Food and drink
Introduction
Welkom bij het achtste thema van Engels.
Dit thema gaat over Food and drink.
Hoe?
Door te luisteren (listening), te lezen (reading), te spreken
(speaking) en te schrijven (writing).
Je bezoekt websites. Je speelt spelletjes en je oefent.
Je gaat schrijven en luisteren naar andere mensen die jou iets vertellen.
Wat?
Je hoort mensen vertellen over hun lievelingseten en wat ze zoal graag drinken.
Veel plezier! Have fun!
Getting started
You have just started the theme Food and drink.
You will find different things to watch, to listen to, to read and of course to do.
There are videos, recordings, pictures, photos, texts and assignments.
There are different types of assignments. Some of them you have to do on your own, others you are doing in a group.
Je bent begonnen aan het thema Food and drink.
In het thema vind je verschillende onderdelen om te kijken, luisteren, lezen en natuurlijk om te doen. Er zijn video's, audiofragmenten, afbeeldingen, foto's en oefeningen. Er zijn verschillende soorten oefeningen. Sommige oefeningen doe je alleen, andere oefeningen doe je in een groep.
At the end of those group assignments you are going to discuss the answers in your group. Some assignment will be checked by the computer.
Aan het eind van deze oefeningen die je in een groep doet bespreek je de antwoorden in je groep.
Sommige oefeningen worden nagekeken door de computer.
Need to know
Work with a classmate. Look at the picture with fruits and vegetables.
Werk samen met een klasgenoot. Kijk naar de afbeelding met fruit en groenten.
What are the English words for these fruits and vegetables?
Wat zijn de Engelse woorden voor deze vruchten en groentes?
- Schrijf er samen 12-15 op.
- Weet je niet hoe een vrucht of groente in het Nederlands heet? Vraag het aan klasgenoten.
- Controleer dan in de woordenlijst of je ze goed had.
- Schrijf 5 Engelse woorden voor groente of fruit op die je niet wist.
Vocabularylist Fruit and vegetables
Can do
In this theme you will focus on the following 'can do' statements.
In dit thema zul je je richten op de volgende 'leerdoelen'.
Luisteren
- Je kunt basiszinnen begrijpen die te maken hebben het thema Food and drink. Je begrijpt dit wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken.
Lezen
- Je kunt eenvoudige zinnen in een eenvoudig verhaaltje begrijpen, wanneer daar de woorden in worden gebruikt uit het thema Food and drink.
Gesprekken voeren
- Je kunt deelnemen aan een eenvoudig gesprek over Food and drink. Je gesprekspartner spreekt vrij langzaam. Hij of zij herhaalt af en toe de zinnen. Je gesprekspartner helpt bij het formuleren van wat je probeert te zeggen.
Je kunt eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die betrekking hebben op het thema Food and drink (bijvoorbeeld een gesprekje over wat je favoriete eten is).
Spreken
- Je kunt eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken die betrekking hebben op het thema Food and drink.
Schrijven
- Je kunt een kort, eenvoudig verhaaltje en een e-mail bericht schrijven door gebruik te maken van de woorden die betrekking hebben op het thema Food and drink.
To do
In this theme you are going to do the following things:
In dit thema ga je de volgende dingen doen:
- Luisteren naar mensen die praten over maaltijden en hun lievelingseten.
- Teksten lezen over eten in verschillende landen en over hoe je eten kunt klaarmaken.
- Een gesprek hebben over fast food.
- Een menukaart maken.
But you don't have to be able to do this right away!
Maar dit hoef je natuurlijk allemaal nog niet meteen te kunnen.
If you take the following steps (lessons) you'll find out what you need to know!
Je gaat de volgende stappen (opdrachten) doen om uit te vinden wat je allemaal moet weten.
Blok |
Titel |
Activiteit |
1 |
Going out to dinner |
Watch a video in which a couple visits a restaurant and look at a menu.
Kijken naar een video waarin een stel een restaurant bezoekt en een menukaart bekijken.
Talk and write an email. You order a meal at a restaurant and you write about a visit to a restaurant.
Spreken en een mail schrijven. Je bestelt in een restaurant en je schrijft over een restaurantbezoek.
Grammar: practise with ‘simple present’ and ‘present continuous’.
Grammatica: oefenen met ‘simple present’ en ‘present continuous’.
|
2 |
Meals and drinks |
Listen to an explanation about meals in Great Britain and read about fizzy drinks.
Luisteren naar een uitleg over maaltijden in Groot-Brittannië en lezen over frisdrank.
Talk and write an email. You talk about your favourite meal and you write about meals in the Netherlands.
