Waterkringloop
Het functioneren van de waterkringloop.
De rol van de waterkringloop in de drinkwatervoorziening van de mens.
Waterproblematiek
Het natuurlijk aanbod van water.
Verschillen in watergerelateerde problemen in en tussen gebieden.
Nederland waterland
Water in Nederland, water van Nederland.
De bijzondere relatie tussen Nederland en het water.
Problemen met water.
Vergelijking tussen Nederland en Bangladesh.
Beginopdracht: Maak op jouw Google Drive in de map M&M een nieuwe map aan met de titel Water.
Leerdoelen
Aan het eind van het thema moet je:
de werking van de waterkringloop kunnen uitleggen.
de faseveranderingen in de waterkringloop kunnen toelichten.
de rol van de waterkringloop in de drinkwatervoorziening voor de mens kunnen omschrijven.
weten dat er verschillende waterproblemen zijn: te veel water, te weinig water, te vies water.
weten wat wordt bedoeld met Nederland waterland.
inzicht hebben in de duurzaam watergebruik.
Planning
Het thema 'Water' bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderdeel
Tijd
Eindproduct
Inleiding
1 lesuur
-
deel 1
Waterkringloop
2 lesuren
Afbeelding waterkringloop
deel 2
Nederland waterland
2 lesuren
Woordenwolk
deel 3
Waternoodsramp 1953
3 lesuren
Infografic
deel 4
Ruimte voor de rivier
1 lesuur
Kaart van Nederland
deel 5
Problemen met water
2 lesuren
Eigen keuze
deel 6
Rijnreis
2 lesuren
A3-poster
Afsluiting
2 lesuren
Tentoonstelling
Klaaropdracht
Begrippenlijst
Totaal
15 lesuren
Werkplan
Het thema Water bestudeer je door zes deel-projecten en de afsluiting te maken. In ieder deel-project wordt een ander aspect van water belicht.
Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat gedaan hebt. Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt. Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.
Vraag aan een expert / coach het werkplan water om alles goed bij te kunnen houden.
Begrippenlijst
Voor de kennistoets ga jij je ook eigen begrippenlijst maken. Deze begrippenlijst maak jij tijdens het maken van dit project. Ook het leren van de begrippen kun je dus vanaf het begin doen. Aan het einde van een projectdeel staat ook een begrippenlijst van begrippen die je in iedergeval moet kennen.
Begrippen leer je het beste met de 1-2-3 methode:
Je leest de theorieblokken door.
Als je een begrip tegenkomt dan schrijf je dit begrip op een kaartje.
Je zoekt de goede betekenis op en schrijft dit aan de andere kant van het kaartje.
Als je de kaartjes hebt geschreven, worden ze gesorteerd in drie stapels. Alle kaartjes beginnen in stapel 1. Ken je er één? Dan schuift hij een stapel op, naar stapel 2. Ken je er één uit 2? Dan gaat hij naar stapel 3. Ken je er één uit stapel 3 dan gaat die op de eindstapel.
Als je alle begrippen op de eindstapel hebt liggen, draai je de kaartjes en ga je opnieuw stap 1 t/m 4 doen.
Samenvatting theorieblokken
Je gaat zelf je eigen samenvatting van de theorieblokken maken. Haal zelf de kernzinnen en belangrijke info uit de theorieblokken. Maak hiervoor een apart document. Kijk voor tips door op de button te klikken.
Het water in de Noordzee is ooit als een regendruppel neergevallen en heeft in het verleden meerdere malen een lange reis gemaakt. Misschien wel van de top van een berg tot honderden meters onder de grond, eeuwen later opgedronken en uitgeplast, verdampt en als regendruppeltje in een wolk terecht gekomen. Water is dus altijd onderweg.
Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht kun je:
de waterkringloop beschrijven.
aangeven op welke plekken in de waterkringloop verdamping en condensatie voorkomen.
Product Waterkringloop
Je zoekt op internet naar afbeeldingen over de waterkringloop.
Met jouw groepje maak je zelf op A4 formaat een tekening waarmee je alle onderdelen van de waterkringloop weergeeft.
Activiteiten
Stappen
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen en Samen
Kennisbank bestuderen en voorbeelden van condensatie en verdamping bedenken.
Stap 2
Alleen en Samen
Filmpjes over de waterkringloop bekijken en vragen beantwoorden.
