De Russische revolutie In Rusland brak in 1917 een revolutie uit, mede dankzij de ellende die de oorlog veroorzaakte. Bij die revolutie werd de tsaar afgezet en kwamen de communisten aan de macht, onder leiding van Lenin. |
Conservatief Tijdens de Eerste Wereld Oorlog stond Rusland onder het conservatieve bewind van de tsarenfamilie. Dit hield in dat men tegen snelle maatschappelijke veranderingen was en voor het behouden van traditionele normen en waarden. |
Aandeel Een bewijs dat recht geeft op een deel van de eigendom van een vennootschap. Een aandeel geeft de aandeelhouder recht op een gedeelte van de winst en stemrecht. |
Democratie Een democratie is een staatsvorm waarin alle burgers kunnen meebeslissen over de manier waarop hun land geregeerd wordt. Vanaf ongeveer 1800 ontstonden in Europa democratieën. |
Communisme Communisme is een politieke en economische leer die privé-eigendom en een op winst gebaseerde economie wil vervangen door gemeenschappelijk eigendom. |
Verpauperen Het door armoede en/of te weinig aandacht in verval terecht komen. Dit gebeurde tot 1917 in het arme land Rusland in de klasse van de boeren en arbeiders. |
Tsaar Een absoluut regerende vorst in Rusland. Voor 1917 was Rusland een grootmacht onder leiding van de tsaar. |
Deserteren Illegaal het leger verlaten. Vanaf 1917 deserteerden steeds meer Russische soldaten van het front. |
Bolsjewieken Een fractie onder leiding van Vladimir Lenin die de ideeën van Karl Marx in praktijk wilde brengen. Bolsjewieken zijn aanhangers van het bolsjewisme, wat later in algemenere vorm ook wel het communisme werd genoemd. Dit bolsjewisme ontstond door een scheuring in de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij van Rusland. |
Arbeidersrevolutie Volgens Karl Marx (en ook Lenin) kon een socialistische revolutie pas plaatsvinden nadat de burgerij de macht in handen had genomen. Door middel van de Oktoberrevolutie kwamen de Bolsjewieken uiteindelijk aan de macht in Rusland. |
Februari 1917 In februari 1917 braken opstanden en stakingen uit in Rusland. Het leger gebruikte geen geweld tegen de opstandelingen en sloot zich soms zelfs aan bij het verzet tegen de tsaar. Het gevolg was dat het bestuur overgenomen werd door een voorlopige regering. |
Karl Marx Karl Marx (1818 - 1883) was een Duitse schrijver, filosoof en socioloog die gezien wordt als een grondlegger van het marxisme (samen met Friedrich Engels), communisme en socialisme. Zijn belangrijkste werk is het boek Das Kapital. |
Rode Leger Het revolutionaire leger van Bolsjewistisch Rusland na het uiteenvallen van het Keizerrijk Russisch Leger. Het Rode Leger werd ingezet tegen tegenstanders in binnen- en buitenland. |
Heilstaat Heilstaat staat voor een utopie, een droombeeld. In de tijd dat Rusland een totalitaire staat was stond alles in het teken van het doel: de communistische klassenloze heilstaat. |
Staatsgreep Een plotselinge overname van de macht. In Rusland besloot Lenin met een kleine groep revolutionairen de macht te grijpen, daarmee maakte hij een einde aan de voorlopige regering. |
Totalitaire staat Een staat waarin de politieke leiding (vaak een dictator) alle onderdelen van het bestuur en het leven bepaalt. |
Hitler Adolf Hitler (1889 – 1945) was een in Oostenrijk geboren Duits politicus en de leider van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). Hitler veranderde Duitsland van een beginnende democratie in een totalitaire staat met hemzelf als de absolute dictator. |
1933 Er vond een machtswisseling plaats die de wereldgeschiedenis sterk beïnvloedde. In 1933 kwam namelijk de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP) van Adolf Hitler aan de macht in Duitsland. Dit gebeurde via de verkiezingen, waarbij gebruik gemaakt werd van de onmacht van politieke tegenstanders. |