Werkwoordspelling

Werkwoordspelling

Welkom!

Ga naar: verleden tijd

Tegenwoordige tijd

Wat is een werkwoord?

Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen. 

Uitleg

Zinnen in de tegenwoordige tijd beschrijven iets wat nu of in de toekomst gebeurt.

Er zijn vier vormen in de tegenwoordige tijd.

Ik Stam
Jij/u, hij, zij, het Stam + t
Wij, jullie/u, zij Hele werkwoord (infinitief)
..... je/ jij Stam

 

Hoe krijg je de stam?

Door het hele werkwoord -en te doen.

Dus werken -en is werk.

Werk is dan de stam.

 

Voorbeeld:

Roy ...... (worden) later brandweerman.

1. Het hele werkwoord is worden.

2. De stam van worden, is worden - en en dat is word.

3. Roy is een hij-vorm.

4. In de tabel zoeken we de de hij-vorm.

5. Bij de hij-vorm doe je stam+t.

6. Dus word+t.

7. Roy wordt later brandweerman.

 

 

Uitlegfilmpje

Oefentoets

Oefenopdracht

 

Klik op de afbeelding om een oefenopdracht te doen.

 

Verleden tijd

Ga naar: Start van de les.

Vroeger is zo verleden tijd - Online tegeltjes bakken - WBVB Rotterdam

Start van de les

Wat ga je doen?

Wat: je gaat kijken naar wat je al weet (voorkennis ophalen).

Hoe: onder dit plaatje de toets maken.

Hulp: geen.

Tijd: 5 minuten.

Uitkomst: je krijgt niveau 1, 2 of 3 als uitkomst.

Klaar: je klikt op de site het niveau dat je hebt behaald aan.

Niveau 1

Wat ga je doen?

Leerdoel: aan het eind van de les kun je het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden herkennen en je kunt zwakke en sterke werkwoorden goed schrijven.

Waarom leer je dit?: het is belangrijk om werkwoorden in de verleden tijd te herkennen en te schrijven, omdat je zo teksten beter begrijpt. Als je niet weet wanneer iets verleden tijd is, kan je de ander verkeerd begrijpen. Ook is het belangrijk als je gaat solliciteren, je hebt veel meer kans om aangenomen te worden als je geen spellingsfouten maakt. Daarnaast is het handig als je een klachtenbrief naar een kledingbedrijf (H&M of Zalando) of een telefoonbedrijf schrijft. Je wordt serieuzer genomen als je geen fouten maakt, ook word je beter begrepen. Tenslotte komt dit terug in alle examens, want je moet altijd begrijpen of iets verleden tijd is of niet.

Wat: vandaag ga je de verleden tijd oefenen. Dit ga je doen door steeds uitleg te lezen en dan een toets te maken. Hieronder staat een stappenplan, als je tijdens het werken niet meer weet wat je moet doen, ga je hier naar terug.

Hoe:

- Lees de algemene uitleg door

- Bekijk de drie uitlegfilmpjes

- Lees de uitleg zwakke werkwoorden + te(n)

- Maak de toets tot je een voldoende hebt

- Lees de uitleg zwakke werkwoorden + de(n)

- Maak de toets tot je een voldoende hebt

- Lees de uitleg sterke werkwoorden door

- Maak de toets tot je een voldoende hebt

- Maak de oefentoets

- Lees de onderwerpen die je lastig vindt nog een keer door

- Maak de eindtoets

- Vul het feedbackformulier in

Hulp: geen

Tijd: het hele lesuur (85 minuten)

Uitkomst: aan het eind van de les kan je zwakke en sterke werkwoorden herkennen en goed schrijven. Aan het eind van de les heb je alle opdrachten gemaakt, dus heb je de site af.

Klaar: ga door naar de tegenwoordige tijd.

Algemene uitleg

De verleden tijd beschrijft iets dat al gebeurd is.

In de verleden tijd wordt onderscheid gemaakt tussen zwakke en sterke werkwoorden.

Ezelsbruggetje

Een zwak werkwoord is te zwak om  te veranderen.

Een sterk werkwoord is sterk genoeg om te veranderen.

