Tijdvak 9 De Wereldoorlogen

Inleiding Tijdvak 9

Thema

Tijdvak 9 is de tijd van de Wereldoorlogen.
Dit tijdvak begint rond het jaar 1900 en duurt tot 1950.
Het tijdvak beslaat de eerste helft van de twintigste eeuw.

In dit tijdvak werden twee wereldoorlogen uitgevochten.
Een belangrijk kenmerk van deze periode is de opkomst van het communisme en het nationaal-socialisme.
Ook vond er een economische wereldcrisis plaats. Over deze ontwikkelingen ga je een aantal opdrachten maken.

Als eindopdracht bij dit thema maak je een keuzeopdracht.

Leerdoelen

Aan het eind van het thema kun je:

  • sociale, economische en politieke gevolgen van de economische crisis in voorbeelden herkennen.
  • voorbeelden herkennen van collaboratie en verzet van de Nederlandse bevolking.
  • een beschrijving geven van de Jodenvervolging en uitleggen dat die uitmondde in de Endlösung.

Planning

Planning
Tijdvak 9 bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd Eindproduct
Inleiding 0,5 lesuur -
Opdracht: De Eerste Wereldoorlog 3 lesuren Presentatie
Opdracht: Economische wereldcrisis 3 lesuren Dagboek ven een werkloze
Opdracht: Colijn en Nederland in het interbellum 3 lesuren Onderzoek
Opdracht: Communisme 6 lesuren Vergelijking
Opdracht: Nationaal-socialisme 3 lesuren Diapresentatie
Opdracht: Totalitaire systemen vergeleken 3 lesuren Onderzoek
Opdracht: De Tweede Wereldoorlog 3 lesuren Fotocollage
Opdracht: De Duitse bezetting van Nederland 3 lesuren Digitale tijdbalk
Afsluiting 3 lesuren Eigen keuze
Totaal 30,5 lesuren  

Werkplan

De tijd van wereldoorlogen bestudeer je door negen opdrachten te maken.
In iedere opdracht wordt een ander aspect van de tijd van de wereldoorlogen belicht.

Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat je gedaan hebt.
Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt.

Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.
Download hier het Werkplan Tijdvak 9

De Eerste Wereldoorlog

Vooraf

Leerdoelen

De eerste opdracht gaat over de Eerste Wereldoorlog, die duurde van 1914 tot 1918.
In Frankrijk en België vond een enorme slachting plaats in de loopgraven,
maar ook op andere plaatsen werd hevig gevochten met steeds verschrikkelijker wapens.
Waardoor werd dit zo’n lange en uitzichtloze strijd?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • drie oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog noemen.
  • twee landen noemen die behoorden tot de Centralen.
  • wee Europese landen noemen die behoorden tot de Geallieerden.
  • en reden noemen waarom de Verenigde Staten bij de oorlog betrokken raakten.
  • omschrijven waarom de Eerste Wereldoorlog een totale oorlog wordt genoemd.
  • uitleggen waarom het einde van de Eerste Wereldoorlog gezien kan worden als oorzaak van de Tweede Wereldoorlog.

Eindproduct
Als eindproduct van deze les maak je een gesproken toelichting bij een filmpje over de loopgravenoorlog.

Werkwijze

Groepsgrootte
Je werkt alleen, maar met z’n tweeën aan de eindopdracht.

Benodigdheden

  • computer met internet
  • audio opnametool voor de eindopdracht

Tijd
Je hebt ongeveer drie lessen nodig voor deze opdracht.

Stap 1

Oorzaken
Ga naar de Kennisbank geschiedenis:

KB: Twee wereldoorlogen

Lees de inleiding en klik op de tweede knop.
Lees alle oorzaken in het onderdeel ‘Oorzaken Eerste wereldoorlog’.

Hieronder staan zes mogelijke oorzaken van een oorlog.
Welke zinnen waren van toepassing op de Eerste Wereldoorlog?

  1. Landen willen wraak nemen voor een verloren oorlog uit het verleden.
  2. In een land breekt een grote revolutie uit en buurlanden gaan zich ermee bemoeien.
  3. Landen maken afspraken om elkaar te helpen bij een aanvalsoorlog.
  4. Een zwakke leider die populair wil worden,
    stookt de bevolking op om oorlog te voeren tegen een klein buurland.
  5. Landen gaan steeds grotere legers opbouwen en
    nieuwe wapens ontwikkelen waardoor een dreigende situatie ontstaat.
  6. Mensen leren thuis en op school dat vechten voor je land het mooiste is wat er bestaat.

Stap 2

Bondgenootschappen
Al voor er een oorlog uitbrak, hadden veel landen afspraken met
elkaar gemaakt om elkaar in geval van oorlog te hulp te schieten.

Toets:Bondgenootschappen

Stap 3

Loopgravenoorlog
Lees in de Kennisbank met welke gebeurtenis de oorlog begon.

KB: De loopgravenoorlog

De moord op de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand,
door een jonge terrorist zorgde voor grote onrust.
Oostenrijk-Hongarije beschuldigde het land Servië van betrokkenheid.
Servië zocht hulp bij het ‘broedervolk’ Rusland en Oostenrijk-Hongarije zocht steun bij Duitsland.
Door de bondgenootschappen breidde de oorlog zich uit over heel Europa.
Door het imperialisme raakten gebieden over de hele wereld betrokken bij een gruwelijke oorlog.
Die werd vooral uitgevochten in de loopgraven in Noord-Frankrijk.
Daar liep de Duitse aanval vast en bleef er vastzitten tot 1918.

 

Vraag 1:
Waarom was het zo gevaarlijk dat Rusland bij dit conflict betrokken werd?

  • Rusland was het sterkste en meest ontwikkelde oorlogsland met de nieuwste wapens.
  • Als Rusland in een oorlog werd betrokken, zouden Frankrijk en Engeland ook meedoen.
  • Rusland was allang van plan een oorlog te beginnen tegen Oostenrijk-Hongarije en
    had nu een reden gekregen om aan te vallen.
     

Vraag 2:
Klopt deze stelling?
De moord op Frans Ferdinand was alleen maar de aanleiding tot het uitbreken van de oorlog.
Als hij niet was vermoord, was er waarschijnlijk toch wel oorlog gekomen.
Leg uit waarom de stelling (niet) klopt.


Vraag 3:
Lees de onderstaande informatie.

De Eerste Wereldoorlog
Iedereen ging ervan uit dat de Eerste Wereldoorlog maar kort zou duren. 
Toch werd het een oorlog die veel levens en geld kostte.

Duitsland was verwikkeld geraakt in een oorlog op twee fronten.
Aan de ene kant vocht Duitsland tegen Frankrijk en aan de andere kant tegen Rusland.
Daarom bedacht de chef van de Duitse Generale Staf, generaal Von Schlieffen,
een plan om dat te kunnen voorkomen.
Dit plan was eigenlijk de oorzaak van de talloze levens die verloren gingen.

Door België
De gedachte was dat het Franse leger sneller gevechtsklaar zou zijn dan het Russische.
Daarom moest Frankrijk als eerste worden uitgeschakeld.
Het Duitse leger zou om de Franse verdedigingsforten heen, door België heen optrekken naar Parijs.
Als Parijs zich overgegeven had,
kon daarna met Rusland worden afgerekend.

Tegenstand
De werkelijkheid bleek anders. Toen de Duitsers België binnen vielen,
stuitten ze op veel meer tegenstand dan was verwacht.
Bovendien bleek Rusland veel sneller gemobiliseerd dan verwacht.
Duitsland moest daar extra troepen naar toe sturen en vocht dus alsnog op twee fronten tegelijkertijd.
In september 1914 wisten de Duitse legers zich alsnog door België heen te vechten.
Ze trokken door Noord-Frankrijk, maar ook de Fransen,
bijgestaan door de Engelsen (British Expeditionary Force) boden grote tegenstand.

Ingraven
Bij de rivier de Marne kwam het westelijke front uiteindelijk tot stilstand.
De Duitsers groeven zich in. Omdat de Engelsen en Engelsen dit ook deden,
ontstond er een frontlinie van de Franse kust tot aan Zwitserland.

Loopgravenoorlog
De loopgraven vormden een stelsel van honderden gangen, kilometers lang.
De loopgraven waren goed te verdedigen met machinegeweren, artillerie en prikkeldraad.
De aanvaller zou het moeilijk krijgen. Daarom vielen er ook zoveel doden en duurde de oorlog ontzettend lang.
De Eerste Wereldoorlog zou vooral bekend worden als een Loopgravenoorlog.


Klopt deze stelling?
Het Schlieffenplan mislukte, en daardoor ontstond er een Loopgravenoorlog.
Leg uit waarom de stelling (niet) klopt.

Vraag 4:
Bekijk deze video over een beruchte slag tijdens de Eerste Wereldoorlog .
Leg uit waarom de strijd in de loopgraven niet tot een doorbraak leidde,
ondanks de massale inzet van wapens en manschappen.

Bespreek je antwoorden met je docent en/of je klasgenoten.

Stap 4

Nieuwe wapens en einde van de oorlog

Ga naar de Kennisbank 'de loopgravenoorlog'.
Lees hier het onderdeel 'Einde oorlog'.

KB: De loopgravenoorlog

Lees nu het verhaal over het einde van de oorlog en maak daarna de oefening.

Verhaal
Eén van de Duitse soldaten die het einde van de oorlog wel meemaakte, was de jonge korporaal Adolf Hitler.
Hij had zich als Oostenrijkse vrijwilliger aangemeld. Zoals velen had hij grote verwachtingen van de oorlog.
Duitsland was onoverwinnelijk, had hij op school geleerd, en zou heel Europa weer gaan beheersen.
Hij raakte echter verblind door een aanval met een nieuw wapen in deze oorlog: het verschrikkelijke mosterdgas,
dat door kleding heendringt en longen en ogen aantast.
De Duitsers hadden dit chemische wapen zelf voor het eerst gebruikt in België, bij Ieper.

Hitler moest enkele maanden in een hospitaal doorbrengen.
Daardoor maakte hij de ineenstorting van het Duitse leger niet mee.
De wapenstilstand in november 1918 kwam voor hem dan ook als een totale verrassing.
Hitler was geschokt. Het machtige Duitse leger verslagen? Dat kon niet waar zijn!
Er moest wel sprake zijn van verraad…
Hitler kwam zoals veel Duitse soldaten verbitterd en vol wraakgevoelens terug uit de oorlog.
Dat beloofde weinig goeds voor de toekomst…

 

Toets:Nieuwe wapens en einde van de oorlog

Begrippenlijst

Nationalisme
Het eigen land (de natie) als het belangrijkste beschouwen en andere landen als minder zien.
Keizerrijk
Een rijk met een keizer aan het hoofd. Duitsland was vanaf 1871 een keizerrijk onder leiding van Wilhem I.
Bondgenootschap
Een verdrag tussen staten, zakenpartners of individuen. De reden hiervoor is dat er een gemeenschappelijk voordeel wordt behaald. Deze bondgenootschappen komen veel voor in de geschiedenis.
Entente
Entente is de benaming voor een aantal losse bondgenootschappen in de 20e eeuw. Met name de bondgenootschappen tussen de landen die in de Eerste Wereldoorlog tegenover de Centralen stonden.
Imperialisme
Wanneer landen hun macht in andere delen van de wereld uitbreiden door gebieden te veroveren en controleren.
Natuurlijke barrière
Een barrière is iets dat de doorgang belemmert. Een natuurlijke barrière kan dus bijvoorbeeld een rivier of bergketen zijn.
Gifgas
Chemische stoffen die worden gebruikt om mensen buiten gevecht te stellen, te verwonden of te doden. In de Eerste Wereldoorlog werd gifgas verspreid door de loopgraven. Dit heeft vele tienduizenden soldaten het leven gekost.
Dienstplicht
De verplichting tot het tijdelijk vervullen van werkzaamheden door (een deel van) de bevolking. Meestal wordt deze term gebruikt voor de militaire dienstplicht, waarbij jonge mensen een tijdlang verplicht deel uit maken van de krijgsmacht.
Lenin
Vladimir Lenin (1870 - 1924) was de stichter van de communistische Sovjet-Unie.

