening. Een formule begint altijd met een = teken.

Google Spreadsheets gebruikt de standaard reken tekens voor eenvoudige formules:

  • (+) een plusteken voor optellen
  • (-) een minteken voor aftrekken
  • (*) de asterisk voor vermenigvuldiging
  • (/) de schuine streep voor delen

Hieronder zie je een aantal voorbeelden de formule staat in de bijbehorende cel in kolom D:

 

Herhaling van de vulgreep

Met de vulgreep kun je in Excel eenvoudig gegevens naar aangrenzende cellen kopiëren. Je kan ook formules kopieren met de vulgreep.

Vulgreep

Hieronder een korte herhaling van de uitleg hoe de vulgreep werkt:

  1. Selecteer de cel met de formule die je wilt kopieren.

  2. Plaats de cursor in de rechterbenedenhoek zodat deze verandert in een plusteken (+), zoals hier:

    Cursor staat op vulgreep

  3. Sleep de vulgreep omlaag, omhoog of over de cellen die je wilt vullen.
    In dit voorbeeld wordt de vulgreep naar beneden gesleept:

    Cursor die vulgreep omlaag sleept

  4. Wanneer je de muisknop loslaat, wordt de formule automatisch doorgevoerd in de andere cellen:

    Waarden voor cellen die zijn gevuld

 

 

 

Opdracht 6.1

Je gaat na de uitleg zelf proberen op een slimme manier de tafel van 79 te maken zoals onderaan de pagina staat.

Volg onderstaande stappen:

  1. Open nieuw Spreadsheet in Google drive en geef het de naam: Opdracht 6.1.
  2. Maak nu de tafel van 79 met formules en op een slimme manier zoals onderaan de opdracht.
    TIP: Type niet alles in maar gebruik de vulgreep
    TIP 2: Kopieer ook de formules die je maakt met de vulgreep
  3. Maak de kopregel met de tekst.
  4. Maak de tabel netjes op. Denk aan de breedte van de kolommen, een kleurtje voor je kolomkoppen en het gebruik van randen.
  5. Maak nu zo snel mogelijk naast de tafel van 79 ook de tafel van 5437!
    TIP: gebruik kopieren en de vulgreep
  6. Lever de opdracht in door deze met je docent te delen.

2. Lever nu dit bestand in door het te delen met je docent.

 

 

Opdracht 6.2

Je hebt geleerd dat een formule in Spreadsheets altijd begint met =.

Je hebt ook gezien dat je in Spreadsheets kunt vermenigvuldigen door het sterretje * te gebruiken.

Je kunt in Spreadsheets op dezelfde manier ook aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Hieronder zie je een voorbeeld:

Volg onderstaande stappen:

  1. Open nieuw Spreadsheet in Google drive en geef het de naam: Opdracht 6.2
  2. Maak onderstaande vier sommen met behulp van een formule in een aparte cel:
    1. Tel 503994 en 60993 bij elkaar op
    2. Trek 3009 af van 644399
    3. Vermenigvuldig 3002345 en 43 met elkaar
    4. Deel 42000 door 6
  3. Tel de antwoorden van de bovenstaande sommen bij elkaar op (totaal 4 of eindantwoord).
  4. Je tabel ziet er dan ongeveer zo uit (waarbij de xx de cijfers zijn):

  5. Lever nu dit bestand in door het te delen met je docent.
    Als je het bestand hebt ingeleverd ben je klaar met deze les.

    Je kan hieronder je eindantwoord (totaal) controleren:

2. Lever nu dit bestand in door het te delen met je docent.

Als je het bestand hebt ingeleverd ben je klaar met deze les.

Controleer hieronder je eindantwoord:

Les 7, Google Spreadsheets 3

Wat ga je leren?

Wat weet en kan je na deze les:

  • Je weet wat relatieve en absolute celverwijzingen zijn en wanneer je ze kan gebruiken
  • Je weet hoe en waarom je conditionele opmaak kan gebruiken.
  • Je kan een grafiek maken.
  • Je kent een aantal soorten grafieken.
  • Je weet hoe je een grafiektitel moet aanpassen.
  • Je weet hoe je de as titels moet aanpassen.

Grafiek maken

Grafieken/ diagram zijn een goed hulpmiddel om gegevens in één klap duidelijk te presenteren. Er zijn verschillende soorten grafieken. De bekendste soorten zijn de kolomgrafiek, de lijngrafiek en het cirkeldiagram. In Spreadsheets kun je die grafieken gemakkelijk maken.