 

 

Uitlegfilmpjes

 

Zwakke werkwoorden +te(n)

Bij zwakke werkwoorden zijn er twee verschillende uitgangen, namelijk stam+te(n) en stam+de(n).

 

Wanneer gebruik je stam+te(n)?

De stam is het hele werkwoord -en.

Als het werkwoord eindigt op 'ten', 'ken', 'fen', 'sen', 'chen', 'pen' of 'xen'.

Een handige manier om dit te onthouden is, zit de eindletter in 't exkofschip?

Ik                                        Stam + te                       
Jij/u, hij, zij, het Stam + te
Wij, jullie/u, zij Stam + ten

 

Voorbeeld:

Mohammed en Hassan ....... (fietsen) gisteren naar het plein.

1. Fietsen -en = fiets.

    Dus de stam is fiets.

2. Fiets eindigt op een 's'. 

    De 's' komt voor in 't exkofschip. 

    Dus komt er te/ten achter.

3. Mohammed en Hassan is een wij-vorm.

    Bij de wij-vorm geldt, stam+ten.

    Dus fiets + ten.

4. Dus, Mohammed en Hassan fietsten gisteren naar het plein.

 

Zwakke werkwoorden +de(n)

Bij zwakke werkwoorden zijn er twee verschillende uitgangen, namelijk stam+te(n) en stam+de(n).

 

Wanneer gebruik je stam+de(n)?

De stam krijg je door het hele werkwoord -en te doen.

In alle overgebleven gevallen.

Dus als de eindletter NIET in 't exkofschip zit.

 

Ik                                        Stam + de                       
Jij/u, hij, zij, het Stam + de
Wij, jullie/u, zij Stam + den
   


De kaars ....... (branden) tien uur lang.
Voorbeeld:

1. Branden -en = brand.

    Dus brand is de stam.

2. De kaars is een het-vorm.

    Bij de het-vorm geldt stam+de.

    Dus brand+de.

4. Dus, de kaars brandde tien uur lang.

Sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden veranderen als ze van tijd veranderen.

Er zijn veel sterke werkwoorden.

Deze werkwoorden moet je gewoon onthouden.

 

Voorbeelden van sterke werkwoorden

  Tegenwoordige tijd           Verleden tijd  
worden           werden  
buigen           bogen  
lopen           liepen  
beginnen           begonnen  
lezen           lazen  
  zijn           waren
  kijken           keken
  zingen           zongen

 

Voorbeeld:

1. Het publiek .... (buigen) gisteren voor de koning.

2. Buigen wordt bogen in de verleden tijd.

3. Het schema van het werkwoorden bogen is als volgt:

Ik boog
Jij/u boog
Hij boog
Zij boog
Het boog
Wij bogen
Jullie/u bogen
Zij bogen   

 

4. Het publiek is een het-vorm.

5. Dus, het publiek boog gisteren voor de koning.

 

Oefentoets

Klik op het plaatje en log in met de naam : NEDERLANDS951

 

 

 

 

Eindtoets

Je gaat nu de eindtoets maken. Als je nog moeite hebt met iets, lees dan eerst de uitleg van dit onderdeel goed door. Succes. 

Bekijk na de toets je fouten, dit doe je door op 'resultaten weergeven' te klikken. 

 

Feedback

 

Zou je feedback op mijn les willen geven?

 

Je bent klaar!

Goed gedaan! Als je tijd over hebt, kan je nu de tegenwoordige tijd herhalen.

Niveau 2

Wat ga je doen?

Leerdoel: aan het eind van de les kun je het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden herkennen en je kunt zwakke en sterke werkwoorden goed schrijven.

Waarom leer je dit?: het is belangrijk om werkwoorden in de verleden tijd te herkennen en te schrijven, omdat je zo teksten beter begrijpt. Als je niet weet wanneer iets verleden tijd is, kan je de ander verkeerd begrijpen. Ook is het belangrijk als je gaat solliciteren, je hebt veel meer kans om aangenomen te worden als je geen spellingsfouten maakt. Daarnaast is het handig als je een klachtenbrief naar een kledingbedrijf (H&M of Zalando) of een telefoonbedrijf schrijft. Je wordt serieuzer genomen als je geen fouten maakt, ook word je beter begrepen. Tenslotte komt dit terug in alle examens, want je moet altijd begrijpen of iets verleden tijd is of niet.

