Evolutie wil zeggen dat er uit eenvoudig organismen een steeds ingewikkelder gebouwde organismen ontstaan.
Kijk maar eens naar het filmpje.
De evolutietheorie geeft een uitleg over het ontstaan en ontwikkelen van de organismen op aarde.
Veel mensen vinden deze theorie het meest logisch.
Er zijn ook veel mensen die de evolutietheorie niet accepteren.
Zij geven een andere uitleg over het ontstaan van het leven op aarde.
Een voorbeeld hiervan is het letterlijk nemen van het scheppingsverhaal in de Bijbel.
Praat hierover met klasgenoten. Wat is jullie mening?
Geloven jullie in het ontstaan en ontwikkelen van organismen op aarde of geloven jullie in het scheppingsverhaal?
Praat er samen over, maar respecteer elkaars mening! Leg ook uit waarom je iets vindt.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
in grote lijnen aangeven hoe leven de evolutie van de mens is gegaan.
de stappen van de evolutietheorie van Darwin beschrijven.
een model maken van een fossiel dier en deze op een tijdlijn van het leven op aarde plaatsen.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Over het ontstaan van de mens zijn verschillende theorieën. In deze stap bekijk je de wetenschappelijke benadering. Ook bespreken jullie de verschillende ideeën binnen de klas.
Stap 2
Charles Darwin was de grondlegger van de moderne evolutietheorie. Zijn ontdekkingen zijn nog steeds van deze tijd. Je leert in deze stap over Charles Darwin.
Stap 3
Dieren passen zich aan aan de omgeving waar ze in leven. Dat vergroot hun overlevingskans. Je beantwoordt een vraag over deze overlevingsstrategieën.
Stap 4
Je bespreekt met een klasgenoot waarom dinosauriërs wel uitstierven en andere dieren niet.
Stap 5
Fossielen zijn overblijfselen van organismen die eerder leefden. In deze stap leer je wat fossielen je vertellen over het verleden. Ook maak je een tijdlijn.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de Kennisbank en de begrippen van de opdracht evolutie.
Eindopdracht
Je maakt een model van een uitgestorven dier.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
Een aantal fossielen.
Schaar en lijm.
Dun karton en kleurenprinter.
Viltstiften en stevig papier om informatiekaart te maken.
Tijd
Drie lesuren.
Aan de slag
Stap 1: Evolutie van de mens
Bekijk het onderstaande fimpje. Het laat het ontstaan van de mens zien, zoals de wetenschap beweert dat de mensen en dieren zijn ontstaan.
Is in jouw ogen de mens ook op deze manier ontstaan of heb je daar andere ideeën over?
Waarom denk je dat?
Vul je mening in op het Google-formulier: Ontstaan van de mens.
Van jullie docent krijgen jullie een overzicht van de meningen en argumenten (anoniem).
Bespreek met de klas welke argumenten goed en niet zo goed zijn en waarom.
Stap 2: Darwin
Charles Darwin heeft de evolutietheorie bedacht en deze ruim 150 jaar geleden gepubliceerd door er een boek over te schrijven.
Hij zette de wereld daarmee op zijn kop.
In de video hieronder leer je meer over Darwin en de evolutietheorie.
Inmiddels weet men nog veel meer over hoe het leven in elkaar zit, dan in de tijd van Darwin.
Nog steeds blijkt dat zijn theorie klopt.
Voor de verschillende stappen in zijn theorie zijn bewijzen: ook nu nog veranderen bepaalde soorten op aarde op die manier.
Over het ontstaan van het leven op aarde zijn miljoenen feiten bekend.
De drie belangrijkste stappen uit de evolutietheorie, zoals Darwin hem formuleerde en die nog altijd gelden zijn de volgende:
Van elke soort zijn er meer nakomelingen dan de generatie ervoor.
Die nakomelingen hebben allemaal de beperkte bronnen om te kunnen overleven nodig en moeten daarom ‘strijden’. (Struggle for life = strijd om het bestaan).