Grafiek maken

  1. Selecteer alle gegevens waarvan je een diagram wilt maken
    taartdiagram

     

  2. Kies Invoegen - Diagram. Er opent direct een voorbeeld grafiek.

     

  3. Dubbel klik op de diagram om de Diagrameditor te openen
    Bij Diagramtype kun je verschillende diagramvormen kiezen onder "Diagramtype", zoals cirkeldiagram (taartdiagram), staafdiagram, lijngrafiek, spreidingsdiagram, bellendiagram, etcetera.

     

 

  1. Afhankelijk van het soort grafiek kun je hier ook labels toevoegen of bewerken.
  2. Via het tabblad Aanpassen zijn o.a. de kleuren en lettertype aan te passen. Klik op Diagram en astitels om een titel toe te voegen.
    grafiek maken titel

     

  3. In plaats van labels is het ook mogelijk om een losstaande legenda aan te maken.
    Ga daarvoor naar Legenda en kies bij Positie de gewenste plek.
    grafiek maken titel

     

  4. De grafiek is al in de spreadsheet geplaatst, en kan verplaatst worden door erop te drukken en te slepen.
  5. Bijwerken kan via de Diagrameditor. Diagrameditor opnieuw openen? Dubbelklik op de grafiek.
  6. Grafiek downloaden? Klik erop, en klik op de puntjes menu in de rechterbovenhoek. Kies voor Afbeelding opslaan om de grafiek te downloaden als PNG-bestand, of als plaatje (png/ svg).
  7. Je kunt via de puntjes menu in de rechterhoek ook het diagram verplaatsen naar een eigen tabblad.

 

In het filmpje hieronder kun je nogmaals zien hoe je een grafiek kan maken:

Grafiek in excel

Soorten grafieken

Er zijn verschillende soorten grafieken/ digramen.
De namen die Spreadsheets gebruikt voor de grafieken/ diagrammen zijn soms net even anders dan bij wiskunde gebruikelijk is.
De bekendste soorten grafieken zijn de kolomgrafiek/staafdiagram, de lijngrafiek en het cirkeldiagram (een soort taartgrafiek).
Grafieken worden in veel vakken gebruikt, bijvoorbeeld bij aardrijkskunde, biologie, economie en wiskunde.
Niet ieder type grafiek is even geschikt voor ieder doel.

Staafdiagram

Met een staafdiagram kun je onderzoeksresultaten onderling snel vergelijken. De staven staan los van elkaar.

Samengesteld staafdiagram

In een samengesteld staafdiagram zijn er a.h.w. twee of meer staafdiagrammen in één figuur getekend. Daarbij kunnen de staven zowel naast als op elkaar getekend zijn. Staan ze op elkaar dan noem je dit ook wel een stapeldiagram.

Cirkeldiagram

Een cirkeldiagram geeft een goed beeld van een procentuele verdeling.

Lijndiagram

Een lijndiagram laat zien hoe een verschijnsel zich door de tijd heeft ontwikkeld.

 

Opdracht 7.3

Volg onderstaande stappen:

  1. Open nieuw Spreadsheet in Google drive en geef het de naam: Opdracht 7.3.
  2. Jij gaat van de cijfers van Piet een grafiek maken.
  3. Kopieer de onderstaande gegevens en zet ze in de spreadsheet:
    Proefwerk Cijfer
    woordjes 1 6,9
    woordjes 2 7
    woordjes 3 5,9
    woordjes 4 8,2
    grammatica 1 6,2
    grammatica 2 7,3
    grammatica 3 5,8
    grammatica 4 6,2
    schrijven 1 4,1
    schrijven 2 5,3
    schrijven 3 7,3
    schrijven 4 8,1
  4. Selecteer de gegevens in de tabel en maak een diagram.
  5. Je krijgt als je het goed doet een voorstel van Google.
  6. Gebruik de Diagrameditor aan de rechterkant om het type te wijzigen naar een kolomdiagram.
  7. Probeer nu het diagram op te maken zodat het er uit komt te zien als onderstaande plaatje:
  8. Lever als je klaar bent dit bestand in door het te delen met je docent.

2. Lever nu dit bestand in door het te delen met je docent.

Als je het bestand hebt ingeleverd ben je klaar met deze les.

Les 8 en 9, Google Eindopdracht

Wat ga je leren?