Wat: vandaag ga je de verleden tijd oefenen. Hieronder staat een stappenplan, als je tijdens het werken niet meer weet wat je moet doen, ga je hier naar terug.

Hoe:

- Lees de algemene uitleg door

- Bekijk de twee uitlegfilmpjes

- Lees de uitleg zwakke werkwoorden + te(n)

- Lees de uitleg zwakke werkwoorden + de(n)

- Lees de uitleg sterke werkwoorden door

- Maak de oefentoets

- Lees de onderwerpen die je lastig vindt nog een keer door

- Maak de eindtoets

- Vul het feedbackformulier in

Hulp: geen

Tijd: het hele lesuur (85 minuten)

Uitkomst: aan het eind van de les kan je zwakke en sterke werkwoorden herkennen en goed schrijven. Aan het eind van de les heb je alle opdrachten gemaakt, dus heb je de site af.

Klaar: ga door naar de tegenwoordige tijd.

Algemene uitleg

De verleden tijd beschrijft iets dat al gebeurd is.

In de verleden tijd wordt onderscheid gemaakt tussen zwakke en sterke werkwoorden.

Ezelsbruggetje

Een zwak werkwoord is te zwak om  te veranderen.

Een sterk werkwoord is sterk genoeg om te veranderen.

Uitlegfilmpjes

Zwakke werkwoorden +te(n)

Bij zwakke werkwoorden zijn er twee verschillende uitgangen, namelijk stam+te(n) en stam+de(n).

 

Wanneer gebruik je stam+te(n)?

De stam is het hele werkwoord -en.

Als het werkwoord eindigt op 'ten', 'ken', 'fen', 'sen', 'chen', 'pen' of 'xen'.

Een handige manier om dit te onthouden is, zit de eindletter in 't exkofschip?

Ik                                        Stam + te                       
Jij/u, hij, zij, het Stam + te
Wij, jullie/u, zij Stam + ten

 

Voorbeeld:

Mohammed en Hassan ....... (fietsen) gisteren naar het plein.

1. Fietsen -en = fiets.

    Dus de stam is fiets.

2. Mohammed en Hassan is een wij-vorm.

    Bij de wij-vorm geldt, stam+ten.

    Dus fiets + ten.

3. Dus, Mohammed en Hassan fietsten gisteren naar het plein.

Zwakke werkwoorden +de(n)

Bij zwakke werkwoorden zijn er twee verschillende uitgangen, namelijk stam+te(n) en stam+de(n).

 

Wanneer gebruik je stam+de(n)?

De stam krijg je door het hele werkwoord -en te doen.

In alle overgebleven gevallen.

Dus als de eindletter NIET in 't exkofschip zit.

 

Ik                                        Stam + de                       
Jij/u, hij, zij, het Stam + de
Wij, jullie/u, zij Stam + den
   


De kaars ....... (branden) tien uur lang.
Voorbeeld:

1. Branden -en = brand.

    Dus brand is de stam.

2. De kaars is een het-vorm.

    Bij de het-vorm geldt stam+de.

    Dus brand+de.

4. Dus, de kaars brandde tien uur lang.

Sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden veranderen als ze van tijd veranderen.

Er zijn veel sterke werkwoorden.

Deze werkwoorden moet je gewoon onthouden.

 

Voorbeelden van sterke werkwoorden

  Tegenwoordige tijd           Verleden tijd  
worden           werden  
buigen           bogen  
lopen           liepen  
beginnen           begonnen  
lezen           lazen  
  zijn           waren
  kijken           keken
  zingen           zongen

 

Voorbeeld:

1. Het publiek .... (buigen) gisteren voor de koning.

2. Buigen wordt bogen in de verleden tijd.

3. Het schema van het werkwoorden bogen is als volgt:

Ik boog
Jij/u boog
Hij boog
Zij boog
Het boog
Wij bogen
Jullie/u bogen
Zij bogen   

 

4. Het publiek is een het-vorm.

5. Dus, het publiek boog gisteren voor de koning.

Oefentoets

Klik op het plaatje en log in met de naam: NEDERLANDS951

Eindtoets

Je gaat nu de eindtoets maken. Als je nog moeite hebt met iets, lees dan eerst de uitleg van dit onderdeel goed door. Succes.

