2019 - Maatschappelijke Zorg BOL niveau 4

2019 - Maatschappelijke Zorg BOL niveau 4

Mijn opleiding

Mijn studiegids

In de studiegids vind je belangrijke informatie over jouw opleiding. Je kunt er bijvoorbeeld in opzoeken welke keuzedelen er zijn, hoe de examinering is geregeld of wie de belangrijke contactpersonen zijn voor jouw opleiding.

Hieronder staan alvast 5 veelgestelde vragen. Zo weet je snel waar de antwoorden staan en merk je hoe de studiegids werkt.

 

 

Snelle antwoorden

Waar vind ik mijn rooster?

Het rooster kun je vinden via het Studentenportaal. Je leest hier meer over bij ‘De start’ onder ’Rooster’.

 
   

Waar vind ik het toetsrooster?

Bij het onderdeel ‘Toetsenoverzicht per periode’ onder ‘Hoe sta ik ervoor?’ staat het toetsrooster van jouw opleiding.

 

 

Welke keuzedelen zijn er en wat betekenen ze?

Bij het onderdeel ‘Wat moet ik kunnen’ onder ‘Keuzedelen’ staan de keuzedelen waar jij uit kan kiezen beschreven.

 

Wanneer zijn de examens gepland?

In de examenplanning is beschreven wanneer alle examens worden afgenomen. Deze planning vind je onder 'Het examen'?

 

Wat gebeurt er als ik afwezig ben?

Als MBO student ben je leerplichtig tot de dag dat je 18 wordt. Je moet dus altijd aanwezig zijn. Bij ‘De start’ onder ‘Verzuimafspraken’ vind je hier meer uitleg over.

Basisinformatie

Opleidingsinfo

Niveau 4
Studieduur 3
Startdatum 2 september 2019
Kwalificatiedossier 2016
Crebo code

25477 (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg)

25478 (Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen)

Sector Gezondheidszorg en Welzijn
Opleidingsteam V4

 

Wijzigingen wettelijke documenten

Datum

Onderdeel in de gids

Wat is gewijzigd?

     
     
     
     
     
     
     

De start

Bij het begin van je studie komen er veel vragen op je af. Deze studiegids begint met een overzicht van de belangrijkste zaken waar je bij de start van jouw opleiding mee te maken krijgt.

Deze studiegids is niet de enige bron van informatie. Op de website van het Da Vinci College vind je informatie over bijvoorbeeld de schoolvakanties en de locaties.

Jouw rechten en plichten als student zijn goed geregeld. Op de website staan een aantal belangrijke documenten. In deze documenten worden de rechten en plichten beschreven die gelden voor de school én voor jou als student van het Da Vinci College.

 

Boekenlijst

Geen opleiding zonder boeken of computerprogramma's (Licenties). Die boeken en licenties koop je voor de opleiding start!

Hoe?

     

Ga naar de webshop van boekhandel Dekkers   Kies Da Vinci College   Log in met je OV-nummer en DVC wachtwoord (brief)   Vink jouw boeken/licenties aan en klik op verder

 

Op de webshop van Dekkers kun je je boekenlijst zien, maar het staat je vrij om je boeken ergens anders te kopen.

Laptop en ICT

Voor je opleiding heb je een laptop nodig. Veel lesmateriaal is digitaal beschikbaar via It's Learning bijvoorbeeld. Hierdoor hoef je nog maar weinig boeken te kopen.

Waar moet de laptop aan voldoen?
De minimale eisen aan de laptop zijn hier beschreven. Voor sommige opleidingen (ICT bijvoorbeeld) zijn er aanvullende eisen die je hier kunt vinden.

 

 

ICT

Het gebruik van ICT wordt binnen het Da Vinci College zo veel mogelijk gestimuleerd. Binnen Da Vinci College werken we met...

 

 

 

Je hebt een eigen studentenmail (<ov-nr>@mydavinci.nl).

Mail doorsturen? Werken met Office 365!

  Op MyDaVinci vind je
alle webapplicaties zoals Office 365 (inloggen met schoolaccount).
  Its Learning is onze elektronische leeromgeving. Hier vind je bijvoorbeeld veel van je opdrachten.   EduArte is het studentenportaal. Hier vind je jouw cijfers en rooster.
             

 

   

Software bestellen met korting? Dat idoe je via Slim of Surfspot.   Printen kun je via MyDavinci en 'Mijn afdrukken'. Meer informatie vind je hier.   Voor goede en goedkope laptops heeft Da Vinci  afspraken met DCH (Dordtse computerhandel). Check de flyer!   Wat is een datalek? Wat doe je als je er mee te maken krijgt? Kijk hier voor meer informatie.

 

 

Wie is wie

Domeinleiding
Mw. Celia Tuijnman Sectordirecteur stuur een email
Mw. Mireille Kints Domeinleider dienstverlening stuur een email

Mw. Gabriella Timmer

 

Domeinleider V3

(Verzorgende-IG en maatschappelijke zorg 3)

stuur een email
Mw. Leonie Romijn

Domeinleider V4

(Verpleegkunde, maatschappelijke zorg 4)

stuur een email
Mw. Margreet Knops Domeinleider assistenten gezondheidszorg en gezondheidstechnische beroepen stuur een email
Dhr. Robert Wulffele Domeinleider Pedagogisch werk en Sociaal werk stuur een email

 

 

 
BPV Coördinator
Mw. Samira Belabas

Pedagogisch werk

088 - 657 23 54

stuur een email

Mw. Arlette Balochie

MZ-VIG

Sociaal Werk

088 - 657 43 56

stuur een email

Mw. Annemarie van Breugel

Assisterende in de gezondheidszorg

088 - 657 23 51

stuur een email

Mw. Anita Vondermans

MZ 4

Verpleegkundige

BBL

088 - 657 41 13 stuur een email
Mw. Jamilla Bijland Dienstverlening 088 - 6572272 stuur een email

 

 

Medewerkers verzuim      
Mw. Funda Aktemur Locatie Leerpark (PW, VIG, MZ3)

088 - 657 27 96

06 - 38677204

stuur een email
Mw. Joyce Rommens Locatie Karel Lotsyweg 088 - 657 26 56 stuur een email
Mw. Lia Veldhuis Locatie Leerpark (dienstverlening)

088 - 657 48 74

06 - 23915827

stuur een email
Mw. Myrthe Vader Locatie Leerpark (dienstverlening)

088 - 657 21 88

06 - 51788627

stuur een email
Mw. Myrthe Vader Locatie Mollenburgseweg

088 - 657 68 74

06 - 22571665

stuur een email

 

Team-Examencommissie
Mw. Wendy Verhagen Voorzitter examencommssie
Mw. Annelies Goudriaan Secretaris examencommssie
Mw. José de Bont Lid
Mw. Alice Verhoeven  Lid
   
   
   

 

 

 

 

 

 

 

 

Contactpersoon Examenbureau
Mw. Margaret van Kooten Locatie Leerpark 088- 657 46 09 stuur een email
Mw. Joyce Edelkoort Locatie Leerpark 088 - 657 23 32 stuur een email

Mw. Wilma Kraay

 

Locatie Mollenburgseweg

Locatie Karel Lotsyweg

088 - 657 68 32 stuur een email
Mw. Annelies Goudriaan Locatie Karel Lotsyweg 088 - 657 23 83 stuur een email

 

Contactpersoon Examenbureau Talencentrum
Mevr. C. Lodder 088 6572768 stuur een email
mevr. X van Bregt 088 6574416 stuur een email
 
Vertrouwenspersonen    
Inge Meijer (V) 088 657 21 12 stuur een email
Dick Vader (M) 088 657 21 08 stuur een email
Rieme de Jager (V) 088 657 45 62 stuur een email
Riëtte de Vries (Gorinchem) (V) 0183 64 69 25 stuur een email
Muhammet Firat (m) 0643025814 stuur een email
Emine Firat (V) 0650574098 stuur een email

 

Regels en afspraken

Beroepsopleiding? Dus een beroepshouding! Daarom hieronder wat afspraken.