Wat weet en kan je na deze les:

Standaard formules

standaardformules

Om berekeningen nog eenvoudiger maken kan je gebruik maken van standaard formules. Een aantal veel gebruikte formules zijn:

  • SUM (som)
  • AVERAGE (gemiddelde)
  • COUNT (tellen van waarden)
  • MIN (minimum)
  • MAX (maximum

SUM

Om de som van een aantal waarden te berekenen gebruiken we de functie SUM. Hoe je te werk gaat lees je hieronder.

  1. Selecteer een lege cel.

  2. Typ een isgelijkteken (=) en typ vervolgens een functie. Gebruik bijvoorbeeld =SUM om de totale verkoop op te halen.

  3. Typ een openingshaakje (

  4. Selecteer de cellen welke opgeteld moeten worden en typ een sluitingshaakje )

  5. Druk op Enter om het resultaat op te halen.

AVERAGE

Berekent het gemiddelde van de waarde. Voer dezelfde stappen uit als bij het optellen maar gebruik nu de functie AVERAGE.
Als de cellen A1:A20 bijvoorbeeld getallen bevat, is het resultaat van de formule =AVERAGE(A1:A20) het gemiddelde van die getallen.

COUNT

De functie COUNT geeft als resultaat het aantal waarden van een verzameling. De formule =COUNT(A2:A6) geeft de het aantal waarden welke in de cellen A2 tot A6 staat.

MAX

De functie MAX geeft als resultaat de grootste waarde van een verzameling waarden. De formule =MAX(A2:A6) geeft de hoogste waarde welke in de cellen A2 tot A6 staat.

MIN

De functie MIN geeft als resultaat het kleinste getal in een lijst met waarden. De formule =MIN(A2:A6) geeft het laagste getal welke in de cellen A2 tot en met A6 staat.

Voorbeelden basis functies:

 

Opdracht 8.1

Tomas Lemstra is bezig met een nieuwe uitvinding: de Topschaats. Hij denkt dat op deze schaatsen een topschaatser gemiddeld wel een seconde per rondje sneller kan gaan dan op de huidige schaatsen.

Hij gaat zijn uitvinding testen door met een aantal schaatsers 10 rondjes rijden op achtereenvolgens oude Noren, Klapschaatsen en zijn nieuwe uitvinding, de Topschaatsen.

De benodigde tijd over elke ronde van 400 meter wordt gemeten. De uitkomsten worden gemiddeld. De omstandigheden zijn uiteraard zoveel mogelijk gelijk gehouden om zo zuiver mogelijke meetresultaten te verkrijgen.

Jij gaat nu de uitkomsten van de meetresultaten met behulp van Spreadsheets berekenen.

Volg onderstaande stappen:

  1. Open nieuw Spreadsheet in Google drive en geef het de naam: Opdracht 6.3
  2. Kopieer onderstaande gegevens en plak ze in de spreadsheet.
    Rondje Noren Klapschaatsen Topschaatsen
    1 34,7 34,3 34,9
    2 31,8 31,3 30,7
    3 31,4 31,2 30,7
    4 31,6 31,3 30,6
    5 31,9 31,2 30,1
    6 32,1 31,3 30,6
    7 32,1 31,4 31,2
    8 32,6 31,5 31,8
    9 32,9 31,5 32,4
    10 33,7 31,7 33,0
  3. Maak een nieuwe rij aan en noem die: Totale tijd.
  4. Maak een tweede nieuwe rij aan en noem die: Gemiddelde rondetijd.
  5. Maak een derde nieuwe rij aan en noem die: Snelste rondetijd.
  6. Maak een vierde nieuwe rij aan en noem die: Aantal boven 31,5
  7. Bepaal met behulp van een formule voor zowel Noren, Klapschaats als Topschaats de totale tijd, de gemiddelde rondetijd en de snelste rondetijd en het aantal keer de meeting boven de 31,5 kwam (gebruik de COUNTIF functie).
  8. Wat is volgens jou de beste schaats op basis van deze meetgegevens? Type je antwoord onder de snelste rondetijd.
  9. Maak de tabel netjes op met kleur enzovoort zodat het duidelijk is.
  10. Lever nu dit bestand in door het te delen met je docent.

Kies zelf je kleuren en randen maar het bestand zou er (met waarden natuurlijk) zou kunnen uitzien:


 

2. Lever nu dit bestand in door het te delen met je docent.

Als je het bestand hebt ingeleverd ben je klaar met deze les.