 
Begin Franz Ferdinand
Franz Ferdinand was de Oostenrijkse kroonprins. Hij werd in 1914 door een Servische jongeman doodgeschoten. Deze moordaanslag was de aanleiding voor het uitbreken van oorlog tussen Oostenrijk-Hongarije en Servië.
De Centralen
Een verbond tussen een aantal landen in de Eerste Wereldoorlog. De Centralen bestonden uit: het Duitse Keizerrijk, Oostenrijk-Hongarije, Bulgarije en het Ottomaanse Rijk. Deze landen vochten tegen de geallieerden.
Kolonialisme
Het willen bezitten en veroveren van koloniën.


 
Wereldoorlog
Een oorlog die niet beperkt is tot een land, regio of werelddeel maar wereldwijd, over een groot deel van de aarde, wordt uitgevochten.
Wapenwedloop
Meerdere landen die niet willen dat hun vijanden beter bewapend zijn en daarom zelf investeren in wapens.
Eerste Wereldoorlog
Strijd tussen de Centralen en Geallieerden, tussen 1914 en 1918, die grotendeels in loopgraven werd uitgevochten.
Geallieerden
Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland.
Loopgravenoorlog
Een oorlog waarin beide partijen zich tegenover elkaar ingegraven hebben in loopgraven. Loopgraven zijn een soort gangen in de grond, die gegraven werden om beschermd te zijn tegen de geweren van de vijand. Die gangen werden op elkaar aangesloten, waardoor hele grote stelsels ontstonden.
Herstelbetalingen
Betalingsverplichtingen die de aanvallende partij van een oorlog kunnen worden opgelegd. Deze betalingen kunnen zowel in geld als in natura afgelost worden. Een bijzondere vorm van herstelbetalingen is dwangwarbeid: krijgsgevangenen worden ingezet om de oorlogsschade te herstellen.
Onbeperkte duikbotenoorlog
Het Duitse leger besloot geen rekening meer te houden met of een schip van het leger was of gewone burgers vervoerde en liet alle schepen zinken.
1 april 1917
In april 1917 raakten de Verenigde Staten bij de oorlog in Europa betrokken. Dat was o.a. een gevolg van de onbeperkte duikbotenoorlog die Duitsland voerde.
De Russische revolutie
In Rusland brak in 1917 een revolutie uit, mede dankzij de ellende die de oorlog veroorzaakte. Bij die revolutie werd de tsaar afgezet en kwamen de communisten aan de macht, onder leiding van Lenin.
 
Totale oorlog
Ook de burgers die niet in de oorlog vochten of in het gebied woonden kregen veel last van de oorlog: er was veel minder voedsel en brandstof, bijna alle mannen waren aan het front en veel mensen moesten in de wapenindustrie gaan werken.
Militarisme
Een land is militaristisch wanneer het leger een heel grote rol speelt in de samenleving.

Communisme

Vooraf

De vierde opdracht gaat over de opkomst van het communisme in Rusland (de Sovjet-Unie),
van 1917 tot 1941.
Het communisme beloofde een einde te maken aan de oneerlijke verdeling van rijkdommen in de wereld.
In het achtergebleven Rusland wist de Communistische partij daadwerkelijk de macht te grijpen.
Een nieuwe tijd brak aan. Wat kwam er terecht van dit experiment?

Leerdoelen
Aan het eind van deze les:

  • Ken je enkele ontwikkelingen die het communisme aan de macht hielpen in Rusland
  • Ken je enkele hoofdrolspelers en hun aandeel in de Revolutie
  • Kun je aangeven hoe het communisme leidde tot grote economische modernisering,
    maar ook tot terreur en hongersnoden
  • Kun je voorbeelden geven van continuïteit en
    verandering in de Russische samenleving van voor en na de Revolutie
  • Begrijp je hoe het communisme van Rusland een totalitaire samenleving maakte

Eindproduct
Als eindproduct van deze les maak je een vergelijkingsschema
over het tsaristische Rusland en de Sovjet-Unie

Werkwijze
Groepsgrootte
Je werkt alleen.

Benodigdheden
een computer met internet

Tijd
Je hebt ongeveer zes lessen nodig voor deze opdracht.

Stap 1

Rusland onder de Tsaren
Ga naar de Kennisbank:

KB: Het nationaal-socialisme en het communisme

Lees de inleiding en het onderdeel Communisme.
Maak daarna onderstaande vragen.
 

Toets:Rusland onder de Tsaren

Stap 2

Oorlog en revolutie Lees op Wikipedia hoe de Russische revolutie begon.
Bekijk de foto van de demonstratie.

Geef een verklaring voor de aanwezigheid van veel vrouwen bij deze demonstratie.
Vergelijk je verklaring met die van een klasgenoot.

Stap 3

De staatsgreep van Lenin
Ga naar de Kennisbank:

KB: Het nationaal-socialisme en het communisme

Lees de inleiding over de Russische Revolutie nog eens goed na.
Eigenlijk vonden in 1917 twee revoluties plaats in Rusland, kort achter elkaar.

  • In februari werd de Tsaar afgezet en
    kwam er een Voorlopige Regering onder leiding van de socialist Kerenski.
  • In oktober pleegden de communistische bolsjewieken van Lenin een staatsgreep.

Maak nu de volgende vragen:
 

Toets:De staatsgreep van Lenin

Stap 4

Leven onder terreur
Bekijk de onderstaande propaganda poster:
Tekst op affiche: Kameraad, kom met ons in de kolchoz!



Het boerenbedrijf in de Sovjet Unie werd een collectief gebeuren.
Een kolchoz was eigendom van de staat en van de samenwerkende boeren.
Een deel van de productie ging naar de staat.
 

Tijdens de Sovjetperiode werd er veel gebruik gemaakt van dit soort posters,
om propaganda te maken voor de ‘geweldige’ prestaties van het communisme.

  • Opdracht 1:
    Bespreek met je klasgenoot:
    welke indruk moet je krijgen van de kolchoz, volgens deze poster?
     
  • Opdracht 2:
    Zoek op internet samen nog drie voorbeelden van Sovjet-propagandaposters.
    Bewaar de afbeeldingen.

Door censuur werden foto’s als hiernaast nooit verspreid in Stalins Sovjetunie.
De gruwelijke werkelijkheid werd pas na Stalins dood in 1953 bekend.

Toets:Leven onder terreur

Begrippenlijst

De Russische revolutie
In Rusland brak in 1917 een revolutie uit, mede dankzij de ellende die de oorlog veroorzaakte. Bij die revolutie werd de tsaar afgezet en kwamen de communisten aan de macht, onder leiding van Lenin.
 
Conservatief
Tijdens de Eerste Wereld Oorlog stond Rusland onder het conservatieve bewind van de tsarenfamilie. Dit hield in dat men tegen snelle maatschappelijke veranderingen was en voor het behouden van traditionele normen en waarden.
Aandeel
Een bewijs dat recht geeft op een deel van de eigendom van een vennootschap. Een aandeel geeft de aandeelhouder recht op een gedeelte van de winst en stemrecht.
Democratie
Een democratie is een staatsvorm waarin alle burgers kunnen meebeslissen over de manier waarop hun land geregeerd wordt. Vanaf ongeveer 1800 ontstonden in Europa democratieën.
Communisme
Communisme is een politieke en economische leer die privé-eigendom en een op winst gebaseerde economie wil vervangen door gemeenschappelijk eigendom.
Verpauperen
Het door armoede en/of te weinig aandacht in verval terecht komen. Dit gebeurde tot 1917 in het arme land Rusland in de klasse van de boeren en arbeiders.
Tsaar
Een absoluut regerende vorst in Rusland. Voor 1917 was Rusland een grootmacht onder leiding van de tsaar.
Deserteren
Illegaal het leger verlaten. Vanaf 1917 deserteerden steeds meer Russische soldaten van het front.
Bolsjewieken
Een fractie onder leiding van Vladimir Lenin die de ideeën van Karl Marx in praktijk wilde brengen. Bolsjewieken zijn aanhangers van het bolsjewisme, wat later in algemenere vorm ook wel het communisme werd genoemd. Dit bolsjewisme ontstond door een scheuring in de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij van Rusland.
Arbeidersrevolutie
Volgens Karl Marx (en ook Lenin) kon een socialistische revolutie pas plaatsvinden nadat de burgerij de macht in handen had genomen. Door middel van de Oktoberrevolutie kwamen de Bolsjewieken uiteindelijk aan de macht in Rusland.
 
Februari 1917
In februari 1917 braken opstanden en stakingen uit in Rusland. Het leger gebruikte geen geweld tegen de opstandelingen en sloot zich soms zelfs aan bij het verzet tegen de tsaar. Het gevolg was dat het bestuur overgenomen werd door een voorlopige regering.
Karl Marx
Karl Marx (1818 - 1883) was een Duitse schrijver, filosoof en socioloog die gezien wordt als een grondlegger van het marxisme (samen met Friedrich Engels), communisme en socialisme. Zijn belangrijkste werk is het boek Das Kapital.
Rode Leger
Het revolutionaire leger van Bolsjewistisch Rusland na het uiteenvallen van het Keizerrijk Russisch Leger. Het Rode Leger werd ingezet tegen tegenstanders in binnen- en buitenland.
Heilstaat
Heilstaat staat voor een utopie, een droombeeld. In de tijd dat Rusland een totalitaire staat was stond alles in het teken van het doel: de communistische klassenloze heilstaat.
Staatsgreep
Een plotselinge overname van de macht. In Rusland besloot Lenin met een kleine groep revolutionairen de macht te grijpen, daarmee maakte hij een einde aan de voorlopige regering.
Totalitaire staat
Een staat waarin de politieke leiding (vaak een dictator) alle onderdelen van het bestuur en het leven bepaalt.
 
Hitler
Adolf Hitler (1889 – 1945) was een in Oostenrijk geboren Duits politicus en de leider van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). Hitler veranderde Duitsland van een beginnende democratie in een totalitaire staat met hemzelf als de absolute dictator.
1933
Er vond een machtswisseling plaats die de wereldgeschiedenis sterk beïnvloedde. In 1933 kwam namelijk de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP) van Adolf Hitler aan de macht in Duitsland. Dit gebeurde via de verkiezingen, waarbij gebruik gemaakt werd van de onmacht van politieke tegenstanders.

