Natuurrampen
Natuurrampen
|nleiding
Beste leerlingen,
Jullie gaan starten met een nieuw onderwerp: natuurrampen.
Natuurrampen zijn gebeurtenissen die hele nare gevolgen hebben voor alle levende wezens (mensen en dieren) en hun omgeving. Natuurrampen zoals overstromingen, orkanen, tsunami's, droogte, vulkaanuitbarstingen en aardbevingen worden in deze lessenserie behandeld.
Hoe ontstaat een tornado? Of een tsunami? Wat zijn vulkanen? Waar komen aardbevingen voor? Wat kan de hulpverlening doen voor mensen en dieren in de getroffen gebieden?
De aankomende lessen krijg je antwoord op al deze vragen.
Hoe gaat dit in zijn werk?
De leerkracht geeft jullie iedere les uitleg over een bepaalde natuurramp, zoals jullie gewend zijn in de lessen. Vervolgens gaan jullie zelf aan de slag via Wikiwijs. Je kunt de onderwerpen vinden door bovenaan op het tabblad van de juiste les te klikken. Jullie mogen werken in tweetallen, maar als je liever alleen werkt mag dit ook.
In ieder werkboekje wordt veel uitgelegd. Ook vind je hier weetjes, afbeeldingen en filmpjes die je kunt bekijken. De antwoorden kun je invullen in het werkboekje. Ben je klaar met de opdrachten laat je de leerkracht even controleren. We printen je boekje met jouw antwoorden uit zodat je aan het eind van deze lessenserie een map hebt met alle lessen bij elkaar.
Als er nog tijd over is in de les, mag je op internet verder zoeken naar informatieve filmpjes, afbeeldingen en teksten.
Er zijn vijf lessen over natuurrampen. Les 6 is een extra oefenles kaartlezen. Deze les mag je zelfstandig maken. De 7e les is een practicum. Deze les gaan we gezamenlijk doen.
Heel veel succes en vooral heel veel leerplezier met deze lessen!
tsunami
vulkaanuitbarsting
tornado
Les 1: Aardbevingen
Een aardbeving is een angstaanjagende natuurramp. Stel je eens voor.... alles schudt en beeft, gebouwen beginnen te scheuren en er ontstaan barsten in de weg. Vaak zie je aardbevingen in landen ver weg, maar ook in Nederland komen aardbevingen voor. Hoe ontstaat een aardbeving? Wat is de Schaal van Richter? Waar komen aardbevingen voor? Wat zijn de gevolgen? Hoe overleef je een aardbeving? Allemaal vragen waar je in deze les een antwoord op krijgt.
Het Rode Kruis heeft een werkboekje gemaakt wat je van alles leert over deze natuurramp. Maak nu de opdrachten in het werkboek. Je kunt het werkboekje openen via onderstaande link
Kernbegrippen en moeilijke woorden:
de aardbeving: een schokkende of trillende beweging van de aardkorst op het land.
de zeebeving: een schokkende of trillende beweging van de aardkorst onder de zee.
het magma: het vloeibare gesteente in het binnenste van de aarde.
de aardkorst: de buitenste harde laag gesteente van de aarde.
de aardplaten: stukken van de aardkorst
het epicentrum: de plek aan het aardoppervlak recht boven de schok in de grond.
Tot slot les 1: Wat weet ik nu allemaal en moet ik onthouden?
- Ik weet dat een aardbeving ontstaat bij een trilling in de aardkorst als aardplaten over elkaar schuiven.
- Ik weet dat een aardbeving gemeten wordt met een seismograaf en de zwaarte van een aardbeving wordt gemeten op de Schaal van Richter.
- Ik weet dat je bij een aardbeving moet schuilen onder een tafel of in een deuropening en niet in de buurt moet komen bij gebouwen met glas en dakpannen.
- Ik weet dat hulpverlening in getroffen gebieden helpt:
vooraf: leren wat mensen moeten doen bij een aardbeving en helpen met stevige huizen bouwen.
na een aardbeving: hulpgoederen leveren, mensen redden en helpen met het opbouwen van alles wat verwoest is.