Spreken en een mail schrijven. Je praat over je favoriete maaltijd en je vertelt over maaltijden in Nederland.
Grammar: practise with the past participle.
Grammatica: oefenen met 'voltooid deelwoord'.
|
3 |
Fruit and veg |
Watch a video about fruit and read about vegetables.
Kijken naar een video over fruit en lezen over groente.
Talk and write an email about fruit and veg.
Spreken en een mail schrijven. Je vertelt over je favoriete fruit en groente.
Grammar: practise with ‘simple present of present continuous’.
Grammatica: oefenen met ‘simple present of present continuous’.
|
4 |
Fast food |
Watch a video with a recipe and read about fast food.
Kijken naar een video met een recept en lezen over fastfood.
Talk and write an email. You talk about fast food and you write about the school cafeteria.
Spreken en een mail schrijven. Je vertelt over fastfood en over de schoolkantine.
Grammar: practise with possessive pronouns.
Grammatica: oefenen met 'bezittelijk voornaamwoord'.
|
Lessons
Hieronder vind je de vier blokken die horen bij dit thema.
Maak je keuze.
Vocabulary Food and drink
Deze woorden en chunks kunnen je helpen bij je lessen.
Je hoeft ze niet uit je hoofd te leren.
Tip:
There are many ways to study vocabulary. You can read the words aloud or copy them.
Click in Wozzol on the red arrow for the options.
Er zijn veel manieren om te werken aan je woordenschat. Je kunt de woorden hardop uitspreken of kopiëren.
Klik in Wozzol op de rode pijl voor de verschillende opties.
Finishing touch
Je hebt de blokken van het thema 'Food and drink' doorgewerkt.
Tijd voor de Finishing touch.
Je vindt hier vier extra schrijf- of spreekopdrachten.
Kies er één of twee uit. Werk samen met een klasgenoot.
Maak daarna de D-toets en beantwoord de evaluatievragen.
Succes.
Project A: Visiting a farm
Visiting a farm
Work with a classmate.
Werk samen met een klasgenoot.
Situation
Situatie
Je bent op vakantie in Engeland. Je bezoekt daar een boerderij met een winkel en praat met de boer over diens producten en over je favoriete groente en fruit.
|
Have your conversation.
Voer je gesprek.
- Werk samen met een klasgenoot.
- Praat over:
- de groenten en het fruit in de winkel (minstens 5 soorten);
- of je die veel eet en waarom (niet);
- je favoriete groente en fruit;
- je favoriete gerecht met groente en/of fruit.
- Je doet in de boerderijwinkel ook een paar boodschappen voor het avondeten.
- Vraag om drie ingrediënten.
- Eén ingrediënt is er niet. Vraag om een alternatief.
- Vraag hoeveel het kost.
- Reken af en neem afscheid.
Tip: Ask two classmates to comment on your conversation.
Tip: Vraag twee klasgenoten om commentaar te geven op jullie gesprek.
Assessment
Beoordeling van de taak
You have done well if you:
Je hebt het goed gedaan als je:
- elkaar hebt begroet;
- goede vragen kon stellen;
- alles hebt besproken wat in de opdracht stond;
- duidelijk hebt gesproken;
- goed te begrijpen was voor je klasgenoten;
- je fouten hebt verbeterd met de hulp van een andere leerling.
Project B: A conversation about food
A conversation about food
Work with a classmate.
Werk samen met een klasgenoot.
Situation
Situatie
Je zit in Londen bij een bushalte te wachten. Naast je op het bankje zit een leeftijdgenoot een hamburger te eten. Je knoopt een gesprek aan over fastfood.
|
Have your conversation.
Voer je gesprek.
- Werk samen met een klasgenoot. Voer een gesprek.
- Vraag of je leeftijdgenoot het lekker vindt.
- Vertel wat jij van een hamburger vindt.
- Zeg wat jouw favoriete fastfood is.
- Vertel waar je het haalt.
- Vertel hoe vaak je het eet.
- Praat ook over hoe vaak je vindt dat je fastfood mag eten en waarom.
- Stel je leeftijdgenoot twee zelfbedachte vragen over eten en drinken.
- Beëindig het gesprek.
Tip: Ask two classmates to comment on your conversation.
Tip: Vraag twee klasgenoten om commentaar te geven op jullie gesprek.
Assessment
Beoordeling van de taak
You have done well if you:
Je hebt het goed gedaan als je:
- elkaar hebt begroet;
- goede vragen kon stellen;
- alles hebt besproken wat in de opdracht stond;
- duidelijk hebt gesproken;
- goed te begrijpen was voor je klasgenoten;
- je fouten hebt verbeterd met de hulp van een andere leerling.