Nationaal-socialisme

Vooraf

Leerdoelen

De opkomst van het nationaal-socialisme in Duitsland
De vijfde opdracht gaat over de opkomst van de politieke beweging
die Adolf Hitler aan de macht zou brengen,
het nationaal-socialisme. Hoe kwamen de Duitsers ertoe,
hun steun te geven aan een partij die de democratie wilde afschaffen en
opnieuw een wereldoorlog wilde beginnen?

Aan het eind van deze les kun je:

  • de belangrijkste kenmerken noemen van het nationaal-socialisme in Duitsland.
  • aangeven welke invloed het nationaal-socialisme had op de ontwikkelingen in Duitsland tussen de wereldoorlogen.
  • Beschrijven hoe de opkomst van het nationaal-socialisme mede oorzaak werd
    van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.

Eindproduct
Als eindproduct van deze les maak je een presentatie over kinderen
tijdens de dictatuur van het nationaal-socialisme.

Werkwijze
Groepsgrootte

Je werkt alleen.

Benodigdheden

  • een computer met internet;
  • powerpoint of een ander presentatieprogramma.

Tijd
Je hebt ongeveer drie lessen nodig voor deze opdracht.

Stap 1

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog
Ga naar de Kennisbank geschiedenis:

KB: Oorzaken Tweede Wereldoorlog
KB: De situatie in Duitsland

Ga naar het onderdeel ‘Oorzaken Tweede Wereldoorlog’ en
lees de tekst bij de verschillende onderdelen.
Bekijk ook nog eens het onderdeel De economische crisis, onderdeel Situatie Duitsland.

Beantwoord daarna de volgende vragen:

Toets:Duitsland na de Eerste Wereldoorlog

Stap 2

Adolf Hitler
Ga naar de Kennisbank en lees de tekst bij de onderdelen ‘Communisme’ en 'nationaal-socialisme'.

KB: Het nationaal-socialisme en het communisme

  1. Kies het tweede onderdeel 'Nationaal-socialisme' en
    bestudeer het onderwerp 'Politieke situatie in Duitsland' op pagina 2.
  2. Kies het vierde onderdeel 'Personen' en lees de uitspraak van Hitler.

Bij de Tweede Wereldoorlog denkt iedereen natuurlijk aan de Duitse leider Adolf Hitler.
Hij maakte de nationaal-socialistische partij groot en wist van Duitsland een dictatuur te maken.
Wie was hij en welke politieke ideeën had hij?

Probeer samen met een klasgenoot onderstaande vragen over Hitler te beantwoorden.
Laat de antwoorden zien aan je docent.

  1. Noem drie zaken die Hitler sterk hebben beïnvloed voordat hij lid werd van de NSDAP.
    Leg uit welke invloed deze zaken op hem hadden.
  2. Wat voor mensen werden vooral lid van de NSDAP - en waarom?
  3. Onder welke omstandigheden schreef Hitler zijn boek Mein Kampf?
  4. Waarom had Hitler weinig succes in de jaren tussen 1923 en 1929?

Stap 3

Anne Frank

Opdracht 1

Klik op de afbeelding om naar de Geschiedeniscanon te gaan.
Lees de informatie over Anne Frank en bekijk de Canonclip.

Beantwoord daarna de vragen onderaan de pagina.

Opdracht 2
Bespreek met je groep:
Welk antwoord zou jij geven op de laatste vraag in de Canonclip:
Waar komt rassenhaat vandaan?

Toets:Anne Frank

Begrippenlijst

Propaganda
Communicatie die heel sterk één enkele boodschap laat horen en vaak de waarheid heel simpel voorstelt. Propaganda had in de Tweede Wereldoorlog vaak de vorm van posters.
Indoctrinatie
Het doordringen van de gedachten van mensen, door ze maar één kant van het verhaal te laten horen.
 
Gelijkschaling
De samenleving dwingen zich aan te passen en te gehoorzamen aan de opvattingen van de heersende klasse in dit geval de NSDAP.
Rassenwetten
De nazi’s wilden een ‘zuiver volk’ creëren. Daarom moesten mensen die zogenaamd minder waren verdwijnen.
Nationaal-socialisme
Het nationaalsocialisme, ook wel ingekort tot nazisme, is een aan het fascisme verwante ideologie die na de Eerste Wereldoorlog in Duitsland ontstond. Deze ideologie is gebaseerd op de rassenleer. Het arische ras is volgens nazi’s superieur aan alle andere rassen.
Totalitaire staat
Een staat waarin de politieke leiding (vaak een dictator) alle onderdelen van het bestuur en het leven bepaalt.

 
Rijkskanselier
Tussen 1871 en 1946 was dit de titel van het hoofd van de Duitse regering. Op 30 januari 1933 werd Hitler door Rijkspresident Von Hindenburg benoemd tot rijkskanselier.
Algemeen kiesrecht
Het systeem waarbij iedere burger (vanaf een bepaalde leeftijdsgrens) kiesrecht of stemrecht mag uitoefenen.
Nazificatie
De machtsovername van Adolf Hitler in 1933 had zeer ingrijpende gevolgen voor de maatschappij. Er was voortaan nog maar één politieke partij en heel het leven stond vanaf nu in dienst van het nationaal-socialisme.

 
Verkiezingen 1932
Bij de verkiezingen van 1932 werd de NSDAP met 37,4 % van de stemmen de grootste partij van Duitsland. Mede door de beloften op economische hervormingen en een uitweg uit de crisis. Hitler beloofde degene te straffen die volgens hem verantwoordelijk waren voor de crisis, zoals de joden, communisten en de tegenstanders uit de Eerste Wereldoorlog.
Staatsgreep
Een plotselinge overname van de macht.



 
Hitler
Adolf Hitler (1889 – 1945) was een in Oostenrijk geboren Duits politicus en de leider van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). Hitler veranderde Duitsland van een beginnende democratie in een totalitaire staat met hemzelf als de absolute dictator.
Hitlerjugend
De Hitlerjugend was tussen 1922 en 1945 de jeugdbeweging van de NSDAP. De Hitlerjugend was ook, net zoals nazi-Duitsland, nationaalsocialistisch ingesteld.
Antisemitisme
Het geven van de schuld van alle problemen aan de Joden en de wil om de de Joden te laten verdwijnen.
 

 

De Tweede Wereldoorlog

Vooraf

De zevende opdracht gaat over de Tweede Wereldoorlog.
Hoe begon deze oorlog en welke belangrijke gebeurtenissen hebben het verloop ervan bepaald?

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je:

  • de belangrijkste gebeurtenissen en
    ontwikkelingen beschrijven die het verloop van de Tweede Wereldoorlog hebben bepaald.
  • aangeven welke personen een belangrijke rol hebben gespeeld in deze oorlog.
  • aangeven welke invloed de Tweede Wereldoorlog heeft gehad op de levens van miljoenen mensen wereldwijd.

Eindproduct
Als eindproduct van deze les maak je een fotopresentatie over tien plaatsen
van herinnering aan de Tweede Wereldoorlog.

Werkwijze

Groepsgrootte:
Je werkt alleen.

Benodigdheden:

  • een computer met internet,
  • powerpoint of een ander presentatieprogramma.

Tijd:
Je hebt ongeveer drie lessen nodig voor deze opdracht.

Stap 1

Een vrede vol onvrede

Opdracht 1
Ga naar de Kennisbank geschiedenis:

KB: Oorzaken Tweede Wereldoorlog

Lees de tekst bij de verschillende onderdelen.
Noem drie gevolgen voor Duitsland van de Vrede van Versailles.

1.
2.
3.

Opdracht 2
Bekijk nog eens het onderdeel Oorzaken WO I.

Bij de vredesbesprekingen in Versailles kreeg Duitsland de schuld van de oorlog.
Ben jij het hiermee eens? Geef aan waarom (niet).


Opdracht 3
Bekijk onderstaande tekening over de Vrede van Versailles.



Je ziet van links naar rechts de volgende personen:
  • President Wilson van de VS
  • President Clemenceau van Frankrijk
  • Duitsland als geboeide man
  • Premier Lloyd George van Groot-Brittannië

Wilson, Clemenceau en Lloyd George namen als overwinnaars deel aan de vredesconferentie.

  • Welke mening heeft de tekenaar over de Vrede van Versailles?
    Welke symbolen gebruikt hij daarbij?

  • Clemenceau gaat de guillotine bedienen.
    Zoek op Wikipedia informatie over Clemenceau en verklaar,
    waarom de tekenaar juist hem bij de guillotine heeft gezet.

  • Wilson staat te praten en te gebaren.
    Zoek op deze website over Wilsons rol bij de vredesbesprekingen en verklaar,
    waarom de tekenaar hem zo heeft afgebeeld.

Bespreek de antwoorden van opdracht 1 t/m 3 met je docent.

Stap 2

Herstel en wereldcrisis
Ga naar de Kennisbank geschiedenis:

KB: Economie
KB: Opkomend extremisme

Ga naar het onderdeel ‘Oorzaken WO II’ en
lees de tekst bij de onderdelen Economie en Opkomend extremisme.

Maak eerst deze opdracht:

  • Bekijk het filmpje over Berlijn in 1929.
  • Let nog eens op de tekenen van economisch herstel in deze video.

Beantwoord daarna de volgende vragen:

Toets:Herstel en wereldcrisis

Stap 3

Hitler valt aan
Ga naar de Kennisbank geschiedenis:

KB: Tweede Wereldoorlog

Ga naar het onderdeel 'Tweede Wereldoorlog',
en bekijk op de kaart (of op een andere kaart) de positie van Duitsland,
Polen, Groot-Brittannië, Frankrijk en de Sovjet-Unie.

Lees bij 1939 de tekst over Hitlers aanval op Polen. Bekijk ook de video.
Beantwoord daarna de volgende vragen:

Toets:Hitler valt aan

Stap 4

Geplande genocide
Ga naar de Kennisbank geschiedenis:

KB: Tweede Wereldoorlog

Bestudeer het jaar 1942. Hitlers idee voor massamoord op de Joodse bevolking van Europa kwam niet uit de lucht vallen.
Beantwoord (samen met een medeleerling) de volgende vragen:

  1. Welke andere ‘oplossingen’ voor het zogenaamde Jodenvraagstuk had Hitler beproefd?
  2. Zoek de betekenis van de volgende begrippen op:
    – holocaust
    – genocide
    – antisemitisme
    – Endlösung.

Stap 5

Omkeer en bevrijding
Ga naar de Kennisbank geschiedenis:

KB: Tweede Wereldoorlog

Bestudeer het jaar 1943.
Maak daarna de volgende vragen:

Verbind de namen en begrippen in de linkerrij met de bijbehorende zinnen in de rechterrij.

1. Stalingrad A. Eerste landingsplaats van Geallieerden in Europa.
2. Sicilië B. Afgesproken aanvalspunt voor Geallieerde tegenaanval.
3. Geallieerden C. Keerpunt in de strijd tussen Duitsland en de Sovjetunie.
4. Westkust van Europa D. Roosevelt, Churchill, Stalin.