Relatieve en absolute cel verwijzing

Bij berekeningen maak je gebruik van celverwijzingen.
Deze verwijzing kunnen relatief of absoluut zijn.
Een celverwijzing is standaard relatief.

Een voorbeeld hiervan zie je in cel E1  .

Als je de oorspronkelijke celverwijzing wilt houden wanneer je deze kopieert, kun je deze vergrendelen door een dollarteken ($) in de celverwijzing te zetten.
In de formulebalk kun je het dollarteken ($) in de celverwijzing invoeren.
Dit kan ook door herhaaldelijk te klikken op F4 (dan loop je langs de vier typen celverwijzingen).

Verschillende type celverwijzing: A1     (relatieve kolom en relatieve rij)
                                                     $A$1 (absolute kolom en absolute rij)
                                                     A$1   (relatieve kolom en absolute rij)
                                                     $A1   (absolute kolom en relatieve rij)

Bekijk onderstaand filmpje als je meer uitleg nodig hebt (Engels):

Absolute celverwijzing

Conditionele opmaak

voorwaardelijke opmaak in excel

Je kunt cellen, rijen of kolommen automatisch laten opmaken zodat de tekst- of achtergrondkleur verandert als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

Je gebruikt hiervoor voorwaardelijke opmaak. Afhankelijk van de waarde die in de cel staat, krijgt de cel dan dus automatisch een andere kleur of opmaak.

Voorwaardelijke opmaak

Een docent wil testscores met kleur markeren om snel te zien welke leerlingen een score van minder dan 5,5 hebben behaald. Hieronder staan de stappen om dit te doen:

  1. Selecteer de testscores.
  2. Klik op Opmaak en dan Conditionele opmaak.
  3. Klik onder 'Cellen opmaken als' op Kleiner dan. Is er al een regel, dan kun je klikken op deze bestaande regel of op Nieuwe regel toevoegen en dan Kleiner dan.
  4. Klik op Waarde of formule en geef het getal 5,5 op.
  5. Klik op Opvulkleur Kleur en kies bijvoorbeeld de kleur rood.
  6. Klik op Gereed. De lage scores worden nu met rood gemarkeerd.

 

  1. Je kan ook met kleurenschaal deze toepassen op een reeks waaden:


    Met als resultaat:

Opdracht 7.1

Volg onderstaande stappen:

  1. Open nieuw Spreadsheet in Google drive en geef het de naam: Opdracht 7.1.
  2. Bij deze opdracht veranderen de abonnementskosten voor de mobiele telefoontjes. In de tabel krijg je door het percentage te veranderen te zien wat de nieuwe prijs van het abonnement wordt.

  3. Kopieer de onderstaande gegevens en zet ze in de spreadsheet:

    Abonnementskosten mobiel per maand
    Percentage 100%    
           
    Namen Oude abonnement   Nieuwe abonnement   Verschil
    Piet €            7,50    
    Adrie €          10,00    
    Gert €          20,00    
    Helga €          12,50    
    Lida €          15,00    
    Bert €          23,00    
    Linda €          20,00    
    Yigit €          17,00    
    Maarten €          22,00    
    Eva €          15,50    
    Klaas €          17,50    

    ​​

 

  1. De huidige kosten staan in kolom Oude abonnement, de nieuwe kosten komen in kolom Nieuwe abonnement.
    Wanneer je het Percentage (cel B2) verandert moeten automatisch de kosten van het nieuwe abonnement wijzigen.

    Zet hiervoor de berekening in de kolom Nieuwe abonnement ( (Nieuw = Oud * percentage) .
    Gebruik de juiste absolute verwijzing naar het percentate en gebruik daarna de vulgreep om het voor alle mensen te berekenen.
  2. Naast het Nieuwe abonnement staat de kolom Verschil.  Zet de juiste berekeing in deze kolom en (relatieve verwijzing).
  3. Als er iets niet goed is gegaan kijk dan nog even goed of je de juiste cel verwijzingen hebt gebruikt.
  4. Lever nu dit bestand in door het te delen met je docent.

 

2. Lever nu dit bestand in door het te delen met je docent.

Als je het bestand hebt ingeleverd ben je klaar met deze les.

Les 9, Google Eindopdracht

Wat ga je leren?

