Zwakke werkwoorden +te(n)

Bij zwakke werkwoorden zijn er twee verschillende uitgangen, namelijk stam+te(n) en stam+de(n).

 

Wanneer gebruik je stam+te(n)?

De stam is het hele werkwoord -en.

Als het werkwoord eindigt op 'ten', 'ken', 'fen', 'sen', 'chen', 'pen' of 'xen'.

Een handige manier om dit te onthouden is, zit de eindletter in 't exkofschip?

Ik                                        Stam + te                       
Jij/u, hij, zij, het Stam + te
Wij, jullie/u, zij Stam + ten

 

Voorbeeld:

Mohammed en Hassan ....... (fietsen) gisteren naar het plein.

1. Fietsen -en = fiets.

    Dus de stam is fiets.

2. Mohammed en Hassan is een wij-vorm.

    Bij de wij-vorm geldt, stam+ten.

    Dus fiets + ten.

3. Dus, Mohammed en Hassan fietsten gisteren naar het plein.