(De algemene gedragsregels kun je vinden onder 'belangrijke documenten')

     
Op school kleed je jezelf zoals je dat op je werk zou doen, toch?   Eten? Lekker! Maar wel buiten de lessen in de kantine of koffiecorner.   Roken? Doen we gewoon niet... behalve op aangewezen plekken.   Mag best, als de docent dat aangeeft...

 

   

 
Muziekje erbij? Als de docent het goedkeurt.   Op laptop of telefoon kijk je naar... schoolwerk!   Je rommel opruimen is heel normaal!   Gereedschap terug op z'n plek...
 
  Da Vinci college is een 'Gezonde school'. Wat dat betekent kun je hier lezen.

 

 

 

Verzuimafspraken

Schoolverzuim kan het behalen van jouw diploma in de weg staan. Wij vinden het belangrijk te weten waarom je niet op school bent. Daarom hebben we een aantal afspraken gemaakt.

 

 

 

 

 

 

 

 

De verzuimbegeleider
neemt contact met je op als je er een tijdje niet bent.
Soms word je dan aangemeld bij DUO.
Niet handig voor studie en studiefinanciering!

 

Ziek?
Nog geen 18? Je ouder of verzorger meldt jou ziek!

Bel 088-6574080.

  • Bellen kan vanaf 8:00. Bel zo snel mogelijk
  • Heb je 's avonds les? Bellen kan tot 16:00
  • Word je tijdens de les ziek? Meld je ziek bij de docent & informeer je studieloopbaan begeleider

Weer beter?
Inloggen en we weten het...

  Wil je naar een bruiloft of begrafenis, moet je naar de dokter?
Bespreek het met je studieloopbaan-begeleider

Vrijstellingen

 

Vrijstellingsregeling Da Vinci College

Soms heb je bij een (andere) opleiding, aan het Da Vinci College of daarbuiten, al examen gedaan voor een onderdeel. In dat geval kun je misschien een vrijstelling krijgen. De voorwaarden vind je in de vrijstellingsregeling.

De vrijstellingsregeling gaat over alle examens van de mbo-opleidingen van het Da Vinci College en is geldig in dit schooljaar. Meer informatie vind je in de uitgebreide vrijstellingsregeling.

Studentenkaart

Legitimeren
Bij de meeste gebouwen binnen het Da Vinci College staat een beveiliger. De beveiligers kunnen en mogen je vragen om een studentenkaart. Je moet die dan ook laten zien.

   

 

Jouw studentenkaart! Alleen van jou dus! Kwijt? Stuur een mail of ga naar de studentadministratie.    

Voor 10 euro per jaar heb ook jij een locker. Regel het bij de receptie. De lockers open je met je studentenkaart.

  Ook voor printwerk heb je de studentenkaart nodig. Meer over printen bij 'laptop en ict'.
           
Er is nog een andere handige kaart! Die krijg je niet van Da Vinci maar van de overheid. Die kaart is het Studentenreisproduct. (Klik voor meer info)

Introductieprogramma

In de eerste week van je opleiding vindt de introductie plaats. Tijdens de introductieweek maak je kennis met je opleiding, je docenten, je klasgenoten, het gebouw en het Da Vinci College. 

Iedere opleiding vult de introductie op eigen wijze in.

 

 

Rooster

Jouw lesrooster kun je vinden via het studentenportaal of Davinci.nl.

In het rooster wordt per les aangegeven om welk opleidingsonderdeel (vak) het gaat, wie de docent is en in welke ruimte er les wordt gegeven.

De naam van de docent wordt afgekort met een drie-lettercode. 

 

 

Jaarplanning

De vakanties in het schooljaar 2019/2020 zijn vastgesteld en deze kun je hier op de da Vinci website bekijken.

Het schooljaar 2019-2020 is verdeeld in 4 lesblokken, namelijk:

 

Start lesperiodes schooljaar 2019-2020

Lesperiode 1

Maandag 2 september 2019

Lesperiode 2

Maandag 18 november 2019

Lesperiode 3

Maandag 10 februari 2020

Lesperiode 4

Maandag 4 mei 2020

Elke periode kent 10 lesweken. Hierbij zijn week 1 tot en met week 9 lesweken. Week 10 is de voortgangsweek. 

Wat moet ik kunnen?

Wat jij allemaal moet kunnen na je opleiding is beschreven in het kwalificatiedossier van jouw opleiding.

Binnen het kwalificatiedossier zijn er eisen beschreven voor:

  • Het beroep
  • Nederlands, rekenen en bij niveau 4 ook voor Engels
  • Loopbaan en Burgerschap

Om het diploma te behalen moet je voor alle drie de onderdelen aan die eisen voldoen.

 

 

 

 

Beroepsgericht

Elke opleiding die je volgt, werkt vanuit een kwalificatiedossier en bij de combi zijn dit twee kwalificatiedossiers.

In een kwalificatie­dossier staat welke kerntaken en werkprocessen je moet beheersen als je na je opleiding gaat werken als (beginnend) beroepsbeoefenaar.

Deze kerntaken en werkprocessen kom je tegen in het onderwijs en de examens.

 

Kerntaken
Kern­taken geven de belangrijkste werkzaamheden van de beroepsoefenaar weer. Deze taken zijn kenmerkend voor het beroep waarvoor jij wordt opgeleid.

 

Werkprocessen

Een kerntaak bestaat uit een aantal werkprocessen. Een werkproces bevat een aantal samenhangende activiteiten. Deze activiteiten hebben een begin, een eind en leiden tot een duidelijk resultaat.

 

Kwalificaties Maatschappelijke zorg niveau 4
Kerntaak Werkproces
Kerntaak B1:

B1-K1 Bieden van ondersteunende,
activerende begeleiding en zorg

B1-K1-W1 Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt
B1-K1-W2 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging
B1-K1-W3 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
B1-K1-W4 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
B1-K1-W5 Reageert op onvoorziene en crisissituaties
B1-K1-W6 Stemt de werkzaamheden af
B1-K1-W7 Evalueert de geboden ondersteuning
Kerntaak B2:
B1-K2 Werken aan kwaliteit en
deskundigheid
B1-K2-W1 Werkt aan de eigen deskundigheid
B1-K2-W2 Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
Kerntaak P3: persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg
Bieden van zorg en ondersteuning in de gehandicaptenzorg P3.1 Levestelt het ondersteuningsplan op
P3.2 Ondersteunt client/naastbetrokkenen bij het voeren van de regie
P3.3 Ondersteunt en motiveert een groep clienten bij activiteiten
P3.4 Ondersteunt de client bij het leggen en onderhouden van contacten en betrekt naastbetrokkenen
P3.5 Voert verpleegtecnische handelingen uit
P3.6 Voert beheertaken uit
P3.7 Voert coördinerende taken uit
P3.8 Begeleidt nieuwe collega's, stagiaires en/of vrijwilligers
Kerntaak P6: Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen
Bieden van ondersteuning aan specifieke doelgroepen P6.1 Schrijft het ondersteuningsplan
P6.2 Begeleidt de client bij het versterken van de eigen kracht
P6.3 Ondersteunt de client bij maatschappelijke participatie
P6.4 Betrekt en ondersteunt naastbetrokkenen
P6.5 Voert coördinerende taken uit
P6.6 Begeleidt nieuwe collega's, stagiaires en/of vrijwilligers

 

n.v.t.: het werkproces is niet van toepassing

Keuzedelen

Keuzedelen zijn een onderdeel van je opleiding. Ze zijn verdiepend, verbredend of gericht op doorstroom naar een niveau hoger of het HBO. De keuzedelen zijn verplicht en worden ook geëxamineerd. Het resultaat van dat examen telt nog niet mee voor het diploma.

 

 

 

 

Alle informatie over de keuzedelen vind je 'onder de knop' links. Daar lees je ook wat je moet kunnen voor jouw keuzedelen. Alle kerntaken en werkprocessen zijn beschreven.