Wat weet en kan je na deze les:

  • Je weet hoe je een voorwaardelijke opmaak kan gebruiken.
  • Je weet hoe je een waarde moet afronden.
  • Je weet waarom en hoe je de formule ALS kan gebruiken.
  • Je kan een aantal waarden tellen met de formule AANTAL.

 

MEER formules

Je hebt in Spreadsheets nog veel meer formules. Je kan de standaard formules en alle andere bekijken via de knop in het snelmenu:

Hieronder worden nog een aantal functies besproken welke erg handig zijn.

ROUND

De functie ROUND rondt een getal af op het opgegeven aantal decimalen (cijfers achter de komma).

Als de cel A1 bijvoorbeeld 23,7825 bevat en je die waarde wilt afronden op twee decimalen, kun je de volgende formule gebruiken:

=ROUND(A1;2)

Het resultaat van deze functie is 23,78.

 

IF

De IF formule geeft een waarde weer als aan een voorwaarde wordt voldaan, en een andere waarde wanneer aan deze voorwaarde niet wordt voldaan.
Zie onderstaande afbeelding waarbij je bepaalt of een waarde hoger of lager is dan 10:

De gehele formule is dus: =IF(A2<10;"Lager";"Hoger")

Let op als je de formule zelf schrijft:
Tussen twee argumenten plaats je steeds een puntkomma (;)
Tekst in een formule plaats je steeds tussen aanhalingstekens (" ")

Extra COUNT mogelijkheden

Spreadsheets bevat verschillende functies waarmee je het aantal cellen in een bereik kunt tellen die leeg zijn of die bepaalde typen gegevens bevatten.

Start een andere COUNT functie door in een veld te beginnen met typen van =COUNT waarna meerdere snelopties verschijnen. Een aantal nuttige zijn:

COUNT: Telt het aantal cellen welke cijfers bevatten.
COUNTA: Telt cellen die niet leeg zijn.
COUNTBLANK: Telt cellen die leeg zijn.
COUNTUNIQUE: Geeft het aantal cellen welke unieke waarden bevatten.
COUNTIF: Cellen tellen die voldoen aan een bepaalde voorwaarde, zie de uitleg hieronder:

COUNTIF

Stel je wilt van onderstaande tabel het aantal man en vrouw tellen dan gebruik je de volgende formules:
In B22 zet je onderstaande formule: =COUNTIF(B16:B21; "Man")
Voor B23 het aantal vrouw geldt: =COUNTIF(B16:B21; "Vrouw")


LET OP, je selecteerd eerst de reeks gegevens, B1:B5 en daarna de voorwaarde tussen " ".

Cijfer voorwaarde gebruiken

Je kan ook tussen de haakjes ook een voorwaarde voor een cijfer opgeven. Vul deze voorwaarde ook in tussen de " ".

Voorbeeld:

=COUNTIF(A1:A5; "<45")
deze formule zal het aantal waarden geven welke in de reeks kleiner zijn dan 45.

 

 

 

 

Formule ALS

excel als formule

De ALS formule geeft een waarde weer wanneer aan een voorwaarde wordt voldaan, en een andere waarde wanneer aan deze voorwaarde niet wordt voldaan.
Zie onderstaande afbeelding waarbij je bepaalt of een cijfer hoger of lager is dan 50:

De gehele formule is dus: =ALS(A2<50;"Lager";"Hoger")

Let op als je de formule zelf schrijft:

  • Tussen twee argumenten plaats je steeds een puntkomma (;)
  • Tekst in een formule plaats je steeds tussen aanhalingstekens (" ")

 

 

 

We gaan er van uit dat een 5,5 voldoende is: Dus….als een cijfer kleiner dan 5,5 is, dan is het onvoldoende en anders voldoende.

Formule AANTAL

Excel bevat verschillende functies waarmee je het aantal cellen in een bereik kunt tellen die leeg zijn of die bepaalde typen gegevens bevatten.

Klik op het tabblad Formules op Meer functies, wijs Statistisch aan en kies een van de volgende functies:

  • AANTALARG: Cellen tellen die niet leeg zijn.
  • AANTAL: Cellen tellen die getallen bevatten.
  • AANTAL.LEGE.CELLEN: Cellen tellen die leeg zijn.
  • AANTAL.ALS: Cellen tellen die voldoen aan een bepaald criterium.

Stel je wilt van onderstaande tabel het aantal man en vrouw tellen dan gebruik je de volgende formules:

In B6 zet je onderstaande formule: =AANTAL.ALS(B1:B5;"Man")
Voor B7 het aantal vrouw geldt: =AANTAL.ALS(B1:B5;"Vrouw")

LET OP, je selecteerd eerst de reeks gegevens, B1:B5 en daarna de voorwaarde tussen " ".