Aardbevingen
Les 2: Orkanen / tornado's
Een tornado of een orkaan is een alles verwoestende natuurramp. Stel je eens voor.... wind die zo hard waait dat bomen afknappen als een luciferhoutje, een tornado die zoveel kracht heeft dat een heel huis opgetild kan worden.Gelukkig komen dit soort tornado's en orkanen niet in Nederland voor. Hoe ontstaat een tornado? Hoe ontstaat een orkaan? Hoe wordt windkracht gemeten? Waar komen tornado's en orkanen voor? Wat zijn de gevolgen? Hoe overleef je een orkaan of een tornado? Allemaal vragen waar je in deze les een antwoord op krijgt.
Het Rode Kruis heeft een werkboekje gemaakt wat je van alles leert over deze natuurramp. Maak nu de opdrachten in het werkboek. Je kunt het werkboekje openen via onderstaande link
Kernbegrippen en moeilijke woorden
De schaal van Beaufort: hiermee wordt de snelheid van de wind gemeten.
Een orkaan: een hele harde stom met minimaal windkracht 12
Een tornado: een wervelwind met zeer grote windsnelheid
Hogedrukgebied: koude luchjt zakt naar beneden en drukt op de grond.
Lagedrukgebied: warme lucht is lichter dan koude lucht en stijgt op. De lucht verspreidt zich, waardoor luchtdeeltjes verder van elkaar komen.
Corioliseffect: het draaien van de wind bij een orkaan
Een meteoroloog: een weerdeskundige
Tot slot: wat weet ik nu allemaal en moet ik onthouden?
- Ik weet dat een orkaan ontstaat boven de zee en het water minstens 27 graden moet zijn.
- Ik weet dat de snelheidt van wind gemeten wordt met de Schaal van Beaufort.
- Ik weet dat de belangrijkste schade die een orkaan aanricht komt door hoge windsnelheid, door hevige regenval, door vloedgolven en tornado's.
- Ik weet dat mensen bij een orkaan schuilen in een schuilkelder.
- Ik weet dat hulpverlening na een orkaan bestaat uit noodhulp aan slachtoffers en mensen helpen met het opbouwen van een nieuw leven.
Orkanen
Les 3: Tsunami's
Een tsunami is een bijzondere natuurramp. Eerst lijkt er niets aan de hand te zijn. Maar dan ineens trekt de zee zich terug. Even later komt er een enorme golf aan rollen. Het lijkt wel een muur van water. De golf komt op het land terecht en verwoest bomen, huizen, boten aan de kust. Het water stroomt over het land heen. Wat betekent het woord tsunami? Waar komen tsunami's voor? Hoe ontstaat een tsunami? Wat zijn de gevolgen? Hoe overleef je een tsunami? Allemaal vragen waar je in deze les een antwoord op krijgt.
Het Rode Kruis heeft een werkboekje gemaakt wat je van alles leert over deze natuurramp. Maak nu de opdrachten in het werkboek. Je kunt het werkboekje openen via onderstaande link.
Kernbegrippen en moeilijke woorden:
Tsunami: tsu = haven, nami = golf, een havengolf
Een zeebeving: twee aardplaten botsen op elkaar onder de zee.
Een seismometer: een apparaat waarmee je trillingen in de aarde kunt meten.
Tot slot: wat weet ik nu allemaal en moet ik onthouden?
- Ik weet dat het woord tsunami havengolf betekent.
- Ik weet dat de trillingen in de aarde .worden gemeten met een seismograaf.
- Ik weet dat een tsunami een zeebeving is.
- Ik weet dat je bij een waarschuwing voor een tsunami altijd naar een hoger gelegen gebied moet vluchten.
- Ik weet dat hulpverlening na een tsunami bestaat uit noodhulp aan slachtoffers en mensen helpen met het opbouwen van een nieuw leven.
Tsunami
Les 4: Overstromingen
Bij natuurrampen denk je niet direct aan Nederland. Toch komen overstromingen hier ook voor. De vijf grootste natuurrampen die ooit in ons land zijn geweest, waren allemaal overstromingen. Maar ook op andere plekken in de wereld komen overweldigende waterstromen voor. Wat is een overstroming eigenlijk? Hoe ontstaat een overstroming? Waar komen overstromingen voor? Wat zijn de gevolgen van een overstroming? Wat doet de hulpverlening bij een overstroming? Allemaal vragen waarop je een antwoord krijgt in deze les.
