2016 PMK P12 - BO - Omgaan met agressie

2016 PMK P12 - BO - Omgaan met agressie

Introductie

Agressie is heel naar om mee te maken. Het is schadelijk. Als je er van te voren over nadenkt kan het je helpen om er mee om te gaan. Agressie roept heel sterke gevoelens op. Daardoor heb je vaak de neiging om onmiddellijk te reageren. Soms is een reactie waarover je hebt nagedacht beter. En dan gaat het meestal niet om wie gelijk heeft, maar welke reactie het beste effect heeft. Het beste effect voor jezelf, voor het kind, voor je collega’s, voor de ouders van het kind.

Doelen

De lesdoelen kun je per week terugvinden. 

Toetsvormen en criteria

  • Opdracht 1 & 2                            

  • Opdracht 3 & 4

  • Rollenspel

  • Opdracht 5 & 6

  • Opdracht 7 & 8

  • Opdracht 9 & 10

  • Toets

 

Je kunt hier de beoordelingslijst van het vak terugvinden.

Organisatie en planning

Week 1

Lesdoelen

Meldcode kinderopvang

  • Je weet wat je moet doen als je kindermishandeling vermoedt.
  • Je weet aan welke eisen de kinderopvang moet voldoen volgens de wet meldcode kindermishandeling
  • Je weet uit welke stappen de meldcode bestaat
  • Je kunt signalen benoemen van kindermishandeling op verschillende leeftijden
  • Je kunt signalen benoemen van seksuele mishandeling
Voor het examen van B1K2W1 Werkt aan de eigen deskundigheid moet je laten zien dat je op de hoogte bent van de Meldcode Kinderopvang

Theorie

 

Kinderopvang Totaal: Test meldcode

Kinderopvang Totaal: Artikel over de meldcode (als de eerste link, in Word gezet, voor het geval de site verandert)

Suggesties leeractiviteiten

  • Test: Ben jij meldcode-proof: Maak de test, maak zelf met behulp van de internetsites hierboven een antwoordschema.
  • Werk de theorie uit aan de hand van de doelstellingen van deze les.

Bedenk vragen (en antwoorden) die je kunt krijgen bij het examen deskundigheidsbevordering.

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

Wat vind je goed aan de meldcode en waar heb je bezwaar tegen of heb je vraagtekens?

Huiswerk

 

Week 2

Lesdoelen

  • Je weet dat de mate waarin je iets als agressief beschouwt, afhangt van de context waarin het plaatsvindt
  • Je weet hoe jij reageert op agressie en wat het met jou doet

Theorie

 

Suggesties leeractiviteiten

Maken opdracht 3 en 4

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Week 3

Lesdoelen

Je kent verschillende vormen van agressie op de kinderopvang en je kent de aanpak

Theorie

http://www.kinderopvangincontrol.nl/omgaan/

Suggesties leeractiviteiten

Rollenspellen n.a.v. de theorie, in tweetallen. Een persoon vertoont agressief gedrag en de ander reageert volgens de geboden tips in de theorie.

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Week 4

Lesdoelen

  • Je kunt nagaan of op jouw stage een agressieprotocol is
  • Je weet bij wie je terecht kunt als er iets is voorgevallen

Theorie

 

Suggesties leeractiviteiten

Opdracht 5 en 6

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Week 5

Lesdoelen

  • Je kent je eigen grenzen wat betreft agressie
  • Je bedenkt wat er op jouw stage nog ontwikkeld zou kunnen worden m.b.t. het omgaan met agressie

Theorie

 

Suggesties leeractiviteiten

Opdracht 7 en 8, denk bij opdracht 8 aan de rollenspellen van les 3.

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Week 6

Lesdoelen

Je kunt collega's en medestudenten op gedrag.

Je weet wat een veilige werkplek is. 

Theorie

 

Suggesties leeractiviteiten

Opdracht 9 en 10

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

Leren voor de toets van week 8, leer de theorie en de opdrachten

Week 7

Lesdoelen

Je weet hoe je kunt omgaan met kinderen die agressief naar elkaar zijn

Theorie

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/peuteragressie/

https://www.opvoeden.nl/peuter/opvoeding-en-gedrag/lastig-gedrag/agressief-gedrag/

Suggesties leeractiviteiten

 

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

Leren voor de toets, leer de theorie en de opdrachten

Week 8

Lesdoelen

Je laat d.m.v. een toets zien dat je de theorie beheerst.

Theorie

 

Suggesties leeractiviteiten

Toets over de theorie en de opdrachten.

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Week 9

Lesdoelen

Je kunt het vak evalueren en aangeven wat je hebt geleerd.