Als je het nog niet goed begrijpt kijk onderstaande filmpje voor nog een voorbeeld:

Aantal als

Opdracht 7.2

Eindopdracht

Kennis die getoetst wordt:
​Alles uit de lessen over Google Spreadsheets

Als je tijdens de opdracht niet meer weet hoe iets moet zoek het dan eerst zelf op in de voorgaande lessen.
Kom je er echt niet uit kun je het natuurlijk aan de docent vragen.

Volg onderstaande stappen:

  1. Open nieuw Spreadsheet in Google drive en geef het de naam: Eindopdracht 1
  2. Kopieer onderstaande gegevens en zet ze in de spreadsheet:
    Begroting laatste Kwartaal 2018
               
    Uitgaven september oktober november december Totaal
    Boeken 200 120 0 50  
    Huur 400 400 400 400  
    Eten 80 80 80 100  
    Vervoer 160 160 160 160  
    Kleding 100 30 80 120  
    Overig 120 150 100 230  
    Totale uitgaven          
               
    Totale inkomsten september oktober november december Totaal
    Ouders 300 300 300 300  
    Baan 400 450 400 500  
    Studiefinanciering 500 500 500 500  
    Totaal inkomsten          
               
    Totaal over          
               
               
    Gemiddelde uitgaven          
    Gemiddelde inkomsten          
    Duuste maand (in euro)          
  3. Bereken alle totaal waarden met formules (Total Uitgaven, Totaal inkomsten, Totaal over).
  4. Bereken de gemiddelde uitgaven, gemiddelde inkosten en bepaal de duurste maand met een formule.
  5. Maak 1 diagram/ grafiek met de uitgaven per maand (bedenk zelf welk diagram het beste de informatie laat zien)
    Vergeet niet de Diagram- en astitels net op te maken
  6. Maak 1 diagram/ grafiek met de inkomsten per maand (bedenk zelf welk diagram het beste de informatie laat zien)
    Vergeet niet de Diagram- en astitels net op te maken
  7. Maak 1 diagram/ grafiek met de gemiddelde in en uitgaven (bedenk zelf welk diagram het beste de informatie laat zien)
    Vergeet niet de Diagram- en astitels net op te maken
  8. Maak als laatste de tabel netjes op, geef het randen, voeg cellen samen en verander het lettertype en de kleur in de cellen.
  9. Om de opdracht in te leveren deel je deze met je docent.

De eindopdracht zou er uit kunnen zien zoals hieronder (maar je mag zelf je opmaak kiezen, zolang het maar duidelijk is):

 

2. Lever nu dit bestand in door het te delen met je docent.

Als je het bestand hebt ingeleverd ben je klaar met deze les.

 

Meer!

Voor leerlingen die meer willen weten over Google Drive, Docs en Spreadsheets.
 

Informatie Drive

Voor leerlingen die meer willen weten over Google Drive.
Ga naar de sites:

Keyboard shortcuts in Google Drive

Google Drive Full Tutorial From Start To Finish (Video)

5 Secret Google Drive Keyboard Shortcuts to Impress Your Friends With

Algemene informatie over Google Drive functies

Samenwerken met Google Drive

Informatie Docs

Voor leerlingen die meer willen weten over Google Docs.
Ga naar de sites:

Voorpagina maken in Docs (Engels)

Sneltoetsen Docs

Sneltoetsen

Je krijgt een overzicht van alle sneltoetsen door gebruik te maken van de sneltoets: Ctrl + /

Veelgebruikte acties

Kopiëren Ctrl + c
Knippen Ctrl + x
Plakken Ctrl + v
Zonder opmaak plakken Ctrl + Shift + v
Ongedaan maken Ctrl + z
Opslaan
Elke wijziging wordt automatisch opgeslagen in Drive
Ctrl + s
Afdrukken Ctrl + p
Zoeken Ctrl + f
Zoeken en vervangen Ctrl + h
Pagina-einde invoegen Ctrl + Enter
Regel einde (handig binnen opsommingslijsten) Shift + Enter
Vet Ctrl + b
Cursief Ctrl + i
Onderstrepen Ctrl + u

 

Link naar overzicht met veel meer sneltoetsen: Sneltoetsen voor Google Documenten