Stap 3
Samen
Waterkringloop in beeld brengen door middel van plaatjes en tekst. Laat dit door de expert nakijken voordat je verder gaat.
Benodigdheden
Wit A4 papier
Kleurpotloden / tekenpotlood / stiften
Stap 1: Verschillende onderdelen waterkringloop
Water komt in verschillende toestanden (fasen) voor.
Bestudeer pagina 1 en 2 van het volgende onderdeel uit de Kennisbank aardrijkskunde.
De overgangen van fasen die je voor de waterkringloop
moet kennen, zijn condensatie en verdamping. (Zie de afbeelding hiernaast)
Waterdamp is onzichtbaar. Om te bewijzen dat er water
in lucht zit hoef je alleen maar je adem op een koude ruit
te blazen: de ruit beslaat. De waterdamp (gas) verandert
dus in water (vloeibaar). Als je even wacht is de ruit niet
meer beslagen: het water op de ruit is verdampt.
Opdracht:
Bedenk samen met jouw groepje een voorbeeld van condensatie en een voorbeeld van verdamping.
Schrijf deze twee voorbeelden in document water deel 1 en laat dit controleren door een expert.
Stap 2: De waterkringloop
Bekijk het filmpje over de waterkringloop.
Water verandert voortdurend van fase. Dat voortdurend veranderen van fases noem je de waterkringloop. Het woord kringloop geeft aan dat er geen begin is en dus ook geen einde: het gaat dus altijd door!
Bekijk het volgende filmpje op SchoolTV.
Opdracht: Geef antwoord op de volgende vragen en zet dit in je document water deel 1 .
Welke rol speelt verdamping in de waterkringloop?
Welke rol speelt condensatie in de waterkringloop?
Welke rol speelt de wind in de waterkringloop?
Stap 3: Product waterkringloop
Je gaat een product maken waarmee je de waterkringloop in beeld brengt.
Je eindproduct bestaat uit een afbeelding van de waterkringloop en een omschrijving van de waterkringloop. In de omschrijving komen in ieder geval de volgende woorden voor:
oceanen en zeeën, verdamping, waterdamp, condensatie, wind, wolken, neerslag, grondwater en rivieren.
Je maakt het product op 1 wit A4 blaadje. Maak gebruik van kleur.
Klaar?
Laat het product beoordelen door een expert.
Je krijgt een goede beoordeling voor de opdracht als:
Het eindproduct duidelijk laat zien wat de waterkringloop is.
Het eindproduct met zorg gemaakt is.
Maak na goedkeuring een foto van jullie waterkringloop en voeg toe aan het document water deel 1
Waterkringloop De 'reis' die water maakt. De stappen die ervoor zorgen dat water verdampt, er wolken gevormd worden en dat uit de wolken weer neerslag valt.
Aan het begin van de 17e eeuw kreeg Jan Adriaenszoon Leeghwater de taak om de Beemster droog te leggen. De Beemster was toen een groot meer. Amsterdamse kooplieden wilden de polder droogleggen om er voedsel te kunnen verbouwen.
De Beemster is een goed voorbeeld van hoe Nederlanders grote delen van Nederland zelf hebben 'gemaakt'.
In deze opdracht kijk je naar hoe Nederland omgaat met het water.
Leerdoelen
Aan het eind van de opdracht kun je:
het begrip Normaal Amsterdams Peil (NAP) omschrijven.
het belang van dijken en waterkeringen in Nederland uitleggen.
beschrijven wat een polder is.
een reden noemen waarom polders drooggemaakt zijn.
Product Nederland Waterland
Je rondt deze opdracht af met het maken van een ‘woordenwolk’ of mindmap met als titel Nederland waterland.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen/Samen
Kennisbank over het NAP bestuderen en vraag beantwoorden.
Stap 2
Alleen/Samen
Lijst met woorden die te maken hebben met het beemster maken.
Stap 3
Samen
Vragen beantwoorden over een woordenwolk.
Stap 4
Samen
Woordenwolk maken op basis van een website en door de docent laten nakijken.
Benodigdheden
Chromebook
Stap 1: NAP
In de Kennisbank Aardrijkskunde vind je een onderdeel over het NAP. Lees deel 1 en bekijk de video bij deel 2.
NAP betekent Normaal Amsterdams Peil.
Het is de referentiehoogte waaraan hoogtemetingen in Nederland worden gerelateerd.