 

Stap 6

Canon: Indonesië in de Tweede Wereldoorlog
Klik op de afbeelding en lees de informatie over Indonesië in de Tweede Wereldoorlog.

Indonesië was in 1939 nog een Nederlandse kolonie en heette Nederlands-Indië.
Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog kwam er een einde aan deze eeuwenlange overheersing.
Hoe gebeurde dit?

Bestudeer daarvoor alle onderdelen van de vensterplaat .

Op deze plaat zie je hoe Koningin Juliana in Amsterdam haar handtekening zet onder de soevereiniteitsoverdracht: hierin erkent Nederland officieel dat Indonesië een zelfstandig land is en
Nederland de koloniale banden verbreekt.
Deze gebeurtenis vond plaats op 27 december 1949 in het Paleis op de Dam.

Achter de i-knoppen op de plaat vind je allerlei informatie
over de ontwikkeling van Nederlands-Indië tot een onafhankelijke republiek.

 

Opdracht 1:
Noteer voor jezelf de belangrijkste gebeurtenissen van de vensterplaat in chronologische volgorde.

Je hebt nu een overzicht van de gebeurtenissen.
Maak daarmee de volgende vragen.

Toets:Indonesië in de Tweede Wereldoorlog

Opdracht 2:
Op de canonpagina zie je ook links naar websites,
die meer informatie geven over onderwerpen die met Nederlands-Indië hebben te maken.

Jij bent een journalist bij een gratis krant die op treinperrons wordt verspreid.
De hoofdredactie wil een artikel over Nederlands-Indië,
maar het mag niet te lang en te moeilijk zijn. "Alleen een paar boeiende hoofdzaken!
Met twee aansprekende foto's! Een goeie kop erboven die nieuwsgierig maakt.
Denk aan de tussenkopjes, niet meer dan drie woorden. Aan de slag!"

Kies hieronder een onderwerp dat je interessant lijkt voor de haastige lezers.
Zoek op de canonsite een website die je meer informatie kan geven en
maak hiervan een krantenartikel van maximaal één pagina A4,
in twee kolommen, inclusief twee foto's.

Keuze-onderwerpen
  1. Wie was Soekarno eigenlijk?
  2. Het leven in Nederlands-Indië voor de Tweede Wereldoorlog
  3. Overleven in een jappenkamp
  4. De verschrikkingen van de Birmaspoorweg
  5. De Slag in de Javazee: wat gebeurde er precies?
  6. Meevechten met de politionele acties, hoe was dat?
  7. Indonesië-weigeraars: niet iedereen wilde meevechten
  8. Molukkers in Nederland
  9. Indo-muziek in de jaren vijftig
  10. Hoe werd Indonesisch eten populair

Natuurlijk kun je ook informatie zoeken op andere websites en in boeken.

Stap 7

Eindopdracht: Tien plaatsen van herinnering
De Tweede Wereldoorlog was een echte wereldoorlog - in heel veel landen werd gevochten.
Na de oorlog was er overal verdriet om de slachtoffers.
Wie de wereld rondreist, vindt overal plaatsen van herinnering:
plekken waar eens is gevochten, waar een kamp heeft gestaan,
oorlogskerkhoven, oorlogsmusea, oorlogsmonumenten.

Voorbeelden:

  • Wat is er nog te zien van kamp Auschwitz?
  • Waar liggen de doden begraven van de Slag om Stalingrad?
  • Wat is er nog terug te vinden van D-Day aan de Franse stranden?
  • Waar herdenken de Japanners de gevolgen van de eerste atoombom?

Je weet nu meer over de plaatsen waar gevochten en geleden is.
Ga eens op zoek naar deze plekken, over de hele wereld.
Met foto's en korte verhaaltjes kun je een presentatie maken van tien plaatsen van herinnering. Hoe indrukwekkender je keuzes, hoe sprekender je foto's, hoe beter het resultaat.

Wat altijd bij zo'n presentatie hoort:

  • Een foto;
  • Een korte beschrijving van de naam en de plaats met een link naar Google Maps;
  • Enkele regels waarin je uitlegt waarom dit een belangrijke plaats van herinnering is.

In je presentatie mag één Nederlandse foto worden opgenomen,
de andere komen uit het buitenland.

Hoe pak je het aan?
  1. Maak een lijst van plaatsen en gebeurtenissen in de oorlog die belangrijk waren
  2. Doe onderzoek naar monumenten, musea enz. op deze plaatsen
  3. Kies 10 plaatsen van herinnering, gespreid over zoveel mogelijk landen
  4. Verzamel aansprekende foto's en maak aantekeningen voor de toelichtingen
  5. Zet de foto's in een presentatie (Powerpoint, Prezi of een ander programma)
  6. Voeg beschrijvingen toe (waar - wanneer - link naar Google Maps)
  7. Voeg korte teksten toe
  8. Controleer je spelling
  9. Zorg dat je presentatie de juiste sfeer en uitstraling heeft
    (kleuren, lettertype, achtergronden)
  10. Controleer of je alles goed hebt aangepakt met behulp van de rubric hieronder.
    Lever je presentatie in of publiceer hem (Youtube, Twitter enz.) volgens afspraak met je docent

Gebruik deze rubric om je opdracht te controleren:

  goed voldoende onvoldoende
keuze 10 plaatsen gespreid over veel landen belangrijke gebeurtenissen bijzondere monumenten gespreid over enkele landen belangrijke gebeurtenissen teveel uit één of enkele landen onbekende gebeurtenissen
keuze foto sfeervol informatief duidelijk onduidelijk
toelichting hoofdzaken interessante of bijzondere informatie creatieve tekstvorm hoofdzaken juiste informatie geen hoofdzaken
tekstkwaliteit foutloze spelling goede zinsbouw weinig spelfouten goede zinsbouw teveel spelfouten, onjuiste zinsbouw
vormgeving opvallend door sfeer / kleurkeuze passend nietszeggend of verkeerde kleurkeuze


Begrippenlijst

Vrede van Versailles
Een verdrag waarmee de Eerste Wereldoorlog formeel werd beëindigd. Dit was een verdrag tussen Duitsland en de geallieerden. Het vond plaats op 18 januari 1919.
Kolonie
Een kolonie is een overzees gebiedsdeel dat onder het bestuur van een ander land staat. Vaak wordt zo'n gebied veroverd om winst mee te maken.
Dawes- en Youngplan
Een poging van de geallieerden om oorlogsherstelbetalingen af te dwingen van Duitsland nadat het land in de Eerste Wereldoorlog was verslagen.
Failliet
Als je je schulden niet meer kunt betalen en er beslag op al je bezit gelegd is ben je failliet. Een bedrijf dat failliet is, is dus niets meer waard.
Grote Depressie
Periode na 1929, waarin het wereldwijd economisch zeer slecht ging. Er was grote werkeloosheid en armoede.


 
Hitler
Adolf Hitler (1889 – 1945) was een in Oostenrijk geboren Duits politicus en de leider van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). Hitler veranderde Duitsland van een beginnende democratie in een totalitaire staat met hemzelf als de absolute dictator.
Oorlogseconomie
Bij een oorlogseconomie staat het werk in dienst van een naderende oorlog. Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam hervormde hij de economie van Duitsland tot een oorlogseconomie.
Infrastructuur
Veelal is de overheid verantwoordelijk voor de aanleg en het beheer van de infrastructuur. De infrastructuur is het geheel aan verbindingen in een land. Denk onder andere aan wegen, spoorlijnen en vliegvelden.
Wapenindustrie
De wapenindustrie produceert en verkoopt wapens en militaire goederen wereldwijd.

 
Dienstplicht
De verplichting tot het tijdelijk vervullen van werkzaamheden door (een deel van) de bevolking. Meestal wordt deze term gebruikt voor de militaire dienstplicht, waarbij jonge mensen een tijdlang verplicht deel uit maken van de krijgsmacht.
Weimar
De Weimarrepubliek was de politieke benaming voor Duitsland tussen 1918 en 1933. Het was de opvolger van het Duitse Keizerrijk. De term verwijst naar de Duitse stad Weimar. Daar zetelde de toenmalige regering.
 
Sociaaldemocratie
Een leer en politieke stroming die langs democratische weg tot het socialisme wil komen. Hierin streeft de samenleving naar de gemeenschappelijke voorziening in de behoeften van haar leden. In Duitsland riepen de sociaaldemocraten de republiek uit om vervolgens van 1918 tot 1933 te regeren.
Communisme
Communisme is een politieke en economische leer die privé-eigendom en een op winst gebaseerde economie wil vervangen door gemeenschappelijk eigendom.
Nationaal-socialisme
Het gedachtegoed van Hitler en de nazi’s. Zij waren tegen een staat met verkiezingen, tegen persoonlijke vrijheid en tegen het communisme.
Annexatie
Het inlijven (toevoegen) van vreemd grondgebied aan het eigen grondgebied.

 
Pearl Harbor
Japanse aanval op de Amerikaanse vloot op 7 december 1941. De haven waar de Amerikaanse schepen lagen, heette Pearl Harbor. Na deze aanval verklaarden de VS de oorlog aan Japan en Duitsland, die bondgenoten waren.
Niet-aanvalsverdrag
Een internationaal verdrag tussen twee of meer staten waarin vastgelegd wordt dat oorlog of een gewapend conflict tussen de landen voorkomen wordt. Onenigheden dienen door middel van overleg opgelost te worden.
Totale oorlog
Ook de burgers die niet in de oorlog vochten of in het gebied woonden kregen veel last van de oorlog: er was veel minder voedsel en brandstof, bijna alle mannen waren aan het front en veel mensen moesten in de wapenindustrie gaan werken.
Blitzkrieg
Snelle verrassingsaanval met een sterk leger, zodat de vijand snel verslagen kan worden.
Luchtaanval
Een militaire aanval die door de luchtmacht wordt uitgevoerd op een vijandelijke grondpositie.
D-Day
6 juni 1944, de dag waarop de legers van de Verenigde Staten, Engeland en Canada Frankrijk via de kust binnenvielen om Europa te bevrijden.
Auschwitz
Bekendste concentratiekamp, gelegen in Polen.

 
Concentratiekampen
Kampen waar tegenstanders van de nazi’s en Joden werden opgesloten. Ze moesten daar zware arbeid verrichten onder afschuwelijke omstandigheden. De meesten overleefden de kampen niet.
Tweefrontenoorlog
Duitsland moest zowel in het westen vechten tegen Engeland en Frankrijk, als in het oosten tegen Rusland.

 
De conferentie van München
In september 1938 liet Hitler zijn oog vallen op Tsjecho-Slowakije. Tijdens de conferentie van München probeerde Chamberlain om een oorlog te voorkomen. In ruil voor de Duitse annexatie van Sudetenland beloofde Hitler aan Chamberlain af te zien van verdere agressie.

Jaartallen

1939
Op 1 september 1939 viel Duitsland Polen binnen. Groot-Brittannië en Frankrijk verklaarden Duitsland de oorlog. De Verenigde Staten bleven vooralsnog neutraal.
1940
In het voorjaar van 1940 viel Duitsland het ene na het ander land binnen.
 