Bekijk na de toets je fouten, dit doe je door op 'resultaten weergeven' te klikken.

 

Feedback

Zou je feedback op mijn les willen geven?

 

Je bent klaar!

Goed gedaan! Als je tijd over hebt, kan je nu de tegenwoordige tijd herhalen.

Niveau 3

Wat ga je doen?

Leerdoel: aan het eind van de les kun je het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden herkennen en je kunt zwakke en sterke werkwoorden goed schrijven.

Waarom leer je dit?: het is belangrijk om werkwoorden in de verleden tijd te herkennen en te schrijven, omdat je zo teksten beter begrijpt. Als je niet weet wanneer iets verleden tijd is, kan je de ander verkeerd begrijpen. Ook is het belangrijk als je gaat solliciteren, je hebt veel meer kans om aangenomen te worden als je geen spellingsfouten maakt. Daarnaast is het handig als je een klachtenbrief naar een kledingbedrijf (H&M of Zalando) of een telefoonbedrijf schrijft. Je wordt serieuzer genomen als je geen fouten maakt, ook word je beter begrepen. Tenslotte komt dit terug in alle examens, want je moet altijd begrijpen of iets verleden tijd is of niet.

Wat: vandaag ga je de verleden tijd oefenen. Hieronder staat een stappenplan, als je tijdens het werken niet meer weet wat je moet doen, ga je hier naar terug.

Hoe:

- Lees de algemene uitleg door

- Lees de uitleg zwakke werkwoorden + te(n)

- Lees de uitleg zwakke werkwoorden + de(n)

- Lees de uitleg sterke werkwoorden door

- Maak de oefentoets

- Lees de onderwerpen die je lastig vindt nog een keer door

- Maak de eindtoets

- Vul het feedbackformulier in

Hulp: geen

Tijd: het hele lesuur (85 minuten)

Uitkomst: aan het eind van de les kan je zwakke en sterke werkwoorden herkennen en goed schrijven. Aan het eind van de les heb je alle opdrachten gemaakt, dus heb je de site af.

Klaar: ga door naar de tegenwoordige tijd.

Algemene uitleg

De verleden tijd beschrijft iets dat al gebeurd is.

In de verleden tijd wordt onderscheid gemaakt tussen zwakke en sterke werkwoorden.

Ezelsbruggetje

Een zwak werkwoord is te zwak om  te veranderen.

Een sterk werkwoord is sterk genoeg om te veranderen.

Zwakke werkwoorden +te(n)

Bij zwakke werkwoorden zijn er twee verschillende uitgangen, namelijk stam+te(n) en stam+de(n).

 

Wanneer gebruik je stam+te(n)?

De stam is het hele werkwoord -en.

Als het werkwoord eindigt op 'ten', 'ken', 'fen', 'sen', 'chen', 'pen' of 'xen'.

Een handige manier om dit te onthouden is, zit de eindletter in 't exkofschip?

Ik                                        Stam + te                       
Jij/u, hij, zij, het Stam + te
Wij, jullie/u, zij Stam + ten

 

Voorbeeld:

Mohammed en Hassan ....... (fietsen) gisteren naar het plein.

1. Fietsen -en = fiets.

    Dus de stam is fiets.

2. Mohammed en Hassan is een wij-vorm.

    Bij de wij-vorm geldt, stam+ten.

    Dus fiets + ten.

3. Dus, Mohammed en Hassan fietsten gisteren naar het plein.

Zwakke werkwoorden +de(n)

Bij zwakke werkwoorden zijn er twee verschillende uitgangen, namelijk stam+te(n) en stam+de(n).

 

Wanneer gebruik je stam+de(n)?