Project C: Dinner your way
Dinner your way
Situation
Situatie
Je oom en tante uit Engeland komen op bezoek, zoals elk jaar. En elk jaar weer zetten je ouders exact hetzelfde op tafel. Je wil wel eens wat anders en dat bespreek je met je ouders. De uitkomst: jij mag bepalen wat er dit jaar op tafel komt en je mag de menukaart maken. Maar wel in het Engels!
|
Make your menu.
Maak je menukaart.
Maak een menukaart voor een vijfgangendiner (of met minstens vijf verschillende gerechten).
- Geef de gerechten een naam.
- Zet de belangrijkste ingrediënten erbij.
- Maak de menukaart mooi op. Je mag afbeeldingen gebruiken.
Tip: Ask a classmate to comment on your menu.
Tip: Vraag een klasgenoot om commentaar te geven op je menukaart.
Assessment
Beoordeling van de taak
You have done well if:
Je hebt het goed gedaan als:
- je de juiste woorden voor de gerechten gebruikt hebt;
- je de belangrijkste ingrediënten vermeld hebt;
- de menukaart er mooi verzorgd uitziet;
- je je fouten hebt verbeterd met de hulp van een andere leerling.
Project D: Write an email
Write an email
Situation
Situatie
Je gaat in de meivakantie een paar dagen naar het Britse eiland Guernsey. Daar ga je bij een Bed & Breakfast logeren. Je hebt wat vragen over het ontbijt.
|
First, look up on the internet what is in a traditional English breakfast. Then write your email.
Zoek eerst informatie op internet over wat er in een traditioneel Engels ontbijt zit. Schrijf dan je e-mail.
- Stel je voor.
- Vertel wanneer jullie komen logeren.
- Je wil graag weten of er een traditioneel Engels ontbijt wordt geserveerd.
- Je vertelt wat je lekker vindt en wat juist niet.
- Je vertelt ook dat je (minstens) één ding uit het ontbijt niet mag hebben (vanwege geloof of een allergie).
- Je vraagt of je in plaats daarvan iets anders kunt krijgen. Noem twee mogelijkheden.
- Vraag ook hoe laat het ontbijt wordt geserveerd.
- Stel twee zelfbedachte vragen over de Bed & Breakfast. Die mogen over het ontbijt gaan, maar ook over iets anders.
- Sluit je e-mail netjes af.
Tip: Ask a classmate to comment on your email.
Tip: Vraag een klasgenoot om commentaar te geven op je e-mail.
Assessment
Beoordeling van de taak
You have done well if:
Je hebt het goed gedaan als:
- je de juiste woorden hebt gebruikt;
- alle punten uit de opdracht in je tekst staan;
- je je fouten hebt verbeterd met de hulp van een andere leerling.
D-toets
Test je kennis. Maak de diagnostische toets.
Engels: Food and drink D-toets
What did you learn?
At the end of each lesson (einde van iedere opdracht) you answered evaluation questions. Use these answers to answer the following questions:
- What new things did you learn?
- Which assignment (opdracht) was the best one to learn from?
- Are you able to do what you have to do?
Timing
In the introduction of each double period there is an indication of the amount of time you need to do the activity.
In de introductie bij elke opdracht wordt een indicatie van de tijd die je nodig hebt gegeven.
- What do you think of this timing?
Klopte de tijdsinschatting?
Group work
- What do you think of working in a group?
Wat vond je van het werken in een groep?
- Did every group member do the same amount of work?
Heeft ieder groepslid evenveel werk verzet?
More
Verderkijker
De Verderkijker biedt bij dit thema passende externe linkjes naar uitleg, oefenmateriaal of filmpjes. Voor het thema Food and drink zijn de volgende items geselecteerd.
Grammatica - present simple en present continuous:
- https://www.youtube.com/
In deze video krijg je uitleg over Present simple en Present continuous.
- http://www.bastrimbos.com/
Zet de werkwoorden die in deze oefening tussen haakjes staan, in de juiste tijd.
- Kies uit Present simple of Present continuous.
http://www.diepstraten.net/
Lees de korte uitleg over het verschil tussen Present simple en Present continuous.
Tik in de oefening rechts de juiste werkwoordsvorm in.
Grammatica - voltooid deelwoord (past participle):
Grammatica - bezittelijk voornaamwoord (possessive pronoun):
Lezen - Schrijven - Luisteren - Kijken - Spreken:
In de Verderkijker wordt gebruikgemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Mocht u vragen/opmerkingen hebben, of constateert u een niet-werkende link, horen wij dit natuurlijk graag. Dit kan via onze helpdesk.