1941
Duitsland veroverde grote delen van het Midden-Oosten. In de zomer begon Duitsland een groot offensief tegen de Sovjet-Unie. Het doel was Lebensraum, ofwel leefgebied voor het Duitse volk. De aanval van Duitsland op de Sovjet-Unie betekende het begin van het einde voor Hitler.
1942
In 1942 werd de Endlösung, de massamoord op de joden effectief georganiseerd.


 
1943
Op 31 januari 1943 moest het Duitse leger bij de Russische stad Stalingrad zich overgeven na een verschrikkelijke strijd. De Duitse troepen trokken zich langzaam terug uit de Sovjet-Unie. De Slag om Stalingrad werd daarmee een belangrijk keerpunt in de Tweede Wereldoorlog.
 
1945
In januari bevrijdden Sovjet-soldaten het concentratiekamp Auschwitz in Polen. Op 30 april pleegde Adolf Hitler zelfmoord in zijn bunker in Berlijn en was de oorlog in het Westen praktisch gewonnen. Op 5 mei was heel Nederland bevrijd. Twee dagen later op 7 mei volgde de officiële Duitse overgave en kwam er in Europa een einde aan de Tweede Wereldoorlog.

De Duitse bezetting

Vooraf

De achtste opdracht gaat over de Duitse bezetting van Nederland.
Hoe raakte ons land bij de oorlog betrokken en welke gevolgen had dat voor de Nederlanders?

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je:

  • de belangrijkste gebeurtenissen en
    ontwikkelingen in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog beschrijven.
  • voorbeelden geven van Nederlanders die een belangrijke rol hebben gespeeld
    in deze oorlog.
  • omschrijven welke invloed de Tweede Wereldoorlog heeft gehad
    op de geschiedenis van ons land.

Eindproduct/Beoordeling
Als eindproduct van deze les maak je een digitale tijdbalk over Nederland
tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Werkwijze

Groepsgrootte:
Je werkt alleen.

Benodigdheden:

  • een computer met internet
  • en een (gratis) account bij timerime.com .

Tijd:
Je hebt ongeveer drie lessen nodig voor deze opdracht.

Stap 1

Eerste oorlogsdagen

Opdracht 1
Ga naar de Kennisbank geschiedenis:
Lees de tekst bij de Inleiding.

KBDe Duitse bezetting en de jodenvervolging

Maak nu de volgende vragen:

Toets:Eerste oorlogsdagen

Opdracht 2
Ga naar de Kennisbank Geschiedenis (pagina 1).
Bekijk de kaart bij het onderdeel Duitse bezetting.
Gebruik zo nodig een atlas.
Beantwoord samen met een klasgenoot de volgende vragen:

  1. Via welke provincies viel het Duitse leger Nederland binnen?
  2. Op welke manier wisten de Duitsers
    snel de belangrijkste bruggen in het westen van Nederland te veroveren?
  3. Op 14 mei werd Rotterdam gebombardeerd.
    Lees op Wikipedia hoe en waarom dit bombardement plaatsvond.
    Bekijk ook welke gevolgen het had.
    • Het bombardement op Rotterdam was bedoeld
      om het verzet van het Nederlandse leger te breken.
    • Het bombardement was gericht tegen militaire doelen zoals vliegvelden en bunkers.
    • Het bombardement maakte het verzet van de Nederlanders alleen maar feller.
    • Het bombardement duurde een kwartier en verwoestte het hele centrum.
    • Het bombardement duurde een hele dag en had duizenden doden tot gevolg.

Stap 2

Drie fasen in de bezetting
Ga naar de Kennisbank geschiedenis:

KB: De Duitse bezetting 1940-1945

Lees de teksten bij de drie fasen.
Bekijk dit korte fragment:

Fragment: Duitsers als 'geuniformeerde toeristen'

uit de serie De Oorlog.

Maak nu de onderstaande opdracht.

Toets:Drie fasen in de bezetting

Stap 3

Dagelijks leven
Ga naar de Kennisbank geschiedenis:

KB: De Duitse bezetting 1940-1945

Klik verder op de pijl en zoek het onderdeel Dagelijks leven.
Lees de tekst.

Opdracht 1
Link de begrippen die bij elkaar horen:

1. schaarste aan kleding A. centrale keukens
2. honger B. bonkaarten
3. toenemend verzet C. 1941
4. aanpassing zonder verzet D. 1944

 

Opdracht 2
Zoek informatie over het leven tijdens de hongerwinter.
Gebruik bijvoorbeeld www.entoen.nu of www.hetverhalenarchief.nl .
Je vindt hier verhalen van mensen die het hebben meegemaakt:
honger, tekort aan brandstoffen, evacuatie...

  1. Verzamel in de verhalen die je leest,
    zes verschillende voorbeelden van het leven tijdens de hongerwinter.
    Schrijf elk voorbeeld op in één zin, bijvoorbeeld:
    iemand rijdt 60 km op een fiets met houten banden om voedsel te kopen op het platteland.

  2. Illustreer je voorbeelden met twee foto's die passen bij het leven tijdens de hongerwinter.

  3. Verwerk je antwoorden en foto's tot een kleine poster (A4).
    Met alle posters samen maak je een kleine tentoonstelling over de hongerwinter.

Stap 4

Collaboratie en verzet
Ga naar de Kennisbank geschiedenis:
Zoek het onderdeel Collaboratie.
Lees de tekst en maak de onderstaande oefening.

KB: De Duitse bezetting 1940-1945

 

Toets:Collaboratie en verzet

​Ga naar opnieuw naar de Kennisbank geschiedenis.
Ga naar het onderdeel Duitse bezetting en zoek informatie over het Verzet.
Lees de volgende situaties.

KB: De Duitse bezetting 1940-1945

Gaat het hier om passief of om actief verzet?

Toets:Passief of actief verzet?

Stap 5

Jodenvervolging
Ga naar de Kennisbank geschiedenis:

KB: De Duitse bezetting 1940-1945

Klik op de verder pijl en zoek het onderdeel Jodenvervolging.

Link afbeelding 1                 Link afbeelding 2                  Link afbeelding 3                  Link afbeelding 4


Link iedere foto aan één van deze vier begrippen:
getto, davidsster, Westerbork of razzia.

Bespreek je antwoorden met een medeleerling.


Ga naar de Kennisbank geschiedenis:
Klik op de verder pijl en zoek het onderdeel Anne Frank.

Lees de informatie over Anne's leven.
Maak daarna de opdrachten.

KB: De Duitse bezetting 1940-1945

Toets:Jodenvervolging

Stap 6

Canonopdracht: Nederland bezet en bevrijd
In dit canonvenster lees je veel over de bezetting van Nederland.
Maar bij deze opdracht gaat het erom, informatie te vinden over je eigen omgeving:
plaats of provincie.

Keuzeopdracht:
Zoek bij de Regionale canons naar interessante informatie
over vier gebeurtenissen in je eigen omgeving tijdens de oorlogsjaren.

Je eigen omgeving: dat kan je eigen woonplaats zijn,
maar ook plaatsen daar niet te ver vandaan (in je provincie of regio).

Vier gebeurtenissen: denk bijvoorbeeld aan:

  • Militaire gebeurtenissen: de bezetting van je woonplaats, bombardementen
  • Het dagelijks leven: maatregelen van de bezetter, acties van het verzet, distributie, honger
  • Vervolging: wegvoering van mannen, Joodse gezinnen
  • Bevrijding: hoe werd je woonplaats bevrijd, door wie, feesten, maatregelen tegen NSB'ers

Maak met behulp van deze informatie opdracht A of B, naar eigen keuze.
 

A. Maak hierover een schriftelijk verslag met een overzichtelijke indeling.
De indeling moet chronologisch zijn of naar onderwerp.

B. Maak met behulp van Google Maps een kaart over de oorlog in jouw omgeving.
Hiervoor heb je een (gratis) Google account nodig.
Je kunt dan in Google Maps onder de tab Mijn kaarten een Kaart maken.
Maak een route tussen interessante plaatsen.
Je kunt een gebied markeren door een Vorm toe te voegen
(rechtsklikken op een markeringspunt) en daar een tekst met afbeeldingen en
links aan toe te voegen (kies Rich text). Je kunt je kaart opslaan (openbaar of niet-openbaar) en
de link delen.

 


Vind je weinig of geen informatie via de canon?
Ga dan zelf op zoek op internet.
Misschien vind je wel een website die eigenlijk ook in de canon zou moeten worden opgenomen!
In overleg met je docent kun je dan een suggestie indienen bij www.entoen.nu.
Kijk zelf maar alvast hoe dat moet.

Werk je graag samen?
Combineer dan samen met een klasgenoot opdracht A en B:
zoek samen gebeurtenissen, de één maakt het verslag en de ander de kaart.

Overleg dit eerst met je docent.

Stap 7

Eindproduct: Digitale tijdbalk
Nu ga je aan de slag met het eindproduct van deze les over Nederland in de Tweede Wereldoorlog.

Kies zelf uit de geschiedenis van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog
acht belangrijke gebeurtenissen en maak daarvan een digitale tijdbalk.

Je kunt dit op verschillende manieren aanpakken:

  1. Gebruik het programma www.timerime.com (je moet een account aanmaken)
  2. Maak een Powerpointpresentatie
  3. Maak een Prezi-presentatie (je moet een account aanmaken)

Natuurlijk zijn er nog andere programma's die je kunt gebruiken.
Overleg met je docent over een andere keuze.


Stap 1. Kies acht gebeurtenissen uit de geschiedenis van Nederland tijdens WOII.
Bedenk goed of de gekozen gebeurtenissen belangrijk zijn voor het verloop van de bezetting.
Denk aan de militaire gebeurtenissen, maar ook aan maatregelen van de bezetter,
aan veranderingen in het dagelijks leven, aan de ontwikkelingen in de Jodenvervolging.
Gebruik voor deze eerste stap het onderdeel van de lesbank en noteer je keuzes.
Zorg ervoor dat je alle drie de fasen van de bezetting aandacht geeft.
Noteer het jaartal - de gebeurtenis - een korte beschrijving -
de reden waarom deze gebeurtenis zo belangrijk was.

Stap 2. Verzamel beeldmateriaal.
Bij elke gebeurtenis hoort minstens één afbeelding.
Dat kan ook een symbool, een kaart of een grafiek of tabel zijn.
Zorg dat de afbeelding echt iets belangrijks laten zien van de gekozen gebeurtenis.

Stap 3. Maak de presentatie.
Verwerk steeds de afbeelding,
het jaartal en de korte beschrijving en eindig met een zin,
waarin je aangeeft waarom deze gebeurtenis belangrijk was.

Stap 4. Werk je presentatie af.
Zorg voor een goed verzorgde tekst zonder fouten - gebruik de spellingcorrectie.