Het Rode Kruis heeft een werkboekje gemaakt wat je van alles leert over deze natuurramp. Maak nu de opdrachten in het werkboek. Je kunt het werkboekje openen via onderstaande link.
Kernbegrippen en moeilijke woorden:
De zeespiegel: het gemiddelde niveau van de zee.
De Deltawerken: dammen die gebouwd zijn om Nederland te beschermen tegen overstromingen.
Een moesson: een speciale wind in tropische gebieden die een half jaar uit een bepaalde richting waait om dan ineens van richting te veranderen.
Risicogebieden: gebieden die een groter risico lopen.
Internationale samenwerking: verschillende landen in de wereld werken samen.
Afhankelijkheid: het hulp van anderen nodig hebben
Tot slot: wat heb ik geleerd en moet ik onthouden?
- Ik weet dat een overstroming ontstaat als er veel regen valt en de rivieren dat vele water niet snel genoeg kunnen afvoeren.
- Ik weet dat overstromingen ook in Nederland voorkomen. In 1953 was de laatste 'watersnoodramp'. Daarna zijn de Deltawerken gebouwd.
- Ik weet dat het herstellen van een land na een overstroming heel moeilijk is omdat mensen uit hun huizen gevlucht zijn, oogst en voedselvoorraden vernield zijn en dat veel huizen, wegen en bruggen zijn verwoest.
Overstromingen
Les 5: Droogte
In deze les leer je dat je water nodig hebt om in leven te blijven. Maar dat wist je natuurlijk al! Ook planten en dieren moeten water krijgen. Want als zij sterven, heb jij niets meer te eten. Maar wat nu als er bijna geen water meer is? Wat zijn de gevolgen van extreme droogte? En wat kun je er aan doen? Hoe voorkom je hongersnood? Wat doet de hulpverlening om mensen te helpen in gebieden met extreme droogte? Op al deze vragen vind je een antwoord in deze les.
Het Rode Kruis heeft een werkboekje gemaakt wat je van alles leert over deze natuurramp. Maak nu de opdrachten in het werkboek. Je kunt het werkboekje openen via onderstaande link.
Kernbegrippen en moeilijke woorden:
Condenseren: waterdamp verandert in kleine druppeltjes.
Erosie: afslijting van de grond door wind, ijs stromend water. De vruchtbare laag aarde wordt helemaal hard waardoor er niets meer groeit.
Woestijnvorming of verwoestijning: het groter worden of uitbreiden van woestijngebied.
Middelen van bestaan: de middelen die een mens nodig heeft om te kunnen leven zoals b.v. voedsel, water, onderdak en kleding.
Natuurlijke grondstoffen: stoffen die in de natuur gevonden worden, zoals olie, mineralen, hout, soja, cacao en andere gewassen.
Afhankelijkheid: de hulp van anderen nodig hebben
Tot slot: Wat heb ik nu geleerd en wat moet ik onthouden?
- Ik weet dat je pas van droogte spreekt als er een tijdens een lange periode geen regen valt,
- Ik weet dat je pas van droogte spreekt als er minder water in de rivieren en meren zit dan anders.
- Ik weet dat je pas van droogte spreekt als er onvoldoende vocht in de bofdem zit.
- Ik weet dat een groot deel van Afrika regelmatig te maken heeft met droogte
- Ik weet dat een gevolg van droogte hongersnood kan zijn.
- Ik weet wat de hulpverlening kan doen om mensen te helpen in gebieden met extreme droogte.
Droogte
Les 6: een practicumles over vulkanen
Deze laatste les gaan we besteden aan het doen van een practicum. Een filmpje over een vulkaanuitbarsting heb je net gezien. Wil je deze nogmaals bekijken, klik dan op de link onder aan deze pagina.
Open onderstaand bestand, hierin staat precies wat je moet doen.
Hoe werkt een vulkaanuitbarsting
De toets
Toets: Les 7: Schriftelijke overhoring Natuurrampen
Start