Voor het gemak wordt het NAP gelijkgesteld aan het gemiddeld zeeniveau.
Bekijk de twee kaartjes en beantwoord de vraag onderaan de pagina.
Op het linkerkaartje zie je welk deel van Nederland onder NAP ligt.
Op het rechter kaartje zie je hoe Nederland er nu uitziet.
Opdracht:
Vergelijk de kaartjes goed.
1: Zou de stad of het dorp waarin je woont bestaan als er in Nederland geen dijken en waterkeringen zouden zijn?
2: Zou Amsterdam bestaan als er in Nederland geen dijken en waterkeringen zouden zijn?
Beantwoord deze vragen eerst voor jezelf en overleg daarna binnen jouw groepje wat het beste antwoord is op deze vragen. Schrijf jullie antwoorden op in het document water deel 2
Stap 2: Inpolderen
De Werelderfgoedlijst is een lijst met gebouwen, gebieden en evenementen die uniek zijn en als onvervangbaar worden beschouwd. De Beemster staat op deze lijst.
Deze droogmakerij uit 1612 is een voorbeeld van hoe de Nederlanders zelf land hebben 'gemaakt'.
In deze stap ga je de website entoen.nu/beemster bezoeken.
Op de website vind je heel veel informatie over De Beemster.
Bekijk van de website in ieder geval de volgende onderdelen:
Kaart landaanwinning vanaf 1300
SchoolTV Beeldbankclip: Werelderfgoed De Beemster
SchoolTV Beeldbankclip: De molengang
Videofragment: Water: vriend of vijand?
Natuurlijk mag je ook de andere onderdelen bekijken.
Opdracht:
Maak tijdens het kijken naar de verschillende onderdelen een lijst met minimaal twintig woorden die te maken hebben met "Nederland waterland". Deze lijst schrijf je op in het document water deel 2.
Laat deze lijst controleren door een expert.
Stap 3: Woordenwolk
Van een tekst van internet is een 'woordenwolk' gemaakt.
In een woordenwolk geldt dat hoe vaker een woord voorkomt in het artikel,
hoe groter het woord in de wolk staat.
Opdracht:
Bespreek de woordenwolk hieronder met jouw groepje. Schrijf jullie antwoorden op in het document Water deel 2.
Wat zijn de belangrijkste woorden?
Wat is volgens jullie het onderwerp van de tekst die is gebruikt voor het maken van de woordenwolk?
Stap 4: Eindproduct
Jullie gaan nu zelf een woordenwolk maken.
Zoek op internet een tekst van ongeveer 200 woorden die gaat over Nederland waterland.
Selecteer de tekst van het artikel en ga dan naar één van de volgende websites:
- www.wordle.net (klik op 'Create your own' en volg de aanwijzingen)
- tagcrowd.com (Experimenteer met de options)
Maak op één van de sites een woordenwolk met jullie eigen woordenlijst en controleer samen het resultaat
Bevat de woordenwolk de woorden die je had verwacht?
Staan er woorden niet in of staan sommige woorden er kleiner (of juist groter) in dan je had verwacht,
Kies de belangrijkste woorden uit je woordenwolk en maak met die woorden één zin die de hoofdgedachte van de tekst weergeeft.
Bespreek dit binnen jouw goepje en maak eventueel nog wat wijzigingen in jullie woordenlijst. Vul deze waar nodig ook nog aan.
Maak nu een eigen woordenwolk. Hoe je dit maakt is aan jullie als groepje. Je kunt kiezen uit een digitale versie (kijk voor de link naar de pagina's hierboven) of één op papier.
Klaar?
Maak een foto en plaats die in je document Water deel 2. Lever de woordenwolk in bij de expert.
De expert beoordeelt de woordenwolk op inhoud en vormgeving.
Het moet duidelijk zijn dat de woordenwolk gaat over de omgang van Nederland met het water.
En de woordenwolk moet er netjes verzorgd uitzien.
Peilmerken Meetmerken die je soms ziet op gebouwen, bruggen en viaducten. Deze meetmerken geven het NAP weer.
Deel 3: Watersnoodramp 1953
Vooraf
In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 vond in Nederland een watersnoodramp plaats. Het Noordzeewater bereikte een recordhoogte en grote delen van Nederland werden overspoeld. De provincie Zeeland werd het zwaarst getroffen. Er vielen honderden doden en meer dan 100.000 mensen raakten hun huis kwijt.