Stap 5. Controleer je werk.
Gebruik de volgende rubric om te checken of je presentatie OK is:

  Goed Voldoende Onvoldoende
Keuze gebeurtenissen Belangrijk en origineel, er ontbreken geen belangrijke gebeurtenissen. De gebeurtenissen zijn goed gespreid. Alle gebeurtenissen zijn belangrijk geweest voor heel Nederland en behoorlijk gespreid. Niet alle gebeurtenissen zijn belangrijk geweest voor heel Nederland. De gebeurtenissen zijn niet over de hele periode gespreid.
Jaartallen De jaartallen zijn juist en waar mogelijk van een datum voorzien. De jaartallen kloppen. Eén of meer jaartallen zijn onjuist.
Beschrijvingen De beschrijvingen zijn juist, kort en duidelijk en prettig om te lezen. De beschrijvingen zijn juist en niet te lang. Sommige beschrijvingen zijn onjuist, te lang of onduidelijk.
Redenen voor keuze Bij elke gebeurtenis is in één zin juist en duidelijk aangegeven waarom dit jaartal belangrijk was. Bij elke gebeurtenis is een goede reden gegeven voor de keuze. De keuze voor de gebeurtenissen is soms onduidelijk of onjuist.
Afbeelding De afbeeldingen zijn passend, sprekend en origineel. Er zijn afbeeldingen maar ook kaarten, symbolen, tabellen of grafieken gebruikt. De afbeeldingen zijn passend Sommige afbeeldingen passen niet goed bij de gebeurtenissen.
Afwerking De keuze van kleuren, lettertype, spelling en vormgeving zijn mooi en duidelijk. De presentatie is technisch in orde. De keuze van kleuren, lettertype, spelling en vormgeving past bij het onderwerp. De presentatie is technisch in orde. In de keuze van kleuren, lettertype, spelling en vormgeving zijn opvallende fouten gemaakt. Er werkt iets niet goed in de presentatie.


Stap 6. Deel je presentatie.
Lever je presentatie in of deel hem in de elektronische leeromgeving.
Als je Prezi of Timerime gebruikt, kun je de link delen.

Stap 5. Controleer je werk.
Gebruik de volgende rubric om te checken of je presentatie OK is:

  Goed Voldoende Onvoldoende
Keuze gebeurtenissen Belangrijk en origineel, er ontbreken geen belangrijke gebeurtenissen. De gebeurtenissen zijn goed gespreid. Alle gebeurtenissen zijn belangrijk geweest voor heel Nederland en behoorlijk gespreid. Niet alle gebeurtenissen zijn belangrijk geweest voor heel Nederland. De gebeurtenissen zijn niet over de hele periode gespreid.
Jaartallen De jaartallen zijn juist en waar mogelijk van een datum voorzien. De jaartallen kloppen. Eén of meer jaartallen zijn onjuist.
Beschrijvingen De beschrijvingen zijn juist, kort en duidelijk en prettig om te lezen. De beschrijvingen zijn juist en niet te lang. Sommige beschrijvingen zijn onjuist, te lang of onduidelijk.
Redenen voor keuze Bij elke gebeurtenis is in één zin juist en duidelijk aangegeven waarom dit jaartal belangrijk was. Bij elke gebeurtenis is een goede reden gegeven voor de keuze. De keuze voor de gebeurtenissen is soms onduidelijk of onjuist.
Afbeelding De afbeeldingen zijn passend, sprekend en origineel. Er zijn afbeeldingen maar ook kaarten, symbolen, tabellen of grafieken gebruikt. De afbeeldingen zijn passend Sommige afbeeldingen passen niet goed bij de gebeurtenissen.
Afwerking De keuze van kleuren, lettertype, spelling en vormgeving zijn mooi en duidelijk. De presentatie is technisch in orde. De keuze van kleuren, lettertype, spelling en vormgeving past bij het onderwerp. De presentatie is technisch in orde. In de keuze van kleuren, lettertype, spelling en vormgeving zijn opvallende fouten gemaakt. Er werkt iets niet goed in de presentatie.


Stap 6. Deel je presentatie.
Lever je presentatie in of deel hem in de elektronische leeromgeving.
Als je Prezi of Timerime gebruikt, kun je de link delen.

Extra: Anne Frank

Anne Frank
In het boek 'Kinderen die wereld hebben veranderd'
staan verhalen over kinderen van wie de rechten zijn geschonden.
Ze hebben daardoor de aandacht gevestigd op een probleem in onze maatschappij.

Eén van deze verhalen gaat over Anne Frank. Anne Frank (1929 -1945)
moest zich tijdens de Tweede Wereldoorlog met haar Joodse familieleden verbergen voor de Nazi's, die Nederland hadden bezet. Ze hield een dagboek bij,
waarin ze opschreef hoe het was om als meisje op te groeien in een te krappe ruimte terwijl buiten de oorlog woedt.
Na twee jaar werden zij en de andere onderduikers ontdekt en weggevoerd naar een concentratiekamp,
waar ze omkwamen. Anne's dagboek staat symbool voor het leed van miljoenen mensen.

De canon van Nederland is een lijst met 50 vensters.
Deze 'vensters' geven een samenvatting van de geschiedenis van Nederland.
Anne Frank is één van deze vijftig thema's. Bezoek het canonvenster Anne Frank .
Bekijk in ieder geval de canon-clip over Anne Frank.

Download en lees nu het verhaal uit het boek
Kinderen die wereld hebben veranderd: Anne Frank
 

Anne Frank - kinderrechten
Mensenrechten zijn in diverse wetten en verdragen vastgelegd.
Ze gelden in Nederland en in de rest van de wereld - voor iedereen en voor altijd.
Dankzij deze rechten kunnen mensen een volwaardig bestaan opbouwen.
Omdat kinderen speciale behoeften hebben, bestaan er ook kinderrechten.
Helaas wordt er niet overal even netjes met deze rechten omgegaan.

Ga naar de website klikplaat mensenrechten en bekijk welke mensenrechten er zijn.
Klik op de verschillende afbeeldingen en lees de informatie.

Het verhaal van Anne Frank gaat over discriminatie en privacy.
Bij dit verhaal spelen in ieder geval de volgende kinderrechten een rol:

  • art 2: Discriminatie is verboden.
  • art 16: Je hebt recht op privacy.

Zijn er volgens jou nog meer (kinder)rechten die betrekking hebben op het verhaal van Anne Frank?
Zo ja, schrijf ze op.
 

Anne Frank - Jodenvervolging
Antisemitisme of jodenhaat is de discrimintie van Joden gebaseerd op hun etniciteit en religie.
Joden en het jodendom hebben in de geschiedenis dikwijls te maken gehad met weerstand of
zelfs haat van anderen.
In de loop van de geschiedenis heeft antisemitisme zich meerdere malen geuit in discriminerende overheidsmaatregelen en
ook meerdere keren in moord op Joden, zoals de Holocaust

  • Ga op zoek naar een omschrijving van het begrip etniciteit.
  • Het antisemitisme van Hitler is wel het bekendste voorbeeld van jodenhaat,
    maar niet het enige.
    Ga op zoek naar een ander voorbeeld van jodenhaat in de geschiedenis.
  • Om een massamoord van een specifieke bevolkingsgroep aan te duiden wordt vaak een bepaald woord gebruikt. Welk woord?
  • De Joden zijn niet de enige groep die is vervolgd op grond van hun etniciteit en/of religie.
    Ga op zoek naar andere voorbeelden van vervolgingen van groepen mensen op basis van etniciteit en/of religie.
     

Anne Frank - eindproduct
Gebruik de informatie uit de vorige stappen bij het maken van een eindproduct over Anne Frank.
Je mag zelf kiezen wat voor soort eindproduct je maakt.
In je eindproduct maak je duidelijk:

  • welke kinderrechten een rol spelen in het verhaal van Anne Frank.
  • waarom dagelijks honderden mensen het Anne Frankhuis in Amsterdam bezoeken.
  • wat jij vindt van het verhaal van Anne Frank.

Voor het maken van het eindproduct kun je gebruikmaken van de gereedschapskist van StudioVO.
In de gereedschapskist vind je voor veel verschillende eindproducten een plan van aanpak en
kun je zien hoe de eindproducten beoordeeld worden.

Voor je begint met het maken van eindproduct bespreek je plan van aanpak met je docent.
Succes.

Extra: lvoorl

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staan video's die goed passen bij dit thema.
Bekijk de video's. Kun je de video's goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video's met een klasgenoot.

Video: Bombardement van Rotterdam - Flash
​Video: Het geuzenmonument - Flash

Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.

Begrippenlijst

10 mei 1940 - februari 1941
De gematigde fase van de Duitse bezetting. Na vijf oorlogsdagen in mei 1940 waren de oorlogshandelingen in Nederland voorbij. Een klein deel van het Duitse leger bezette Nederland. Nederland kreeg een burgerlijk bestuur onder leiding van Seyss Inquart.
Februari 1941 - najaar 1944
De fase van de Duitse repressie. De Duitse machthebbers lieten hun gematigde houding varen. De dwang en beperkingen namen toe en anti-Joodse maatregelen volgden elkaar snel op.
 
Najaar 1944 - mei 1945
De fase van ontregeling en hongersnood. De zwaarste maanden uit de oorlog. Het transportsysteem dat in de winter van 1944 door de Duitsers volledig stil was gelegd, zorgde voor een dramatisch gebrek aan voedsel. De in het nauw verkerende Duitsers reageerden op vergrijpen en verzetsdaden met veel geweld. Uiteindelijk was Nederland op 5 mei 1945 in zijn geheel bevrijd.
Blitzkrieg
Snelle verrassingsaanval met een sterk leger, zodat de vijand snel verslagen kan worden.



 
Capitulatie
Overgeven aan de vijand.
 
Brudervolk
Het Nederlandse volk werd door Hitler gezien als een 'Brudervolk', sterk verwant aan het Duitse volk.
Seyss Inquart
Arthur Seyss-Inquart (1892 – 1946), was een Oostenrijks jurist en nazi-politicus. Hij behoorde aanvankelijk tot de gematigde stroming van de Oostenrijkse nazi's, maar later ontwikkelde hij zich als Rijkscommissaris van Nederland in het bezette Nederland als extremist.
Propaganda
Communicatie die heel sterk één enkele boodschap laat horen en vaak de waarheid heel simpel voorstelt. Propaganda had in de Tweede Wereldoorlog vaak de vorm van posters.

 
Ballingschap
Naar een ander land vluchten of weggestuurd worden. In mei 1940 vluchtte de Koninklijke familie en regering tijdens de oorlogsdagen naar Groot-Brittanië. Nederland had toen een regering en koningshuis in ballingschap.
NSB
Nationaalsocialistische Beweging. Een politieke partij die het nationaalsocialisme van Hitler aanhing en in Nederland probeerde te verspreiden.
 
Bombardement Rotterdam
In de middag van 14 mei 1940 werd de eeuwenoude historische binnenstad van Rotterdam compleet vernietigd door zware bombardementen. Het Nederlandse leger gaf zich vervolgens snel op.
 
Concentratiekampen
Kampen waar tegenstanders van de nazi’s en Joden werden opgesloten. Ze moesten daar zware arbeid verrichten onder afschuwelijke omstandigheden. De meesten overleefden de kampen niet.
Voedingsmiddelen bonnen
Vanaf 1944 werd het steeds moeilijker om moeilijkheden te negeren. De maatschappij raakte steeds verder ontregeld en er was schaarste aan producten en levensmiddelen. Om in het levensonderhoud te voorzien werden er voedingsmiddelenbonnen uitgegeven.
 