De nakomelingen zijn allemaal een beetje anders (er is variatie).
De natuurlijke omgeving maakt het voor sommige organismen van een soort gemakkelijker om te overleven dan voor andere en kiest. (Natural selection = natuurlijke selectie).
Degene met de best aangepaste eigenschappen heeft de grootste kans om te overleven en zich voort te planten. (Survival of the fittest = overleving van de best aangepaste).
Verzamelde collectie onderzocht
Weer thuis na zijn reis met de Beagle onderzoekt Darwin vinken, die hij heeft verzameld.
Het zijn mooi gekleurde vogeltjes. Hij ziet dat hun snavels van elkaar verschillen.
Op het ene eiland hebben de vinken snavels waarmee ze goed zaden kunnen eten.
Op een ander eiland zijn hun snavels juist geschikt om vruchten mee te eten.
Op weer een ander eiland is de snavel heel handig om wormen mee op te peuzelen.
Hij vraagt zich af hoe dat komt en denkt het volgende verhaal over de vinken uit.
Bestudeer uit de kennisbank biologie het onderdeel Natuurlijke selectie:
Bij stap 2 heb je gezien, dat organismen van een soort niet precies hetzelfde zijn: er is erfelijke variatie.
Hoe ontstaat die eigenlijk?
Bestudeer uit de kennisbank biologie de volgende pagina Soortvorming:
Door variatie hebben sommige dieren van één soort een grotere overlevingkans dan andere.
De strepen van de zebra zitten daar niet voor niets.
Ze beschermen de zebra tegen zijn natuurlijke vijand en zorgen voor verkoeling.
Hoe dat werkt? Dat zie je in de volgende video.
Bij de meeste diersoorten kun je, net als bij de zebra allerlei eigenschappen vinden,
die hen allerlei voordelen bieden, waardoor ze in hun leefomgeving blijven leven.
Maak nu de volgende oefening.
Stap 4: Uitsterven
Soms zijn veranderingen in het milieu zo plotseling en hevig dat een diersoort het niet kan overleven. Het meest bekende voorbeeld vormen de dinosauriërs. Miljoenen jaren geleden leefden er dinosaurussen op deze wereld. Het enige dat van deze dieren nog over is gebleven, zijn botten.
Kijk maar eens naar de volgende video over het uitsterven van de dinosauriërs.
Na de meteorietinslag waren alle dinosaurussoorten in een klap uitgestorven, omdat er geen planten meer groeiden door de enorme stofwolken, die het zonlicht lange tijd tegenhielden.
Er zijn aanwijzingen (fossielen) dat er in die tijd ook al kleine zoogdieren ter grootte van een muis op aarde leefden. Deze dieren zijn niet uitgestorven en kregen mogelijk na de meteorietinslag heel snel de kans om te evolueren tot allerlei andere zoogdiersoorten.
Lees de volgende tekst.
Er wordt gezegd dat een dat de dinosauriërs wel, maar de kleine zoogdieren niet uitstierven doordat kleine zoogdieren veel gemakkelijker voldoende voedsel en water konden vinden na de meteorietinslag. Ze hebben namelijk veel minder voedsel en water nodig. Ook kunnen ze makkelijker schuilen.
Praat over de tekst met een klasgenoot. Denken jullie dat dit een logische uitleg is? Of denken jullie dat er een andere reden is. Bespreek het samen.
Stap 5: Fossielen
Fossielen
In het filmpje in stap 4 zag je dat men inmiddels veel over de dinosauriërs weet, omdat men versteende botten en voetafdrukken van deze dieren heeft gevonden.
Zulke versteende botten of afdrukken noemt men fossielen.
Behalve van dinosauriërs heeft men van nog veel meer diersoorten en ook van planten, schimmels en bacteriën fossielen gevonden.
Dat zie je in de volgende video:
Door te kijken in welk aardlaag een fossiel zit, kan men schatten hoe oud een fossiel is.