Theorie

 

Suggesties leeractiviteiten

Evaluatie vak

Je schrijft op wat je hebt geleerd

Eventueel inhalers van de toets

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Inspiratie

Opdrachten ‘Omgaan met agressie’

Voel je je veilig?

Heb je wel eens te maken met agressie? Hoe ga je ermee om? En wat doe je zoal om agressie te voorkomen of de gevolgen ervan te beperken? Voel je je eigenlijk wel veilig op je stage? Stilstaan bij zulke vragen is belangrijk: voor jou, je studiegenoten, je collega’s en je werkgever.

 

Spelregels

  • De opdrachten voer je alleen uit of met studiegenoten. Kies de werkvorm die het best bij je/jullie situatie past;
  • Grijp in als je vindt dat gesprekken (te) persoonlijk (dreigen te) worden;
  • Iedereen moet zich kunnen uitspreken. Bepaal samen wie het gesprek zal leiden.

 

De theorie bij de opdrachten (cursief) moet geleerd worden voor de toets. Tip: lees en leer dit goed!  

 

 

1. Sta stil bij agressie

 

Wat is agressie?

 

Volgens jou?

Schrijf alle soorten gedrag van mensen op die jij bestempelt als agressief.

 

Volgens jouw klasgenoten?

Vergelijk jouw lijstje met dat van je studiegenoten.

  1. Bespreek de verschillen en overeenkomsten.
  1. Welke soorten gedrag bestempelen je studiegenoten wel als agressief gedrag, maar jij niet?
  1. En andersom?

 

Waarom agressie? Wat vind jij? Geef antwoord op de volgende vragen:

  1. Hoe komt het dat iemand agressief wordt?
  1. Wat maakt mensen meestal agressief?
  • Met welke soorten agressief gedrag heb je vaak te maken?
  • Wat zijn, denk jij, de oorzaken van die agressie?
  • Welke signalen gaf de klant vooraf?
  • Hoe gaan jullie om met die signalen?
  • Wat kunnen jullie zoal doen om te voorkomen dat de klant uit zijn dak gaat?

 

2. Ik reageer nu eenmaal zo!

 

Agressie in de praktijk:

  1. Welke soorten agressief gedrag komen veel voor?
  1. Hoe gaan jullie daar meestal mee om?
  1. Waarom kiezen jullie die aanpak? Leg uit.

 

Hoe reageer jij op agressie?

Er zijn twee vormen van agressie: explosief gedrag en dwingend en intimiderend gedrag. Een belangrijk onderscheid, want beide soorten gedrag vereisen een andere aanpak. We spreken van explosief gedrag als iemand heel emotioneel geladen is: de persoon is kwaad, is niet meer aanspreekbaar en lijkt op het punt te staan geweld te gebruiken. Besef dat zulk explosief gedrag meestal niet echt tegen jou gericht is. Als iemand dramt, manipuleert, dreigt, ruzie zoekt, je probeert te sarren enz., dan spreek je van dwingend en intimiderend gedrag. Dat gedrag is wél op jou gericht

 

Geef voorbeelden van beide soorten agressief gedrag. Geef per voorbeeld aan:

  1. Hoe ga je meestal om met deze vorm van agressief gedrag?
  1. Waarom doe je dat zo?
  1. Bespreek dit met je studiegenoten.

 

 

3. Olifantshuid of toch geraakt?

 

Agressie komt nou eenmaal voor

Zo denken veel mensen. Maar bedoelen ze daarmee ook dat agressie niets met je doet?

 

Agressie doet iets met je

Agressie is belastender dan je misschien denkt. Dat het op je stage voorkomt, wil niet zeggen dat je het daarom ook maar gewoon moet vinden. Als iemand tegen je scheldt of tiert,  dan heeft dat invloed op je. Dat is heel normaal.

 

Bespreek met je studiegenoten:

  1. Hoe merk jij wat agressie met je doet?
  • Hoe ga je daar meestal mee om?
  • Wat vind je van die reactie?
  1. Heb je wel eens gemerkt dat agressie invloed had op een collega/studiegenoot?
  • Hoe merkte je dat?
  • Heb je je collega daarop aangesproken?

 

Snap je waarom?

  1. Noem drie soorten agressief gedrag waar jij meestal veel last van hebt. Ga voor jezelf na:
  • Snap je waarom het gebeurt?
  • Snap je waarom je daar last van hebt?
  • Wat doe je zoal om je beter te voelen?
  • Adviseer je die reactie ook aan je collega’s/studiegenoten?
  1. Noem drie soorten agressief gedrag waar je soms last van hebt. Snap je hoe het komt dat je daar de ene keer wel, maar de andere keer geen last van hebt?