Dwangarbeid
Arbeid die mensen onder bedreiging van straf, tegen hun wil, verrichten. Vanaf 1942 organiseerde Duitsland gedwongen klussen in de Duitse oorlogsindustrie. Miljoenen volwassen mannen uit de bezette gebieden werden gedwongen in Duitsland te werken in werkkampen en fabrieken.
Invasie
Een invasie is een militaire actie die bestaat uit het binnengaan van een leger van een gebied dat valt onder een ander land. Over het algemeen met het doel het land te veroveren.
Nederlandse SS
De Nederlandse SS werd op 11 september 1940 opgericht. Ongeveer 25.000 Nederlanders meldden zich aan bij de SS en vochten mee aan de zijde van de Duitsers.
Radio Oranje
Radio-uitzendingen door de Nederlandse regering en koningin, die naar Engeland gevlucht waren.
Razzia
Actie waarbij een straat of wijk werd afgezet en alle huizen werden gecontroleerd op onderduikers of andere vijanden.
Collaboratie
Samenwerken met de bezetter van je land.

 
Jodenvervolging
Jodenvervolging is gecoördineerd geweld tegen en onderdrukking van de Joodse bevolkingsgroep. De bekendste Jodenvervolging is de Holocaust.
Onderduiken
Verstoppen in een huis (kelder, zolder o.i.d.) of op het platteland, om te voorkomen dat je werd opgepakt.
Anne Frank
Joods meisje dat bekend is geworden door het dagboek dat ze schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen ze ondergedoken zat in Amsterdam
Persoonsbewijzen
De Duitsers verplichtten alle Nederlanders van veertien jaar en ouder om een persoonsbewijs bij zich te hebben.
Hongerwinter
De winter van 1944-1945. In het westen van Nederland waren zeer weinig voedselvoorraden en er was geen transport mogelijk.
Westerbork
Doorvoerkamp in Nederland in de provincie Drenthe. Hier werden Nederlandse Joden verzameld en daarna per trein naar concentratiekampen in andere landen gestuurd.
Neutraal
Een neutraal land is een land dat in geval van oorlog geen partij kiest. In ruil daarvoor hoopt het land niet aangevallen te worden door een van beide partijen.
D-Day
6 juni 1944, de dag waarop de legers van de Verenigde Staten, Engeland en Canada Frankrijk via de kust binnenvielen om Europa te bevrijden.

Afsluiting tijdvak

Keuzeopdrachten

Je weet nu veel over Tijdvak 9, de tijd van de Wereldoorlogen.
Bij al die gebeurtenissen gaat het vooral om wat mensen allemaal meemaakten.
Je kunt proberen je in die mensen te verplaatsen: hoe zou het geweest zijn om toen te leven?
Wat zou er door je heen zijn gegaan, hoe zou jij hebben gereageerd?

Maak als afsluiting van dit tijdvak een opdracht waarin jij je inleeft in mensen uit dit tijdvak.
Je kunt een keuze maken uit vijf opdrachten.
Elke opdracht is geschikt om alleen of samen te maken.
Bij één opdracht kun je met twee tot vier leerlingen samenwerken.
Maak je keuze in overleg met je docent.

Dit zijn de vijf keuzeopdrachten:

  1. Dagboek: Oorlog in de loopgraven. Een of twee leerlingen.
  2. Hoorspel: Leven in crisistijd. Twee tot vier leerlingen.
  3. Brieven: Collaboratie of verzet? Eén of twee leerlingen.
  4. Tekening: Ontwerp een oorlogsmonument. Eén of twee leerlingen.
  5. Presentatie: Portrettengalerij van de Tijd van Wereldoorlogen. Eén of twee leerlingen.

Hierna vind je een uitgebreidere omschrijving en een stappenplan per opdracht.
Maak je keuze in overleg met je medeleerlingen en je docent.

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Oorlog in de loopgraven

Keuzeopdracht: Oorlog in de loopgraven

Opdrachtbeschrijving
Beschrijf je lotgevallen als frontsoldaat of oorlogsverpleegster.
Frontsoldaat: Stel je voor, je bent opgeroepen in Franse dienst.
Samen met heel veel dorpsgenoten van achttien moet je
gaan meevechten tegen het snel oprukkende Duitse leger.
Je moet afscheid nemen van je familie. Je maakt kennis met je legeronderdeel.
De officieren brengen je naar het front.
Nu maak je kennis met
de oorlog in de loopgraven.
Oorlogsverpleegster: stel je voor, je hebt je als vrijwilligster aangemeld om
te helpen gewonde soldaten te verzorgen in een leeggeruimde school,
twintig kilometer achter de gevechtslinies.
Elke dag komen er meer of minder ernstig gewonden binnen,
met hun verhalen. Hoe houd je het vol? Wat trof je het meest?

In een dagboek houd je bij wat je allemaal overkomt en
wat er door je heengaat. Schrijf tien dagen in dit dagboek.

Groepsgrootte
Eén of twee leerlingen


Stappenplan

  1. Verzamel informatie over het leven in de loopgraven. Zie Tips.
    Bedenk dat het steeds alleen gaat om wat een soldaat of verpleegster meemaakt!
    Kies dus geen gebeurtenissen waar hij/zij niets van kon weten.
  2. Zoek of maak een portret van jezelf. Gebruik dit als 'foto' in je dagboek.
    Je kunt ook meer 'tekeningen' zoeken of maken, als 'schetsen' in je dagboek.
    Bedenk een naam en achtergrondinformatie voor jezelf: wie ben je,
    waar kom je vandaan, wat zijn je opleiding / wensen / toekomstdromen?
  3. Bedenk gebeurtenissen die in een logische volgorde staan. Maak een overzicht.
  4. Verwerk nu de gevonden informatie door per dag een dagboekbijdrage te schrijven.
    Bedenk steeds hoe het eruit zag, hoe het voelde, wat je zou kunnen meemaken,
    reacties van anderen enz.
  5. Laat een ander je dagboekbijdrage lezen en
    vraag feedback om je dagboek nog echter te maken.
  6. Bedenk een reden waarom je ophoudt met schrijven na tien dagen en
    verwerk deze reden in je laatste dagboekbijdrage.

Tips:
Kijk eens op www.stripaap.nl voor geschikte strips over dit onderwerp.
Websites: zie entoen.nu - websites
Boeken: entoen.nu - boeken en films


Beoordeling

  Goed Voldoende Onvoldoende
Feiten De feiten kloppen, er worden veel feiten in het verhaal verwerkt over allerlei kanten van de oorlog. Er zijn voldoende feiten verwerkt die informatie geven over het leven in de loopgraven. Je komt niet meer te weten over hoe het ging in de loopgraven dan je al geleerd hebt.
Persoon De persoon is 'echt' en heeft een eigen karakter. De persoon is goed beschreven en geloofwaardig. De persoon past niet in die tijd.
Verhaal Het verhaal is vlot geschreven en fijn om te lezen. Het verhaal is goed leesbaar. Het verhaal is saai of slecht leesbaar.
Inleving Je kunt je goed inleven, het is spannend of ontroerend. Je hebt goed geprobeerd te bedenken hoe het was om dit te beleven. Je kunt duidelijk merken dat dit niet is geschreven door iemand die het heeft meegemaakt.
Taal Er staan geen fouten in die een dagboekschrijver nooit zou maken. Er staan geen fouten in die een dagboekschrijver nooit zou maken. Er staan fouten in die het verhaal moeilijk leesbaar maken of onbegrijpelijk.

 

Leven in crisistijd

Keuzeopdracht: Leven in crisistijd

Opdrachtbeschrijving
Tussen de wereldoorlogen was het leven erg moeilijk in Nederland en veel andere landen.
Door de crisis werden velen werkloos.

  • Hoe hield je het vol als werkloze en hoe was dat voor je gezin?
  • Waar moest je van leven en hoe knoopte je de eindjes aan elkaar?
  • Wat vond je van de regering en werd je erg moedeloos -
    of bleef je je best doen werk te vinden?
  • Kreeg je hulp?

Kortom: het leven was vol spanningen.
Laat die eens horen in een hoorspel dat zich afspeelt in een gezin waarvan de vader werkloos is.

Groepsgrootte
Twee tot vier leerlingen
 


Stappenplan

  1. Verzamel informatie over het leven van gewone werklozen en hun gezinnen in de crisistijd vanaf 1929.
    Bedenk hoe je het hoorspel gaat opnemen - welk programma gebruik je? Oefen hiermee.
  2. Bedenk een gezin: een vader, vrouw, kinderen - namen, woonplaats,
    beroep - karaktereigenschappen - enz.
    Maak een beschrijving per persoon en verdeel de rollen. Bedenk bij elke persoon een stem.
  3. Bedenk gebeurtenissen in het leven van een crisis-gezin en hoe dit naar voren zou komen:
    thuis aan tafel - gesprek tussen vader en moeder - werk zoeken - opstandigheid en ruzie
    - contact met andere werklozen - enz. Maak een overzicht.
  4. Werk de gebeurtenissen uit tot scènes.
    Bedenk hoe je geluiden kunt toevoegen die alles tot leven brengen.
    Maak per scène een draaiboek.
  5. Speel de scènes en maak opnames. Voeg geluiden apart toe op een apart spoor.
  6. Werk de opname af met behulp van inleiding, muziek enz.

Tips
Websites: zie: entoen.nu - websites
Boeken en films: zie: entoen.nu - boeken en films


Beoordeling

  Goed Voldoende Onvoldoende
Informatie Veel ware gegevens over het leven in crisistijd. De informatie over het leven in crisistijd klopt. Informatie is onjuist of bevat te weinig bijzonderheden.
Personen Verschillende karakters die passen in die tijd. De personen passen in die tijd. De rollen passen niet bij de periode.
Gebeurtenissen Er gebeuren allerlei dingen, ook onverwachte. De gebeurtenissen zijn geloofwaardig. Er gebeurt te weinig of het is niet geloofwaardig.
Rollen De rollen zijn afwisselend en alle personen hebben een eigen aandeel. Verschillende personen spelen een rol die bij hen past. De rollen zijn niet goed verdeeld of personen hebben geen aandeel.
Inleving en spel Je kunt je goed inleven in de crisis, er is fantasie gebruikt. Het spel geeft een goed beeld van de periode. De rollen zijn te weinig ingeleefd.
Geluiden Er zijn passende en originele geluiden toegepast, de muziek past bij de sfeer. De geluiden en muziek kloppen met de gebeurtenissen en de sfeer. Er zijn te weinig geluiden gebruikt of ze kloppen niet.
Afwerking Technisch werkt het hoorspel goed, het is mooi ingeleid. Alles werkt en er is een inleiding. Er is geen inleiding of het hoorspel werkt niet goed.

 

Collaboratie of verzet?

Keuzeopdracht: Collaboratie of verzet?