Vaak is het: dhoe dieper de aardlaag, hoe ouder, maar door de beweging van de aardkorst klopt dit niet altijd en kunnen oude aardlagen weer naar de oppervlak komen.
Als men van alle gevonden fossielen weet hoe oud ze ongeveer zijn, krijgt men een beeld van welke organisme in welke tijdsperiode leefde.
Zo kan men zich een beeld vormen over hoe het leven op aarde in de loop der tijd is veranderd.
Fossielvorming
Bekijk onderstaande animatie.
Let er op hoe een fossiel die heel oud is, toch aan de oppervlakte van de aarde te vinden is.
Bestudeer een of meer fossielen
Van je docent krijgen jullie een aantal fossielen te zien.
Hierover spreken jullie met de klas.
Maak van één van deze fossielen een tekening. Noteer de naam van het dier bij de tekening. Je docent vertelt je de naam.
Lees voor je begint eerst even de tips in de Gereedschapskist hieronder.
Overleg met je docent of je de tekening ook in moet leveren. Zo ja, vraag dan om de beoordelingseisen.
Met een tekening kun je informatie presenteren. Je kunt je tekening eventueel combineren met stukjes tekst. Door je tekening kun je bijvoorbeeld ook laten zien welk standpunt je inneemt en hoe je over iets denkt.
Evolutie
Proces van geleidelijke verandering in alle vormen van leven van generatie op generatie.
Genetische variatie
Bestaan van verschillen in genetisch materiaal van een soort.
Fossiele restanten
Fossielen zijn versteende (afdrukken van) organismen die lang geleden leefden.
Eindopdracht: Model van een dier
Als afronding van deze opdracht maak je een model van een uitgestorven dier.
Op deze pagina staan afbeeldingen van zes uitgestorven dieren, waarover bovenstaande opdrachten worden uitgevoerd.
In overleg met je docent worden deze dieren over de verschillende groepjes van de klas verdeeld.
Bij elk dier is een link naar een zipmap.
Daarin vind je een instructiedocument en de bouwplaat of bouwplaten (voor de meeste dieren zijn het er 2).
Print de bouwplaten op dun wit karton in kleur (of je docent heeft dit al voor jullie gedaan).
Klik op de onderstaande links om je gekozen bouwplaat te downloaden:
Maak een voorbeeld van een uitgestorven dier met behulp van een bouwplaat.
Maak er een tekstbordje bij met naam van het dier.
Beoordeling
Je hebt de opdracht goed uitgevoerd als:
De bouwplaat correct en netjes in elkaar is gezet.
De juiste naam staat op het kaartje bij het dier.
Klaar?
Laat je eindopdracht beoordelen door je docent. Bewaar alles goed. Je hebt het nodig voor de eindopdracht van dit thema.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
De video is natuurlijk een dikke knipoog naar de evolutietheorie, maar desondanks geeft het wel een beeld. Hoe kijk je terug op het gesprek met je klasgenoot? Waren jullie het eens? Zo niet, heb je elkaar kunnen overtuigen met argumenten? Was er onderling respect tijdens het gesprek?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat? Welke stap kostte de meeste tijd? Welke de minste? Hoe denk je dat dit kan?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Welke informatie die je in deze opdracht hebt geleerd vond je het meest interessant? Welke het minst?
Eindopdracht
Is het gelukt om het model in elkaar te krijgen?
Wat voor soort dier was je model? Een dinosaurus of een visachtige of .....
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 'Erfelijkheid en evolutie'. Het onderwerp van deze les is: evolutie. In deze les staat de evolutietheorie van Darwin centraal en er komt in grote lijnen aan bod hoe de mens is ontstaan. Daarnaast worden ook fossielen besproken en de tijdlijn van de aarde.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 'Erfelijkheid en evolutie'. Het onderwerp van deze les is: evolutie. In deze les staat de evolutietheorie van Darwin centraal en er komt in grote lijnen aan bod hoe de mens is ontstaan. Daarnaast worden ook fossielen besproken en de tijdlijn van de aarde.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.