Ook voor andere keuzedelen die het Da Vinci College aanbiedt is de informatie te vinden onder de knop. Makkelijk toch?

 

Nederlands

 

 

 

 

Schrijven

 

Spreken

 

Luisteren

 

Gesprekken voeren

 

Lezen


Voor elk beroep is Nederlands een belangrijke taal. Dus ook in jouw opleiding krijgt Nederlands veel aandacht.

Wat moet je dan kunnen?
Voor de 5 hierboven genoemde vaardigheden moet je aan een bepaald niveau voldoen.
Voor Entree, niveau 2 en niveau 3 moet je aan het eind van de opleiding het niveau 2F halen. Voor niveau 4 geldt aan het eind van de opleiding het niveau 3F.

Hoe je dat gaat doen, lees je in het linker keuzemenu onder ‘hoe ga ik dat leren?’​.

 

Rekenen

Voor je werk is het belangrijk dat je goed kunt rekenen. Tijdens je opleiding leer je rekenen met de volgende onderwerpen: 

 

 

 

Getallen

 

Verhoudingen

 

Meten en meetkunde

 

Verbanden


Hoe je dat gaat doen, lees je in het linker keuzemenu onder ‘hoe ga ik dat leren?’​.

Engels

 

 

 

 

Schrijfvaardigheid

 

Spreekvaardigheid

 

Luistervaardigheid

 

Gespreksvaardigheid

 

Leesvaardigheid

 

Binnen een MBO opleiding kan Engels een verplicht onderdeel van de opleiding zijn. Engels op niveau 4 is verplicht. Engels op niveau 3 is per opleiding verschillend. Engels op niveau 2 is per opleiding verschillend. In het examenplan van jouw opleiding kun je zien of Engels een verplicht onderdeel is. Sommige opleidingen hebben meer eisen voor de Moderne Vreemde Talen (MVT) Dat zijn eisen die samenhangen met het beroep. In het examenplan van je opleiding kun je zien of dit van toepassing is op jouw opleiding.

Tijdens de lessen werk je aan én examineer je bovenstaande 5 vaardigheden. Hoe je dat gaat doen, lees in het linker keuzemenu onder ‘hoe ga ik dat leren’.

Loopbaan en Burgerschap

Loopbaan en Burgerschap is een belangrijk onderdeel van je opleiding. Bij dit onderdeel gaat het om jouw persoonlijke ontwikkeling en hoe je functioneert in de maatschappij.

 

Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling   Burgerschap

Je leert hoe je sturing kunt geven aan jouw loopbaan. Welke keuzes je maakt in je opleiding. Je leert nadenken over je toekomst, van werk tot een vervolgstudie. Alles moet dan natuurlijk wel passen bij jouw interesses, kwaliteiten en mogelijkheden.

Tijdens de studieloopbaanbegeleiding oefen je vaardigheden die je hierbij helpen.

 

Bij Burgerschap gaat het om de rol die jij kunt spelen in de maatschappij. Burgerschap bestaat uit 4 onderdelen:

  1. politiek-juridische dimensie
  2. economische dimensie
  3. sociaal-maatschappelijke dimensie
  4. vitaal burgerschap

We verwachten van je dat je actief deelneemt aan de activiteiten die de school je aanbiedt bij Loopbaan oriëntatie en burgerschap inclusief de daarbij horende toetsen en afrondende activiteiten. Deze “inspanningsverplichting” is een voorwaarde voor diplomering.

 

 

 

Hoe ga ik dat leren?

Onderwijsvisie DVC

Alles wat je gaat leren wordt op een zelfde manier aangeboden. Het onderwijs op school is afgestemd op de (beroeps)praktijk. Je werkt dus zoveel mogelijk met echte praktijkopdrachten. De theorielessen ondersteunen die praktijkopdrachten.

 

 

 

Opbouw opleiding

Het Da Vinci College heeft het schooljaar opgedeeld in 4 blokken van 10 weken. Per blok wordt er een aantal opleidingsonderdelen aangeboden. Het gaat dan om lessen op school of beroepspraktijkvorming bij een bedrijf of een instelling. In het linker menu vind je meer informatie over jouw opleidingsprogramma.

 

Totaaloverzicht opleiding

 

Hieronder staat een link naar de meerjarenplanning van jouw opleiding. In de tabel staan alle lessen, stages en projecten van jouw opleiding. Zo zie je wat er gebeurt tijdens de opleiding en wanneer.

In de tabel wordt per periode en schooljaar aangegeven:  

  • hoeveel uren les er wordt gegeven
  • Het aantal uren BPV (stage)

 

Meerjarenplanning MZ 4 Persoonlijk begeleider BOL

Opleidingsprogramma

De opleiding die je volgt, bestaat uit drie leerjaren. In het opleidingsprogramma zitten ‘beroepsspecifieke’ vakken. Deze vakken bereiden je voor op het beroep waarvoor je opgeleid wordt. Bijvoorbeeld ontwikkelingspyschologie, begeleiden of persoonlijke zorg. Je krijgt ook algemene vakken. Daarnaast zijn er generieke vakken zoals Nederlands, Engels (niveau 4), rekenen. Deze vakken zijn ondersteunend aan het goed functioneren in je beroep en/of de maatschappij.

Voor jouw opleiding maken we gebruik van 'Curriculum Totaal'. Hierin tref je inhoud aan wat je leert in de verschillende periodes, welke leerdoelen er zijn, welke lesstof je aangeboden krijgt en welke (huiswerk)opdrachten je uitvoert. 

Daarnaast is er ook It's Learning. Dit is een electronische leeromgeving. Ook hier tref je informatie aan, zoals bijvoorbeeld de examinering. 

 

Communiceren

Om je werk goed uit te voeren moet je goed kunnen communiceren. Je praat altijd al met je klasgenoten, je familie, je vrienden enzovoort. Maar hoe communiceer je in een begeleidingssituatie? Waar moet je op letten? Zijn er tips?

Daarnaast ben je in je werk continue bezig met de begeleiding van cliënten. Hoe begeleid je de cliënt nu op de best passende manier? Wat is mijn eigen begeleidingsstijl? Past die wel bij de wensen en de behoeften van de cliënt? Hoe zorg ik er voor dat de regie vooral bij mijn cliënt blijft?

Bovenstaande vraagstukken komen uitgebreid in deze lessen aan bod.

Kom je verder in je opleiding dat leer je ook omgaan met crisissituaties. Denk hierbij aan gedrag van een cliënt dat door iets plotseling verandert. Je oefent bijvoorbeeld in het omgaan met agressief gedrag of juist ontwijkend gedrag. Je leert ook hoe een speciale gesprekken moet voeren.

In je werk met de cliënt heb je ook veel met de omgeving te maken. Denk aan de familie, buren, vrienden & kennissen van de cliënt of andere betrokken instanties. Oftewel, de cliënt heeft een netwerk om zich heen waar je in de begeleiding van de cliënt gebruik van maakt of moet gaan maken. Maar dan moet je wel goed in beeld hebben wie er zoal in het netwerk zit of zou kunnen zitten. Het is belangrijk dat je leert hoe je dit netwerk samen met de cliënt in kaart brengt en de cliënt stimuleert dat hij gebruik maakt van zijn netwerk.

Daarnaast zul je niet altijd zelf alle deskundigheid in huis hebben om de cliënt te kunnen ondersteunen bij zijn problematiek. Het is belangrijk om te weten welke hulpverlenende instanties nog meer een bijdrage kunnen leveren aan het omgaan met de problematiek van de cliënt.

Persoonlijke zorg en zorg voor de omgeving

Een (belangrijk) onderdeel van je beroep is de persoonlijke zorg en de zorg voor de omgeving.

Ook binnen de maatschappelijke zorg heb je hiermee te maken. 

Wat leer je bij dit vak? Denk bijvoorbeeld aan joe je een client helpt bij het wassen en het aankleden. Maar ook: hoe breng ik iemand naar het toilet? Hoe til ik iemand van de wc weer naar de rolstoel?