Leerdoel
Aan het eind van de opdracht kun je uitleggen waarom Nederland de Deltawerken is gaan aanleggen.
Product
Jullie maken een infographic over de watersnoodramp. Hierin verwerk je onderstaande punten. Maak hierbij eigen keuze's hoe je deze in de infographic verwerkt.
- Oorzaken (hoe, welke omstandigheden)
- Verloop (wat gebeurde er?)
- Gevolgen (Hoe verder?)
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
2 Filmpjes kijken over de waternoodsramp van 1953.
Stap 2
Alleen/Samen
Kennisbank over Nederland en het water bestuderen, filmpje kijken en vragen beantwoorden.
Stap 3
Samen
Maken van een infographic over de Watersnoodramp
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Stap 1: Oriëntatie - watersnoodramp
In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 vond in Nederland een watersnoodramp plaats. Het Noordzeewater bereikte een recordhoogte en grote delen van Nederland werden overspoeld.
De provincie Zeeland werd het zwaarst getroffen, maar ook andere delen van Nederland werden overspoeld. Er vielen honderden doden en meer dan 100.000 mensen raakten hun huis kwijt. Ook honderden dieren verdronken en talloze dorpen werden verwoest.
De film 'De Storm' uit 2009 van Ben Sombogaart gaat over de waters-noodramp van 1953.
Op internet is ook veel filmmateriaal beschikbaar over de watersnoodramp van 1953.
Opdracht:
Bekijk de volgende twee filmfragmenten op de website van SchoolTV.
Maak tijdens het kijken van de filmfragmenten aantekeningen over de oorzaken van de ramp, het verloop van de ramp en de hulpacties die op gang kwamen.
Schrijf je aantekeningen op in het document water deel 3.
Na de watersnoodramp in 1953 kwam in de politiek de discussie op gang over de veiligheid van de dijken in Nederland. Naar aanleiding van deze watersnoodramp bedacht men een nieuw plan voor de bescherming van Nederland tegen het zeewater: de Deltawerken.
Bestudeer nu het onderdeel 'Nederland en het water' uit de Kennisbank aardrijkskunde.
Zoek op internet (en via het filmpje) antwoorden op de volgende vragen:
Hoeveel dagen na de watersnoodramp werd de Deltacommissie ingesteld?
Waarvoor kiest de Deltacommmisie: voor het verhogen van de dijken of voor het aanleggen van dammen in de zeegaten?
Wat zijn de gevolgen van het Deltaplan voor zoutwater- en zoetwatermilieu?
In welk water wordt de eerste stormvloedkering aangelegd?
Op 25 augustus 2010 zijn de Deltawerken af.
Waar is het laatste stukje van de Deltawerken opgeleverd?
Schrijf de antwoorden op in je document Water deel 3.
Stap 3: Infographic
Jullie gaan een infografic maken met de volgende inhoud:
de oorzaak van de watersnoodramp;
een beschrijving van de ramp;
de reddingsacties;
de bescherming van Nederland in de toekomst.
Tip 1: Ga eerst informatie verzamelen die jullie zouden kunnen gebruiken voor de infografic over de watersnoodramp en de maatregelen die Nederland daarna nam om een volgende watersnoodramp te voorkomen.
Tip 2: Hieronder staat een link waarbij je de informatie over het maken van een infografic nog eens keer kan bekijken.
Laat jullie infografic beoordelen door een expert.
Beoordeling
Bij de beoordeling gebruikt jullie docent de volgende vragen:
Heeft de infografic een titel?
Is er over alle verschillende aspecten van de ramp informatie?
Geeft de infografic informatie over de Deltawerken?
Is de infografic netjes gemaakt?
Begrippen
Deltawerken Het verdedigingssysteem om met name de provincie Zeeland tegen hoogwater van de zee te beschermen.
Waterkering/Stormvloedkering Een waterbouwkundige constructie die bij stormvloed of springtij moet verhinderen dat grote hoeveelheden water vanuit de zee tot overstromingen leiden.
Watersnoodsramp In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 overstroomt een groot deel van Zeeland, een deel van Zuid-Holland en een deel van Noord-Brabant door een enorme storm.