De stam krijg je door het hele werkwoord -en te doen.

In alle overgebleven gevallen.

Dus als de eindletter NIET in 't exkofschip zit.

 

Ik                                        Stam + de                       
Jij/u, hij, zij, het Stam + de
Wij, jullie/u, zij Stam + den
   


De kaars ....... (branden) tien uur lang.
Voorbeeld:

1. Branden -en = brand.

    Dus brand is de stam.

2. De kaars is een het-vorm.

    Bij de het-vorm geldt stam+de.

    Dus brand+de.

4. Dus, de kaars brandde tien uur lang.

Sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden veranderen als ze van tijd veranderen.

Er zijn veel sterke werkwoorden.

Deze werkwoorden moet je gewoon onthouden.

 

Voorbeelden van sterke werkwoorden

  Tegenwoordige tijd           Verleden tijd  
worden           werden  
buigen           bogen  
lopen           liepen  
beginnen           begonnen  
lezen           lazen  
  zijn           waren
  kijken           keken
  zingen           zongen

 

Voorbeeld:

1. Het publiek .... (buigen) gisteren voor de koning.

2. Buigen wordt bogen in de verleden tijd.

3. Het schema van het werkwoorden bogen is als volgt:

Ik boog
Jij/u boog
Hij boog
Zij boog
Het boog
Wij bogen
Jullie/u bogen
Zij bogen   

 

4. Het publiek is een het-vorm.

5. Dus, het publiek boog gisteren voor de koning.

Oefentoets

Klik op het plaatje en log in met de naam: NEDERLANDS951.

Eindtoets

Je gaat nu de eindtoets maken. Als je nog moeite hebt met iets, lees dan eerst de uitleg van dit onderdeel goed door. Succes.

Bekijk na de toets je fouten, dit doe je door op 'resultaten weergeven' te klikken.

 

Feedback

Zou je feedback op mijn les willen geven?

 

Je bent klaar!

Goed gedaan! Als je tijd over hebt, kan je nu de tegenwoordige tijd herhalen.

Literatuurlijst

Corthouts, P. (Onbekend). De verleden tijd. Verkregen op 4 november 2019 van http://users.telenet.be/kabaja/weboefeningen/verleden%20tijd.htm

 

E. [JufElisa]. (2015, 18 januari). Werkwoordspelling verleden tijd [YouTube]. Verkregen op 23 oktober van https://www.youtube.com/watch?v=7MYUQkcfzA8&t=149s

 

Klascement. (Onbekend). (2018, 11 september). Mentimeter logo. [Online Afbeelding]. Op 5 november verkregen van https://www.klascement.net/websites/35230/mentimeter-smartphones-als-stemkastjes/

 

M. (2019, 29 augustus). Welkom plaatje. [Online afbeelding]. Op 5 november verkregen van http://5de-leerjaar-dedroomvlieger.blogspot.com/2019/08/welkom-in-het-5de-leerjaar.html

 

Onbekend. (Onbekend). Kahoot logo [Online afbeelding]. Op 4 november verkregen van https://media.nationalgeographic.org/assets/photos/220/301/a5bc8ebe-f0bb-44cd-bf0c-c12bc44c8260.jpg

 

Onbekend. (Onbekend). Socrative logo [Online afbeelding]. Op 4 november 2019 verkregen van  http://www.newschools.org/wp/wp-content/uploads/socrative-logo-hires.jpg

 

Onbekend. [taaluniversum]. (2013, 21 juni). werkwoordspelling verleden tijd. [YouTube]. Verkregen op 23 oktober van https://www.youtube.com/watch?v=FzpIxeiD6-Y

 

 

  • Het arrangement Werkwoordspelling is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Roos den Buitelaar
    Laatst gewijzigd
    2021-02-27 15:31:31
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    MBO, Niveau 2: Basisberoepsopleiding;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Schrijfvaardigheid; Begrippenlijst en taalverzorging;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur 30 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Oefentoets tegenwoordige tijd

    Instaptoets

    Oefentoets stam + te(n)

    Oefentoets stam + de(n)

    Oefentoets sterke werkwoorden

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.