Belangrijk hierbij is ook: hoe zorg ik ervoor dat de client zelf 'de touwtjes' in handen kan houden. Dit wordt ook wel 'zelf de regie houden' genoemd.

Daarnaast zal je ook clienten moeten helpen bij de zorg voor de omgeving. Denk bijvoorbeeld aan de was doen, stoffen en stofzuigen of juist het verzorgen van een maaltijd.

Het zijn allebei praktische vakken. Je hebt dus niet alleen les in een theorielokaal. Je zal dan ook in het skillslokaal aan de gang zijn.

Anatomie/fysiologie en pathologie

Hoe werkt het menselijk lichaam? Hoe zit het hart in elkaar? Hoe werken mijn darmen nou precies? Wat voor hormonen heb ik eigenlijk en wat doen ze precies? Hoe zitten mijn hersenen in elkaar? Wat meet ik precies als ik de bloeddruk meet? Wat is nu eigenlijk suikerziekte?

Al dit soort vragen worden beantwoord tijdens de lessen anatomie/fysiologie (hier gaat het om het gezonde lichaam) en pathologie (hier gaat het om allerlei ziektebeelden die je tegen kunt komen).

Het is een 'pittig' vak waarbij je heel veel nieuwe dingen te horen krijgt en waar je flink voor zal moeten leren.

Maar: weten hoe alles werkt in een lichaam is tenslotte een belangrijk uitgangspunt in de zorg en begeleiding.  

 

Verpleegtechnische handelingen

Naast alles wat je al leert over het geven van basiszorg en anatomie/pathologie, moet je ook een aantal speciale handelingen verrichten. Denk bijvoorbeeld aan medicijnen delen en eerste hulp.

Bij dit onderdeel wordt ook ingegaan op wetgeving met betrekking tot deze handelingen. 

Studenten die de richting Specifieke doelgroepen hebben gekozen, krijgen wel deze lessen, al maken de handelingen geen onderdeel uit van hun kwalificatiedossier. 

Activiteiten

Iedereen heeft een talent: de een is sportief, de ander muzikaal en weer een ander tekent de sterren van hemel. Dit kom je ook tegen bij je clienten/zorgvragers. Om met je clienten/zorgvragers aan de slag te gaan, dagen we je uit.  

Het gaat hier vooral om doe-lessen.

Bij het onderdeel beeldende vorming ontwikkel je in 1 jaar wat je al kunt en ontdek je nieuwe gebieden bij de vakken Tekenen, Textiel en Handvaardigheid. Je maakt kennis met basistechnieken leer je allerlei vaardigheden. Ook leer je hoe je activiteiten methodisch (volgens een plan) aanbiedt en hoe je gereedschappen bedient en de veiligheid hierbij bewaakt.

In jaar 2 leer je hoe je de ontwikkeling van een client kunt stimuleren met behulp van activiteiten en welke plek de activiteiten krijgen in het dagprogramma. Je ontwerpt aan het einde van dat jaar een creatief middel dat past bij een doel in het begeleidingsplan van een client.  

 

Bij het onderdeel drama doe je kennis op over de mogelijkheden van spel en het gebied van muziek, drama, dans en audiovisuele vorming. Hierbij word je je bewust van hoe je jezelf presenteert en je ontwikkelt je hierin. Maar je ontwikkelt ook je eigen creativiteit en fantasie op dit vlak. Verder oriënteer je je op de mogelijkheden van deze creatieve vakken als middel bij doelgroepen en voer je muzisch creatieve activiteiten uit tijdens de lessen volgens een vooropgesteld methodisch, doelgericht plan.

 

Bij het onderdeel sport en bewegen bied je activiteiten aan. Je doet dit met je cliënten. ‘Gewone’ mensen, zoals jij en ik, maar ook ‘bijzondere’ mensen. Mensen die op een andere manier begeleid moeten worden. Je biedt je doelgroep activiteiten aan op het gebied van sport en bewegen. Om dat te kunnen moet je zelf vaardig zijn. Je moet ook weten welke bewegingsactiviteiten je aanbiedt, hoe je dat veilig doet en vooral waarom je dat doet.

Het zijn echte doe-lessen in de gymzaal, waarbij gymkleding nodig is zodat je makkelijk kunt bewegen.

Natuurlijk wordt het dragen van een bril en sierraden sterk afgeraden. Als dit toch wordt gedaan, is dit geheel voor eigen risico.

Methodisch handelen

Je krijgt les in hoe je methodisch gaat werken. Hiermee wordt bedoeld dat je volgens een plan werkt.

Hiervoor is het belangrijk dat je:

  • kijkt naar een cliënt/zorgvrager (observeren)
  • praat met de cliënt/zorgvrager 
  • hulpvragen vaststelt  
  • doelen stelt (wat wil de cliënt/zorgvrager bereiken)
  • acties bepaalt (op welke manier gaat de cliënt/zorgvrager dit doen)
  • kijkt of de cliënt/zorgvrager de doelen ook bereikt (evalueren)

Bij dit vak maak je gebruik van kennis die je bij andere vakken krijgt, zoals ontwikkelingspsychologie, communiceren en begeleiden. Je hebt al deze achtergrondkennis nodig om volgens een bepaalde structuur de zorgvrager/cliënt goed te begeleiden.

Begeleiden en ondersteunen

Dit is het meest uitgebreide vak dat je krijgt. Je verdiept je in de cliënten die je tegen kunt komen. Dit is bijvoorbeeld een client met een verstandelijke beperking of iemand die aan het dementeren is.

Het gaat bij dit vak dus om:

  • wie kom ik daar tegen,
  • hoe benader ik de client,
  • hoe zorg ik ervoor dat ik de hele mens zie en niet alleen de ziekte,
  • hoe kan ik gebruik maken van technologie,
  • enzovoort.

Je gaat echt 'de diepte' in en je combineert allerlei zaken die je daarvoor geleerd hebt. Je gaat in op de manier hoe je de cliënten moet ondersteunen en begeleiden. Je leert over verschillende methoden die gebruikt worden in de praktijk. Maar ook wordt er gepraat over hoe je omgaat met verschillende moeilijke situaties die je in de praktijk tegenkomt.

Binnen deze lessen heb je te maken met verschillende richtingen. Denk hierbij aan: verpleeghuizen (bijvoorbeeld dementerenden) en thuiszorg, gehandicaptenzorg en psychiatrie. 

Kwaliteit en deskundigheid

Deze serie lessen bestaat uit een groot aantal onderwerpen. Het gaat over het vergroten van je deskundigheid, nadenken over verschillende visies op je beroep en nadenken over je eigen visie. Je kijkt wat je nodig hebt om als gediplomeerde te functioneren.

Daarnaast heb je het over het functioneren in een organisatie. Wat gebeurt er in een organisatie, met wie heb je contact, hoe werk je met kwaliteitszorg, hoe werk je met protocollen, maar toon je ook (sociaal) ondernemerschap.

Coördinerende en beheertaken

Tijdens de lessen wordt ingegaan op overstijgende en leidinggevende taken die je hebt als persoonlijk begeleider. Je hebt coördinerende taken en beheertaken. Je bent niet alleen intern, maar ook extern gericht. Hiervoor onderhoud je netwerken. Je verdiept je tijdens deze lessen in het vormgeven van netwerken, welke rapportagemethoden er zijn, hoe je een beleidsnotitie kunt schrijven en hoe je roosters maakt. Daarnaast komt ook een financiële rapportage aan de orde en wet- en regelgeving.

BPV (beroepspraktijkvorming)

Tijdens de opleiding loop je stage. Dit wordt ook wel ‘Beroepspraktijkvorming’ (BPV) genoemd. Je voert hier de dagelijkse activiteiten uit die bij je toekomstig beroep horen en je voert  beroepsgerichte opdrachten uit. Daarnaast laat je zien dat je een goede werknemer bent die bijvoorbeeld sociaal vaardig is, een adviesgesprek kan voeren, vertrouwelijk omgaat met informatie van een klant, kind, ouders, cliënt, zorgvrager of patiënt en initiatief neemt in het eigen leerproces.

