Het arrangement Nederlands vmbo-b34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2025-10-16 19:49:46
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
- Leerinhoud en doelen
- Nederlands;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
- Trefwoorden
- kennisbank, leerlijn, rearrangeerbare, rearrangeerbare leerlijn
Gebruikte Wikiwijs Arrangementen
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Aantekeningen maken
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Aanwijzend voornaamwoord
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Bezittelijk voornaamwoord
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Bijvoeglijk naamwoord
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Bijvoeglijk naamwoord
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Bijvoeglijke bepaling
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Bijwoordelijke bepaling
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Eufenisme en understatement
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Haiku's en elfjes
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Herhaling, tautologie en pleonasme
https://maken.wikiwijs.nl/90279/Herhaling__tautologie_en_pleonasme
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Hoofd- en bijzaken
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Jezelf beheersen
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Jezelf presenteren
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Kijk- en luisterstrategieën
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Lijdend voorwerp
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Meewerkend voorwerp
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Met een -d of -t
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Naamwoordelijk gezegde
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Onvoltooid deelwoord
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Persoonlijk voornaamwoord
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Probleemoplossende discussie
https://maken.wikiwijs.nl/90300/Probleemoplossende_discussie
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Schrijfplan maken
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Tegenstelling en overdrijving
https://maken.wikiwijs.nl/90280/Tegenstelling_en_overdrijving
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Tekstdoel en tekstsoort
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Tijd in een verhaal
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Trema en apostrof
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Uitdrukkingen en spreekwoorden
https://maken.wikiwijs.nl/90313/Uitdrukkingen_en_spreekwoorden
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Verbanden tussen alinea's
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Voltooid deelwoord
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Vragend voornaamwoord
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Wat is fictie en wat is non-fictie?
https://maken.wikiwijs.nl/90389/Wat_is_fictie_en_wat_is_non_fictie_
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Werkwoordelijk gezegde
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Zelfstandig naamwoord
Welkom bij de Kennisbank Nederlands bovenbouw vmbo.
Tegenstelling en overdrijving zijn twee voorbeelden van stijlfiguren.
Eufemisme en understatement zijn twee voorbeelden van stijlfiguren.
De schrijver van een verhaal (of film) kan veel verschillende tijden gebruiken in zijn verhaal.
De opmaak van een tekst bestaat uit verschillende elementen.
Een gedicht is een kort verhaal waarin de dichter in weinig woorden veel probeert te zeggen.
Jezelf presenteren kan via de telefoon of via een persoonlijk gesprek.
Reclame op televisie of op internet is een effectief middel om veel Nederlanders te bereiken.
Beeldtaal is taal die door beelden wordt uitgedrukt.
Het is vaak niet zo dat alle informatie in een tekst even belangrijk is. In veel teksten kun je hoofd- en bijzaken onderscheiden. De belangrijkste informatie in de tekst noem je de hoofdzaak. Wat niet zo belangrijk is, is een bijzaak.
Het doel van een probleemoplossende discussie is een oplossing te vinden voor een probleem.
Lichaamstaal is communicatie door middel van gebaren, lichaamshouding en oogcontact.
Soms is het belangrijk om tijdens het kijken naar een video of een presentatie aantekeningen te maken. Ook als je naar je leraar luistert, is het handig om de belangrijkste informatie op te schrijven.
Met een betoog wil je je lezer overtuigen van jouw mening over een onderwerp.
Als je een tekst gaat schrijven, doe je dat vaak met een doel.
Een zakelijke brief is een officiële brief met een verzoek, een klacht of bijvoorbeeld een mededeling. Een zakelijke brief is gericht aan iemand die je niet zo goed kent, zoals de gemeente of een bedrijf. Een zakelijke brief is kort en beleefd, niet emotioneel. Gebruik geen onnodige moeilijke woorden.
Een artikel is een stuk tekst in een krant, tijdschrift, schoolkrant et cetera.
Een tekst bestaat vaak uit een inleiding, middenstuk en slot. Het middenstuk bestaat uit losse alinea’s. Deze alinea’s staan niet zomaar los achter elkaar. Tussen alinea’s bestaan allerlei soorten verbanden.
In allerlei gevallen moet je een formulier invullen.
Zinnen bestaan uit zinsdelen. Het onderwerp is zo’n zinsdeel. Vrijwel elke zin heeft een onderwerp.
Het werkwoordelijk gezegde (wg) is het zinsdeel dat zegt wat het onderwerp 'doet' of 'overkomt'.
Naast het onderwerp en het gezegde hebben veel zinnen ook een lijdend voorwerp.
Voor een meewerkend voorwerp kun je aan of voor zetten of weglaten.
Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Het zelfstandig werkwoord is simpelweg het belangrijkste werkwoord van de zin.
Er zijn drie lidwoorden: de, het ('t), een ('n).
Zelfstandig naamwoorden (zn) zijn woorden die een 'zelfstandigheid' aanduiden.
Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon, een groep personen, voorwerpen of onzichtbare zaken.
Een vragend voornaamwoord is een vraagwoord.
De persoonsvorm (PV) heet persoonsvorm omdat er vaak een persoon bij hoort, maar er kan ook een dier of ding bij horen.
Een bijstelling is een bijvoeglijke bepaling die bestaat uit een zelfstandig naamwoord dat onmiddellijk (dat wil zeggen zonder verbindingswoord, bijvoorbeeld een voorzetsel) volgt op een ander zelfstandig naamwoord.
Een verwijswoord verwijst naar een of meerdere woorden in een zin.
Bijvoeglijke naamwoorden (bn) geven een eigenschap of toestand aan van een zelfstandig naamwoord. Bijvoeglijke naamwoorden staan vaak direct voor het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen, maar dat hoeft niet.
In een zin staat een werkwoordelijk gezegde (wg) of een naamwoordelijk gezegde (ng).
De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een enkelvoud en een meervoud.
Om te weten hoe je de persoonsvorm schrijft, heb je de stam van het werkwoord nodig.
Een voltooid deelwoord wordt altijd gebruikt in combinatie met een hulpwerkwoord.
De gebiedende wijs drukt een gebod of een bevel uit. In zo'n zin staat geen onderwerp. De gebiedende wijs is hetzelfde als de ik-vorm van het werkwoord en die staat op de eerste plaats in de zin.
Een samenstelling maak je door twee woorden 'aan elkaar te plakken'.
Een verzonnen verhaal noem je fictie. Schrijvers van verhalen vermaken je met hun fantasie. Ze nemen je mee naar een andere tijd, door spannende, griezelige, grappige, droevige of romantische gebeurtenissen. Fictie is dus niet echt gebeurd!
Een vergadering is een bijeenkomst van meerdere mensen.
Door op de juiste manier een filmpje te bekijken, kun je de inhoud beter begrijpen.
Als je een ruzie of conflict wilt voorkomen of niet erger wilt maken, is het belangrijk dat je jezelf kan beheersen.
Met het maken van de samenvatting kun je op je examen veel punten verdienen.