Deel 4: Ruimte voor de rivier
Vooraf
Nederland en water zijn twee zaken die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
In deze opdracht staan de grote rivieren centraal. De afgelopen eeuwen hebben wij door dijken en kribben aan te leggen de loop van rivieren naar onze hand proberen te zetten. Dat heeft echter niet kunnen voorkomen dat er in 1993 en 1995 toch overstromingen zijn geweest. Hoe gaan we dit in de toekomst voorkomen?
Leerdoel
Aan het eind van de opdracht kun je minimaal drie maatregelen noemen waarmee de overstromingskans van rivieren verkleind kan worden.
Product
Het product is een kaart van Nederland.
- Op de kaart geef je de loop van de grote rivieren aan.
- Je geeft ook aan welke gebieden risico lopen getroffen te worden bij een (rivier)overstroming.
- Op de kaart geef je ook aan hoe er wordt geprobeerd overstromingen te voorkomen.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Kennisbank over Nederland en water bestuderen, filmpje over strijd dijken bekijken en vraag beantwoorden.
Stap 2
Alleen
Filmpjes over ruimte voor rivieren bekijken.
Stap 3
Alleen
Opdrachten bij kaart van Nederland maken en door de docent laten nakijken.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 1 uur nodig.
Stap 1: We zijn gewaarschuwd!
Bestudeer het onderdeel 'Nederland en het water' uit de Kennisbank aardrijkskunde.
Tik in het zoekvak 'overstromingen 1993 of 1995 Nederland' of 'hoog water Nederland 1993 of 1995' in.
Kies voor 'Afbeeldingen'. Kies vijf verschillende afbeeldingen uit.
Van de afbeeldingen moet je zeker weten dat ze in 1993 of 1995 zijn gemaakt en je moet weten in welke plaats ze zijn gemaakt. Zorg dat dit bij de afbeelding staat.
Bewaar de kaart en de afbeeldingen voor het maken van je eindproduct bij deel 4.
Stap 2: Ruimte voor de rivier
De afgelopen eeuwen is het aantal inwoners in Nederland sterk toegenomen. Ook in de buurt van de grote rivieren wonen steeds meer mensen. Het is daarom belangrijk dat de rivieren stromen zoals wij dat willen. De gevolgen van een eventuele overstroming worden steeds groter.
Is de oplossing dan hogere en bredere dijken? Of zijn er nog meer mogelijkheden.
Bekijk de volgende filmpjes en maak daarna de opdracht:
Opdracht:
Schrijf de negen manieren op die bedacht zijn om overstromingen tegen te gaan.
Leg goed en duidelijk uit wat de negen manier inhouden.
Schrijf jouw negen manieren op in het document water deel 4.
Stap 3: Kaart van Nederland maken
Je gaat de opdracht afronden.
Opdracht:
Ga opnieuw naar www.google.nl . Tik in het zoekvak 'ruimte voor de rivier' in.
Kies voor 'Afbeeldingen'.
Kies vijf verschillende afbeeldingen uit. Van deze afbeeldingen moet je ook weten waar ze gemaakt zijn.
Eindopdracht:
Plak nu alle afbeeldingen op de kaart van Nederland.
Schrijf bij iedere afbeelding waar dat deze gemaakt is, wat er te zien is en ook welke manier bedacht is om overstromingen tegen te gaan.
5 afbeeldingen van de overstromingen van 1993 en 1995
3 afbeeldingen die iets laten zien over de manier waarop overstromingen tegen gegaan worden?
Jullie kaart zier er netjes en verzorgd uit.
Heb je alle vragen met 'ja' beantwoord, laat de kaart dan aan een expert zien. Daarna maak je een foto en plaatst die in het document water deel 4.
Begrippen
Rivierbedding De bodem van een stroom, rivier of beek.
Waterbekken Een plek waar water (tijdelijk) wordt opgeslagen.
Uiterwaarden De gronden tussen een winterdijk en de bedding van een beek of rivier.
Overstroming Het onder water lopen van een gebied dat onder normale omstandigheden droog ligt.
Deel 5: Problemen met water
Vooraf
Aan een aantal wetenschappers werd in 1998 gevraagd wat volgens hen de belangrijkste problemen van 21ste eeuw zouden worden. De meest genoemde antwoorden:
bevolkingsgroei en problemen met water. In deze opdracht staan de problemen met water centraal. Het gaat om drie soorten problemen: te veel water, te weinig water en te vuil water.