De BPV vormt een belangrijk onderdeel van je opleiding. Hierbij leer je in een authentieke omgeving van het beroep. Tevens vindt hier voor een belangrijk deel de examinering plaats.

Belangrijk om te weten is:

  1. De school regelt een stageplaats. Je kiest vervolgens je eigen stageplaats in het programma 'OnStage'.
  2. Vaak moet je solliciteren voor een stageplaats. Er vindt altijd een kennismakingsgesprek plaats.
  3. In de stage is 100 procent aanwezigheid vereist. Dit betekent bijvoorbeeld dat je ziektedagen inhaalt.
  4. Als je ziek bent, is het belangrijk dat je dit meldt op school en op je stage.
  5. Als je een stageplaats weigert kan dit gevolgen hebben voor je studieloopbaan. Er is bijvoorbeeld niet altijd een andere stageplaats beschikbaar.
  6. Je hebt tijdens de opleiding verschillende BPV-plaatsen (werkvelden).
  7. Stage kan ook geroosterd worden in avonden en/of weekenden. Als je stageloopt op een leerafdeling loop je soms ook stage in de vakantie. Op een later moment krijg je dan natuurlijk nog wel vakantie.
  8. Soms is een stage verder weg. Dit betekent dat je moet reizen. Op een zorgafdeling begin je bijvoorbeeld vaak al om 7.00 uur.
  9. Voordat je stage mag lopen dient je praktijkovereenkomst (POK) ondertekend te zijn door jou en jouw eventuele wettelijk vertegenwoordiger. De POK moet retour zijn op school voordat je stage begint.
  10. Je stage gaat vóór je (bij)baan.

Begeleiding in de BPV

Er zijn verschillende partijen betrokken bij je ontwikkeling in de BPV:

  1. Natuurlijk ben jij zelf betrokken. Je bent verantwoordelijk voor je eigen leerproces.
  2. De werkbegeleider (of praktijkbegeleider) begeleidt jou direct op de werkvloer. Zij is het eerste aanspreekpunt en observeert, instrueert en evalueert met jou je leerproces.
  3. Je werkbegeleider is de professional op de werkvloer en begeleid je op de inhoud van het beroep waarvoor je opgeleid wordt.
    De werkbegeleider doet een direct beroep op jouw zelfsturend leervermogen en verantwoordelijkheid. Daarnaast draagt de werkbegeleider zorg voor een veilig leerklimaat.
  1. De BPV-docent begeleidt jou tijdens de BPV-periode en monitort je leerproces. Tijdens contactmomenten tussen jou, je werkbegeleider en de BPV-docent heeft de BPV-docent de rol van gespreksleider. Je BPV-docent coacht jou in het nemen van verantwoordelijkheid voor je eigen leerproces.
  1. Binnen sommige organisaties is er een onderscheid gemaakt tussen de rol van de werkbegeleider en de opleidingscoördinator/praktijkopleider met betrekking tot bijvoorbeeld het voeren van een gesprek en/of het aftekenen van je opdrachten.

Beoordeling van de BPV

Tijdens de BPV ontwikkel je je tot beginnend beroepsbeoefenaar. Hierbij zijn verschillende mensen betrokken die samen met jou je ontwikkeling volgen, evalueren en beoordelen. Elke BPV-periode wordt beoordeeld en is daarmee onderdeel van het formatieve toetsplan. Bij een BPV-periode van een heel schooljaar worden twee beoordelingen gegeven. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

  1. De beoordeling (onvoldoende/voldoende/goed) bestaat uit een combinatie van opdrachten gericht op het beroep (kennis, vaardigheid) en goed werknemerschap (waaronder verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces, aanwezigheid).
  2. De beoordeling is afgestemd op het niveau en het leerjaar van de opleiding.
  3. Bij het behalen van een onvoldoende ontvang je een negatief studieadvies. Een onvoldoende beoordeling wordt tevens gegeven op het moment dat je je BPV-periode zelf stopt of gestopt wordt door de BPV-plaats.

Nederlands

In alle beroepen waarvoor binnen de sector Gezondheidszorg en Welzijn opgeleid wordt, is taal ontzettend belangrijk. Je krijgt te maken met cliënten, collega’s en leidinggevenden. Met al deze mensen werk je door middel van taal samen. Je vergadert, overlegt, bespreekt zaken, geeft voorlichting en instructie en rapporteert.

Ook leren doe je door middel van taal. Je krijgt lesmateriaal, er worden zaken mondeling uitgelegd, je leest opdrachten en instructies en voert ze uit. Als je iets niet begrijpt door taalproblemen, heeft dit gevolgen voor je studie.

Daarom is Nederlands ook in het mbo een verplicht vak, met verplichte examens. De eisen aan de verschillende niveaus zijn duidelijk beschreven en je haalt je diploma niet met een onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal.

In overleg met je docent gebruik je tijdens de lessen de methode 'Starttaal'. Deze methode bestaat uit:
-  Leerwerkboeken
-  Online oefenprogramma VIAStarttaal Online.
Daarnaast maken we gebruik van It’s Learning, onze elektronische leeromgeving. Je hebt dus bij elke les een laptop nodig.

Elk jaar is verdeeld in periodes van tien weken. Afhankelijk van het rooster en leerweg (BOL of BBL) heb je óf een blokuur, of twee losse uren les.  

Tijdens de lessen maak je verschillende toetsen. Dit zijn formatieve toetsen, wat inhoudt dat ze niet meetellen als examenresultaat. Deze toetsen zijn bedoeld om bij te houden of je met het vak Nederlands op schema ligt.
De allereerste formatieve toets die we afnemen, is de TaalNiveauTest (TNT). Deze toets maak je online. Hij brengt jouw beginsituatie in kaart wat betreft Nederlands. We kunnen dan ook goed zien of jij bijvoorbeeld moeite hebt met begrijpend lezen en of het misschien nodig is om daar extra aandacht aan te besteden. Als je voor een ander onderdeel juist heel hoog scoort, kun je in overleg met de docent vrijstellingen voor sommige opdrachten krijgen.

Rekenen

Op je lesrooster staan lessen rekenen op het rooster, 1 of 2 uur per week. Zo word je goed voorbereid op het rekenexamen dat bij elke opleiding verplicht is. Je krijgt uitleg van de rekendocent. Daarna ga je zelf oefenen met opgaven uit een boek of op de computer. Aan het begin van je opleiding maak je een niveautest, die aangeeft hoeveel jij nog moet doen om het vereiste rekenniveau te behalen. Als je moeite hebt met rekenen is er extra hulp beschikbaar.

In overleg met je docent gebruik je tijdens de lessen rekenen de methode ‘Startrekenen’, die bestaat uit een werkboek en een online oefen- en toetsprogramma op Studiemeter.nl. Afhankelijk van je opleiding volg je niveau 2F of niveau 3F.

Zowel het werkboek als het online programma zijn ingedeeld in vier domeinen, namelijk Getallen, Verhoudingen, Meten en meetkunde en Verbanden.

Je hebt per domein domeintoetsen. Deze toetsen kan je, net als het centraal examen rekenen, vervroegd afronden. Doe hiervoor navraag bij de rekendocent.

In je opleidingsvak op It's Learning vind je uitgebreide informatie over het vak Rekenen.

Engels

De lessen Engels worden gegeven vanuit het Talencentrum. Op de locaties Dordrecht en Gorinchem heeft het Talencentrum eigen lesruimtes.

Het Talencentrum werkt nauw samen met de onderwijsteams. Zij hebben regelmatig contact met de studieloopbaanbegeleiders over jouw presententie en voortgang.

Tijdens de lessen:

Werkvormen

Lesmateriaal

It’s Learning

- Klassikaal
- Online

- 2 werkboeken
- Online licentie*

Methode: Taalblokken, uitgeverij Malmberg

- Studiewijzers lesinhoud
- Toets planning
- Extra/ondersteunende
  opdrachten

* Voor online lesmateriaal dien je een licentie aan te schaffen. (zie boekenlijst)

* Duur van online licentie start op moment van activeren!

