In deze opdracht ga je kijken naar een filmpje. In dit filmpje wordt uitgelegd wat fictie, realistische fictie en non-fictie is.
Bekijk dit filmpje. Je kunt het zo vaak je wilt bekijken.
Geef na het kijken van het filmpje een beschrijving van de termen fictie, realistische fictie en non-fictie.
Opdracht 2
Wat lijkt jou het leukst?
Fictie, realistische fictie of non-fictie? Geef in ongeveer 5 zinnen aan waarom.
Je hebt net naar een video gekeken waarin een stukje van "Alice in Wonderland" en van "De Titanic" te zien waren. Onder welke term zouden deze verhalen vallen?
Opdracht 3 Fictiebiografie
Een fictiebiografie is een beschrijving van fictie die jij in je leven hebt gelezen en bekeken.
Maak hierbij gebruik van de regels voor het schrijven van een verslag (zie je lesboek blz. 117)
De volgende onderdelen horen in een fictiebiografie:
1. Voorlezen
Door wie werd je voorgelezen? Uit welke boeken werd je voorgelezen? Wat was je favoriete voorleesboek?
2.Favoriete leesboek
Wat is de titel? Waar ging het over? Wat vond je er mooi aan?
3.Soort boeken
Wat voor soort boeken lees je nu het liefst? Bijvoorbeeld avonturenverhalen, griezelverhalen, verhalen over school of liefdesverhalen?
4. Favoriete film
Wat is de titel? Waar ging de film over? Wat vond je er mooi aan?
5. Musicals/toneel/gedichten/games
Houd je hiervan?
6. Interessante details
Wat was het eerste boek dat je zelf kon lezen? Wat was de eerste bioscoopfilm die je zelf koos? Misschien heb je zelf een rol gespeeld in de schoolmusical van groep 8? Vertel daar dan iets over of laat het zien.
Voor de uitwerking van je fictiebiografie kun je kiezen uit de volgende opdrachten:
A. Een filmpje met beelden en foto's
Zoek of maak foto's die jouw fictiebiografie laten zien. Denk aan een foto van een van je boeken, fotoe waarop jezelf leest of maak zelf een foto.
B. Folder
Maak een folder waarin je onder elke foto een regeltje tekst schrijft.
Zoek of maak foto's die jouw fictiebiografie laten zien. Denk aan een foto van een van je boeken, fotoe waarop jezelf leest of maak zelf een foto.
C. Tekst
Schrijf een tekst van maximaal een A4'tje waarin je informatie opschrijft.
D. Presentatie in Powerpoint of Prezi
Zoek of maak foto's die jouw fictiebiografie laten zien. Denk aan een foto van een van je boeken, fotoe waarop jezelf leest of maak zelf een foto.
Opdracht 4 Hoe kies je nu een boek?
Maar hoe kies je nu een boek dat bij je past?
Allereerst heb je hulp van je fictiebiografie. Hieruit kun je opmaken wat je leuk vindt om te lezen en wat niet. Dat helpt je al.
In bijvoorbeeld een boekwinkel of bibliotheek kun je ook naar het volgende kijken:
* bekijk de kaft, lees de titel en bekijk het plaatje.
* lees de flaptekst. Deze tekst geeft informatie over het boek, staat vaak op de achterkant of heeft inderdaad een soort van flapje om het boek heen.
Bibliotheekboeken geven vaak nog meer informatie door:
* kaartje aan de binnenkant voor in het boek.
* het pictogram (tekeningetje) op de rug.
In je boek op bladzijde 52 staan 9 van deze pictogrammen. Zoek eens op wat ze betekenen.
Je hebt vast meer dan deze 9 pictogrammen gevonden. Vul deze 9 pictogrammen eens aan met 3 anderen (pictogram + betekenis).
Opdracht 5 Oriënteer je op een boek
Je hebt net iets geleerd over pictogrammen.
In de vorige opdracht is ook de flaptekst genoemd. Vraag eens twee van je klasgenoten of je zijn/haar boek even mag lenen.
Maak de volgende opdrachten:
* Kijk eens naar de kaft en de flaptekst.
* Schrijf de titel van het boek op.
* Leg kort uit waarom je dit boek wel of niet zou willen lezen.
Het arrangement Een boek doet goed is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Anna-Marie de Swart
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2019-05-12 21:23:56
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.