14.1 Sports - kgt12

14.1 Sports - kgt12

Sports

Introduction

The subject of this period is sports.
Het onderwerp van dit blokuur is sport.

  • Work together with three or four classmates.
    Maak groepjes van drie of vier leerlingen.

Discuss the following questions in your group in English:
Bespreek de volgende vragen in jouw groepje in het Engels:

  • How do you spend your spare time?
    Wat doe jij graag in je vrije tijd?
  • Which sport do you enjoy most?
    Welke sport vind jij het leukst?
  • Do you play computer games?
    Game jij weleens?
  • Make a list of 12 English words (and their Dutch translation) that have to do with sports and gaming.
    Maak een lijst met 12 Engelse woorden (en de Nederlandse vertaling) die met sport en gamen te maken hebben.
Step   activity aim time
  introduction Nadenken over wat je al weet. 10
Step 1

listening
Sports memories

Je kunt een geluidsfragment begrijpen over herinneringen aan sport en er vragen over beantwoorden. 15
Step 2

reading
Esports

Je kunt een tekst over esports lezen en er vragen over beantwoorden. 15
Step 3 vocabulary Je leert de vocabulaire over sport en kunt die gebruiken. 15
Step 4

grammar
Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden

Je kunt bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden gebruiken. 15
Step 5 speaking
Tell me about your sport memores
Je kunt een gesprekje voeren en daarin over sportherinneringen vertellen. 10
Step 6 writing
A blog
Je kunt een blog schrijven waarin je over een sportevenement vertelt. 15
Step 7 evaluation Nadenken over wat je geleerd heb. 05

Step 1 - Listening

Sports memories
You are going to listen to Aiman, Cheryl, Antoine, Emily, Jonathan and Jeff talking about their best sports memories.
Je gaat luisteren naar een gesprek tussen Aiman, Cheryl, Antoine, Emily, Jonathan en Jeff. Ze vertellen ieder over hun beste sportherinnering.

  • Work together with three or four classmates and do exercise 1.
    Werk samen met drie of vier klasgenoten en doe oefening 1.
  • Read the statements.
    Lees de stellingen.
  • Listen to the podcast again and do exercises 2 and 3 individually.
    Luister de podcast nogmaals en maak oefening 2 en 3 individueel.

Oefening 1: Sports memories

Work together with three or four classmates. Discuss the following question:
Bespreek de volgende vraag in je groepje in het Engels:

  • What is your best sports memory?
  • Wat is jouw beste sportherinnering?

You can use either a sports memory of your own, or something you’ve seen on tv.
Here are some ‘chunks’ to help you:
Dit mag een herinnering zijn van jezelf, maar mag ook een sportmoment zijn dat je live of op tv hebt gezien.
Je kunt gebruikmaken van de volgende chunks:

My best moment in sports was…

I remember seeing this on tv…

My fondest sport memory is …

 

What I really liked was …

 

 

Statements

1. Aiman is talking about motocross.                                                                      
2. Aiman had a puncture.                                                                            
3. Cheryl is very athletic.                                                                            
4. Cheryl got a silver medal for 2nd place.                
5. Antoine was eleven when his father took him to a football match.                                                
6. Emily was in France when they won the world cup.                                                       
7. Jonathan immediately remembers his best sports memory.                                          
8. Jeff has been playing rugby his entire life.                                                                      

1. Aiman vertelt over motorcross.                                                                            
2. Aiman kreeg een lekke band.                                                                              
3. Cheryl is heel atletisch.                                                                                      
4. Cheryl heeft een zilveren medaille gekregen voor de 2e plek.                          
5. Antoine was elf toen zijn vader hem meenam naar een voetbalwedstrijd.                                  
6. Emily was in Frankrijk toen zij de wereldbeker wonnen.                                                
7. Jonathan kan direct zijn beste sportmoment herinneren.                                  
8. Jeff speelt z’n hele leven al rugby.                                                          

 

Step 2 - Reading

Esports
You are going to read a text about esports.
Je gaat een tekst lezen over ‘esports’.

  • Read the text and do assignment 1 and 2.
    Lees de tekst en maak oefening 1 en 2.
  • Read the text again and do assignment 3.
    Lees de tekst nog een keer en maak oefening 3.

Esports
A designer for a popular computer game has said video games should be an Olympic sport. Rob Pardo, chief creative designer for the World of Warcraft game, told the BBC that video games should be in the Olympic Games. He said the Olympics needed to be more modern. He said millions of people love playing and watching competitive gaming, which is also known as esports. Mr Pardo said esports needs "a very competitive skillset". He added that professional gamers have "lightning quick" reflexes and have to make hundreds of quick decisions at any time.

Pardo said it would be difficult to get esports into the Olympics. Many people do not see it as a real sport. He says it is a proper sport because it needs physical effort and skill. He believes it is better and more popular than many of the current Olympic sports. He said people did not want gaming to be in the Olympics because it uses technology and not athleticism. PC Magazine said there could be a separate international competition for esports that could be like the Olympics. This would make gaming the main event. In the Olympics, gaming would just be one of many sports.