 


Programma niveau 4

Periode 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4

Onderwijs

Summatieve toetsing
(Examens)

  • Alle vaardigheden

Afgenomen met instellingsexamens:

  • Spreekvaardigheid A2
  • Gespreksvaardigheid A2
  • Schrijfvaardigheid A2

 

Periode 5

Periode 6

Na Periode 6

Onderwijs

Summatieve toetsing
(Examens)

  • Alle vaardigheden

Afgenomen met Centraal Examen:

  • Leesvaardigheid B1
  • Luistervaardigheid B1


Gedurende het lesprogramma wordt je voortgang gemeten door middel van formatieve voortgangstoetsen.

Periode 1,2,3:

totaal 4 voortgangstoetsen

Periode 5,6:

totaal 2 voortgangstoetsen

 

 

 


Programma niveau 3

Welke vaardigheden én op welke niveaus geëxamineerd wordt kan verschillen per opleiding.

Periode 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4

Onderwijs

Summatieve toetsing
(Examens)

  • Alle vaardigheden

Afgenomen met instellingsexamens:

  • Spreekvaardigheid A2
  • Gespreksvaardigheid A2
  • Schrijfvaardigheid A2

 

Periode 5

Periode 6

Na Periode 6

Onderwijs

Summatieve toetsing
(Examens)

  • Alle vaardigheden

Afgenomen met Centraal Examen:

  • Leesvaardigheid B1
  • Luistervaardigheid B1


Gedurende het lesprogramma wordt je voortgang gemeten door middel van formatieve voortgangstoetsen.

Periode 1,2,3:

totaal 4 voortgangstoetsen

Periode 5,6:

totaal 2 voortgangstoetsen

 

 


Programma niveau 2

Welke vaardigheden én op welke niveaus geëxamineerd wordt kan verschillen per opleiding.

Periode 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4

Onderwijs

Summatieve toetsing
(Examens)

Focus op:

- Spreekvaardigheid

- Gespreksvaardigheid

- Schrijfvaardigheid

- Leesvaardigheid

- Luistervaardigheid

Afgenomen met instellingsexamens:

  • Spreekvaardigheid
  • Gespreksvaardigheid
  • Schrijfvaardigheid
  • Leesvaardigheid
  • Luistervaardigheid

 

Gedurende het lesprogramma wordt je voortgang gemeten door middel van formatieve voortgangstoetsen.

Periode 1,2,3:

Totaal 4 voortgangstoetsen

 

 

Loopbaan en Burgerschap

Je bent niet alleen beroepskracht, maar je bent ook lid van de maatschappij. Hiervoor moet je kennis en inzicht hebben over een aantal maatschappelijke onderwerpen. Je maakt opdrachten die betrekking heeft op de dimensies die horen bij burgerschap.

De dimensies voor Burgerschap zijn:
-        Politiek-juridische dimensie (politiek en de wet)
-        Economische dimensie (arbeid en consument)
-        Sociaal-maatschappelijke dimensie (hoe gaan we met elkaar om)
-        Dimensie vitaal burgerschap (gezondheid)

Dit onderdeel van de opleiding gebeurt met name digitaal. Je bent hier zelfstandig mee bezig.

Het onderdeel Loopbaan komt vooral aan bod tijdens de lessen studieloopbaanbegeleiding en het vullen van je studieloopbaandossier. In het laatste jaar van de opleiding sluit je het onderdeel Loopbaan af. Hierbij kijk je nog eens terug op de start van je opleiding, hoe jij je onderweg ontwikkeld hebt en denkje na over wat je na het behalen van je diploma wilt gaan doen (werken of doorleren).  Je onderzoekt hierbij wat er voor een goed vervolg op je opleiding nodig is en op welke manier jij hiervoor stappen kan ondernemen.

 

 

 

Leren in een 'Internationale' omgeving

Er wordt steeds meer ‘over de grenzen’ samengewerkt. Daarom biedt het Da Vinci College de mogelijkheid stage te lopen in het buitenland. Wij helpen je bij het vinden van zo’n stage en begeleiden je tijdens die stage. Op deze manier doe jij een leerzame ervaring op.

Kijk op Davinciworldwide voor meer informatie over buitenlandse stages en internationale projecten.

 

Hoe sta ik ervoor?

Studievoortgang

Aan het eind van elk blok van 10 weken heb je een gesprek met je studieloopbaanbegeleider over je voortgang. Samen bespreek je dan de resultaten van de afgelopen periode.

  • Zijn alle toetsresultaten voldoende?
  • Zijn alle taken en opdrachten afgerond?
  • Hoe zijn de resultaten van projecten en hoe zijn de projecten verlopen?
  • Zijn je beroepshouding en studiehouding ontwikkeld?

Er worden vervolgafspraken gemaakt die worden vastgelegd in je dossier.

 

 

 

 

Bindend studieadvies (BSA) in het eerste jaar

In het eerste jaar van je studie krijg je in de periode na de meivakantie een bindend studieadvies (Bij een 1-jarige-opleiding gebeurt dit na 4-6 maanden vanaf de startdatum van je opleiding).
Je kunt een positief bindend advies krijgen; daarmee spreekt het opleidingsteam het vertrouwen uit dat je op de goede weg bent en dat het diploma zeker haalbaar is.
Je kunt ook een negatief bindend advies krijgen; daarmee spreekt het team uit dat het diploma in deze opleiding niet haalbaar is voor jou en dat je een andere opleiding moet gaan doen.
In dat geval word je begeleid naar een opleiding die wel goed bij je past. (zie het schema hieronder)

 

 

 

Studiepunten

Voor alle opleidingsonderdelen kun je studiepunten verdienen. In een opleiding van 3 jaar kan je maximaal 180 studiepunten halen. Elke toets heeft voor alle opleidingen hetzelfde aantal punten. In het overzicht voortgang staan de studiepunten apart vermeld.

 

 

 

Toetsoverzicht

In het toetsoverzicht staan alle toetsen die je voor de beroepsonderdelen moet maken.

Bij elke toets is aangegeven bij welk opleidingsonderdeel de toets hoort en hoeveel studiepunten je ermee verdient. 

Voortgangseisen

Tijdens je opleiding krijg je een aantal keer een advies over het vervolg van jouw studie. Aan dit studieadvies zijn voortgangseisen verbonden. Die zijn hieronder beschreven.

 

Gedurende jouw opleiding krijg je een aantal keer een advies over het vervolg van jouw studie. Dat advies is afhankelijk van jouw presteren. Na elke periode van 10 weken bespreekt het docententeam de studieprestaties van de studenten. Alle betrokken docenten bespreken dan jouw resultaten. Hierbij spelen je studiepunten en je beroepshouding en gedrag een grote rol. Naar aanleiding van die studentbespreking volgt een positief of negatief studieadvies wat je studieloopbaanbegeleider met je bespreekt. Dat advies wordt in je dossier opgenomen.

Maatwerk

Je kunt versnellen in je opleiding. Voor het beroepsgerichte deel van de opleiding is niet vastgelegd wanneer je precies een examen moet doen. Versnellen betekent niet dat je dingen overslaat. Je hebt echter alle opdrachten (op school en in de praktijk) sneller af dan de gemiddelde student. Hierdoor kun je onderdelen eerder examineren. Ook moet je de keuzedelen dan afgesloten hebben. Het versnellen vindt dus plaats aan het einde van de opleiding en niet in het begin.

Studieloopbaanbegeleiding

Studieloopbaanbegeleider (SLB)

Gedurende jouw studie op het Da Vinci College word je begeleid door een studieloopbaanbegeleider (SLB). Bij je SLB kun je altijd terecht als je vragen hebt of als je ondersteuning bij je studie nodig hebt. Per jaar heb je 4 gesprekken met je studieloopbaanbegeleider over je studievoortgang en je loopbaan.