Leerdoelen
Aan het eind van de opdracht kun je:
een oorzaak noemen waarom er mensen zijn die geen toegang tot veilig drinkwater hebben.
minimaal twee gevolgen van waterschaarste noemen.
uitleggen dat problemen met water kunnen leiden tot internationale conflicten. Gebruik een voorbeeld.
het begrippen tsunami omschrijven.
Eindproduct
In het eindproduct van deze opdracht maak je een
vergelijking tussen de waterproblemen in Nederland en Bangladesh.
Met welk eindproduct je dat doet, is je eigen keuze.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Kennisbank over problemen met water bestuderen en opdrachten maken.
Stap 2
Alleen
Filmpjes over overstromingen in Banglasdesh kijken en vragen beantwoorden.
Stap 3
Alleen
Filmpje kijken, tekst lezen en opdracht maken.
Stap 4
Alleen
Eindproduct over verschillen en overeenkomsten tussen Nederland en Banglasdesh met water en door de docent laten nakijken.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1: Problemen met water
Bestudeer de vier pagina's van het onderdeel 'Problemen met water' uit de Kennisbank aardrijkskunde
Bangladesh is een land in Zuid-Azië. Het land ligt ten oosten van India en aan de Indische oceaan. In het noorden ligt het Himalaya gebergte. De hoofdstad van Bangladesh heet Dhaka.
Net als in Nederland zijn er veel rivieren.De twee belangrijkste rivieren zijn de Ganges en de Brahmaputra.
Bangladesh is één van de dichtstbevolkte landen ter wereld. Het land is bijna 4 keer zo groot als Nederland en heeft 120 miljoen inwoners. (dat is 7 keer zo veel!)
Opdracht:
Zoek in je atlas of op internet op waar Bangladesh ligt.
Print een kaartje uit waarop Bangladesh en India te zien zijn.
Geef op het kaartje de ligging van de hoofdstad van Bangladesh aan.
Geef op het kaartje ook de ligging van het Himalaya gebergte aan.
Geef op het kaartje ook aan hoe de twee belangrijkste rivieren lopen
Maak een foto van julie kaart en zet dat in het document Water deel 5. Bewaar de door jullie gemaakte kaart voor later.
Stap 2: Overstromingen in Bangladesh
Bekijk het volgende filmpje op SchoolTV:
Beantwoord daarna de onderstaande vragen. Maak een screenshot van het resultaat en zet dit in het document Water deel 5..
Ondanks de vele overstromingen in Bangladesh is er in sommige perioden sprake van waterschaarste. Om het land te helpen hebben hulporganisaties in de jaren '70 van de vorige eeuw meer dan 10 miljoen waterpompen in de grond geplaatst om grondwater op te pompen. Waterpompen moeten zorgen voor schoon drinkwater.
Door schoon drinkwater kun je voorkomen dat mensen besmet raken met ziekten als cholera en dysenterie die ernstige, zelfs dodelijke diarree veroorzaken.
Alleen het grondwater van Bangladesh is niet zo schoon. Schoon grondwater zit veel dieper in de grond. De grond van Bangladesh zit vol arsenicum.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw begon het grote aantal mensen met zwarte huidvlekken op te vallen, één van de eerste tekenen van langdurige arsenicumvergiftiging. Een kwart van alle waterbronnen in Bangladesh bevat arsenicum.
Omdat het water uit de grond ook wordt gebruikt voor irrigatie,
krijgen de mensen via de rijst nog een extra dosis mee.
Pompen met arsenicum besmet water worden daarom rood geverfd.
Toch worden ze vaak nog gebruikt...
Bekijk het volgende filmpje
Het meisje in het filmpje heeft drie opties: geen water, vervuild water of vergiftigd water.
Lees de tekst hieronder.
In arme landen sterven mensen vaak door het drinken van verontreinigd water.
Als mensen dit water drinken kunnen ze ...1...
of dysenterie krijgen en sterven ze binnen een week.
Hulporganisaties helpen arme landen door pompen te plaatsen.
Deze apparaten pompen het schonere ...2... op. Dit kunnen de mensen in de meeste gevallen veilig drinken.
Alleen is dat niet het geval in Bangladesh. In dit land is een groot gedeelte van het grondwater vergiftigd met ...3... .
Iemand die water drinkt wat besmet is met arsenicum heeft een ...4... van 10 jaar.
Niet alleen door het drinken van besmet water, maar ook door het eten van ...5...
wat met besmet water is geïrrigeerd, krijgen mensen arsenicum binnen.