 

Step 3 - Vocabulary

  • Study the vocabulary (max. 10 minutes)
    Bestudeer de woordenlijst. (maximaal 10 minuten)

Woordenlijst Sports

 

  • Do the exercises.
    Maak de oefeningen.

Step 4 - Grammar

You are going to learn about adjective and adverb.
Je gaat leren over het bijvoeglijk naamwoord en het bijwoord.

Study the explanation of the adjective and adverb in the Kennisbank.
Bestudeer uit de Kennisbank het bijvoeglijk naamwoord en het bijwoord.

Now, do the following exercises.
Maak nu de volgende oefeningen.

Step 5 - Speaking

Tell me about your sport memories
Work together with a classmate.
Deze oefening maak je samen met een klasgenoot.

You are going to interview each other about your favourite sports memory. This could be one of your own memories, but also something you’ve seen live or on television.
Jullie gaan elkaar interviewen over jullie favoriete sportherinnering. Dit mag een eigen herinnering zijn, maar ook iets dat je live / op tv hebt gezien.

  1. First, think of 4 questions you could ask your classmate about their favourite sports memory. Write these questions down.
    Bedenk eerst 4 vragen die je in het Engels aan je klasgenoot kunt stellen over hun favoriete sportherinnering. Schrijf deze vragen op.
  2. Indidually, practise with asking these questions. Use two minutes to practise.
    Oefen individueel eerst het stellen van deze vragen. Neem hier 2 minuten de tijd voor.
  3. Do the interview with a classmate. Decide who starts. Change roles afterwards. Your interview is at least 1 minute long, no more than two minutes.
    Doe het interview met je klasgenoot. Spreek af wie er begint. Wissel daarna van rol. Jullie interview duurt minimaal 1 minuut en niet meer dan 2 minuten.

Words/chunks to help:
Woorden/zinsdelen die kunnen helpen:

Sports memory

What did you like … ?

What is your favorite …. ?

 

When was …

 

How do you feel about … ?

 

Step 6 - Writing

Writing a blog
You can write a message in different ways. Keep in mind the audience you are writing for. A message for a friend has a different tone than one for your teacher. Have a look at the examples below.
Je kunt een bericht op verschillende manieren schrijven. Je let hierbij op het publiek waar je voor schrijft. Een bericht voor een vriend heeft een andere toon dan een bericht voor je docent. Zie ook de voorbeelden hieronder.

Bericht naar een vriend:

Ugh, I’m ill. Stayed up all night and puked my guts out!
Ugh. Ik ben ziek. De hele nacht opgebleven en me helemaal leeg gekotst!

Bericht naar een docent:

I’m terribly sorry, but I’m calling in ill today. I hope to return to class soon.
Het spijt me verschrikkelijk, maar ik moet me vandaag ziek melden. Ik hoop dat ik snel terug ben op school.

  • Write a blog about a sports event for the newspaper.
    Schrijf een blog over een sportevenement voor de krant. Let op de toon van je bericht.
  • Write that you are going talking about a sport event.
    Schrijf dat je gaat vertellen over een sportevenement.
  • Write down which event it is. (make it up yourself, it could be about a football match, the Olympic Games or a match that you participated in).
    Schrijf om welk evenement het gaat. (zelf verzinnen, bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd, de Olympische Spelen of een wedstrijd waar je zelf aan deelnam.)
  • Write down when the event was. (make it up).
    Schrijf wanneer het was. (zelf verzinnen)
  • Write down what happened at the event. (make it up).
    Schrijf wat er precies gebeurde. (zelf verzinnen)
  • Write down how you felt about it. (make it up).
    Schrijf hoe je je voelde. (zelf verzinnen)
  • Finish your blog correctly.
    Sluit je blog af.
  • Use 150 – 200 words.
    Gebruik 150 – 200 woorden.

Exchange your blog with a classmate, they will give you feedback with the following rubric.
Wissel je blog uit met een klasgenoot, die geeft je feedback met deze rubric.

Step 7 - Evaluation

Complete the grid and answer the questions underneath the grid.
Vul het schema in en beantwoord de vragen onder het schema.

activity

fun

not fun

easy

difficult

know it already

new

reading

 

 

 

 

 

 

listening

 

 

 

 

 

 

vocabulary

 

 

 

 

 

 

grammar

 

 

 

 

 

 

speaking

 

 

 

 

 

 

writing

 

 

 

 

 

 
  • Are there still things you don't quite understand? How are you going to fix that?
    Zijn er nog dingen die je niet helemaal begrijpt? Hoe ga je dat oplossen?
  • What would you like to ask your teacher?
    Wat zou je nog aan je docent willen vragen?
  • Het arrangement 14.1 Sports - kgt12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2024-07-31 14:31:28
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor vmbo kgt, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 14 'Spare time and music'. Het onderwerp van deze les is: Sports. Deze les gaat over sport, sportherinneringen en esports. In de grammaticaopdracht worden het bijvoeglijk naamwoord (adjective) en het bijwoord (adverb) behandeld.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Engels;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 40 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, bijvoeglijk naamwoord (adjective), bijwoord (adverb), engels, esports, kgt12, sportherinneringen, sports, stercollectie
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Adverb

    Adverb or adjective 1

    Adverb or adjective 2

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.