 

 

 

Passend onderwijs

Bij de intake kan blijken dat je passend onderwijs nodig hebt. Er wordt dan een plan voor jou gemaakt. In dat plan staat welke extra ondersteuning je krijgt om je opleiding goed te doorlopen. Hierover heb je contact met je SLB en de ambulant begeleider. Na elk jaar wordt gekeken wat je het volgende jaar nodig hebt.

 

Servicecentrum

Heb je meer vragen of hulp nodig, dan is het Servicecentrum er om jou verder te helpen. Het Servicecentrum biedt trainingen, coaching, praktische hulp bij financiële problemen of huisvesting.  Of ze verwijzen je naar gespecialiseerde hulpverlening buiten de school als dat voor jou beter is.

 

 

 

 

Remedial teachers voor taal of rekenen

Soms heb je ernstige taal of rekenproblemen, bijvoorbeeld dyslexie en dyscalculie. Dan zijn er, naast reparatietrajecten, ook remedial teachers. Zij kunnen jou met individuele begeleiding heel goed helpen.

 

Zorgcoördinator

Heb je persoonlijke problemen? Lukt het even niet daardoor? Een zorgcoördinator biedt specifieke hulp en begeleiding.

 

 

 

 

Loopbaancentrum

Het loopbaancentrum helpt je bij het zoeken naar een andere opleiding of het ontdekken van je capaciteiten. De SLB of zorgcoördinator kan je doorverwijzen naar het loopbaancentrum.

Wanneer mag ik examen doen?

 

Voordat je examen mag doen, moet je aantonen dat je niveau hoog genoeg is om dat examen te kunnen halen. Dit vaststellingsmoment noemen we een ‘Go / No Go’ voor examinering. Je krijgt een positief advies voor deelname aan een examenonderdeel (een GO) als je voldoende studievoortgang boekt.

 

 

Go/No go Beroepsgericht

Om deel te nemen aan de beroepsgerichte examen moet je voldoende voortgang hebben aangetoond. Dat gebeurt aan de hand van de resultaten voor de formatieve toetsen, je ontwikkeling tijdens de BPV én je studie- en beroepshouding.

Het totale examen van je opleiding bestaat uit verschillende exameneenheden.

Per exameneenheid is vastgesteld welke voortgang aangetoond moet zijn. Wat er precies bij een exameneenheid hoort, is te vinden in de overzichten voortgang. 

Go/No go Keuzedelen

Om deel te nemen aan het examen van het keuzedeel moet je voldoende voortgang hebben aangetoond. Dat gebeurt aan de hand van de resultaten voor de formatieve toetsen. (Formatief = Door de school georganiseerde tussentijdse toetsen).

Go/No go Nederlands

Als je alle studiepunten hebt behaald gaan we ervan uit dat je niveau voldoende is om het examen te halen. Je krijgt dan een positief advies. Dat noemen we een Go. Het aantal te behalen studiepunten staat in onderstaande tabel.

Formatief 2F 8 punten

cesuur

punten

Nederlands lezen 2F

5,5 of V

2

Nederlands luisteren 2F

5,5 of V

2

Nederlands gesprekken voeren 2F

5,5 of V

1

Nederlands Spreken 2F

5,5 of V

1

Nederlands schrijven 2F

5,5 of V

1

Nederlands taalvaardigheid 2F

5,5 of V

1

Totaal

 

8

 

Formatief 3F 12 punten

 

 

Nederlands lezen 3F

5,5 of V

2

Nederlands luisteren 3F

5,5 of V

2

Nederlands gesprekken voeren 3F

5,5 of V

2

Nederlands Spreken 3F

5,5 of V

2

Nederlands schrijven 3F

5,5 of V

2

Nederlands taalvaardigheid 3F

5,5 of V

2

Totaal

 

12 punten

 

Go/No go Rekenen

Go/No go Rekenen Examineringsvoorwaarden voor alle niveaus

* Een positief advies over kansrijke deelname aan het rekenexamen wordt door jouw docent gebaseerd op de door jou aangetoonde rekenvaardigheden. De rekenvaardigheden toon je o.a. aan met je resultaten op de volgende vier toetsen:

  • Domein 1 Getallen
  • Domein 2 Verhoudingen
  • Domein 3 Meten en Meetkunde
  • Domein 4 Verbanden

 

Go/No go Engels

Om deel te kunnen nemen aan de examens Engels moet je voldoende voortgang hebben aangetoond. Met behulp van formatieve toetsen wordt deze voortgang vastgesteld. De resultaten worden besproken met je trajectbegeleider en onderwijsteam.

Extra ondersteuning
Ter voorbereiding op je examen kan je gebruikmaken van de mogelijkheden van examentraining.

Aanvraag examens

Als je examen wilt doen, moet je dit aanvragen. Hoe je dit doet vind je op It's Learning in het vak '00 GW Examinering'. Ook je studieloopbaanbegeleider geeft jou tijdens de les hierover informatie.

Het examen

Alles over het examen is hieronder beschreven. Welke examens zijn er? Wanneer worden ze afgenomen? Waar moet ik aan voldoen, dus wanneer ben ik geslaagd? Mag ik herkansen en hoe vaak?

Geslaagd en dan? Ook alle informatie over de diplomering is beschreven en wat je na je diplomering kunt gaan doen. Tenslotte is hele belangrijke informatie over je studiefinanciering opgenomen.

 

 

Agenda en regels

Planning van de examens

In onderstaande tabel zie je wanneer de examens gepland zijn in je opleiding.

In het examenreglement staan de regels voor de examinering van het Da Vinci College. Voor de centrale examens(CE) gelden aanvullende regels. Deze zijn terug te vinden in het handboek CE dat je kunt inzien bij de examencommissie.

De uitslag van een examen is altijd voorlopig. Pas nadat de examencommissie het heeft vastgesteld (goedgekeurd) is het definitief!

Aangepaste examens
Voor studenten met een beperking is het mogelijk aanpassingen van examens te krijgen. Dit moet aangevraagd worden. Aanvragen van aanpassingen van en tijdens examens kunnen schriftelijk worden ingediend bij de examencommissie. Bij de aanvraag moet worden aangetoond dat de beperking door een deskundige is vastgesteld. Op basis van de diagnose van de deskundige worden de nodige aanpassingen toegekend. Het examenbureau zorgt voor de aanpassingen.

Examenplan Beroepsgericht

Examenplan Keuzedelen

 

De examenplannen van de keuzedelen zijn te vinden in de folder 'onder de knop' links. Daar vind je alle informatie over de keuzedelen. Alle kerntaken en werkprocessen zijn ook in de folder beschreven.

Ook voor andere keuzedelen die het Da Vinci College aanbiedt is de informatie te vinden onder de knop. Makkelijk toch?

Examenplan Talen en Rekenen

Examenplannen Nederlands, rekenen en Engels voor niveau 4

Voor niveau 4 opleidingen telt het resultaat voor Nederlands mee voor de diplomering. Je neemt verplicht deel aan het centraal examen. Voor rekenen geldt dit vanaf schooljaar 2015-2016.

De centrale examens (CE) worden landelijk gepland. Studenten die deelnemen aan een centraal examen Nederlands of rekenen worden op de dag van het examen vrijgesteld van onderwijsactiviteiten. Studenten op BPV maken hierover afspraken met hun praktijkbegeleider.

Nederlands 3F vanaf 2017-2018

Code

Exameninstrument

Waar

Wie beoordelen

Score

Weging

 

Lezen

Centraal Examen (CE)

 

school

 

College voor Examens

cijfer

1

 

Luisteren

 

spreken

Instellingsexamens

 

twee interne examinatoren

cijfer

1

 

Gesprekken voeren

 

schrijven

Het cijfer van het centraal examen (één cijfer met één decimaal) en het cijfer van de instellingsexamens (één cijfer met één decimaal) wordt gemiddeld tot één heel eindcijfer (1-10). Dit is het eindcijfer voor Nederlands.