Een oplossing is door pompen te plaatsen die nog ...6... grondwater oppompen.
Dat water is schoon.
Opdracht:
In de tekst ontbreken nog een aantal woorden. Die woorden zie je hieronder.
Selecteer de tekst en plak hem in het document Water deel 5 en vul vervolgens zelf de ontbrekende woorden in. .
a grondwater
c arsenicum
e levensverwachting
b voedsel
d dieper
f cholera
Stap 4: Nederland en Bangladesh
Nederland en Bangladesh hebben de veel overeenkomsten, maar ook grote verschillen. Voor beide landen geldt: 'Water: de beste vriend en de ergste vijand.'
Het product van deze opdracht is een vergelijking tussen de waterproblemen in Nederland en Bangladesh. Met welk product je dat doet, is jullie eigen keuze.
In het product moet duidelijk worden dat Nederland en Bangladesh overeenkomsten hebben, maar ook grote verschillen.
De titel van het eindproduct moet zijn: 'Water: de beste vriend en de ergste vijand.'
Klaar?
Laat het product beoordelen door een expert.
Je krijgt een goede beoordeling voor je product als:
het product duidelijk maakt welke waterproblemen er zijn in Nederland en welke waterproblemen er zijn in Bangladesh.
het product duidelijk maakt dat er ook grote verschillen zijn tussen Nederland en Bangladesh als het gaat over de oplossingen van de waterproblemen.
het product met zorg gemaakt is.
het product op tijd klaar is. Maak afspraken met je docent.
Zorg dat je of een foto van jullie product of een screenhot van jullie product zet in je document Water deel 5.
Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!
Watervluchtelingen Mensen die de droogte ontvluchten en op zoek gaan naar gebieden met meer water.
Overstroming Het onder water lopen van een gebied dat onder normale omstandigheden droog ligt.
Tsunami Een grote vloedgolf veroorzaakt door een zeebeving.
Moesson Winden bij de evenaar die elk half jaar van richting veranderen.
Smeltwater Water dat afkomstig is van gesmolten sneeuw of ijs.
Waterkwaliteit Hoe het oppervlaktewater en het grondwater zijn samengesteld. Het gaat hierbij om de biologische en de chemische samenstelling.
Deel 6: Rijnreis
Vooraf
De Rijn is met 1233 km een van de langste rivieren van Europa. De Rijn stroomt door verschillende landen en taalgebieden. Een reisje langs de Rijn is een zeer populaire trip.
In deze opdracht ga je als medewerker van het reisbureau 'Ontdek je plekje' een Rijnreis samenstellen. En je mag zelf als reisleider mee!
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
de begrippen stroomgebied van een rivier, waterscheiding en rivierverloop (verval) omschrijven.
de begrippen bovenloop, middenloop, benedenloop van een rivier en het begrip rivierdelta omschrijven.
Product
Je maakt voor een reisbureau een A3-poster waarop je een Rijnreis aanprijst.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Vragen beantwoorden over de Rijn met behulp van het internet en teken de loop van de rijn op een A3-papier.
Stap 2
Alleen
Vragen beantwoorden met behulp van de atlas.
Stap 3
Alleen
Kennisbank over rivieren bestuderen en op de poster gebieden van de Rijn aangeven.
Stap 4
Alleen
Kennisbank over rivieren bestuderen en ontbrekende woorden in een tekst zetten.
Stap 5
Alleen
Filmpje over bochten in de rivier kijken en vragen beantwoorden.
Stap 6
Alleen
Foto's en verhang op je poster zetten.
Stap 7
Alleen
Poster met promotie voor een Rijnreis afmaken en door de docent laten nakijken.
Benodigdheden
A3-papier en een atlas.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1: De Rijn
Opdracht:
Ga op internet en in je atlas op zoek naar informatie over de rivier de Rijn.Zorg dat je in ieder geval antwoord vindt op de volgende vragen:
In welk land begint de Rijn?
In welk gebergte begint de Rijn?
Door welke landen stroomt de Rijn?
Hoe lang is de Rijn?
Hoe wordt de Rijn genoemd in de verschillende landen?
Bij welke stad/dorp komt de Rijn Nederland binnen?
Teken nu op een vel A3-papier heel precies de loop van de Rijn na. Dit is het begin van jouw poster.
Zet de antwoorden op de vragen hierboven op de juiste plek op de poster.