 

 

4. Iedereen is anders

 

Wat vind je van de volgende drie uitspraken:

  1. ‘Dat je het dáár nou zo moeilijk mee hebt!…’
  1. ‘Dat doet ie bij mij nou nooit!…’ of ‘Daar heb ik geen last van hoor!…’
  1. ‘Agressie hoort nou eenmaal bij mijn werk/stage…’

 

Sta stil bij elke uitspraak en ga voor jezelf na:

  1. Heb je dit wel eens gedacht?
  • Wanneer?
  • Waarom?
  1. Bespreek in je studiegenoten wat je hierover kwijt wilt.

 

Macho of watje?

Wat vind jij? Geef antwoord op de volgende vragen:

  1. Doe jij je soms stoerder voor dan je bent?
  • Wanneer en waarom doe je dat?
  • Verwachten je collega’s/studiegenoten dat van je? Licht toe.
  1. Denk je dat collega’s/studiegenoten zich wel eens stoerder voordoen dan ze zijn?
  • Waarom doen ze dat, volgens jou?
  1. Als je te maken krijgt met agressie, denk je dan wel eens: ‘niet zeuren, doorwerken’?
  • Wanneer denk je dat dan en waarom?
  1. Schaam jij je er wel eens voor om te zeggen dat je last hebt van gedrag van studiegenoten/collega’s/kinderen of ouders?

 

5. Doe er wat mee, dat helpt!

 

Gevoelens nemen geen pauze

Er heeft zich (bijna) een agressie-incident voorgedaan. Aandacht schenken aan de gebeurtenis helpt je om het voorval te verwerken. Wacht hier nooit te lang mee, want gevoelens nemen geen pauze. Sta daarom stil bij wat er is gebeurd. Hieronder wat vragen om je op weg te helpe. * Neem een situatie in gedachten en werk onderstaande opdrachten uit. * Heeft jouw stageorganisatie geen protocol zoek er dan een op internet en gebruik deze in de opdrachten.

 

  1. Beschrijf wat er precies gebeurde.
  1. Hoe heb je gehandeld?
  • Waarom heb je zo gehandeld?
  • Wat werkte wel?
  • Wat werkte niet?
  • Zou je het de volgende keer, of als het een ander overkomt ook zo doen?
  1. Wat dacht je?
  1. Wat voelde je?
  1. Snap je waarom het gebeurde? Gaf de cliënt bijvoorbeeld vooraf al signalen af?
  1. Waren er studiegenoten/collega’s in de buurt?
  • Wat deden ze?
  • Wat werkte wel/niet? Waarom?
  • Wat adviseer je ze voortaan te doen?
  1. Is er een agressieprotocol?
  • Zo ja, wordt dat ook toegepast?
  • Zo ja, heb je daar baat bij gehad? Voldoet het protocol of moet het worden veranderd? Wat werkt wel? Wat niet/minder?
  • Zo nee, waarom wordt het niet gebruikt?
  • Zo nee, zijn er andere afspraken gemaakt waar je op kunt terugvallen? Welke? Is daar gebruik van gemaakt? Waarom?
  1. Is er melding gemaakt van het agressie-incident? Waarom wel/niet?
  1. Is het agressie-incident geregistreerd? Waarom wel/niet?

 

Erover praten kan helpen

Probeer antwoord te geven op elke vraag. Vergelijk jouw bevindingen met die van je studiegenoten/collega’s.  Praat er samen over als je daar behoefte aan hebt.

 

 

6. Kun jij je ei wel kwijt?

 

Opvang na agressie

Wat vind jij? Geef antwoord op de volgende vragen:

  1. Hoe is de opvang na een agressie-incident bij jullie geregeld?
  1. Ken je de vertrouwenspersonen in de stageorganisatie?
  • Praat je ook met ze?
  • Waarom wel/niet?
  1. Met wie praat je het liefst en waarom? (Denk aan: teamgenoten, leidinggevende, vertrouwenspersoon  enz.)
  1. Wordt ‘t agressie-incident later, bijv. drie weken na het voorval, nog eens besproken? Of praten jullie er niet meer over?
  1. Vind jij dat bespreking van alle voorvallen met agressie thuishoort op de agenda van het werkoverleg? Waarom wel/niet?
  1. Zijn er binnen de organisatie afspraken gemaakt waar je op kunt terugvallen als je met agressie te maken hebt gehad?
  • Welke afspraken zijn dat?
  • Maak je er ook gebruik van?
  1. Zijn die afspraken ook vastgelegd in bijvoorbeeld een agressieprotocol*?
  • Waar ligt dat?
  • Weet je wie je daarop kunt aanspreken?
  • Wist je dat je dit protocol ook zelf in werking kunt zetten?
  • Weet je ook hoe?
  1. Is er een vaste procedure in de organisatie voor het melden en/of registreren van agressie-incidenten? Hoe werkt dat?