Opdrachtbeschrijving
Stel je voor, je bent twee vrienden/vriendinnen,
die bij het uitbreken van de oorlog in de problemen komen:
van de één zit vader of moeder in het verzet,
van de ander zijn vader en moeder overtuigd lid van de NSB.
In geheime briefjes die je stiekem aan elkaar doorgeeft op school,
vertel je wat je thuis meemaakt daardoor. Je discussieert over de keuzes van je ouders,
en over je eigen mening: kun je je ouders volgen of niet?

Groepsgrootte
Eén of twee leerlingen

 

 


Stappenplan

  1. Bedenk per rol met welke gebeurtenissen je te maken krijgt.
  2. Bedenk hoe deze gebeurtenissen je leven thuis beïnvloeden,
    en welke eisen er aan jou gesteld worden.
  3. Bedenk conflicten en problemen die hierdoor thuis ontstaan.
  4. Lees elkaars aantekeningen en bedenk hoe je vanuit jouw rol zou reageren.
  5. Verwerk de gegevens tot een schema van gebeurtenissen en reacties,
    en bedenk waar het allemaal op uitloopt - blijven jullie vriend(inn)en, waarom (niet)?
  6. Werk het schema uit tot een serie van 4 tot 6 brieven + antwoordbrieven.

Tips:
Boeken, films, websites:
entoen.nu - boeken en films
www.leesplein.nl
entoen.nu - websites


Beoordeling

  Goed Voldoende Onvoldoende
Informatie De informatie is origineel en klopt. De informatie klopt. Sommige informatie is onjuist.
Personen De personen zijn geloofwaardig . De personen zijn geloofwaardig. De personen passen niet bij die tijd.
Gebeurtenissen De gebeurtenissen zijn spannend en kunnen echt gebeurd zijn. De gebeurtenissen kunnen echt gebeurd zijn. De gebeurtenissen zijn ongeloofwaardig.
Verhaal Het verhaal heeft een ontwikkeling en afloop. Het verhaal heeft een duidelijke afloop. Er zit geen lijn in het verhaal.
Inleving Je kunt je door de briefjes inleven in de problemen die kinderen in die situatie hadden. Je kunt je door de briefjes inleven in de problemen die kinderen in die situatie hadden. De problemen van de personen worden niet goed uitgewerkt.
Taal De briefjes zijn duidelijk en goed geschreven zonder rare fouten. De briefjes zijn duidelijk, zonder rare fouten. Er zitten veel fouten in waardoor de briefjes onduidelijk zijn.

 

Oorlogsmonument

Keuzeopdracht: Oorlogsmonument

Opdrachtbeschrijving
In heel veel Europese landen staan monumenten die herinneren aan de oorlogen in dit tijdvak.
Vaak zie je stoere soldaten, kransen en symbolen - en lijsten met namen,
en indrukwekkende spreuken. Vaak nogal ouderwets,
want gelukkig is het allemaal lang geleden.
Hoe zou een monument voor de oorlogsslachtoffers eruit zien als een jonge kunstenaar het moest maken -
dus iemand die het zelf niet heeft meegemaakt?
Ontwerp een modern monument: voor de slachtoffers,
of juist voor de overlevenden die de vrede willen bewaren.
Zorg dat je monument beelden, symbolen en tekst bevat die begrijpelijk zijn voor een modern publiek.
Bedenk ook waar je het wilt plaatsen.

Groepsgrootte
Eén of twee leerlingen


Stappenplan

  1. Zoek afbeeldingen van monumenten voor de oorlogen van tijdvak 9 en bestudeer ze.
    Spreken de monumenten je aan? Of juist niet?
    Maak aantekeningen en noteer je gedachten en ideeën.
  2. Bedenk hoe een modern oorlogsmonument er volgens jou uit zou moeten zien.
  3. Zoek een geschikte plek in Europa of in Nederland om je monument te plaatsen.
    Zorg dat je die keuze kunt uitleggen.
  4. Maak schetsen. Overleg over een geschikte tekst.
  5. Werk de schetsen uit. Je kunt ook gebruik maken van foto's en beeldbewerkingsprogramma's.
    Werk de tekst uit, bijvoorbeeld tot een gedicht dat goed bij het beeld past.
  6. Bedenk hoe je het ontwerp kunt presenteren met een goede uitleg.

Tips:
www.4en5mei.nl/herinneren/oorlogsmonumenten


Beoordeling

  Goed Voldoende Onvoldoende
Informatie Het ontwerp past duidelijk bij het thema oorlog en vrede. Het ontwerp past duidelijk bij het thema oorlog en vrede. Het ontwerp past niet goed bij het thema.
Beeld Het beeld spreekt moderne mensen direct aan en is origineel of verrassend. Het beeld is duidelijk en past bij onze tijd. Het monument lijkt teveel op oude monumenten, spreekt moderne mensen niet aan.
Tekst De tekst is bijzonder en past goed bij het beeld. De tekst past bij het beeld De tekst past niet goed bij het monument.
Boodschap De boodschap van het beeld komt duidelijk over in het beeld en de tekst. De boodschap van het monument is duidelijk. De boodschap is onduidelijk of ontbreekt.
Vormgeving Het beeld verrast door bijzondere materialen / vormgeving / kleur e.d. Het monument is mooi en netjes uitgewerkt qua vorm en kleur. Het ontwerp is slordig uitgewerkt.
Vormgeving De presentatie geeft extra informatie over de bedoeling van het monument. De presentatie maakt duidelijk wat het monument wil betekenen. De presentatie voegt te weinig toe aan het monument zelf.

Portrettengalerij

Keuzeopdracht: Portrettengalerij

Opdrachtbeschrijving
In de tijd van de wereldoorlogen hebben veel leiders,
maar ook gewone mensen een bijzondere rol gespeeld.
Door hun acties veranderden ze het leven van andere mensen: positief of negatief.
Welke personen, helden of schurken, zou jij kiezen als de mensen van tijdvak 10?
En waarom precies?
Maak een portrettengalerij, voor aan de muur of op het scherm,
van de tien belangrijkste figuren uit de tijd van de wereldoorlogen.
Schrijf bij elk portret wie het is en welke bijdrage hij/zij heeft geleverd.

Groepsgrootte
Eén of twee leerlingen

 

 


Stappenplan

  1. Loop de geschiedenis van deze periode nog eens door en
    noteer namen van mensen die opvallen door hun invloed of bijdrage.
  2. Zoek per persoon informatie over levensjaren, achtergrond,
    activiteiten en noteer de belangrijkste gegevens.
  3. Zoek per persoon een passend en goed gelijkend portret -het mag natuurlijk ook een afbeelding zijn waarop deze persoon samen met anderen staat of in actie is.
  4. Werk de aantekeningen uit tot een korte toelichting per persoon,
    die steeds op dezelfde manier is opgebouwd: naam - levensjaren -
    toelichtende tekst van ongeveer 12 regels.
    In de tekst moet duidelijk worden welke unieke bijdrage deze persoon heeft geleverd aan dit tijdperk.
  5. Verwerk de afbeeldingen en teksten tot een portrettengalerij: op papier of digitaal.
  6. Zorg dat de presentatie door je groepsgenoten is te bekijken.

Tips
entoen.nu


Beoordeling

  Goed Voldoende Onvoldoende
Informatie De informatie in de toelichtingen is juist en goed samengevat. De informatie is juist. De informatie klopt niet.
Personen De gekozen personen hebben allen een belangrijke rol gespeeld en dit wordt ook goed uitgelegd. Er zijn originele en verrassende keuzes bij. De gekozen personen hebben allen een belangrijke rol gespeeld, in de toelichting wordt uitgelegd waarom. Er zijn personen bij die een te onbelangrijke rol speelden of hun rol wordt niet goed toegelicht.
Portretten De keuze van afbeeldingen is goed en origineel. De keuze van afbeeldingen is goed. Sommige afbeeldingen zijn onjuist, ongeschikt of onduidelijk.
Tekst De tekst is goed gespeld en prettig om te lezen. De tekst is goed gespeld en is vlot te lezen. De tekst bevat veel fouten, is slecht leesbaar.

 

Verderkijker

Tijdvak 9

Verderkijker

Aan het eind van dit thema vind je de 'verderkijker'.
De verderkijker biedt een selectie bij het thema passende digitale fragmenten uit het archief van Beeld en Geluid.
Voor thema 9 zijn de elf fragmenten bij acht verschillende onderwerpen geselecteerd.

Om de Teleblik fragmenten te kunnen bekijken moet je ingelogd zijn op teleblik.
Voor meer informatie over het inloggen ga naar: teleblik.nl/faq/hoe-krijg-ik-toegang-tot-teleblik

1 De eerste wereldoorlog
Fragment van 'Andere Tijden' over Belgische vluchtingen in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Belgische vluchtelingen in Nederland


2 Economische wereldcrisis
Armoede in de jaren dertig: hoe werd de crisis beleefd?
Oproep zingende dame voor de armen. Fragment van 'Andere Tijden'.

Crisis


3 Colijn en Nederland
Toespraak Colijn voor de oorlog, met beelden van burgers en soldaten. Colijn:
'er is voortshands nog geen enkele reden om ongerust te zijn'.

Colijn en Nederland


4 Communisme
Beelden van de Russische revolutie (o.a. Lenin),
met verhalen van Cor de Roos-Oudegeest over die tijd in Nederland.

Communisme


5 Nationaal socialisme
NSB in Nederland: een toespraak van Anton Mussert, de leider van de NSB.

NSB in Nederland

Uit het programma 'De eerste getuigen van onze eeuw' een toespraak van Hitler.

Hitler


6 Totalitaire systemen
De Grote Duitse Kunstexpositie in München in 1943.

In Europa: Duitsland


7 De Tweede wereldoorlog
Fragment uit de 'Grote geschiedenisquiz van 2012':
De Duitsers spraken tijdens de oorlog van een ‘Geisterarmee’. Wie of wat was dit?

Geistarmee

Polygoon journaal over het tekenen van het Verdrag van München 1939.

Verdrag van München


8 De Duitse bezetting
Duitse inval Rotterdam, bombardement op Rotterdam en capitulatie met de witte vlag.

En toch ... Rotterdam

Speciaal hiervoor opgeleide Canadese soldaten legden bijna de hele slotfase van de Tweede Wereldoorlog vast op film:
Nijmegen/bevrijding

5 mei 1945

  • Het arrangement Tijdvak 9 De Wereldoorlogen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Marc Boiten Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2019-09-03 12:05:40
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Tijdvak 9' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    HAVO 3;
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van de wereldoorlogen (1900 - 1950); De tijd van televisie en computer (vanaf 1950); Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    30 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, leerlijn, rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Geschiedenis. (2020).

    Tijdvak 9 - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/73233/Tijdvak_9___hv123

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Bondgenootschappen

    Nieuwe wapens en einde van de oorlog

    Rusland onder de Tsaren

    De staatsgreep van Lenin

    Leven onder terreur

    Duitsland na de Eerste Wereldoorlog

    Anne Frank

    Herstel en wereldcrisis

    Hitler valt aan

    Indonesië in de Tweede Wereldoorlog

    Eerste oorlogsdagen

    Drie fasen in de bezetting

    Collaboratie en verzet

    Passief of actief verzet?

    Jodenvervolging

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.