Schrijf ook de namen van een aantal steden die langs de Rijn liggen op de poster.
De rest van de poster maak je af in de volgende stappen.
Stap 2: Soorten rivieren
Rivieren kun je onderverdelen in regenrivieren, gletsjerrivieren of gemengde rivieren.
Een regenrivier krijgt zijn water van regenwater
Een gletsjerrivier krijgt zijn water van gesmolten gletsjerijs
Een gemengde rivier krijgt water van zowel regenwater als gletserwater.
Gletsjers vind je alleen in het hooggebergte en gebieden in de polen, zoals bijvoorbeeld IJsland, Groenland en Antarctica. Aan het einde van een gletsjer gaat een gletsjer smelten. Dit smeltwater is het begin van een gletsjerrivier.
Zoek in je atlas de bron van de Rijn op en volg de rivier tot in Nederland.
Wat voor soort rivier is de Rijn in Zwitserland?
Wat voor soort rivier is de Rijn in Nederland
Hoe kun je dat zien?
Geef de antwoorden een plaatsje op je poster.
Stap 3: Zijrivieren
In de Kennisbank Aardrijkskunde vind je een gedeelte over rivieren.
Bestudeer dit gedeelte.
Een rivier kan behalve regenwater en smeltwater van een gletsjer ook water uit zijrivieren krijgen. En die zijrivieren krijgen op hun beurt ook weer water van zijriviertjes en die op hun beurt ook weer. Het hele gebied waar de hoofdrivier zijn water uit krijgt noem je het stroomgebied van de rivier.
De scheiding tussen twee stroomgebieden noem je een waterscheiding.
Een waterscheiding is vaak een gebergte of een heuvelrug. Aan de ene kant van het gebergte stroomt het water in een ander stroomgebied dan aan de ander kant van het gebergte.
Maar in Nederland is iets geks aan de hand. In Nederland stromen geen nieuwe riviertjes in de Rijn, maar vertakt de Rijn zich in verschillende rivieren. Het gebied van de Rijn in Nederland noem je een delta.
Opdracht:
Geef op de poster het stroomgebied van de Rijn aan.
Geef op de poster ook het deltagebied van de Rijn aan.
Geef op de poster ook de waterscheiding tussen Maas en Rijn aan.
Stap 4: Boven-, midden- en benedenloop
Een rivier kun je in drie stukken verdelen:
de bovenloop
de middenloop
de benedenloop (soms ook onderloop genoemd)
Lees de tekst over de verschillende onderdelen van de rivier in de Kennisbank Aardrijkskunde.
De ...1... is het eerste gedeelte van de rivier.
Vaak is dit een gebied met veel ...2... . De rivier vervoert nog niet zoveel water,
maar stroomt wel erg snel. Dit komt door het sterke ...3... .
In de bovenloop vindt er ...4... plaats: klei,
zand en grind worden door de rivier meegenomen.
Hierdoor worden de steile rivierdalen steeds dieper.
Vanaf de ...5... is de rivier breder en de stroomsnelheid zo laag dat er alleen nog fijn grind,
zand en klei wordt meegenomen.
Omdat de rivier nog steeds voor erosie zorgt stroomt de rivier nog steeds in een ...6... .
Vanaf de ...7... stroomt de rivier zo langzaam door het geringe verval dat de rivier niet meer voor veel erosie zorgt, maar voor ...8... : verweringsmateriaal bezinkt door de zwaartekracht.
Hierdoor stroomt de rivier niet meer in een dal, maar moet de rivier bedijkt worden.
Opdracht:
In de tekst ontbreken nog een aantal woorden. Die woorden zie je hieronder.
Selecteer de tekst en plak hem in het document Water deel 6 en vul vervolgens zelf de ontbrekende woorden in. .
a middenloop
c bovenloop
e reliëf
g erosie
b sedimentatie
d dal
f verval
h benedenloop
Stap 5: Bochten in de rivier
Bekijk het volgende SchoolTV filmpje:
Beantwoord naar aanleiding van het filmpje de volgende vragen. Maak een screenshot van het resultaat en zet dit in het document Water deel 6.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.
Begrippen
Stroomgebied Het gebied waaruit een rivier (plus zijrivieren) het overtollige water afvoert.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Het thema 'Bevolking en ruimte' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.
Fair Use
In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Overstromingen in Bangladesh
Bochten in de rivier
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.