 

* In het agressieprotocol staat beschreven wat je moet doen als je te maken hebt gehad met agressie.

 

7. Opvang is en blijft belangrijk

 

Schenk aandacht aan het voorval

Een confrontatie met agressie kan veel invloed hebben. Door aandacht te schenken aan de gebeurtenis kun je het voorval verwerken. De eerste dagen na een (bijna-) agressie incident heb je waarschijnlijk niet te klagen over spontane steun van anderen. Maar meestal ebt die belangstelling na een tijdje weg. Toch hebben veel mensen langere tijd nodig om een gebeurtenis goed te verwerken. Als er dan niemand meer voor je klaarstaat, kun je het gevoel krijgen in de kou te staan. Opvang op een later tijdstip is dus net zo belangrijk.

 

 

 

Hoe voel je je?

Heb je te maken gehad met agressie, sta dan regelmatig stil bij hoe je je voelt. Wat vragen om je te helpen:

  1. In welke situaties voel je je goed en wanneer juist niet? Sta stil bij je gedachten en gevoelens.
  1. Waar ligt dat aan, denk je?
  1. Heb je er zelf alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat je weer goed in je vel zit?
  1. Wat zou je het liefst willen dat er nog gedaan wordt? Ga hierbij na:
  • hoe de stageorganisatie kan helpen;
  • hoe je studiegenoten kunnen helpen.
  1. Wat ga je zoal doen om ervoor te zorgen dat je snel weer ‘de oude’ bent?

 

 

 

8. Tot hier en niet verder

 

Hoe duidelijk ben jij?

Deze opdracht helpt je om jouw grenzen en die van je studiegenoten te ontdekken. Beantwoord de volgende vragen en maak hierbij onderscheid tussen:

  • op jou of een collega/studiegenoot gerichte agressie;
  • op zichzelf gerichte agressie;
  • agressie tussen kinderen/cliënten.

 

Hoe ver laat jij de iemand gaan?

‘Tot hier en niet verder!’ Ga voor jezelf na:

  1. Wat betekent ‘tot hier’ precies voor jou?
  1. Laat je de iemand ook in de praktijk niet over die grens gaan?
  2.  

 

9. Elkaar aanspreken moet kunnen

 

De sfeer op de groep moet zo zijn dat je elkaar kunt aanspreken op gedrag

Bespreek deze stelling in de klas.

 

Collega’s/studiegenoten aanspreken op gedrag

Ga voor jezelf na en bespreek met je team wat je hierover kwijt wilt:

  1. Vind je het makkelijk om een collega/studiegenoot van je team aan te spreken op gedrag?
  • Waarom wel/niet?
  • Wanneer wel/niet?
  • Wat kan hier volgens jou aan verbeterd worden, en hoe?
  1. ‘Bemoei je met je eigen zaken!’ Denk je dat snel als een collega/studiegenoot je aanspreekt op gedrag?
  • Waarom denk je dat?
  • Is die gedachte terecht?
  1. Heb jij, door iemand aan te spreken op gedrag, snel het gevoel dat je die persoon aanvalt of ter verantwoording roept?
  1. En jijzelf? Voel je je snel aangevallen?

 

 

 

 

 

 

10. Veilig werken is…

 

Een veilige werkplek is een werkplek waar:

  • een open cultuur* heerst, waarin regelmatig over incidenten wordt gepraat;
  • heldere afspraken zijn gemaakt over gezamenlijke normen en waarden;
  • elk agressie-incident wordt gemeld en geregistreerd;
  • medewerkers getraind of geschoold worden als ze daar behoefte aan hebben.

 

Ga voor elk punt na:

1. Hoe is dat bij jullie op stage geregeld?

2. Ben je daar tevreden over of juist niet? Waarom wel/niet?

3. Zie je het liever anders? Hoe dan?

4. Bespreek je antwoorden met je studiegenoten.

 

 

* Open cultuur: ervaringen met agressie en de nasleep ervan kunnen besproken worden, zonder nadelige gevolgen voor de medewerker.

 

 

 

 

 

 

  • Het arrangement 2016 PMK P12 - BO - Omgaan met agressie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Pedagogisch werk Onderwijs assistent Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2019-06-12 11:02:54
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Onderwijs assistent, Pedagogisch werk. (2019).

    2017 PMK P12 - BO - Omgaan met agressie

    https://maken.wikiwijs.nl/81870/2017_PMK_P12____BO___Omgaan_met_agressie

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.