 

Rekenen 3F vanaf 2017-2018

Code

Exameninstrument

Waar

Wie beoordelen

Score

Weging

 

Centraal Examen (CE)

school

College voor Examens

cijfer

 

Voor rekenen is het cijfer van het centraal examen het eindcijfer (eindcijfer is een heel cijfer van 1-10).

 

Engels niveau 4 (generiek) vanaf 2017-2018

Code

Exameninstrument

Waar

Wie beoordelen

Score

Weging

 

Lezen

B1

Instellings-examens
(vanaf 1 oktober 2017 centraal examen voor lezen en luisteren)

school

interne examinator

cijfer

1

 

Luisteren

B1

 

Spreken

A2

 

Gesprekken voeren

A2

 

Schrijven

A2

 

Het eindcijfer voor Engels is een heel cijfer van 1 – 10

 

Exameneisen en diplomeringseisen voor Nederlands, Engels en rekenen Mbo 4

Diplomering vanaf 2017-2018

Nederlandse taal

Rekenen

Engels

Diploma-eisen

Centraal examen 3F (lezen en luisteren).

Instellingsexamen 3F (spreken, gesprekken, schrijven).

Centraal examen rekenen 3F of 3ER.

Centraal examen lezen en luisteren B1.

Instellingsexamen spreken, gesprekken en schijven A2.

Het cijfer van het centrale examen (één cijfer met één decimaal) en het cijfer van de instellingsexamens (één cijfer met één decimaal) wordt gemiddeld tot één heel eindcijfer (1-10). Dit is het eindcijfer voor Engels.

Nederlands en Engels ten minste 5 - 6

(in willekeurige volgorde)

Cijfer voor rekenen telt niet mee voor het behalen van het diploma.

 

 

* Het niveau 3ER is speciaal voor studenten met ernstige rekenproblemen.

NB: wijzigingen voorbehouden op grond van tussentijdse aanpassing van de zak en- slaagregeling, zoals bepaald in het Examen- en Kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB.

Examenplan Loopbaan en Burgerschap

Je bent verplicht om actief deel te nemen aan de activiteiten die de school je aanbiedt bij Loopbaanoriëntatie en burgerschap inclusief de daarbij horende toetsen en afrondende activiteiten.
De SLBer stelt ter afsluiting van deze schoolactiviteiten een eindverklaring op waarin deze aangeeft of je aan deze “inspanningsverplichting” hebt voldaan.
De examencommissie stelt aan de hand van deze verklaring vast dat je hebt voldaan aan het onderdeel Loopbaan en burgerschap. Dit is een voorwaarde voor diplomering.

Herkansingen

Wanneer je een examen hebt afgelegd, heb je recht op één herkansing. Wannneer het resultaat na herkansing onvoldoende is, kun je een schriftelijk (goed onderbouwd) verzoek indienen bij de examencommissie voor een extra herkansing. De examencommissie besluit of je de extra herkansing wel of niet krijgt en onder welke voorwaarden.

Wanneer je bij een examen afwezig bent, ben je de betreffende mogelijkheid om examen te doen kwijt en heb je nog recht op één keer deelname aan het examen (de herkansing).          

Als je afwezig bent bij een herkansing, kun je een schriftelijk (goed onderbouwd) verzoek indienen bij de examencommissie voor een extra herkansing.

De examencommissie besluit of je de extra herkansing wel of niet krijgt en onder welke voorwaarden.

Diplomering

Om bij het Da Vinci College een diploma te behalen, moet voldaan zijn aan de volgende eisen:

  • de onderwijsovereenkomst en praktijkovereenkomst(en) zijn door alle betrokkenen getekend
  • er is voldaan aan de financiële verplichtingen
  • het examen is voldoende afgesloten
  • aan alle BPV verplichtingen is voldaan

Na je diploma

Niveau 4

Na het behalen van je diploma, kan je (net als bij niveau 3) gaan werken. Ook kan je kiezen voor een vervolgopleiding. Met je niveau 4 diploma kan je door naar het hbo. Afhankelijk van de opleiding die je daar wilt doen, moet je voldoen aan extra eisen.

Bij het hbo is het ook mogelijk om (afhankelijk van de richting) een associate degree opleiding te doen. Dit is een opleiding die qua niveau tussen mbo-4 en een hbo-bachelor inzit en 2 jaar duurt.

Studiefinanciering

Je kunt studiefinanciering krijgen voor een mbo-opleiding als je aan bepaalde voorwaarden voldoet. Voor meer informatie kijk je op de site van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).

Studiefinanciering en uitschrijving na het behalen van het diploma
Wanneer je jouw diploma hebt behaald (vastgesteld door het Da Vinci College), word je uitgeschreven van de opleiding. Het is belangrijk dat je zo spoedig mogelijk aan DUO meldt dat je bent uitgeschreven. Het is jouw eigen verantwoordelijkheid om dit te melden. Op de website van DUO kun je alle informatie omtrent het stopzetten van je studiefinanciering terugvinden. 

Je hebt tot en met de maand waarin je wordt uitgeschreven recht op studiefinanciering. De uitschrijfdatum is de datum waarop jouw diploma is vastgesteld. 


Studiefinanciering en uitschrijving zonder diploma
Doe je een opleiding op niveau 3 of 4, dan wordt de beurs pas een gift als je je diploma binnen 10 jaar haalt. Dit noemen we ook wel ‘prestatiebeurs’. Haal je geen diploma, dan moet je alles terugbetalen: je basisbeurs en je aanvullende beurs. Ook voor je studentenreisproduct moet je dan betalen.

Regelingen en overeenkomsten

Op de website van het Da Vinci College vind je onder het kopje 'belangrijke documenten' verschillende regelingen. Hieronder worden deze regelingen kort toegelicht. Meer informatie vind je door op de toegevoegde 'links' te klikken.

Algemene gedragscode
In het document Algemene gedragscode staat vermeld hoe we met elkaar omgaan om een veilige en prettige omgeving te bieden aan medewerkers en studenten. De algemene gedragscode bevat verschillende regelingen.

  • Privacy reglement
  • Regeling contacten tussen medewerkers en studenten
  • Regeling gebruik E-media
  • Klokkenluidersregeling
  • Klachtenregeling

Onderwijsovereenkomst (OOK)
De onderwijsovereenkomst is een overeenkomst tussen jou en het Da Vinci College. Je krijgt dit document op papier. De tekst is ook na te lezen op de website bij Regelingen en overeenkomsten. Daar staan ook de documenten voor wat betreft de voorwaarden onderwijsovereenkomst en de overeenkomst examendeelname inclusief bijlage.

Praktijkovereenkomst (POK)
De praktijkovereenkomst is een overeenkomst tussen jou, het Da Vinci College en de werkgever/ het BPV bedrijf . Volg je een bol-traject dan komt de praktijkovereenkomst bol pas aan de orde als de beroepspraktijkvorming gaat beginnen. De praktijkovereenkomst bbl geldt vanaf de aanvang van de opleiding. De praktijkovereenkomst en de bijlage ervan vind je op de website bij Regelingen en overeenkomsten.

Examenreglement
In het examenreglement staan de algemene regels voor de examinering.

Reglement van de commissie van beroep voor de examens
Bij de commissie voor beroep voor de examens kun je beroep aantekenen als een klacht of bezwaar niet tot een voor jou aanvaardbare oplossing heeft geleid.

Deelnemersstatuut
Het deelnemersstatuut is een verzameling van belangrijke voorschriften. Het beschrijft je rechten en plichten als onderwijs- of examenstudent binnen de school. Hierin staat ook belangrijke informatie over aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering.

Medezeggenschap
Je hebt recht op medezeggenschap als het gaat om zaken die te maken hebben met de voortgang van de studie, de inrichting van het onderwijs en de voorzieningen en hulpmiddelen die noodzakelijk zijn om het onderwijs goed te kunnen volgen. De opleiding organiseert deze inspraak bijvoorbeeld door lunchgesprekken en/of reflectiegroepen. Het Da Vinci College doet mee aan de landelijke tweejaarlijkse ODIN-enquête voor studenten van mbo-scholen.